„Off-Broadway"toneel
van de jongere generatie
Jan v. d. Berg in een
gevarieerd programma
kunst
kaleiöoscQop
KAMIEL D'HOOGHE SPEELT
VRIJDAG IN DE PIETERSKERK
Toneel in New York II
Laat-gehoren draak
tussen avant-garde
Werken van Couperin-Vivaldi
ORGELCONCERT NOORDWIJK
LEIDSCH DAGBLAD DINSDAG 26 JULI 1966
1
(Speciale berichtgeving)
VOOR de New Yorkse schouwburgbezoeker is "Broadway"
een term die niet slechts betrekking heeft op die straat, maar
op het hele complex van commerciëel geëxploiteerde schouwburgen
dat men tussen Times Square en Columbus Circle en dan voor
namelijk in de zijstraten die Broadway kruisen aantreft. En zo
slaat de term "Off-Broadway" dan ook niet speciaal op theaters
die ver van Broadway verwijderd liggen, maar veeleer op een soort
toneel waarbij het commerciële element (al is het ook hier niet he
lemaal afwezig) minder de doorslag geeft, waarbij meer geëxperi
menteerd wordt door avantgardistische jongeren, meer risico s
worden genomen minder rekening wordt gehouden met de toch
ook onpeilbare smaak van een conventioneel publiek.
dat het stuk In blan-
Een merkwaardig voorbeeld van de
Treemde sprongen, waartoe het ma
ken van dit onderscheid tussen
..Broadway" en „Off-Broadway" soms
leidt, was de opvoering van „Hogan's
Goat", de eersteling van een leraar-
Engels aan de Harvard University,
William Alfred. Die opvoering werd
gegeven door de niet-commerciële
stichting American Place Theater" in
een zaal van een kerkgebouw en was
dus uitgesproken „Off-Broadway".
Als zodanig werden het stuk en de
kwaliteit van 'de vertoning door de
New Yorkse pers met luid gejuich be
groet. Maar als ditzelfde stuk en de
zelfde vertoning in een der commer
ciële Broadway-schouwburgen
de vorige
ke verzen is geschreven.
Maar daarvan was bij de opvoering
alleen iets te merken wanneer de ru
we dialoog in Brooklyns dialect on
verwachts in de vreemdsoortigste
poëtische ontboezemingen overgaat.
Het enthousiasme van verscheide
ne New Yorkse critici voor deze te
laat geboren draak (die zelfs nog
even. zij het zonder succes, gepous
seerd werd om tot „beste drama van
het seizoen '65'66" te worden uitge
roepen) schijnt vooral te moeten
worden toegeschreven aan de „ont
wapenende naieveteit" van de schrij
ver, die de indruk maakte „nooit van
het hedendaagse toneel te hebben ge>
zouden zijn geweest, zouden de 1 hoord", zoals één recensent schreef,
kritieken waarschijnlijk heel anders In New York kunnen vreemde over-
zijn uitgevallen wegingen aanleiding zijn om een stuk
..Hogan's Goat" is namelijk In fel- rai^n °f breken
te een oer-ouderwets melodrama,
waarvan niet elleeen de handeling
zich in 1890 afspeelt maar dat ook, j\e£er-eeiiaCterS
in die bloeitijd van de draken ge
schreven had kunnen zijn. De
hoofdpersoon in William Alfreds stuk
is een door-en-door corrupte oude
burgemeester van Brooklyn, die over
lijken gaat om zijn machtspositie te
behouden. Daarbij maakt hij gebruik
van beruchte melodramatische mid-
het sarcasme, waarmee daarin wordt
gesproken over neger-huispersoneel
dat zijn werkgevers (een blank echt
paar) met allerlei trucjes uitzuigt en
bedriegt is lang niet mis. Het stukje
zal wel vooral zijn bedoeld als een
pleidooi voor de handigheid, om niet
te zeggen geestelijke superioriteit,
van kleurlingen tegenover die goed
gelovige blanken en dus als een
tegenhanger van het gebruikelijke
toneeltype van de „domme neger"
maar deze strekking komt er niet
duidelijk uit. Het doet een Europese
toeschouwer eerder denken aan de
joviale zelfbespotting waarmee voor
delen als chantage van de deugdzame
vrouw van zijn tegenstander, een
vergeelde brief uit een juwelenkistje
met dubbele bodem, pressie op
een prostituee-met-een-hart-van-
goud, enz.
