Nationale sport van JAPAN Weekelndblllage Letdsch Dagblad /~\MDAT ik nu volkomen ont- spannen, makkelijk zwem, daarom ga lk nu zo hard", zegt Gretta Kok (21), de oudere zus van vllnderslagkamploene Ada, na lang nadenken. „Omdat ik nu dat zwemmen doe als een ontspanning, een aangename afleiding en naar elke wedstrijd ga met de gedach te: „Ik zal wel zien wat het wordt, wordt het niks dan hou ik er net zo makkelijk weer mee op. Daar om knabbel ik steeds meer van mijn snelste tijd af. Zondag 19 ju ni ook, tijdens die landenwedstrijd in Delmenhorst tegen West-Duits- land, toen ik 2.48.2 deed over de 200 meter schoolslag, kostte het me eigenlijk geen moeite, had ik echt niet het gevoel dat ik moe was, er alles had uitgeperst". „Concludeer daar nou alsjeblieft niet uit, dat het alleen nog maar een kwestie van tijd is, dat ik Kle- nie Bimolts reoord van 2.46.9 zal breken. Dat is nou juist zo ge vaarlijk om te zeggen. In de eer ste plaats omdat 1,3 seconde een hele tijd is en in de tweede plaats omdat zo gauw ik echt op dat re cord zou gaan jagen de ontspan ning verdwijnt en ik wel eens enorm zou kunnen duikelen". Gretta Kok, die bijna haar hele zwemcarrière („ik ben als 14-jari- ge begonnen") in de schaduw stond van haar naar de wereldtop vlinderende zusje, verraste ieder een door enkele weken geleden in eens opmerkelijke tijden te zwem men, nadat ze sinds de Olympische Spelen in Tokio de wedstrijdsport vaarwel had gezegd. "|~\AT Tokio-avontuur was voor mij een diepe teleurstelling, trouwens voor nog wel meer zwem sters en zwemmers. Als ik terug denk aan dat trainingskamp in Rot terdam, aan al die bestralingen en massages van geforceerde spieren, lopen me nog de rillingen over de rug. Nee, dan was Rome in 1960 heel wat leuker en succesvoller. Daar mocht ik mee naar toe, om dat ik Ada de Haan had geklopt. Ik eindigde er als 15-jarige op de vijfde plaats in de finale 200 me ter schoolslag. Toen Ada de Haan stopte, dacht ik, nou ben ik er, maar toen kwamen Rita Kroon, Betty Heukels en nog later Klenie Bimolt sterk naar voren. In Tokio werd ik met mijn 2.55.4 al in de serie uitgeschakeld. Als je je dan vele maanden zo enorm hebt voor bereid, alles er voor gedaan hebt en je krijgt dan zo'n klap op je kop, dan heb je er helemaal geen zin meer in. Tenminste ik hoor, ik kon geen water meer zienl Na tuurlijk doe je dan ook niets meer aan conditie en zo. Na een poosje ging ik wel eens voor de gezellig heid met Ada mee, als die traindo, maar alleen als ik zin had. In het seizoen '65 heb ik geen wedstrijd gezwommen. Ik zag er het nut niet meer van in! ~r\IT seizoen zag ik dat nog niet •<U Tenminste in het begin. Toch liet ik me door mijn ouders en Ada overhalen om half april aan de wedstrijden van onze club „De Futen" mee te doen. Dat ging niet eens zo gek. Veertien dagen later in Dordrecht ook niet. De eerste echte wedstrijd in een 50 meter baan buiten was op 15 mei in Ol- 1961'in Bremen na een overwinning gelukgewenst Ij Ada. Veelis er sindsdien gebeurd denzaal. Toen ik op het startblok stond had ik eigenlijk zwaar de smoor in, dat ik was overgehaald, dat ik had ingeschreven, 't was toen prachtig weer. Daar ga je weer, dacht ik toen, nou is het zulk mooi weer om te kamperen of iets anders fijns te doen en nou sta je hier. Ik dook het water in met de gedachte: nou ja, nou moet het, zie maar eens wat het wordt. Ik ver sloeg Klenie Bimolt in 2.50.6, de beste tijd die ik ooit gezwommen had. Zonder serieuze training, zon der echte voorbereiding! Bondscoach Rob Kerkhoven kwam dadelijk naar me toe en zei zoiets als: „Wil je niet weer in de ploeg komen? Wil je je best weer gaan doen?" Ik had er echt geen zin in op dat moment". TK ben een keer op de centrale training gaan kijken en dacht: nee, het doet me niks! Toen ging Rob Kerkhoven met onze clubtrai ner Charles Ritton en mijn ouders praten. Nou ja, toen Rob zei: „Als je ja zegt en weer in de ploeg komt, ga je over veertien dagen mee naar Oost-Berlijn". toen werd het wel moeilijk voor me om te weigeren. Ik had afleiding nodig en dus ging ik maar mee. 