Je moet altijd op je qui vive zijn Voor jongens, In wie men nog iets ziet ZATERDAG 16 JULI 1966 LEIDSCH DAGBLAD L.D.-ETRI, D' Ae Arnhemse Koepelgevangenia is nog steeds een levende herinnering aan de in 1886 heer* sende gevangenisgedachte. In die tijd ging de overheid van het standpunt uit, dat uitsluitend eenzame opsluiting de meest heilzame werking bezat. De straf van de eenzame cellulaire opslui ting moest dienen om de gevan gene tot inkeer en boete te bren gen. In die tijd werd er nog ge lucht met de celkap. Een zwarte doek die geheel rond het hoofd sloot, met gaten voor mond en ogen. De celkap diende er voor dat de gevangenen elkaar niet k< nden zien. Spreken met elkaar of met de bewakers was even eens verboden. Er heerste een strenge tucht. Zelfs een stompje potlood door gestraften bemach tigd om met schrijven de dode lijke verveling te verdrijven be tekende contrabande... Wanneer de bezoeker anno 1966 vanaf de hoogste ring (er zijn er vier) ongeveer veertien meter naar beneden kijkt over een stalen hek werk lijken de bewakers in hun zwarte uniformen op grote nijvere torren, die bedrijvig heen en weer lopen. Buiten levert de Arnhemse koepel temidden van de prachtige natuur een sinister, onheilspellend aanzicht. Binnen in de koepel zelf voelt de mens zich nietig opgeslokt door het immense van het geheel. Het grote voordeel voor de be waking van de koepelgevangenis- sen, waarvan Nederland er drie heeft (ook in Haarlem en Breda) is de overzichtelijkheid. Vanuit elk willekeurig punt is de gehele ge vangenis te overzien. Het grote na deel is, met het oog op de huidi ge geest In het gevangeniswezen, dat de gevangenis cellulair is in gericht. Directeur, de heer I. Go- dee: ,,Er zijn bijna geen moge lijkheden om de mensen gemeen schappelijk te laten werken. Ook de recreatie-mogelijkheid ls bijzon der beperkt. Van de totale capaci teit van 178 gevangenen, kan slechts een heel klein deel, onge veer tien k vijftien man, profite ren van 'n recreatiemogelijkheid" Om toch iets voor de gedetineer den te doen zijn er buiten de eigen lijke koepel barakken ingericht waar gemeenschappelijk werk kan worden gedaan. Geestdodende ar beid in de vorm van het in elkaar zetten en bestempelen van postzak ken onder leiding en bewaking van een werkmeester. In de eigenlijke koepel is ook 'n kleine werkmogelijkheld ge- crëeerd. Een klein aantal gevange nen kan hier in de gemeenschap Interieur van een cel in de Koepel van Arnhem. werken. De overigen werken op de ceL De heer Godee is er een voor stander van elke gevangene een arbeids- en een verolijfcel te ge ven, om het probleem van het ont breken van meerdere ruimte voor gemeenschappelijke werkzaamhe den te ondervangen. De directeur motiveert dit met te zeggen: „Ik slaap ook niet in mijn werkkamer". Tijdens de rondleiding komen we ders, degenen die het meest m in gesprek met één van de bewaar- aanraking komen met de gevan- gen mens. In Arnhem en in andere koepel gevangenissen is het werk van een bewaarder niet helemaal van ge vaar ontbloot. De verschillende rin gen zijn afgeschermd met dunne stalen hekwerken om de doorzich tigheid te bevorderen. Daar is te vens een gevaar aan verbonden. Tussen het hekwerk en de celdeur in is een looppad van ongeveer anderhalve meter. Wanneer een van de bewaarders nietsvermoe dend een celdeur zou openmaken kan het best gebeuren dat een agressieve gevangene hem een duw geeft, waardoor de bewaar der zijn evenwicht verliest en naar beneden valt. Een val van