ptanderdvijftig jaar Leidse
Jamer van Koophandel
De 100.000ste
INING WILLEM I TEKENT BELANGRIJK DECREET
«Foor 28 gemeenten
Adviserend lichaam
Banker horloge
?u
Lonen
KLAVERBLAD
KOFFIE
13 yWDAG 13 JUNI 1966
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 3
'ijdcns een verblijf in Brussel tekende Koning
!em I op 10 april 1816 een decreet, waarvan
s, honderdvijftig jaar later, het rijk gescha
de bedrijfsleven en de sterk ontwikkelde in-
rie in Leiden en zevenentwintig buitengeineen-
K. pog dagelijks profiteren. Het was een Konink-
Besluit, waarbij een „Leydse Kamer van Koop-
geniel en Fabryken" in het leven werd geroepen.
!lnit was één van de vele besluiten, die na de inhuldiging van
iezi»m I als Koning der Nederlanden, na de Franse overheersing
"ex 5 tot 1813, een nieuw tijdperk inluidden. Niet het minst op
amjrrein van nijverheid en handel heeft Willem I een stempel ge-
i: t en deze voor ons land nieuwe tijd vorm gegeven. Het was
SUC wel nodig, want de Franse overheersing had ons land,
tl op economisch gebied, in een deplorabele toestand achter-
;chc£n.
het opnieuw op gang bren-
?r pn handel en nijverheid zag
a<jj<7 Willem I een weidse taak,
mw hij van het begin af aan
rote energie heeft aangevat.
milaarbij onontbeerlijke over-
en pan de toestand van handel
'overheid in onze gewesten,
nzicht in de noden en be-
Dpn, deed hem besluiten in
ne*nd de Kamers van Koop-
il in het leven te roepen.
"7 DE BRES VOOR
jEDRIJFSLEVEN EN
INDUSTRIE
[jfierdvijftig jaar Kamer van
landel Ter gelegenheid van
UNjbileum is de huidige secreta-
Adn de „Leydse Kamer", mr. H.
j Branderhorst, eens gaan speu-
1 de rijke geschiedenis van deze
N1p, die teruggaat tot in het be-
1 in de vorige eeuw. Slechts ver-
iuri notulenboeken stonden hem
^«schikking, aangezien het ar-
der Kamer, opgeborgen op de
van het oude Stadhuis, bij
Jeheel verloren ging. Een twee-
op deed zich voor toen het in-
ïls weer wat aangedikte ar-
tf in december 1944 by het
irdement van het Stations-
waarby ook liet gebouw der
u !r zwaar gehavend werd
a Uw verloren ging. Ondanks dit
Zoekt U een goed
53,
53 'por f30.— en f40.—. Of het
55 ulerbeste van f 200.- en f 400.-.
•5' Uorloger v. d. water
;2j Haarlemmerstraat 181.
,8peeft het: Eterna - Certina
p Prisma - Junghans - EWE
fl Anker - Roamer.
altijd voordelig.
Zwerftocht door Leiden.
Voordat de Kamer, 149 jaar
na haar oprichting vorig jaar
juni het moderne gebouw aan de
Stationsweg kon betrekken, ze
telde zij op diverse plaatsen in
de stad. Achtereenvolgens was
zij gehuisvest: 1816: Grijnhalle;
1826: Lakenhal: 1854: Stadhuis.
Lakenhal, Stadhuis (in verband
met de cholera-epidemie1855:
Stadhuis: 1922: Huize Bruins.
Rapenburg 8: 1922: bovenzaal
„Amicitia"Breestraat 78-80:
1925: Stationsweg 43: 1963:
Stationsweg 32 en sinds 1965:
Stationsweg 41.
(Foto L.D./Holvast)
uitvallen van de archieven heeft mr.
Branderhorst een aantrekkelijk en
vooral ook interessant gedenkboek
je, dat handelt over de eerste vijftig
jaar, weten samen te stellen. Het is
een eerste, niet onbelangrijke, stap
in de geschiedsbeschrijving der Ka
mer. Het boekje, waarin vele typisch
Leidse foto's zijn opgenomen, ver
kreeg bij Drukkerij Groen in Lei
den een keurige verzorging.
