A Wil de mens fit Wijven dan MOET hij in zijn slaap om het anderhalf oor dromen Brein op-een te 'aa? pitje is een levensgevaarlijke toestand Slaap lekker zeggen we nog altijd, welterusten; maar in de toekomst zullen de moeders hun kinderen onder de wol stoppen met de doelma tiger wens: dróóm lekker! Want dromen is een le vensnoodzaak, een levensbehoefte, het drinken en eten van de geest, als het lichaam rust. Wie niet droomt laat zijn geest verhongeren of uitdrogen. Wens u zelf geen „diepe droomloze slaap": het zou een hersenspoeling worden! LS het om wetenschappe lijke kwesties gaat, doet een journalist er maar beter aan geen party te kiezen. Soms worden de ketterijen van het recente terleden de dogma's van het heden. Bet U de steeds terugkerende angst droom van de Journalist dat hij later b de geschiedenis bekend zal staan ill Iemand die de spot heeft gedre- met een genie. Dat schrijft Ed- rln Diamond, van huls uit dagblad journalist, thans wetenschappelijk nedewerker en algemeen redacteur ran Newsweek, wiens wetenschappe lijke artikelen de laatste jaren meer zijn bekroond. Diamond Khrijft deze regels in z\jn jongste »erk „Waarom droomt de Mens?" [The Science of Dreams), onlangs terachenen by Querldo en de W.U. b Amsterdam, ln de serie „Moderne Medische Inzichten", een reeks die «der redactie van de artsen J. van Jhaeekom en B. Polak staat, met Iwdewerklng van de Stichting Ex- wpta Medlca. Dat dekt de wetenschappelijke "Mt van de uitgaven (o.a. ook over Urtinfarct, het kind); het grote ver- KM1 met wetenschappelijke verhan- klingen is dat deze uitgaven het Wenschappelijke op een voor ieder- w begrijpelijke wijze en in zeer tebare taal, zelfs boeiend en soms !«itt zonder humor, weet te brengen. |ÜJ Diamond dus over het dromen jft, en vooral over de allerlaat- methoden van onderzoek naar zich rondom de droomwereld |B-n de mens afspeelt, en over de Nst recente ontdekkingen en theo- '"'n daarover, dan schrijft hij met journalistieke pen: vlot en met «1 voor het nieuws, voor het in- Jïressante en voor paralellen. Edwir. Diamond heeft, zo blijkt uit ingehaalde woorden, aandevoor- Idchtige kant willen blijven. Hij wil pfc gezicht niet verliezen. En op het van zjjn boek, dat men het efoonai afgezaagd, maar waar in één jjton zou kunnen uitlezen, bewijst p "iet z\jn bescheidenheid van niet- btofl^claliseerde die over iets heel ge- schrijft met nog een weg van experimenteren voor dat hy de zich iedere nacht lepelende droomepisoden heeft ver- ,LNpen met een toneelstuk en de Itylfpmer met het publiek. „Zo zou ook kunnen zeggen dat dit boek recensie van een toneelstuk is en schrijver de criticus die zich in '--zelfde positie bevindt als de ver «ggever (beter: recensent, red.) een ochtendblad dat al weg moet drie-,tcr het stuk uit is. Zijn recensie is aan 'Jv°Uedig. Het verhaal van het ^monderzoek ls nog lang niet af- $ul*0Pen. En verderOp een ander igging ^ehi van de wetenschap heeft de pfaak «ns bewezen dat hij in staat is een reeds ^mteschip te dirigeren. Maar de moet nog altijd bewijzen dat hij tsat i3 zjjn eigen natuur en de machten en geheimen in ~j® elgen innerlijk te beheersen, te B'Jn rxien of althans te begrijpen. behoefte van de mens aan dromen ontwikkelt zich met de „groei" van zijn brein. De pas-geboren baby is nog niet zo ver dat de be hoefte aan dromen er zal zijn. Maar de al dan niet droomloze baby (met acht maanden dromen ze in elk geval) werd de sleutel voor de grote slaap- en droomonderzoeker Kleitman (Chicago) tot de „gehei men van de droom". Op een goede dag ontdekte hij met zijn assistent dat „een naamloos gebleven baby uit Chicagodie in zijn kliniek in zijn wiegje te slapen lag„onder de gesloten oogleden met de ogen lag te draaien". Dat was het begin tot een onderzoekwaaruit men kon vaststellen, dat dit ogen-draaien „dromen" betekent. Erg actief IJUKOND 1 heeft dus vooral verza meld en geregistreerd, alle thans Edwin Diamond schreef over „Waarom droomt de mens"? De onderzoeker Kleitman noemde ,,slaaponthoudings"-methode had toe deze plotseling optredende oogbewe- gepast. In feite bleek deze hersen- gingen (in ,erie.