's Zater dags op de 100 meter begreep ik de starter verkeerd en dook daar door veel te laat het water in. Des zondags dacht ik: nou gebeurt het me niet meer. Toen zwom ik in eens 2.48.8. Had ik geen moment verwacht, 't Ging zo gemakkelijk. Eigenlijk train ik pas vanaf Pink steren serieus. Een week later een week na Berlijn in Delmen horst weer sneller: 2.48.2 'k Hoop dat het zo door blijft gaan. Al wordt het nu wel moeilijker. Weet je, ze verwachten nou wat van me en dat is nu net niet goed, dat moeten ze niet doen, want dan gaat er voor mij de aardigheid af. Ze hebben me gevraagd, misschien zelfs een beetje gedwongen weer mee te doen, dat doe ik nu, maar als het ze niet bevalt, moeten ze me er maar gauw weer uit zetten. Vroeger was ik veel serieuzer, deed en liet er alles voor, ging vroeg naar bed, bleef uit de zon, at geen ijs of andere dingen waarvan ze zeiden dat het niet goed was voor je conditie. Maar nu eet ik alles waar ik zin in heb. Ik zwem, maar mijn gedachten zi3n er eigenlijk niet zo bij als het hoort: ik bedoel: vroeger ik me voor een wedstrijd erg veus, nu ben ik eno lig. Gaat het slecht, dan gif er maar weergei I uit HET Is niet zo, dat ik erf de pet naar gooi, lk traiij tensief, elke morgen van a kwart voor acht bij Charles H en elke middag van vier tot f zes bij Rob Kerkhoven in Utr maar erg druk maak ik i meer voor de wedstrijden. W«f0D ik dan toch zo snel ga?., Gretta kijkt schouderopbi naar haar vader, die met Aé de onafscheidelijke boxer in dj men meeluistert in de gezel j rustige achterkamer aan de steldijk. „Ik weet het wel", zegt da Kok, „gewoon omdat je e talent hebt, meer talent zei1» Ada, en omdat je dat talent n alle rust kunt ontplooien! „Al die rust nou maar niet fe' dwijnt doordat ze gaan schr! ker dat ik ergens kans op heb", of Gretta snel in, „dat hebben w Ada gezien. „De enige die vofi goud kan halen uit Tokio", ven ze. Ada stond daar metï naa kende knieën op het startbld wat werd het? Zilver. Een 'tUSi boel mensen en Ada zelf waren enorm teleurgesteld, 1 zilver op de Olympische ft 1 er geen prachtprestatle is. Ik bet 'kelt enorme hekel aan ophemelen,* stoi om weer ik zoveel mogelijk sen, die met me over zwed willen praten, 't Idee dat ik 1 de ploeg zit en hard moeteen drukt me al. ,Aplek 'k wil alleen maar zeggen: w Van de boel nou asjeblieft niet W digh heb nu enorm veel plezier li gaar zwemmen, in het trainen en'wooi Op de centrale training is een ten hartelijke gezellige sfeer, ineni nog geen keer met tegenzin ook de training gegaan. We ^Jdoor hard, maar leuk Rob Kerkho»' ttelh gewoon een fijne coach. *are hem allemaal goede resul*jtrec op de Europese en we 'tien. hem vooral dat hij daarna of zelfde manier kan doorgaan zijn voorbereidingen voor Hij heeft bij de jeugd veelbê!' >J» de meisjes en jongens, watf| best iets hem maar op, mij niet". Zijo SUMO Loodzware worstelaars zijn fabelachtig snel J£EN keer in de twee maanden woedt er in Japan een sumo- rage. Zestien dagen lang wordt er dan ergens op dit enor me eiland een groot worsteltoernooi afgewerkt. Oersterke