vijftien meter. De heer Godee zegt: „Ik heb de grootste waardering voor het personeel. Ik geef het je te doen, elke dag te proberen vrien delijk en correct te blijven tegen gevangenen, die precies weten tot hoever ze gaan kunnen om de strafcel te ontlopen". Een bewaar der zegt: „Achter elke deur, die je opendoet, zit een raadsel. Je moet altijd op je qui-vive zijn, maar dan ook altijd". TToewel de koepelgevangenissen tot de meest beveiligde gestich ten kunnen worden gerekend is ook hieruit ontsnappen mogelijk. De heer Godee: „Er is uit elk ge sticht te ontsnappen. Hoe je het ook beveiligt". En de directeur vertelt var. een geslaagde ontsnapping van een Ita liaan, een tijdje geleden. Van zijn straf moest hij nog twee weken uit zitten. Daarna zou hij waarschijn lijk naar Duitsland worden uitge wezen waar de justitie nog een ap peltje met hem had te schillen. „Nu zijn Duitse gevangenissen niet direct de beste gestichten om In te wonen Hoe dan ook, de man ge droeg zich voorbeeldig en was in alle opzichten een Ideale gevange ne. Vaak werd hij gebruikt om als tolk te dienen voor zijn landgeno ten hier in het gesticht. Op een goeie morgen was 'ie ver dwenen. Bij het onderzoek in zijn cel bleek, dat hij enkele stenen los had weten te krijgen en daardoor weg had kunnen komen. Het is bijna onbegrijpelijk, dat iemand door zo'n opening kan ontsnappen. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIP' lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll! JEUGDGEVANGENIS TE ZUTPHEN i gr zijn in Nederland drie speciale gevangenissen voor jeug dige delinquenten; in Vught, Alkmaar en Zutphen. Door vele oorzaken, onder meer door plaatsgebrek en door dat de straf in veel gevallen te kort is, brengt slechts een klein ge deelte de straftijd door in deze speciale inrichtingen, die als belangrijk onderdeel de resocialisatie van de jeugdige delin quent kent. Het grootste deel van de jeugdige delniquenten (van 18 tot 23 jaar) brengt de straftijd door in de Huizen van Bewaring. De voornaamste reden hiervoor is, dat hun straf te kort van duur is om in aanmerking te komen voor plaatsing in een speciale jeugdgevangenis. Onze jonge mis dadiger wordt hoe paradoxaal het ook moge klinken in veel gevallen eerst op het verkeerde pad gezet in de Huizen van Bewaring, waarna de overheid gaat proberen hem te resocialiseren, wanneer hij tot een langere gevangenisstraf is veroordeeld. De Bijzondere Gevangenis voor Jonge Mannen in Zutphen, zoals de jeugdgevangenis officieel heet, is gesplitst ln twee afdelingen: een gesloten gesticht met minimale beveiliging en een open gesticht, waar de gedetineerden een maxi male vrijheid genieten, gebaseerd op eigen verantwoordelijkheid en zelfdiscipline, waarbij zij onder meer in de gelegenheid zijn in de vrije maatschappij te werken. Bij zijn veroordeling bepaalt de rechter of de straf al of niet Zutphen moet worden doorge bracht, of hij veroordeelt tot ge vangenisstraf zonder meer. Het kriterium voor de rechter ia, dat de persoonlijkheid van de delin quent voldoende aanknopingspun ten biedt voor de behandeling in Zutphen. In Zutphen zitten de „jongens" in wie men nog iets goeds ziet voor de toekomst. De jeugdgevangenis in Zutphen kent een oriëntatieperiode, een behandelingsperiode, waarbij het onderwijs een Integrerend deel vormt en een open paviljoen. Gedurende de korte oriëntatiepe riode verblijft de Jeugdige delin quent cellulair. Door het ontbre ken van tralies en schaftkleppen zijn de cellen van een