SCHEEPS BERICHTEN Het land achter de bergen OP REIS? Uitkering voor weduwe J?rHak fiSfliis 3rv=».'."r: sar a-, rzxr* r-,j _fl)l?SDAG 5 JULI 1968 PAGINA 13 ER- DAGELIJKS VERVOLGVERHAAL [NG NC Oorspronkelijk verheel door JOHN BOLAND 58) De Heren deden wat zij beloofd had- jen. Claymore vroeg zich af, hoe lang je overige werkzaamheden nog a beslag zouden nemen. Hij had het jest in Yademos, maar. Hij raap- de ladder van lichtmetaal op, die jaast het toestel op de grond lag kiorii in de cabine. Niemand kon hem daar zien HU teek vlug om zich heen en maakte le bergruimte open. Verlamd ichrlk staarde hij in de lege kast. De coffers waren weg. Het geld waj Kolen! Een paar tellen lang bleef de ont- lekking hem verlammen en werd djn keel dichtgeknepen. Toen vond li] zijn stem terug en begon tegen leary te schreeuwen zonder zich |m te bekommeren, dat ook de |e boot wachtende bedienden hem londen horen. „Het is weg! Het geld I weg!" De piloot stond onder de cabine- leur en keek grijzend naa: lankdirecteur. „Het geld is fcolen!" schreeuwde Claymore nog en. „Mijn geld! Hoor je niet wat t zeg?" Zijn stem werd onzeker en tierf weg. Leary had niet gerea- leling, alleen was 1 wat breder ge- wees naar hem i. „Jij jij weet den, jij hebt het PA1 Claymore sprong uit het toestel twam binnen armlengte van de ganadees neer. Hij stak zijn hand lit en greep toe. Maar Leary was iem te vlug af. Hij vloog achteruit m hield Claymore in de gaten, be lacht op een onverwachte uitval. En opeens had hij een lang mes net dun lemmet in de hand. „Doe jeen gekke dingen, Bob", waarschuw- Je hij. „Als er mij iets overkomt, jol jy het geld nooit vinden". Cla: en staarde het lange" glinsterende lemmet, ad er niet op gerekend, dat gewapend was. Hij hoorde het in zijn oren bonzen en zijn hoog, dat hij een n niet duide- wist hij met „Als jij me geld is, dan de Leary stak het mes naar hem lit. „Jouw geld, Robert?" zei hij ge- lempt. „Ons geld, bedoel je zeker?" „Waar is het?" Claymore greep in binnenzak, trok de revolver, choof de veiligheid terug en richtte iet wapen op Leary. „Ik heb mijn Inger maar te bewegen, Ueoff, en iet is gebeurd", zei hij driftig Hij ag dat de piloot zweetdruppels op let voorhoofd kreeg. „Zeg op, waar het geld?" T<ary slikte een paar maal en pro Teerde te grinniken. „Beweeg jy lie "inger maar, jongen en je vindt iet xfOöit!" Hij staatde in de loop ns. da revolver. „Als ik ooit ver richt had, dat jij dat soort verzeke- fOtjlng had geslotenHij begon weer plfvertrouwen te krijgen en ziin verélik gleed van de revolver naar het jezicht van Claymore. „Toe jongen, chiet maar. Je zou het graag doen, 12 lè?" Je zou wel van me af willen; lan zou je alles zelf kunnen houden, U Jiè? Nou, ga je gang.als je het Mèf hebt". De revolverloop begon te trillen daalde langzaam tot hij naar de d wees. Leary zuchtte diep. ipen als jy horen geen revolver te hebben, jongen". Hy streek met zyn mouw langs zy'n voorhoofd en liet het mes in een binnenzak giyden. „Ik had niet gedacht, dat een fat- soeniyke Engelse bankdirecteur met een revolver zou rondlopen. Dat past toch niet, Bob. Wat zouden de buren wel gezegd hebben, als zy het ge merkt hadden!" Hy barstte in lachen uit. „Maar bewyst het nog niet eens, wat ik nu al zo lang tegen je zeg? Nooit de inboorlingen vertrouwen. Ik heb de fout begaan jou te vertrou wen. Maar het zal niet weer gebeu ren, jongen". Hy schudde het hoofd, met nog een brede lach om de mond. „En het bewyst nog iets, zou ik zeggen". „Wa wat?" „Dat jy niet