kerels, zorgvuldig opgeleid en gevoed treden tegen elkaar in het strijdperk. Van 's morgens tien tot 's avonds zes wor den de wedstrijden afgewerkt. Vanaf drie uur is de televisie aanwezig. Dagelijks worden directe uitzendingen verzorgd van de grote duels. De Japanners die de soms verre reis naar het wedstrijdoord niet kunnen ondernemen, worden op deze manier in staat gesteld (via twee kanalende gebeurtenissen van de Japanse nationale sport bij uitstek, op de voet te vol gen. En dat gebeurt. Driekwart van de bevolking kijkt. Zoals Europa aan zijn kijkkastje gekluisterd zit tijdens belangrijke Europa Cup-duels, zoals de Amerikanen verknocht zijn aan hun base-ballactiviteiten, zo leeft het in vele opzichten nog altijd feodale Japan mee met zijn nationale sporthelden. Iedereen die het echte Japan wil leren kennen, die iets van die aparte sfeer heeft willen proeven doet er goed aan deze evenementen eens bij te wonen. Op het eerste gezicht zijn de gi- g s^he worstelaars afstotelijk. De kolossen zijn meestal zwaarder dan driehonderd pond! Zij zijn spe ciaal opgeleid voor het worstelen. Reeds van jongsaf aan zijn zij, wanneer er althans sprake was van enige aanleg, vertrouwd ge maakt met de regels, de gewoon ten en de verplichtingen die deze nationale sport met zich mee brengt. Veel eten is immers een van de belangrijkste programma punten. Een sterke kerel verslaan is tot daar aan toe. maar als die tegenstander dan ook nog bijna niet te tillen is! Enfin, u begrijpt het doel. Denk echter niet dat deze Japanners traag reageren. Zij be wegen zich met een enorme rap heid over de mat, die een opper vlakte heeft van zes vierkante me ter. De partijen duren nooit lang want ondanks gewicht en kracht van de beide rivalen is de techniek toch vaak doorslaggevend. En die bezitten de heren! De bedoeling van de strijd is de tegenstander Een van de „loges", waar men tijdens de wedstrijden onophou delijk eet en drinkt. van de mat af te werken, dan wel hem met de rug tegen de grond te drukken. Wordt er volgens het eerste systeem gewerkt, dan is er constant paniek in de zaal. Be grijpelijk, want de mat bevindt zich op een verhoging van zo'n twee meter. Duiken de beide vech tersbazen nu van de mat af, dan komen zij precies tussen het pu bliek terecht Denkt u zich maar eens in hoe het aanvoelt om zo'n vleesmassa van 340 pond op je schoot te krijgen. Legende ■JV/TAAR nogmaals, het zijn niet alleen vetlagen die door de worstelaars worden gekweekt. De spierkracht is ook enorm ontwik keld. Er wordt op deze toernooien vastgehouden aan de traditionele regels. Daardoor heeft het heel wat voeten in de aarde alvorens de strijd begint. Eerst wordt de aandacht van de goden getrokken. Volgens de legende hing het ont staan van het Japanse ras af van de uitslag van een sumo-worstel- wedstrijd. Volgens de overlevering kon het Japanse ras zich pas in Japan vestigen nadat de god Take- mikazoetsji de god van een con currerende stam had verslagen. Vandaar dat de rituele shinto- plechtigheid zo'n belangrijke plaats inneemt. De worstelaars klappen hard in hun handen, stampen met enorme vaart op de grond en maken schop- bewegingen. Zo symboliseren zij het verdrijven van de duivels en van alles wat slecht is. Kijkt de Japanner tijdens de wedstrijden meestal met een ondoorgrondelijk gezicht toe, tijdens deze plechtig heid toont hij luid zijn bijval. Daar na kan de wedstrijd beginnen, vol gens regels die in de loop van 1500 jaar, dat deze sport bestaat, bijna geen verandering hebben onder gaan. Geen emotie TAE reuzen zetten zich