PIONIEREN IN
DE VERPLEEGKUNDE
VERPLEGERS
ZOEKEN
COLLEGA'S
J
kringen gelijk. De behoudensgezinden, veelal
oudere „rotten", zien liefst helemaal geen man
nen m de ziekenhuizen. Zij staan een typische
vrouwelijke sfeer voor.
Geheel apart hiervan werkt ook nu de
psychiatrische verplegerfster) in de inrich
tingen voor geestesgestoorden. Deze B-inrichting
in de verpleging (algemene verpleging wordt
met „A" aangeduid) heeft procentueel meer
mannen in haar gelederen dan welke algemene
ziekenmrichting ook. Komt dat door het min
der romantiche karakter aan deze zijde van
de scheidslijn, die getrokken wordt tussen li
chamelijke en geestelijke riekte?
Dienstweigeraars
We «telden de vraag aan mannen-uit-bet-vak,
en kwamen tot de ontdekking dat bet meer toe
vallige omstandigheden zijn die hen in de ver-
plegerij deden belanden. Principiële dienstwei
geraars bij voorbeeld worden gedurende hun
diensttijd in een rijkspsyehiatrische inrichting
geplaatst, waar zij automatisch leerling-ver
pleger worden. In de praktijk blijken velen zo
gecharmeerd door het vak, dat zij ook na
de diensttijd blijven.
Elders hoorden wij een thans succesrijk ver
pleger zijn keuze motiveren aan de hand van
een jarenlang verblijf in een sanatorium, waar
hij tijd en gelegenheid te over had gehad kennis
te maken met het hoe en waarom van de ver
pleegkunde. Toch zijn er ook jongens, die zich
van jongsaf aan aangetrokken voelen tot het
vak- Zij omschrijven het liever niet met „roe
ping", maar met persoonlijke interesse voor
de patiënt en zijn ziekte, een sociaal „begaan
zijn met". Het directe contact is in de B-oplei
ding groter, zowel individueel als groepsmatig.
De meer bewustere keuze bij de man het is
bijna altijd een levenstaak stuurt' hem veelal
in de richting van de psychiatrie. De verwach
tingen zijn bij de meeste aankomende verple
gers niet te hoog gespannen, zij hebben er
anders dan verpleegsters meer voor over.
Dit verklaart waarschijnlijk ook de relatief gro
te opkomst van mannelijke zijde voor de z.g.
staf cursussen, die op een zestal plaatsen in Ne
derland gegeven worden. Daar worden zij na hun
opleiding en eventuele verdere specialisatie rijp
gemaakt voor een leidinggevende functie. De
verplegers zijn van mening, dat menig zieken
huis nog liet voldoende als bedrijf wordt gezien.
Dit brengt met zich mee, dat alle extra arbeid
maar al te vaak wordt gezien als vanzelfspre
kend, met name bet stafpersoneel moet er al
tijd zijn, hetgeen vaak bezwaarlijk is, niet al
leen voor de gehuwde verpleger. Terugkijkend
in hun carrière zien vele verplegers soms maan
den, waarin helemaal geen vrije tijd was. Om
dat de man, die in de verpleegkunde blijft, zich
graag verder ontplooit, krijgt hij meestal ook
wel hogere baantjes. Anders is dit in de gewo
ne ziekenhuizen, waar traditiegetrouw een
hoofdverpleegster wordt aangesteld. Van een
verpleger met jarenlange ervaring hoorden wij.
dat eens een pas gediplomeerd verpleegstertje
een benoeming kreeg op een specialisatie-afde
ling, hoewel hij als man hiervoor een zeer uit
gebreide opleiding heeft gehad en buitenlandse
getuigschriften van deze richting bezat. Alleen
zeer grote ziekenhuizen kunnen zich een man
aan het hoofd van een mannenafdeling perm it -
Indien er sprake is van discriminatie is het in
het algemeen daar, waar verpleegsters
de boventoon voeren en velerlei ervaring
hebben. Een man heeft bij voorbeeld altijd min
der op een vrouwenafdeling gewerkt, dan anders
om. Maar meestal wil de man ook niet een leven
lang in het verpleegwerk zitten. Het ligt niet in
de lijn van de westerse cultuur. Daarom gaat
hrj, die in de A-richting wil blijven, zich bijna
steeds specialiseren.
Discriminatie
Discriminatie komt vooral ook voor in de
spreektaal. Zo ging bij het 75-jarig bestaan van
het Wilhelminagasthuis te Amsterdam alle lof
uit naar „artsen en verpleegsters", terwijl er in
het W.G- ook een groot aantal zeer verdienste
lijke verplegers rondlopen.
Ook op beroeps-keuze wordt naast leerling-
verpleegster de mogelijkheid van leerling-ver
pleger niet genoemd. Maar de heren-verplegers
zeggen dat ze er aan gewend zijn, wat iets an
ders is dan erin berusten. Aan de andere kant
worden van de verplegers, na in het begin be
schouwd te zijn als personen, die er eigenlijk
niet bijhoren, verwacht alles te organiseren en
op bijeenkomsten en cursussen de kern te vor
men.
In de federatie zijn vele bonden, waarin d«*
vrouwen belangen behartigd worden. De verple
gers zijn van mening niet nog meer bonden en
bondjes te willen bevorderen door een eigen
vakbond op te richten. Ook door tijdgebrek ko
men zij er niet gemakkelijk toe. „Je ondervindt
waardering genoeg in eigen kring als je een
maal min of meer gesetteld bent. Verder heb
je geen erkenning nodig".
Helaas leeft maar al te wijd verbreid bet idee,
dat verplegers doetjes, en verpleegsters potige
kenaus zijn. De mannen vinden er zelf het vol
gende van: „Zwak vrouwelijke kenmerken wor
den graag bij de mannen gezien". Het werk
vraagt eenvoudig niet dat je een doetje bent.