Hoe en waar
het begon
Doen wij hier en daar een greep
uit dit gedenkschrift, dan zien wij al
lereerst, dat de thans jubile
rende Kamer voor het eerst bijeen
kwam op 9 mei 1816 onder leiding
van de vice-president, de heer S. Ie
Poole. De heer G. A. M. van Bom
mel, die tot voorzitter was benoemd,
moest die dag verstek laten gaan.
De eerste tien jaar kwam de Ka
mer bijeen in de Grijnhal op de
Hooglandse Kerkgracht. De hal, die
de grijnf abrikan ten ten dienst stond,
harmonieerde in bouwstijl met het
Weeshuis, waarnaast zy ook was
gebouwd. Mr. W. H. Dozy, die in de
vergadering van 12 augustus 1816
tot eerste secretaris van de Kamer
werd benoemd, combineerde deze
functie met die van secretaris van
curatoren der Leidse Universiteit. Hij
genoot een honorarium van „twee
honderd gulden 's jaars". Ook een
bode werd aangesteld. Als zodanig
werd de heer H. van der Laan be
noemd. Loon.vijftig gulden per jaar.
De eerste begroting van de Kamer,
wordt geschreven, sloot op een eind
bedrag van f.350,-.
welke thans met vele cijfers
Morgen receptie f
Ter gelegenheid van het
150-jarig bestaan van de Ka- x
ft mer van Koophandel en Fa- g
ft brieken voor Rijnland wordt M
S morgenmiddag van 4 tot 6 -X
ft uur in „De Lakenhal" een re- g
ft ceptie gehouden. Zaterdag-
ft avond worden de feestelijk- x
heden rond dit jubileum be- g
ft sloten met een diner in
ft Huis ter Duin" in Noordwijk -x
ft aan Zee. Zoals bekend heeft g
ft het bestuur der Kamer de
o Rijnlandse Molenstichting en 3.
ft de Vereniging van belang- g
ft stellenden in ,.De Lakenhal"
ft reeds met een gift van f 2500
ft laten delen in de feestvreug- g
ft ie bij dit 1^0-jarig bestaan.
Leiden-textielstad
Terwijl thans een sterk gevarieer
de staalkaart van bedrijven in het
huidige district zijn plm. 12.500 be
drijven aangesloten bij de Kamer
in handen van het bestuur berust,
was het Leidse bedrijfsleven in 1816
nog zeer eenzijdig van samenstelling,
met de nadruk op de textielsector.
Een in het gedenkboekje afgedruk
te lijst een momentopname van h
bedrijfsleven in 1916 leert ons,
dat toen o.a. 24 dekenfabrieken aan
circa 1100 werknemers arbeid ver
schaften, in vijf grijnf abrieken werk
ten plm. 650 mannen, vrouwen
en kinderen, in 62 gestreepte baayen,
boezels, serge en saayfabrieken von
den 2200 werknemers (sters) een
plaats. In de wollegaren-en saayet-
fabrieken (85) lag het aantal werk
nemers tussen de 3000 a 3500. Tien
leerlooyerijen telden gezamenlijk 28
werknemers, twee bierbrouweryen 21,
terwijl de Leidse Zoutkeet een per
manente bezetting had van zes werk
nemers.
Een van de eerste activiteiten van
de Kamer richtte zich op het nadeel,
dat fabrikanten ondervonden van de
publieke verkoop van o a. lakens, by
de el.
Kwartje boete
Voor de vergaderingen der Kamer
>ld in de beginjaren een strak
schema. Aanvankelijk kwam men
twee maal per maand bijeen, korte
tyd later één maal per week gedu
rende dé lunchtijd. Kwam een lid
De nieuwe vergaderzaal van
de Kamer.
te laat op de vergadering, dan moest
hy een kwartje boete betalen.
Eind 1826 richtte de Kamer zich
namens de firma P. Koppeschaar en
Zoon, fabrikant in laken en wollen
stoffen in Leiden, tot Koning Willem
I met het verzoek aan deze firma
uit de fondsen der Nationale Nijver
heid „ter opbeuring en ondersteu
ning harer fabrijk te verleenen eene
som van f. 160.000, welke fabryk zon
der verkrijging derzelves om met ul
timo december zal vernietigd wor
den". Het verzoek werd geweigerd en
de fabriek gesloten.