Op heel wat degelijker argumen
ten berustte de lof, die een gezel
schap van neger-acteurs heeft ge
oogst met de opvoering van twee
eenacters, geschreven door hun col
lega Douglas Turner Ward: „Happy
ending" en „Day of absence". Die
eenacters worden gespeeld in een
zaaltje boven een bioscoop in een af
gelegen rommelige wijk van Manhat
tan, maar de tocht daarheen zelfs
in de New Yorkse hitte loont de
moeite. Want Turner Ward
behalve een knap acteur, een talent
vol toneelschrijver met frisse Ideeën
en een optimistisch-satirische kijk op
het leven te zijn.
De eerste eenacter, „Happy En-
ding". zou waarschijnlijk zijn uitge
floten of erger als hij door een
blanke auteur was geschreven. Want
al oudere Engelse schrijvers nogal
eens hun eigen volksaard aan de
kaak stelden.
Striemende satire
Oer-ouderwets
Veel sterker is echter de tweede en
I langere eenacter. „Day of absence",
die een striemende satire is op de
i verhoudingen in het zuiden van de
Ver. Staten. In een zuidelijk stadje
„Hogan's goat" verschilt voorname- I blijken op een goede ochtend alle ne-
ljjk d&érdoor van allerlei lang-ver- gers spoorloos te zijn verdwenen. Het
geten melodrama's uit het eind van blanke deel van de bevolking is eerst
Het "blanke echtpaar zonder
kindermeid (Robert Hooks en
Barbara Ann Teer' in ,.Day of
absence" van Douglas Turner
Ward.
ongelovig, dan verbaast en daarna
radeloos, want wat moet men begin
nen zonder negers? Zonder negers
kunnen er geen straten worden ge
veegd. geen vloeren gedweild, geen
babies van schone luiers voorzien,
geen kolen gesjouwd, geen vuile
werkjes van welke aard ook worden
opgeknapt. Want de blanken willen
en kunnen dat niet. Zelfs de Ku
Klux Klan, die de negers altijd weg
wilde hebben, is wanhopig, want ..we
willen ze wel kwijt, maar op het mo
ment dat het ons past!" Radio en
televisie worden ter beschikking ge
steld van de burgemeester, die 'met
een heel knap geschreven tekst) de
verdwenen negers eerst onder drei
gementen gebiedt terug te komen en
hen tenslotte in de meest sentimen
tele bewoordingen daartoe bidt en
smeekt. Niets heeft succes. Maar de
volgende ochtend heeft het stadje
weer zijn gewone aanzien, mét ne
gers. Ze blijken in 't geheel niet weg
te zijn geweest, want de hele „day
of absence" heeft niet bestaan. Het
was allemaal een massa-hallucinatie!
De sociale strekking van dit sati
rische stuk spreekt voor zichzelf.
Maar het bijzondere van Turners
Wards werkwijze is, dat de humor
steeds de boventoon houdt en nergens
door bitterheid wordt verdrongen.
Ook de voorstelling waarin de ca-
ricaturale prototypen door spe
lers met witte schminkmaskers wor
den uitgebeeld heeft overwegend
het karakter van een clownerie, zon
der dat dit iets afdoet aan de sterke
politieke schokwerking van het ge
heel. De schrijver zelf gaf uitstekend
spel te zien als de voor de televisie
camera's bulderende, dreigende, jam
merende. lokkende en tenslotte sme
kende burgemeester.
De wereld van
Güiither Grass
In een ander afgelegen, primitief
ingericht schouwburgje met minder
dan 200 zitplaatsen, het Pocket Thea
tre. kan men een opvoering zien van
„The world of Günther Grass", een
werkstuk van Dennis Rosa, die ook de
-egie heeft gevoerd. Het vertoonde
blijkt is een soort „collage" van fragmen
ten uit het werk van de Duitse
schrijver, oorspronkelijk samenge
steld voor het studententoneel van de
Pennsylvania State University en
toen zo gunstig beoordeeld dat een
reeks voorstellingen in New York, ge
speeld door jonge beroeps-acteurs,
kon worden ondernomen.