| REM', (Rapid sP°elS? ,een droom-onthouding t. z\jn. Want men ging nderzoeken en Eyes Movements)h« sag verband proeven nemen. Personen die telkens met de ËEG's, ging combineren, werden gewekt als zij begonnen te voegde er metingen van d'3 hartslag dromen, „haalden" het niet; wie tel- en de ademhaling aan toe en stelde kens ,ïewekt w„erddfarna ™<iht doorslapen m de droomloze periode, toen de alles verklarende vraag: merkten nauweiyks iets. Deze proe- „Zou op dat ogenblik van speciale ven waren zéér gevaarlijk. Dat er- REM'g en EEG's, de slaper soms kenden de onderzoekers zelf. „Als we dromen?" Met proefpersonen («Ijl de «romraonthoudtavj volledig had- J y den gemaakt, zou dat eer ernstige dollar per naclit) rverd «Vn stelling ontwrichting van de persoonlijkheid bewezen. En zo kon objectief vastge tot gevolg gehad kunnen hebben." steld worden of er al of niet ge- Conclusie: op een of andere wflze is droomd werd. De cyclus van slapen df tastandhouding van de droomcy- clus essentieel voor het welzhr van en dromen werd ontdekt. het individu. bekende resultaten en theorieën in En wat de profetische drome' be- één werk verenigd en duideiyk toe- treft, merkt de schrijver op dat het gelicht, heel populair en begrijpelijk, uitkomen van bepaalde dromen En er is al veel ontdekt over de slechts toeval kan zyn. Neem de droom! Zoveel dat hij schrijft: als droom dat iemand van wie men we alle ontdekte elementen over de houdt zal sterven oï een ongeluk zal droom tezamen nemen de snelle krygen. Statistisch bezien moeten er oogbewegingen tijdens de droom, de dagelyks moeders zijn die dromen snelle hersenritmen, de viscerale dat hun zoon dood gaat; enkele van emoties (gevoelens die meestal be- deze zoons zullen inderdaad sterven, geleid worden door lichamelijke ver- Zuiver volgens de kansberekening schynselen), het draaien en verwrin- het aantal dromen, het aantal dro gen van het lichaam, de micromus- mers moeten aldus sommige dro- culaire bewegingen en waarschijnlijk men „uitkomen": ook het geluidloos spreken leveren deze paradoxaal genoeg een beeld op Cvelus van gevarieerde en hoge activiteit tijdens de zogenaamde rustige uren a i direct in het begin van zyn boek waarin de mens slaapt. En als men brengt de journalist Diamond dat dan allemaal heeft ontdekt, z^n beste nieuws. Er bestaan geen vraagt men zich af hoe men dan dro- siapers die niet zouden dromen, men men moet omschryven? Bevindt de kan slechts zijn dromen niet meer dromer, aldus Diamond, zich op een herinneren (en hiervoor volgt later laag bewustzynsniveau of op een 00h een verklaring). Wetenschappe- hoog niveau van bewusteloosheid? ja vast komen te staan dat iedere Uit de nieuwste onderzoekingen (in slaap- en droomlaboratoria) is al ge bleken dat „een hoog bewustzynsni veau niet alleen voorkomt tydens het wakkerzijn en dat slaap niet al tyd een zeer laag of tot het nulpunt naderend bewustzynsniveau zou be tekenen. slaper droomt en wel in een bepaal- richt om de werkzaamheid van het de cyclus; hy droomt met de regel- brein vast te stellen. Dat deed men maat van een spoorboekje. Dromen met een apparaat dat de naam is even natuurlijk als