Op verzoek van de Koning ver
leende de Kamer in 1824 haar inter
mediair bij de oprichting van de Ne-
derlandsche Handel Maatschap
pij. Hiertoe werden in het logement
„De Zon" aan de Breestraat zittin
gen gehouden, waarop gegadingen
zich konden laten inschrijven voor
deelneming in deze maatschappij. De
inschrijving, waarvoor een termijn
van enkele maanden was gesteld, on
dervond reeds direct zulk een grote
belangstelling, dat de Leidse lyst van
inschrijving in één dag en in één uur
voltekend was.
Toen het eenmaal vaststond, dat in
Leiden een schutterij zou worden
opgericht, werd aan B. en W. van
Leiden verzocht het daarheen te lei
den, dat de lakenfabrikanten voor de
leverantie zoveel mogelijk werden
begunstigd.
Afscheiding
Zuid-Nederlanden
De gevolgen van de afscheiding
van de Zuidelijke Nederlanden lieten
ook de Kamer niet onberoerd. In
1831 trok de heer Leembruggen hier
uit de zakelijke consequentie door de
Kamer in overweging te geven erbij
B. en W. van Leiden op aan te drin
gen „om een fabrikeur, die zich met
deszelfs etablissement uit België zou
de willen verplaatsen een of andere
privilegie van stadswege te verleenen".
In 1835 vond inderdaad de vestiging
plaats van de firma De Heijder uit
Lier (België) aan het Waardkerk-
plein (later in 1846 onder beheer van
de familie Dries sen onder de naam
Leidsche Katoenmaatschappij). Het
ministerie van Nijverheid verleende
indertijd de firma De Heqer een le
ning van f70.000, terwijl de gemeente
Leiden de grond gratis afstond.
Gedurende een reeks van jaren was
de Leidsche Katoenmaatschappij één
In het gedenkboekje van
1 de jubilerende Kamer is ook
i een staat van lonen afge
drukt, die ons een indruk
i verschaft, welke lonen in
1816 bij diverse Leidse bedrij
ven werden uitbetaald. Zo
i konden b.v. een man, een
i vrouw en twee kinderen bij
een dekenfabriek in totaal
i ongeveer zes gulden per week
i verdienen. Een bierbrouwers
knecht ging in die jaren met
i een weekloon van zes gulden
i naar huis. Een wolkaarder
kon het tot gemiddeld 16
i stuivers per dag brengen. In
een lakenfabriek kon men
vijf a zes gulden per week
verdienen. Voor een leer
looiersknecht werd in die da-
gen per dag 22 stuivers uit-
i getrokken. In de sajetfabrie-
ken, waar in 1816 circa 1500
arbeiders werk vonden, was
het gemiddelde arbeids-
loontwee gulden per
week. „Lonen", welke voor f
i onze hedendaagse begrippen
onvoorstelbaar zijn en ook
voor die dagen beslist ontoe-
fó reikend waren.
jaren door een brand totaal ver
woest.
Een bescheiden poging heeft de Ka
mer in 1845 gedaan tot versteviging
van de Leidse textielnijverheid door
adhesie te betuigen aan een schrij
ven van het Leydsch Departement
der Maatschappij tot bevordering
van Nijverheid, waarin wordt aange
drongen op de bestiging van een wol
markt in Leiden. De Leidse raad ging
akkoord „miets geen te groote kos
ten aan deze proeve zullen zijn ver-
Londen".
Kinderarbeid
„Met het Kon. besluit van 9 no
vember 1851 komt voor de Kamers
van Koophandel het einde van een
tijdperk, dat in andere geledingen
van de maatschappij al eerder was
afgesloten. De kamers komen recht
streeks onder stedelijke „voogdij" te
staan, waarbij het accent kwam te
liggen op het adviseren van het
plaatselijk bestuur. Het eerste ver
zoek om advies kwam van de plaat
selijke schoolcommissie om haar te
willen inlichtingen omtrent de uren
waarop het best school kan worden
gehouden. Dit ten behoeve van de
kinderen, die in een fabriek werken.
hebt ai
in huis genomen?
waara om speciaal
te vragen!