De manier waarop Dennis Rosa
brokstukken uit het oeuvre van Gün
ther Grass tot een dramatisch geheel
heeft opgebouwd, lijkt verrassend
veel op hetgeen Anne Marie Prins
en Niels Hamel dit voorjaar in Haar
lem met teksten van Garcia Lorca
hebben gedaan om hun manifestatie
„Een zaak Lorca is ons niet bekend'
tot stand te brengen. Deze methode
om het werk van een auteur langs
de weg der „collage" dienstbaar te
maken aan de mogelijkheden van het
toneel schijnt dus wel in de lucht te
zitten. Ik kreeg echter de indruk dat
Dennis Rosa, door zijn werk minder
Jan J. v. d. Berg. organist van de Delftse Nieuwe Kerk verving
de jonge Katwijker Dick van Rijn ter vervulling van het tweede
orgelconcert in de serie van „Het Orgelcentrum" in de Herv.
Kerk van Noordwijk-Binnen. Bach en eigen werken van de con
certgever omraamden Green, Walther. Mendelssohn. Franck en
Guilmant.
De eerste maten van het gedurfd
Praeludium in G van Bach getuigden
terstond van een ervaren musicus,
maar in de bijbehorende vrij scherp
geregistreerde Fuga, met hoog tem
po ingezet, kon de organist de door
gaande beweging tenslotte niet vol
houden, tot schade van de doorzich
tigheid van het notenbeeld.
Dat stond allemaal beter in Men
delssohn's Praeludium et Fuga in c.
Daarin hoorde men bevestigd, hoe
nauwgezet v. d. Berg de pedalen ge
bruikt. Het tussenliggende Bach-ko-
raal „Herr Jesu, Gnadensonne" be
hoort tot- diens mooiste; het heeft
een bouw, verwant aan het (door de
pianobewerking van Myra Hess) zo
populair geworden koraal uit Kan-
tate 147 een krans van zich immer
voortspinnende figuraties, waar het
koraal in gescheiden brokken a.h.w.
wordt ingehangen.
De Introduction and Trumpet van
Maurice Green, een Pastorella van
Bach's neef Walther, het Andantino
van César Franck en de Pastorale
en Finale van Guilmant's 1ste Sym
fonie vertegenwoordigden een beetje
een „toegiften"-afdeling in dit pro
gramma. De concertgever heeft er
de fraaist-passende registers in doen
fonkelen, waarbij hem de karakter
volle zuivere stemming van de tong
werken zeer ten voordele werd.
Maurice Green is nagenoeg onbe
kend, hij is een tijdlang met Handel
bevriend geweest en mag samenge-
dacht worden met twee andere vrien
den: Eccles en Boyce, van welke twee
Asma nogal eens werkjes speelt. Niet
duidelijk werd, waarom v. d. Berg
Guilmant's Pastorale zo aandoenlijk
maakte met een somber versteld
pathos, dat eerder in een rouwkapel
thuishoort dan in de openluchtsfeer
van een herderlijke idylle. Misschien
moet men de vraag aan Guilmant
stellen, die zijn aanwijzingen voor de
registratie toch moet hebben gesteld.
In de virtuoze Finale van Guilmant
viel vast te stellen, hoe spontaan
v. d. Berg opveert als hij naar cli
maxen, naar het hymnische opgaat.
Guilmant is een der voorraadschu
ren, waar Jan Zwart zijn „mosterd"
vandaan haalde. Hier was de gelij
kenis te treffend om er niet over te
reppen. Ook het Postludium en Ko
raal van v. d. Berg ,,'k Wil U o God
mijn dank betalen" treedt in deze
orde. Groots spel kreeg men daarin
te horen.
De verder als eigen compositie ge
speelde canonische bewerking van
v. d. Berg over „Wat God doet, dat is
welgedaan" deed vragen waarom dit
zo pessimistisch geregistreerd moest
werden. De eveneens canonische be
werking van Psalm 38 verdroeg dit
eerder, maar had nog wel andere
bezwaren.
Tarsis, die nu een particulier be
zoek brengt aan Athene, had een
Grieks paspoort aangevraagd op
grond van zijn Griekse afstamming.
De 60-jarige schrijver heeft ver
klaard naar Rusland te zullen terug
keren als het niet meer commu
nistisch is.
Hij zal in oktober naar de V.S.
reizen voor een serie lezingen aan
universiteiten.
Verdronken tijdens
doopplechtigheid
Een 35-jarige Afrikaanse predi
kant, Dumile Arnold Ralarala, is gis
teren in Vereeniging (Transvaal)
veroordeeld tot f 500 boete of hon
derd dagen gevangenis omdat hij
mevr. Christina Sibeko tijdens de
doop in de rivier Vaal op 11 juni
heeft verdronken.