vriendelij ker hoedanigheid dan die van an dere cellulaire inrichtingen. In deze periode heeft de jongeman gesprekken met directie, psycho loog, hoofdonderwijzer, leider van de arbeid en bewaking. Al de ge gevens van deze functionarissen worden wekelijks uitgewisseld, liliiiliiiiiiiiiiiiiilllllllillllllllllillllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllir waarbij bovendien gebruik wordt gemaakt van alle rapporten en ge gevens, welke eventueel bij de verschillende instanties als kin- rechter, voogdijverenigingen, ob servatiehuizen, opvoedingsge stichten aanwezig zijn. Is de jon geman minimaal tien dagen ge observeerd dan volgt zijn behan delingsperiode in één van de zes huiselijk ingerichte verblijfsruim- schappen van ongeveer 12 perso- ten, geschikt voor leefgemeen- nen. In deze gemeenschappen verblijven de jongelui voor de maaltijden en voor doelgerichte activiteiten. Ook verblijft hij in kleine gemeenschappen voor on derwijs, arbeid, contactavond, geestelijke verzorging groepsge spreksavonden, discussie-avonden, muziek- en zangbeoefening en an dere vormen van vrijetijdsbeste ding. WANT ELKS WEEK KRIJGT DAAR ZIJN WAARDE WAAR HET DE NAASTE GELDT. Deze spreuk hangt in eén van de gangen van de Zutphense gevan genis. Vlak daarbij is de deur van de directiekamer van drs. J. A. Brons, de man die in 1959 mr. F. de Groot als directeur opvolg de. De heer Brons heeft in de praktijk met het bovenstaande te maken. Hij zegt: „Een van de be langrijkste dingen, is het leggen van contacten tussen ons en de ge detineerden. Het gezag dient het personeel te ontlenen aan persoon lijke kwaliteiten en niet aan de uniform". Het gevangeniswezen (II en slot) De verschillende interessegroe- pen, als voetbalclub, volleybal-, tafeltennis- en damclub hebben zich in afzonderlijke eenheden verenigd, zij hebben een bestuur door de jongelui zelf gekozen en zijn als vereniging lid van de res pectievelijke erkende sportbonden, waardoor zij in competitieverband tegen clubs in de samenleving uit komen. LJET doel in deze gehele perio- de is en centraal daarin staat dat onderwijs en arbeid, sport en spel, geestelijke verzorging en groepswerk, films en documentai res gericht zijn op hetzelfde doel, namelijk de vorming van de per soonlijkheid door middel van de concrete werkelijkheid en feiten. Hoewel ter verwezenlijking van deze doeleinden zijn verstand hier bij een rol speelt, zullen vooral zijn gevoelens en zijn waarde- en normbesef hierbij betrokken zijn. Hij moet uitgroeien boven zijn zelfhandhaving, die zo kenmer kend bij zijn binnenkomst was. Het gaat er om dat hij zich als enkeling, voorzover mogelijk, be wust wordt van zijn plaats in een groter geheel en dat hij zich op zinvolle wijze voelt ingeschakeld en hiervan in zijn relaties tot an deren en in zijn werk uiting geeft. Tegen de achtergrond van zijn verantwoordelijkheid om mede te werken aan deze vorming vindt bij onwil van de Jongeman een aan het individu aangepaste cor rectie plaats. Ten slotte kent de jeugdgevange nis in Zutphen het „open pavil joen" ondergebracht in een groot herenhuis met accommodatiemo gelijkheden voor ongeveer dertig gedetineerden, waarin de jeugdi ge delinquenten in de laatste maanden van hun detentie kun nen verblijven. De verblijfsduur daar kan variëren van drie tot vijf maanden. In dit open pavil joen wordt een grote wissel ge trokken op hun verantwoordelijk heidsgevoel. Van 's ochtends ze ven tot 's avonds ongeveer half zeven verblijft slechts één jonge