-Ar Het openluchtzwembad
„De Vliet'-' aan de V oorschoter-
weg in Leiden trekt steeds meer
bezoekers. Werd vorig jaar
augustus de honderdduizendste
bezoeker van 1965 in het bad
verwelkomd, de honderddui
zendste van dit jaar kocht zater
dag jl. een kaartje. Het was de
16-jarige Koos Wakka uit de
Leidse Hoflaan. die als hon
derdduizendste bezoeker aan het
einde van een warme dag in de
bloemetjes werd gezet, Drs. J. P,
v. d. Reijden, de voorzitter van
de Leidse Sportstichting (links),
bood de jeugdige bezoeker o.m.
zijn gelukwensen aan. Ook de
badmeesters rechtsdroegen
het hunne bij tot de algemene
feestvreugde,
(Foto LD,/Holvast.)
In 1863 gaat de Kamer, ditmaal
echter op verzoek van de minister
van Binnenlandse Zaken, zich met
het vraagstuk van de kinderarbeid
bemoeien. Een aantal rapporten,
waarin een overzicht wordt gegeven
van de omvang van deze kinderar
beid, wordt verstrekt.
Tot de invoering van de wet op
de Kamers van Koophandel en Fa
brieken en nu nemen wy een
grote sprong in 1921 betekende de
taak der Kamers het bevorderen van
de belangen van handel en nijver
heid in hun gebied veelal het be
hartigen van de plaatselijke belang-
gen. De kamers toch waren stede
lijke of gemeentelijke Kamers.
Mede door het grote aantal in
1896 waren er 71 Kamers kwam
van de taak het landsbestuur te ad
viseren niet veel terecht. Teveel Ka
mers, teveel adviezen, te uiteenlo
pend. Duidelijk bleek dit euvel toen
tijdens de eerste wereldoorlog vele
maatregelen op economisch gebied
moesten worden genomen.
De Wet van 1920 bracht het aantal
Kamers terug tot 35, waarbij het ge
hele land werd ingedeeld in 36 dis
tricten, waardoor nu het bedrijfsleven
in élke gemeente een officiële verte-
genwoordiging kreeg.
De Kamers kregen afdelingen
Grootbedrijf en Kleinbedrijf en kwa
men financieel los te staan van de
gemeenten, waar zij waren gevestigd.
De Kamer van Koophandel en Fa
brieken voor Leiden werd Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor Rijn
land; de Kamers te Hillegom en Kat
wijk werden opgeheven.
B.S. van bedrijfsleven
By de wet op het Handelsregister
(1918) wel de Burgerlijke Stand
van het bedrijfsleven genoemd
kwam de financiële basis der Kamers
bij de in het handelsregister inge
schreven bedrijven te liggen.
De bezetting bracht een reorgani
satie der Kamers in elf provinciale
Kamers van Koophandel met plaat
selijke kantoren in de gebieden waar
tot op dat ogenblik zelfstandige Ka
mers waren gevestigd.
De Wet op de Kamers van Koop
handel in 1950, waardoor de kan
toren van de provinciale Kamers
hun zelfstandigheid terugkregen.
De opkomst van de zg. Publiek
rechtelijke Bedrijfsorganisatie (Wet
op de P.B.O.) leidde ertoe de positie
en taak der Kamers opnieuw te be
zien. Het desbetreffende advies van
een commissie van de Sociaal Econo
mische Raad (S.E.R.), waarin een
aantal vertegenwoordigers der Ka
mers zitting had en de daarop ge
volgde besprekingen hebben geleid
tot handhaving van het instituut der
Kamers van Koophandel.
De nieuwe Wet op de Kamers in
1963 heeft de samenstelling der Ka
mers gewijzigd in dien zin, dat de
door de Sociaal Economische Raad
aangewezen organisaties van werk
gevers en werknemers vertegen
woordigers in de Kamer aanwijzen.
Alle leden der Kamer hebben zitting
voor de tak van bedrijf waaruit zij
voortkomen.
Ook de algemene taak der Kamers
is opnieuw omschreven n.l. de be
vordering van de economische be
langen van handel en nijverhed in
hun gebied. Dit houdt in dat de Ka
mers desgevraagd of uit eigener
beweging de openbare lichamen
organen van het Rijk, Provincie
Gemeente, bedryfslichamen van ad
vies dienen.