drinken en draagt elektro-encefalograaf. Men eten, of ademhalen. Op iedere negen- kan er (zoals bij een barometer of tig minuten slaap krygen we één seismograaf) golven mee registreren droom, niet zo maar een „flits" zo- (op een rol papier), zwakke eiektri- als velen nog altijd denken, maar sche stroomstootjes die door miljoe- variërend van tien minuten tot een nen pulserende hersencellen worden half uur. Bij een normale nachtrust opgewekt. Dit doet men met zeer van acht uur wordt ongeveer twintig kleine elektroden, aangebracht op de ..rocent (of een uur en zesendertig hoofdhuid. Dan krijgt men het EEG minuten) doorgebracht met dromen. (Elektro Encefalo Gram). En men Toeval en volhardend onderzoek ontdekte al gauw dat het golvennt- plus een geniale inval zoals dat me b»j wakker zyn, nisten met geslo- heet) hebben ons deze wetenschap ten °&eu ®n by slapen, zeer verschil- bezorgd. Het begon, toen onderzoe- ,en<* 's- kers zich afvroegen of men niet eer der de vraag moest stellen „waarom De Ogen zijn we wakker" en „heeft de mens een zogenaamd wekcentrum?", in ]\°S was men er niet' Tijdens het plaats dat men vroeg: „waarom observeren van slapende mensen slaapt de mens?" zag men dat by tijd en wijle de oog- Het ging dus om het brein, om de bollen onder de gesloten oogleden hersenen. Er werden metingen ver- heen en weer schoten. „Vergeleken met de alcoholicus (wakker, maar ln een staat van de lirium tremens) is de slaper (rus tend in bed, maar dromend) geesie- lyk veel levendiger. Als mogelyke oplossing voor deze vreemde ver- schynselen ziet men hierin dat het slapen beschouwd wordt als een af zonderlijke hestaanstoestand. Een veranderde vorm van bewustzyn. En zo stelt Diamond: gescherpte aan dacht, ontspannen wakker zijn, dro men en slapen zouden samenvattend het oest kunnen worden omschreven als uiteenlopende waaiden op een schaal die bewustzynsniveau's aan Mythen ER is heel wat aan vooraf gegaan voordat men door onderzoekin gen en experimenten, met gebruik making van ie meest ingewikkelde apparaten, tot zulke veronderstelhn gen kon komen. Er is met allerlei mythen afgerekend. Men kan niet langer beweren dat b.v. een droom loze slaap de beste is, dat intelligen te mensen meer dromen dan suf ferds of dat nerveuze spanningen, hartstocht of het tot zich nemen van voedsel om middernacht, het dromen bevorderen. De wetenschap heeft nog niet defi- nitief kunnen afrekenen met de zo genaamde creatieve en profetische dromen. Maar de overigens voorzich tige Diamond zegt daarover toch het zijne. Wij citeren. De dichter uit de negentiende eeuwse romantiek geeft, historisch gezien, een fraai beeld van creatief dromen. Hij Pl«Sde; eind verend ln zijn hemelbed ln plot selinge inspiratie „Droomverzen op zijn nachthemd te krabbelen. Dat nachthemd schtjnt een onmisbaar bestanddeel van zijn creativiteit te zijn geweest. Volgens de oneerbiedi ge historicus A. J. Liebling valt de ondergang van de lyrische poezle samen met het in onbruik raken van nachthemden voor mannen... B'l het droomonderzoek, zoals Edwin Diamond dat beschrijft in zijn boek Waarom droomt de mens?", kwam men ook tot de stelling: wie teveel doet, krijgt een zenuwcrisis (managerziekte b.v.), maar wie gezichts- en gehoorprikkels wordt onthouden (en dus te weinig te doen heeft), zit er ook dichtbij. Hij haalt dan Aldous Huxley aan. Deze ves- stigde de aandacht op de Heilige Antonius van Egypte die als asceet zich alles wat maar prikkeldeontzegde. Hij trok de dorre woestijn in, at één keer per week, trok zich verder in eenzaamheid terug. Hij werd dag en nacht gekweld door verzoekingen van de duivel, „grove en ob scene