tegen- over elkaar in postuur en kij ken bijzonder boos. Vaak onderbre- is de klap van TOKI( trretta Kok weer te boven ken zij deze houding in de hoop dat de tegenstander zich hierdoor van zijn stuk zal laten brengen. Wan neer deze psychologische oorlogs voering is afgelopen, komt de wer kelijke aanval. Als twee logge, maar o zo snelle beren stormen zij toe, grijpen elkaar vast en beslis sen soms in enkele seconden de strijd. Wanneer een van hen tegen de grond is geworpen, moet de winnaar ook al weer volgens een eeuwenoud gebruik de verliezer de hand toesteken en overeind helpen. En ongeacht of hij wint of verliest; de sumo-worstelaar mag geen en kele emotie tonen. De toeschouwers mogen zich wèl enthousiast betonen. Dat is maar goed ook, want wanneer achtdui zend toeschouwers op geen enkele manier hun vreugde of verdriet zouden laten blijken, zou er in de wedstrijdzaal een griezelige stilte heersen. Die kijkers hebben het voor Westerse begrippen overigens niet gemakkelijk. Zij zitten niet op stoelen, maar met de benen onder zich gevouwen op kleine kussens in kleine afgeschoten hokjes, die je met heel veel goede wil loges zou kunnen noemen. Indoorpicknick DE afmetingen van zo'n hokje? 1.40 vierkante meter. Vier plat te kussens van 43 cm vormen voor vier toeschouwers de zetels van waar de strijd gevolgd kan worden. Voorts bevinden zich in deze hok jes vaak nog vele kinderen en do zen met theekoppen, een grote as bak en andere noodzakelijke attri buten. Sumo wordt wel eens de grootste indoorpicknick ter wereld genoemd. De bezoekers aan de su mo-wedstrijden blijven nagenoeg van de eerste tot de laatste wed strijd zitten. Daarom brengen zij allerlei etenswaren mee die zij tij dens de duels nuttigen. Toch willen zij af en toe wel eens iets kopen. Het is namelijk ondoenlijk om al les mee te slepen. En zo is er een nieuwe „sport" ontstaan: het pro beren je kelner te vinden in een zaal met achtduizend mensen. Voorwaar geen eenvoudige zaak. De kelners zijn gekleed in kimo no's oude stijl. Zij brengen hete saké die naar thee smaakt, maar die verrassend koppig is. Voorts serveren zij kleine doosjes met ya- kitori, een geweldige Japanse deli catesse. Nu wij even de kleding van deze „bedienaars" hebben noemd, ook nog iets over de ding van de worstelaars en scheidsrechters. Bij deze sj, wordt elke partij geleid doorf hoofdscheidsrechter en vier as tentarbiters: op elke hoek vaar mat één. Zij zijn gekleed in pR; tige gewaden die alleen tijdens! ze toernooien mogen worden g&jJ gen. Mam "PN dan de worstelaars. Zij J „gekleed" in'n zijden lend» gordel, de mawasji, die tien is?, lang en zestig centimeter breed. Deze gordel vervult een bijzoni belangrijke rol. Er bestaan 48 sieke worpen waarvan de me?1 met een greep op de gordel word ingezet. De afmetingen van m mawasji wijken nooit af. De «t1 stelaars zijn verplicht een der; lijke gordel van die grootte te dj gen. Toch kan men aan de reis zien of zij meer of minder beker zijn. Wanneer zij de zaal binnemaj cheren dragen zij een zijden vtc schoot, rijk geborduurd met IcJ wikkelde motieven en met een den zoom. De prijs van dit ij dingstuk verschilt. Somma moesten wel 30.000 yen betó (ƒ2900). Voorts dragen de wort r laars over deze voorschoot J massief gevlochten henneptouw- een gewicht heeft van 23 tot] pond!! Het opmerkelijkste ver» is evenwel de haardracht vanj. deelnemers. Hoe ingewikkeJ de haardracht, des te bekender] beroemder is de worstelaar, ij reden te meer om elkaar eens 5^ in de haren te vliegen. 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 8