man, die met corvee is beiast, in het tehuis. De omgang met het personeel benadert in sterke ma te de huiselijke sfeer. Tijdens de avonduren wordt gedurig het zelf ontwikkelen van activiteiten op het gebied van sport en spel ge stimuleerd, terwijl daarnaast een belangrijk deel van de avonduren wordt gevuld met individuele en groepsgesprekken, afwisselend in aanwezigheid van de psycholoog, geestelijke verzorger en directie. [)E heer Brons is een groot voorstander van het dragen van een zekere verantwoordelijk heid door de gedetineerden. „Bin nen de gevangenismuren draagt een gedetineerde geen verant woordelijkheid. Hij wordt geleefd. Zonder in de gesloten inrichting deze situatie volledig te kunnen elimineren is het naar mijn me ning toch mogelijk gedetineerden verantwoordelijkheid te doen dra gen. In onze jeugdgevangenis trachten we deze verantwoordelijk heid in het belang van hen zelf te stimuleren door hen zelf en uit hun midden voor verschillende clubs bestuurscolleges te laten kie zen, die verantwoordelijkheid dra gen voor het samenstellen van teams en clubactiviteiten, maar ook een directe taak hebben bij het opleggen van correcties aan hun leden, (mede-gedetineerden), bijvoorbeeld bij onbehoorlijk ge drag jegens een scheidsrechter, wegens unfair handelen of het vertroebelen van de clubsfeer. Daarnaast door een samenspraak van alle zaaleersten (deze wor den per zaal van ongeveer twaalf gedetineerden gekozen uit en door de gedetineerden zelf) met een kaderlid over wensen .en verlan gens rondom inrichtingssituaties (kantine, radio, recreatie, voeding enz.)". Deze eigen verantwoordelijkheid gaat het verst in het „open pavil joen" waar ze tot het hele gebeu ren in het paviljoen wordt uitge breid. De jeugdige delinquenten kiezen uit hun midden een bestuur waarin bovendien de groepsleiding zitting heeft. Dit bestuur heet de Raad van Bestuur. Het kan onder meer nieuwe leden uit net geslo ten gesticht introduceren, beslis singen nemen omtrent geschillen tussen leden, correcties opleggen bij overtredingen na het horen van de spelovertreder en andere zaken. Drs. Brons vertelt een voorval waarmee duidelijk geïllustreerd wordt hoe de gedetineerden wor den ingeschakeld om hen hun verantwoordelijkheid te doen ge voelen. >TiWEE jongelui die ln het A „open paviljoen" zaten be zochten tijdens hun wekelijkse in koopdag in Zutphen een café. De groepsleiding kwam dit ter ore. De Raad van Bestuur meende deze aangelegenheid het beste te kunnen behandelen ln de groep zelf zonder de aanwezigheid van de spelregelovertreders. De con crete vraag aan de groep gedeti neerden was; handhaven in het „open paviljoen" of terugplaatsen naar de jeugdgevangenis. In de groep waren twee stromingen. Een gedeelte was voor terug plaatsing. De motivering: als men dit met een gesprek kan af doen, willen we allemaal het risi co wel eens een keer dragen De andere stroming was van me ning de overtreders op „De Ro zenhof" („open paviljoen", red.) te handhaven en deze Jongelui voor wie het drinken van een glas bier hun grote zwakte was, door de andere groepsleden in de toekomst te begeleiden, ter voor koming van herhaling. De overtre ders waren dolgelukkig", aldus drs. Brons, „met deze oplossing en zegden toe de oegeleiding en steun van de groepsleden te zul len aanvaarden De twee overtre ders zijn daarna nog vier maan den gedetineerd geweest Zonder één clandestien biertje". Wanneer drs. Brons over de ge detineerden spreekt, heeft hij het over „jongens". In