fantasieën, waarvan de meeste zo persoonlijk en sinister waren dat Antonius ze nooit onthulde". Hieronymus Bosch heeft een en ander vastgelegd op z'n beroemde dcek „De verleidingen van de H. Antonius", waarvan dit een fragment is. De kluizenaar wordt met heksen door dc lucht Er was eerst een overgangssta dium van wakker zijn naar slapen. „Beginfase I" genoemd. Dan komt er een dromerige toestand, via fase II naar fase LU; een kwartier nadat men de ogen heeft gesloten, komt de vaste slaap (fase IV). Dan gaat de cyclus van IV via IET en n terug naar fase I, maar men noemt dit „Droomfase I" omdat men dan (na ongeveer een half uur) begint te dromen. Men is minder diep in slaap, deze fase is byna geiyk aan de be ginfase, maar men droomt. Dat duurt gewoonlyk tien minuten; men zakt dan terug via de fases II en Ui naar IV, en weer terug Maar de slaap is dan niet zo diep meer. Het gaat met perioden /an ongeveer negentig minuten, terwijl de dromen steeds langer worden. Dus om de negentig minuten dromen we, die dromen worden steeds langer, de slaap wordt steeds minder diep. Het is daarom niet waar dat eeu mens de gehele nacht „als een blok" slaapt; overigens, In een normale nacht draalt de slaper zicb twintig tot veertig niaal om! En men beeft afgerekend met het idee „Ik droom nooit". Het kkn gewoonweg niet! Afknappen- [t fEN komt zo tot zeer opvallende ^"en vreemde conclusies. Zoals .nen kan afknappen doo te véél werken, maar evenzeer door te wei nig. Men verklaart het uit de droom- onderzoeken. De menseiyke geest moet werken, altyd, zoals het hart en de longen. Ook tydens de 9laap. Hij droomt daarom. Wat nu als men iemand de slaap, de kans op dromen onthoudt? Een psychiater van het Amerikaanse leger, West, heeft dat ontdekt na gesprekken met vliegers die in Korea door Chinezen gevangen waren genomen en „ondervraagd" werden. Zij bekenden alle - aan een bacteriologische oorlog te hebben meegedaan. Die bekentenissen ble ken te zyn gekomen nadat men de Vliegers /GEVAARLIJK! Als het brein in wakende toestand „op een te laag pitje" wordt gehouden of ge bracht, zal men in dezelfde gevaar- lyke toestand kunnen komen. Dat ls men in elk geval door dat droom onderzoek wel te weten gekomen. Ervaringen bewyzen deze these. Men heeft dan te doen met het ,,af- knapeffect". Vliegera cp grote .ioog- te hebben „niets te doen": ze zien alleen blauwe lucht en horen slechts het regelmatig geronk der motoren. Meestal kan hy zich ook maar nau weiyks bewegen. De vlieger knapt af, zoals dat heet. Het brein stond op een tè laag pitje. Ongeveer het zelfde overkomt vrachtautochauf feurs op lange autowegen. Ze zien plotseling iets over de weg schieten... dat er niet is. Voor de toekomst zal het zeker van belang zyn om hierover meer aan de weet te komen: de astronauten die nen tegen dat dodende Isolement be schermd te worden! Tot bssluit nog wat Diamond schrijft over de mogelyke verklaring van de behoefte aan dromen. Zowel de „veiligheidsklep-theorie" van de psycho-analytlcus als de „prikkel theorie" /an de psychologen gaat er van uit dat de droom een belangrijke taak heeft: het brein fit houden. De derde mogelyke verklaring ls dat dromen een gewoonte is (die men niet ongestraft kan nalaten). Dia mond gelooft dat de drie theorieën alle wel een kern van waarheid zul len bevatten. Men is er nog niet achter. En of het zover komt? De natuur kundige Heisenberg haalt by aan: „Het definitieve weten zal ons wel licht altyd ontsnappen". Dit moge gelden voor de bestudering van de kernenergie, maar het Ir even waar voor die van de menseiyke geest!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 19