Ralarala zei dat hij in de vijf jaar
waarin hij predikant is vele oude
heeft gedoopt, de 65-jarige
Sibeko is de eerste die
daarbij verdronken is. Voor de recht
bank was verklaard dat zij herhaal-
delyn onder water was geduwd, ter
wijl de predikant aan het bidden
Vrijdagavond vindt in de Pieterskerk het tweede zomerorgel-
concert plaats onder auspiciën van K. O. in samenwerkinq met
het College van Kerkvoogden van de Hervormde Gemeente.
Kamiel D' Hooghe, organist te Brugge, brengt het volgende
programma: Messe pour les Paroisses (1960) van Frangois Cou
perin (1668-1733) en Concerto in a kl. t. van A. Vivaldi - I S
Bach (1685-1750).
Kamiel D'Hooghe geeft vele con
certen door geheel Europa, USA en
USSR en treedt ook regelmatig op
voor radio en televisie. HIJ maakte
grammofoonopnamen voor Decca,
BRT en Philips. Zowel de binnen-
als buitenlandse kritieken tonen zich
enthousiast, niet alleen over zijn vir
tuose en briljante techniek, maar
ook over zijn zeer persoonlijke
expressievermogen, zijn sonore klank
zin voor poëzie.
Francois Couperin leefde en werkte
_un het hof van „Le Roi Soleil" Lo
de wijk de XlVde. Het geraffineerde
milieu met Madame de Maintenon,
La Bruyère, Racine, Madame de Sé-
vigné, Watteau e.a. heeft Couperin
met volle teugen ingeademd.
„Pièces d'Orgue" waarin deze mis
samen met de „Messe pour les Cou-
vents" voorkomt werd door de toon
dichter op 22-jarige leeftijd geschre-
Het werk is gegroeid uit de prak
tijk van het alterneren tussen koor
en orgel. De orgelcoupletten duren
meestal niet langer dan één minuut
terwijl een monumentaal „Offertoire"
wijst op een lange offergang.
Virtuositeit en springlevende muzi
kaliteit, gestileerde dans en grego
riaanse melodie, beschouwing en
praal worden verklankt door stralen
de en delicate solostemmen, door klei
ne en grote plenums.
De uitvoering ervan stelt enige
problemen. Dienen de achtste noten
uitgevoerd te worden in gelijke of
ongelijke waarden?
Wordt de frasering vooral détail-
zorg of wordt zij in grote bogen ge
realiseerd? Is de articulatie vooral
naar het legatospel of het non-lega-
tospel gericht?
Over ornamentiek, tempo en stijl
geraakt men nooit uitgepraat.
Bij het Concerto in a van Vivaldi-
Bach zij het volgende genoteerd:
Concert! voor orkest van Italiaanse
componisten werden door J. G. Wal
ter en door zijn vriend J. S. Bach
gretig voor orgel overgeschreven.
Het concerto grosso (concertare is
wedijveren) is een compositievorm
waarbij er op twee plannen wordt
gemusiceerd. Het is het tutti
dat wedijvert met de kleine groep
solisten. Deze techniek wordt op het
orgel aangepast door de orkestdelen
op het hoofdwerk met het pedaal te
verklanken en de solodelen op het
rugpositief en het bovenwerk te ver
tolken.
Kamiel D'Hooghe (geboren in 1929
t Beveren-Waas) ontving zijn op
leiding aan het Lemmens instituut
in Mechelen (piano, orgel, grego
riaans) en aan het Koninklijk Con
servatorium in Antwerpen (orgel,
compositie en improvisatie) en Gent
(contrapunt en fuga). Hij was o.m.
leerling van de beroemde Flor Pee-
ters, hij ontving de prijs van uitne
mendheid en verschillende andere
onderscheidingen. Ook won hij vele
prijzen bij binnen- en buitenlandse
orgelwedstrijden. (o.a. in Gent, Mun-
chen en de Bachmedaille van de
Harriet Cohen-Foundation in Enge
land).
Op 22-jarige leeftijd werd hij reeds
organist aan de kathedraal in Brug
ge. Hij heeft zitting in talrijke com
missies, juries en redacties voor
kerkmuziek.
Verder is D'Hooghe hoofdleraar
voor orgel aan het Conservatorium
in Brugge en het Lemmens Insti
tuut in Mechelen en directeur van de
muziekacademie in Roeselare.
Vliegen?
In Londen werd gisteren de lo
ting verricht voor het toernooi om de
Europese taf el tennisbeker voor natio
nale kampioenen. Nedlloyd uit Am
sterdam lootte daarbij in de eerste
ronde tegen CS Union Parijs. Titel
verdediger CSM Klausenburg (Roe
menië) werd vrijgesteld van de eerste
ronde.