Behalve het optreden als advise
rende instantie zijn de Kamers ook
een aantal bevoegheden gegeven.
Vele taken
De autonomie der Kamers leidde
tot grote veelzijdigheid in het werk.
De ontwikkeling en verschuiving van
afzetmarkten en de overheidsmaat
regelen, die hier en in het buiten
land de toegang tot deze markten
beheersen, heeft de behoefte aan een
aecumentatie en voorlichting daar
over opgeroepen.
Met haar handelsvoorlichting be
oogt de Kamer op basis van een
door haar opgezette en voortduren
de bijgehouden documentatie de on
dernemer van dienst te zyn.
In onze maatschappij ontstaan
steeds weer nieuwe vormen en ter
reinen van werkzaamheden. Zo
heeft de laatste jaren de ruimtelijke
ordening met haar streekplannen de
Kamers betrokken om aan het be
drijfsleven óok ruimtelijk een haar
toekomende plaats verzekeren. Het
thans urgente vraagstuk van de af-
Officiële publikaties
GEMEENTE LEIDEN
Burgemeester en Wethouders van
Leiden brengen ter algemene kennis,
dat zij voornemens zijn aan „De Te-
gelhandel", Oude Vest 59. alhier,
vergunning te verlenen voor de bouw
en instandhouding voor een tijdvak
van vijf jaren van een betonnen loods
op een terrein aan het einde van de
De Wetstraat en de Reitzstraat, zulks
met vrijstelling ingevolge artikel 17
van de Wet op de Ruimtelijke Orde
ning van de voorschriften van het
geldende uitbreidingsplan „Leiden-
Morskwartier 1963".
De bouw- en situatietekeningen lig
gen gedurende veertien dagen ten
Stadhuize (kamer 111) ter inzage.
Rechthebbenden op aangrenzende en
nabfj gelegen percelen kunnen binnen
genoemde termijn bij hun College
schriftelijke bezwaren indienen.
Lelden, 13 juni 1966.
valwaterzuivering heeft behalve de
gemeenten ook de Kamers van
Koophandel gebracht tot een deel
nemen in de organisatie die dit
moeilijke vraagstuk moet gaan be
handelen.
Naast deze ruime taak die recht
streeks voortvloeit uit de in de Wet
vastgelegde zelfstandige positie der
Kamers, zijn de Kamers anderzijds
verplicht de functies te vervullen
haar door de Kroon opgedragen.
Het vervullen van deze taak heeft
de Kamer belast met de rechtstreek
se uitvoering van bepaalde wetten
dan wel een bepaalde dienstverle
ning opgelegd by de uitvoering van
wetten. In de loop der jaren is deze
taak toegenomen tot een geheel,
waartoe wettelijke voorschriften en
maatregelen van zeer uiteenlopende
aard behoren.
De Handelsregisterwet, de Han-
delsnaamwet, de Vestigingswet, de
wettelijke bepalingen op makelaars
en veilinghouders, de Woonruimte-
wet, dé Winkelsluitingswet zijn daar
van enkele voorbeelden.
Eigen plaats
Samenwerking met de andere Ka
mers, provinciaal en landelijk, bin
nenlands contact met tal van orga
nisaties, die zich direct of indirect
op het gebied van handel en nijver
heid bewegen buitenlands contact
met de Kamers en organisaties van
bedrijfsleven plaatsen de Kamers
midden in het stroomgebied van
handel en verkeer. De aard van haar
taak brengt nu eenmaal met zich
mede dat veel van hetgeen de Ka
mer doet niet publiekelijk naar bui
ten blykt.
Anderzijds heeft de „Leidse" Ka
mer zich in de 150 jaren van haar
bestaan een eigen plaats verworven
en hebben de Kamers gezamenlijk
een goede reputatie gekregen als
openbare instellingen, die objectief
de him toevertrouwde belangen af
wegen en bevorderen en hun taak
integer en nauwgezet behartigen.
Leiden en de 27 tot het district der
Kamer behorende gemeenten heb
ben daar reeds vele malen van ge
profiteerd.
De Grijnhal aan de Hoog
landse Kerkgracht, waar de eer
ste tien jaar de vergaderingen
van de K. van K. werden gehou
den.