Je moet weten te handelen, anders word je er
trouwens door je (vrouwelijke) collega's uiige»
pest. De man moet zich ab verpleger bewij
zen. Het harde bij vrouwen komt doordat ze
gewend zijn de meerdere bij de patiënten te
zijn. Ze hebben op den duur meestal niets anders
aan het hoofd en wonen bi] of in het ziekenhuis.
Dat is gevaarlijk. Ook de man moet oppassen
dat hij door drukke diensten niet maandenlang
binnen de ziekenhuispoorten blijft. Dan krijgt
hij, wat wij noemen een soort „gestichtsdemeo-
tie".
Weinig luxe
Hoewel de financiële waardering in de ver
pleegkunde volkomen gelijk is voor man en
vrouw, kan de gewone verpleger zich weinig
luxe permitteren. Vijf jaar geleden verdiende
een gediplomeerde verpleger 328 per maand
bruto, waarvan hij zijn hele gezin moest on
derhouden. Sindsdien zijn de salarissen regel
matig opgetrokken, maar nog altijd is speciali
seren niet alleen een gevolg van idealisme.
Sommige verplegers spreken zich uit voor een
betere financiële regeling voor de gehuwde man,
al doet hrj hetzelfde werk als de vrouw. Ande
ren willen de verpleegsters hiermee niet m bet
harnas jagen.
In Nederland zouden de verplegers niets He-
ver zien dan meer mannelijke collega's in het
vak, vooral met bet oog op de meer technisch
wordende ziekenhuiswereld. Daar komt bij, dat
het rendement van de gemiddelde verpleger
vee! hoger ligt dan bij de verpleegsters, waar
men van gemiddeld vijf jaar spreekt, inclusief
opleidingsperiode.
„We hebben nog steeds bet gevoel dat wij.
mannen, moeten pionieren. Sinds de lekenver-
pleging ais beroep ontstond was het altijd de
vrouw die de touwtjes in handen hield", hoor
den we uit de mond van een leidinggevende ver
pleger van een psychiatrische inrichting.
BIJ DE FOTO'S: Een verpleger doet meer
dan handje vasthouden of laken gladstrijken
(links boven); zijn taak ligt niet zozeer in het
verzorgende als wel in het technische vlak
/oals het bedienen van de apparatuur in de
operatiekamer (midden).
Een niet ongebruikelijk onderonsje van ver
plegers en verpleegsters (rechts boven).
Door Yvonne Tiggelaar
doet een man er toe besluiten een tradL-
1 aan de vrouw voorbehouden beroep in de
.egkunde te kiezen? Wat zoekt een man in
5 Verpleging? Heeft hij iets af te reageren of
hij zich zo nodig manifesteren? WO hij
lief zijn of is zijn innerlijke stem de
>id dienen" zo sterk? Of zou er soms
i zijn van zoiets als tegen-emancipatie na
litie door vrijwel ieder vrouwelijk we-
lang onmondig verklaard te zijn op bet
ed van ziekenverzorgen? Zeker, de eerste
le het verplegen van zieken tot vak ver-
Florence Nightingale, was een vrouw. Maar
-er daarom nooit meer een man in de wieg
tjsA kunnen worden met zulke ambities. Zijn
galleen vrouwen van die hogere sociale we-
I, die. zich zelf volledig kunnen wegcijferen
lenst van de zwakke medebroeders. Cijfers
'jjA ons, dat dit niet waar is. In 1939 waren
mannen in algemene ziekenhuizen als
;er aangesteld, tegen 1136 vrouwen. Beide
ieën zijn geleidelijk groter geworden, tot
n tegen 3861 vrouwen in 1965, hetgeen
it 1 man tegen 56 vrouwen in 1939, te-
op de 25 thans. In psychiatrische inricb-
zijn 236 mannelijke tegen 535 vrouwelij-
'erplegenden werkzaam (1965), in 1963 wa
ll de verschillen zelfs buitengewoon klein: 214
pnen, 375 vrouwen. Uit de volkstelling van
po kwamen totaal 1105 verplegers en 16.027
INeegsters uit de bus.
fte verplegerij is op drift. Allerwegen zien
reen verschuiving van het verzorgende ka
per naar een meer technische, en dus ratio-
aanpak. Niet het instoppen van de patiënt,
1 voeren, verschonen, zelfs niet bet met-hef-
Jffolle-zorgen omringen, behouden langer bet
jCent. Het inzicht m bet ziekteproces ener-
|fc en de efficiënte aanpak in een bepaald ge
il anderzijds worden als essentie gezien. Er ia
een discussie op gang tussen respectieve-
jk de vakbonden en de federatie om bet gehele
Weegsysteem meer in de richting van de
teer
academische methode van Engeland te
tttwen.
bat houdt in een vergaande wijziging van de
van het verplegend personeel, die dan
ppteegkundigen gaan heten. De verpleegkun
de komt naast, of beter boven de ziekenver-
festers te staan, die de dagelijkse bezighe-
aan de patiënten krijgen toegewezen en min-
F geschoold behoeven te zijn dan verpleeg-
Pjdigen. Deze laatsten zullen, aldus, de meer
pchnische kant van het vak opgaan.
Behalve coördineren en organiseren, moeten
W geneigd zijn zich te specialiseren in röntgeno-
PBje, chirurgie, therapie, nazorg, sterilisatie,
|Mdiniek etc. Automatisch zullen dan meer
finnen zich tot het beroep aangetrokken voelen
°°h ziin niet alle geluiden in verpleegkundige
iCjïiSSSssfc.