de geest van het zijn eigenlijk nog kinderen die een misstap hebben begaan. Drs. Brons: „De Jongens, die hier zit ten, plegen geen hogeschoolmis daad. Ze handelen weJ soms als misdadigers, maar denken niet na. Een knaap komt «en o*M fa. fa een man die zestig gulden v« zich op tafel heeft liggen. In plotselinge opwelling pakt i knaap het geld en verdwijnt. Ma daarbij realiseert hij zich hè maal niet hoe groot de kaai ontdekking is. Dat ls de doorn* mentaliteit van de Jongens hh Neem ook de ontenapplngspofi gen, die wel eens worden cadi nomen. Dat zijn geen ingenleui goed voorbereide pogingen, S komt ineens bij hen op en xe ia het. Een ander a speet fa hua a zekerheid. Daarom zoeken i steun bij elkaar. Zo zal er M één proberen te ontvluchten. tijd gaan ze met tweeia ei a 1 drieën", aldus de heer Brons, Even later leidt één van de hod) bewaarders onj over het gcvii genlsterrein. Wanneer we dood observatie-afdeling lopen vaj| k op, dat de hoofdbewaarder, i heer S. Daalder, niet over ceik. maar over kamertje# spreekt! één van de kamertjes (lees: c) len) is de gevangenis-omroep p vestigd. De gedetineerden kum i verzoekplaatjes aanvragen, It c jonge gedetineerde heeft de fiw - tie van dlsc-jockey. We krijgeo» gesprekje met de sport instruct? in het kleine cportzaaltje wï gesticht. Hij zegt: „Het ie M niet gemakkelijk werken, meeste gedetineerden zijn lit Individualistisch ingesteld. Dn om gaat het, proberen ze iird wat te laten doen zo moeilijk1 Het I» opvallend dat de jongis vangenen er helemaal geen k zwaar tegen hebben om gefotop feerd te worden. Sterteer nof, wordt dringend verzocht I vooral de foto op te sturen. hel W/"E komen fa de regfon ze waar gewerkt wordt, h van de jongens is bezig met K ku: in elkaar zetten van schakelkt ten, die in woonhuizen worden) bruikt. Ze worden gemaakt iai dracht van een grote elektrtcltél J maatschappij. De jongen „mof nog twaalf dagen. Dan wordt I voorlopig ln vrijheid gestel. J was de eerste keer voor mij. Vot dat ik hier kwam heb Ik altijd j varen. Als ik er uit ben ga ik mijn vader werken. Die beeft vloerenbedrijf. Ik heb er nu ven maanden opzitten. Het is tegengevallen. Mijn advocaat I me er veel meer van verteld, vind de sfeer met de jongeoaP zo fijn. Maar één ding weet ft ker, mij zien ze hier niet mfa In een ander lokaal zitten «I veer tien gedetineerden. Ze Id gen een opleiding uitgaande de BOVAG, voor leerling-, h tweede of eerste monteur ei vi het patroonsexamen. Eén van hl een gedetineerde 19-jarlge K monteur: „Het valt hier wel lt Het verschil mei «en Huls Bewaring is ln leder geval hetw breed". En andere dellnqu zegt: „De tijd in het Huis vanl waring ging sneller dan hier, ben ln ieder geval blij, dat ft nog lets leer, want ik ben yt»< wagenchauffeur, en iemand behalve van chaufferen ook iets van het repareren af* hebben ze tegenwoordig Uev* zegt hij. De gedetineerden in Zutphen k nen verschillende opleidingen gen. De meeste opleidingen ff erkende diploma's. Men heeft metaalafdeling, de garageafd^ eler de meubelmakerij, de schild' werkplaats, de metselaars** plaats, de montageafdeling, d« leiding voor tuinman en da 4 ding voor kok. De vrachtwagenchauffeur daarnet zit reeds voor de keer in de gevangenis. De Juf bij» heeft hem toch in Zutphen geplaatst omdat men er kenW nog heil van verwacht. Zou de laatste keer zijn, dat Je b gevangenis zit? De gedetln«: antwoordt prompt: „Kunt V w toekomst kijken?" *11 dat kwa vol]

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 8