Motten?
Lagerhuis keurt
nationalisering
van staal goed
Het Britse Lagerhuis heeft gister
avond met 328 tegen 247 stemmen
de voornaamste beginselen van het
regeringswetsontwerp tot hernatio
nalisering van negentig procent der
staalindustrie goedgekeurd.
Het nam het ontwerp aan in tweede
lezing-instemming in principe.
Tevoren had de conservatieve op
positie laten weten dat een conser
vatieve regering een dergelijke wet
weer ongedaan zou maken. Woord
voerders leverden heftige kritiek op
het ontwerp, dat als een „daad van
waanzin" werd bestempeld.'
Anthony Barber, woordvoerder in
staalkwesties, zei dat de conserva
tieven voor de tweede maal de in
dustrie zouden denationaliseren „in de
mate als nodig en uitvoerbaar is", ten
behoeve van grotere soepelheid en
concurrentie in de staalindustrie.
De minister van Energie, Marsh,
deelde mee dat hjj in de komende
weken een commissie zal vormen die
denationalisering van de industrie
moet organiseren.
De industrie werd in 1951 voor de
eerste maal genationaliseerd, maar
de maatregel werd later door de
conservatieven ongedaan gemaakt.
De opvoering was een geslaagd
mengsel van toneelspel, muziek, film
j en fotomontage. Ze werd gedomi
neerd door het zeer gevoelige spel
van Richard Morse als de dichter (de
ik-figuur). Hinderlijk was helaas het
zware accent dat werd gelegd op de
dwergfiguur Oscar, uit „Die Blech-
trommel", die niet de bedoelde dia
bolische indruk maakte en wiens
scènes bovendien overmatig lang wa
ren. Maar de voorstelling vormde
niettemin een fascinerend geheel, dat
de toeschouwers een doordringend
beeld gaf van „de wereld" van Gun-
ter Grass.
Shakespeare
Ook Shakespeare wordt in New
Yorks „Off-Broadway" gespeeld, na
melijk in het Delacorte Theatre, een
openluchttheater dat een onderdeel
van Central Park is. Al 12 jaar lang
(en nu zelfs met gemeentelijke
steun) geeft een organisatie, die zich
New York Shakespeare Festival
noemt, daar tijdens de drie zomer
maanden haar voorstellingen. De or
ganisatie zal over enkele jaren zelfs
een eigen echte schouwburg krijgen
(waarvoor nu een heel huizenblok in
't zuiden van Manhattan wordt ont
ruimd) zodat dan ook 's winters kan
worden gespeeld. Maar het is te ho
pen dat de kwaliteit van de opvoe
ringen dan flink zal worden ver
hoogd, want de openingsvoorstelling
van dit jaar „All's well that ends
well" had niet het gehalte dat
men van een Shakespeare Festival
mag verwachten. De regie van Jo
seph Papp was te conventioneel en te
dor om dit moeilijke blijspel op een
Een scène uit ,,The world of
Günther Grass".
aantrekkelijke manier tot leven te
brengen en de spelers (op een enkele
uitzondering na) misten het formaat
om dat op eigen kracht te doen.
Niettemin verdient het waardering
dat deze enthousiaste groep het als
haar taak ziet, Shakespeare nader
te brengen tot het New Yorkse pu
bliek dat zo uiterst zelden klassieke
stukken te zien krijgt en die taak
met grote volharding verricht.
Tarsis nu Grieks
staatsburger
De Griekse regering heeft het
staatsburgerschap van Griekenland
verleend aan Valery Tarsis, de Rus
sische schryver wiens staatsburger
schap van de Sowjet-Unie in fe
bruari is ingetrokken omdat hij het
Russische regime scherp had gekri
tiseerd in het buitenland.
veelomvattend op te zetten, een hech
tere constructie heeft bereikt dan
zijn Nederlandse collega's. Rosa
heeft zijn stof voornamelijk gehaald
uit de twee romans „Die Blechtrom-
mel" en „Hunde jahre", waardoor de
nadruk vanzelf sterk is komen te lig
gen op Güntrer Grass" hoogst indivi
duele wijze van „afrekening" met de
Hitler-bende en het militairistische
Duitsland. De „collage" heeft dus een
duidelijke anti-dictatoriale en anti-
militairistische strekkeing, maar af
gewisseld door dichterlijke dwaashe
den en bizarre invallen.