de vent bent, voor wie je je houdt. Je hebt jezelf als het brein van de onderneming schouwd, hè? En je kunt nog niet eens een trekker overhalen!" De Engelsman keek op zyn rech terhand neer. Het was een grote hand en hy kende de uitzonderiyke kracht ervan. Herhaaldelyk had hij in het verleden zich vermaakt met een of andere krachttoer in de i zaamheid; de hand had hem steeds gehoorzaamd en zonder mankeren ge daan wat hy eiste, terwyi nu zyn brein had bevelen naar zyn wUsv.in- ger geschreeuwd, die zich al om de trekker kromde; zyn brein had be volen, de trekker over te halen. Maar terwyi het bevel gegeven werd, had hy al beseft, dat de kracht uit zyn hand wegvloeide. Hy deed de hand open en dicht, open en dicht en zag de zich over de knokkels spannende huid glanzen. De hand deed het nu voortreffelyk en gehoorzaamde elk bevel. Verbijsterd keek hy naar Lea ry. (Wordt vervolgd» Buitenlanders jagen onze zeelieden van de vloot Onnodig veel zeelieden worden de vloot afgejaagd door het aantrekken vreemdelingen, door het ontbre- van een behooriyk personeelsbe leid, door het verouderde onderwijs door het ouderwetse stelsel van arbeidsvoorwaarden t zei de heer J. H. Berkhout, voorzitter van de bedryfsgroep zee scheepvaart en vissery van de ka tholieke bond van vervoerspersoneel (K.B.V.) gisteren in Utrecht by de opening van de algemene vergade ring van deze bedrijfsgroep. Hy meent dat wanneer aan al deze za ken onvoldoende aandacht wordt be steed het tydstip inderdaad naby komt, dat de Nederlandse vloot niet eer zonder buitenlanders kan va- Op vrydag 15 juli zal een kort ge ding dienen dat de vakbonden heb ben aangespannen tegen de reders. Onderwerp van het geding is het feiit dat Nederlandse zeelieden louter alleen om economische, motieven ontslagen en vervangen kunner wor den door goedkopere buitenlandse arbeidskrachten, zo zei de heer Berk- hout. Geen centje pijn y v 09 als u WITTE KRUIS poedêrs meeneemt! Na 2 jaar proces PANDA EN DE MEESTER GELDZAMELAAR 33 De heer Geldmaker reed zijn auto door de toegangspoort van zijn huis en stapte uit. Mijn anti-bezoek-apparaat is aan het werk, zie ik", sprak hij. ,.Een pracht-apparaat, nietwaar? Het houdt indringers tegen, straft ze en iverpt ze weg. Geheel gratis. Een echte Simon Geld maker-service!" „M-maar doet het geen pijn?" vroeg Panda onzeker, terwijl hij naar de grote metalen handen van de robot keek. „Die meneer daar vindt het allemaal niet leuk! Ik geloo metjes ruikt!" „Hij heeft bijna het voorgeschreven o klaarde de geldzamelaar. ,JDrie om te leren en één voor de weg! Kijk daar Hyacinth (want die was het) krachtig opgeheven en sierlijk oi dreun verried, dat hij ergens in 1 was. at hij veel liever bloe ien, twee om het af te t hij!" (Van onze Haagse correspondent) Mevrouw M. C. Vryer-Olie uit Amersfoort, de weduwe van een van de slachtoffers van een aanvaring op de Bergsche Maas, die drie jaar ge leden plaats had, krygt een niet onaanzieniyke uitkering van het Ryk. Dat is het resultaat van een ju ridische strijd tussen mevrouw Vry er-Olie en de staat, die twee jaar heeft geduurd. Zowel de Haagse rechtbank als het Haagse Hof waren van oordeel, dat het geiyk in dit con flict aan de zyde van de weduwe Het ging hier om de botsing tus- n het binnenvaartschip Volendam i het Marinelandingsvaartuig L 52, waarby drie mensen om het leven kwamen. De Zeekrijgsraad stelde vast dat de majoor der ma riniers, die op het moment van de botsing aan het roer stond „hoogst onvoorzichtig en roekeloos" had ge handeld Namens de weduwe werd de staat, in dit geval het ministerie Defensie aansprakeiyk gesteld de geleden en nog te lyden scha. de. De staat wees die aansprakeUjk- heid af op grond van de in de wet vastgelegde aansprakelykheid, die de reder van een schip heeft. De staat heeft na enkele maan den van onderhandelen berust in zyn juridische aansprakelykheid. Uitkering uit gemeentefonds De ministers van Binnenland se Zaken en van Financien hebben de gemeentebesturen ervan in ken nis gesteld, dat het voorlopige uitke ringspercentage voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds over het jaar 1967 is vastgesteld op 176 (1966: na verhoging 170). Per in woner komt dit neer voor gemeen ten met: minder dan 2.000 inwoners f50,25; 2.000 of meer. doch minder dan 50.000 inwoners f55,25; 50.000 of meer doch minder dan 250.000 i n- woners f66,— 50.000 of meer, doch minder dan 500.000 inwoners f74,50 500.000 of meer inwoners f 90, In de uitkeringen voor 1967 zyn geen gevolgen van eventuele toekom stige algemene loon- en salarismaat regelen in de overheidssector ver werkt. Deze zullen als gewooniyk te zijner tyd afzonderiyk worden ge compenseerd. RECHTER TIE EN DE MOORD OP DE LOTUSVIJVER 7—50. Als Tsjiao Tai de vier bedelaars naar Rechter Tie's werk kamer heeft gebracht, verandert hun argwaan in ongelovige vreug de. Er staat een tafel klaar vol koeken en andere versnaperingen, en bovendien twee volle kannen wijn. „Tast gerust toe, mannen", zegt Rechter Tie vriendelijk, „u kunt niet praten met een lege maag". De bedelaars laten het zich geen tweemaal zeggen en be ginnen gretig te eten. Als ze vroeger naar het gerechtsgebouw wer den gebracht, betekende dat meestal dat ze een paar weken in het cachot terechtkwamen. Over dit feestelijke onthaal zullen ze voorlopig niet uitgepraat raken. Intusen neemt Rechter Tie Tsjiao Tai apart en zegt: ,fleb je overal rondverteld dat ik de bedelaars wil verhoren in verband met de twee moorden, en dt de i het punt staat gearresteerd te worden"?" Ja, Tsjiao Tai, „dat breid hébben", nu aan het tweede deel van mijn plan. De lokt moordenaar wil vangen bestaat uit deze vier bedelaars. Zoek ee paar sterke dienders uit en stel je verdekt op bij de uitgang va Zodra iemand ze aanklampt om te vragen wat ik van ze weten het gerechtsgebouw. Als ik de b jullie ze. Zodra ie toeten wilde, arresteer je de i DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 561. „In mijn hele leven geloof ik niet, dat ik ooit zo'n figuur heb geslagen als toen", zei Bram verlegen. „Giechelend zat ik onder water mezelf wijs te maken, dat ik al die wildemannen te pakken had genomen toen ik eensklaps voelde, hoe ik als een vis door een schepnet werd opgehaald" Verschrikkelijkzei Karo meewarig. Nooit heb je mensen zo zien lachen als die wildemannen toen", verzekerde Bram. „Dat was waarschijnlijk mijn redding, want als ze kwaad waren geweest was het misschien slecht met me afge lopen. Maar nu bonden ze me alleen maar weer vast aan de mag neet. De groene zeep zetten ze weg en verder vermaakten ze zich er mee telkens naar boven te kijken en weer in een schaterlach uit te barsten". Voelde je je niet zieligvroeg Karo. „Natuurlijk", zei Bram, „vooral omdat het op het drijvende eiland voortdurend kouder werd en mijn natte kleding ging bevriezen Als er niet gauw wat gebeurde, had ik een beste kans om een long-» ontsteking op te lopen". ;::z: r ssz 5,atrvsAHz ÉftïnRssr SMS^SSÏS z Lat Palmt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 13