de ANWB automarkt Met naar de de sloper en nog eens 48 wrakken die op kistjes stonden „geparkeerd", volgden dezelfde weg. „Het probleem ls, dat tegenwoor dig iedereen in een auto wil rijden", vervolgt de inspecteur. „Maar bij een goede dealer hoeven ze niet met minder dan tweeduizend gul den aan te komen en dus gaan ze maar naar de automarkt. We heb ben een geval meegemaakt van een man, die een wagen had gekocht voor duizend gulden. De sloper wilde het ding wel van hem over nemen voor 25 gulden, maar dan moest de eigenaar hem wel self komen brengen HU voegt er aan toe, dat de po litie de acties tegen de wilde auto markt, die al twintig Jaar bestond, „met plezier heeft gevoerd en ze hadden de volledige instemming van de burgerU. Het was een uit was. Een gereglementeerde auto markt is een andere zaak, al ben ik daar ook geen voorstander van". De ANWB is dat evenmin. Niet In de eerste plaats, omdat de tech nische staat van de op de markt aangeboden auto's soms te wensen zou overlaten (dat is natuurlijk ook het geval, al is de kwaliteit in vijftien jaar klaarblijkelijk iets vooruitgegaan). „Ons voornaamste bezwaar is, dat de koper geen ver haal heeft. Hij weet niet, wat hij koopt, want een keuring wordt doorgaans niet toegestaan. En alle risico's van de koop zijn voor zijn rekening, want hij krijgt geen ga rantie". Een bonafide dealer geeft een garantie van drie maanden (soms langer) of 10.000 km. Bij de Enavo, die voor anderen veilt, wordt het geld van de koper drie dagen ge blokkeerd. Binnen die periode kan hij de auto laten keuren en even tueel reclameren. Bij geschillen treedt de ANWB vaak als scheids rechter op. De laatste jaren is het steeds zo geweest, dat de Enavo de uitspraken van de ANWB accep teerde, ook al was men het er niet altijd mee eens. „Wij krijgen heel vaak mensen hier die ergens een auto hebben gekocht en bij de ANWB hun be klag komen doen", vertelt de expert die ons naar Apeldoorn heeft ver gezeld. „Het eerste wat we dan vragen, is niet wat maar bij wie heeft u gekocht. Met de ene han delaar valt beter te praten dan met de andere. Maar als je op de auto markt hebt gekocht, weet Je mees tal niet eens de naam van de ver koper". KNEUZEN De automarkten fungeren ook vaak als punten, vanwaar uit Duitsland ingevoerde kneuzen ver der door Nederland worden ver spreid. In Utrecht is er een speciale hoek voor, waar er elke dinsdag avond tientallen staan. Vandaag staan ze verfrommeld op een vrachtwagen, over een paar weken ziet u ze op de weg. Natuurlijk, tussentijds worden ze gekeurd door de Rijksdienst voor het Wegverkeer. En dan moeten se voldoen aan de eisen die ln de wet worden gesteld. Ma-a* dat zijn minimum eisen. „Om maar een voorbeeld te gevent de remweg van een fatsoenlijke auto la korter dan die welke wette lijk ia voorgeschreven", aldus een zegsman van de RAI. „De Duitse keuring ls dan ook aanzienlijk zwaarder dan de Nederlandse." Dat is een van de redenen, waarom onze oosterburen hun deuken naar Ne derland afvoeren (11.400 ln 1960, bij na 44.000 vorig Jaar)daar wordt een auto die een zware aanrijding heeft gehad, gauwer „total lo&& verklaard. Andere factoren: een Duitser la sneller geneigd een auto af te danken als er let* mee ls ge beurd, het geld zit losser ln zijn zakj bovendien zijn de arbeidslonen ln de Duitse garages zoveel hoger dan hier, dat laten repareren raak niet rendabel la. De Duitse garagehouders Borgen er meestal wel voor, dat rij alls kneuzen, die zij ln huls hebben, in welke erbarmelijke staat die ook mogen verkeren, kwijtraken. Ze passen de koppelverkoop toe. Ne derlandse importeurs mogen een paar goede gebruikte wagens ko pen, als ze tegelijk ook het „schroot" overnemen. Volgens de persdienst van de RAI bedraagt de gemiddelde invoerwaarde van de Duitse kneuzen 700 gulden. Hande laars, die een beetje handig zyn met hamer, lasapparaat en spuit bus, kunnen daar een dikke winst uit slepen (temeer daar de fiscus over de in Nederland toegevoegde waarde maar een schijntje berekent ln vergelijking met het invoerta rief). Of de verkeersveiligheid met al die opgelapte kneusjes is gediend is een tweede. Het is immers een bekend feit, dat een auto, die be hoorlijk in elkaar heeft gezeten, nooit meer voor honderd procent betrouwbaar is, al wordt hij nog zo knap gerepareerd. Als tegen automarkten wordt ge ageerd, zegt men weieens: „Laat ze toch. Het worden toch steeds meer kongsies van handelaars, welden kende particulieren wagen er zich niet meer aan". Maar men, ver geet, dat alle auto's die daar door handelaars aan handelaars worden verkocht dus ook de „kuis ver rotte" cabrioletjes van tien jaar oud en de ernstige kneusjes uit Duitsland uiteindelijk toch bij particulieren terechtkomen. Automarkten zijn ook al wor den er tal van wagens verkocht, die het daglicht best kunnen velen een stimulans voor de mala fide handel, die zich weinig gele gen laat liggen aan de verkeers veiligheid. Wat de tegenstanders willen, is: opheffing van de auto markten en een aantal begeleiden de maatregelen, zoals strengere controles op de weg (gelyk nu al in Groningen gebeurt) en een ver plichte periodieke keuring voor el ke auto (zoals in Duitsland), waarby de wettelijke eisen scher per worden gesteld dan ze nu zün. DOOR FRITS KOFFIJBERG staan wagens die er goed uitzien, nog maar een paar Jaar oud zijn en kennelijk weinig kilometers heb ben gereden maar die moeten dan ook duur worden betaald. Een belangrijk percentage van de han delswaar bestaat echter uit merk waardig spulheel grote auto's heel oude, piepkleine, opvallend veel vertegenwoordigers van weinig gangbare merken, Duitse kneus jes in nog gekneusde toestand en enkele ronduit slechte wagens met nutteloze gaten in de panelen. „Toch valt het me nog mee, wat hier staat", concludeert de expert van de ANWB tenslotte. „Wat je hier een jaar of vijftien geleden aantrof, was aanmerkelijk slech ter" Hoofdinspecteur Hamming beves tigt dat. „De laatste jaren zie je minder wrakken op de weg. Daar toe heeft de verplichte WA-verze- kering bijgedragen. De hoge boeten schrikken af. En de welvaart is toegenomen: men heeft nu meer geld over voor een auto dan tien jaar geleden." Hij vertelt ook, dat er al jaren lang op marktdag een verscherpte controle op de toegangswegen is (uitgeoefend door acht tot tien man, terwijl op de markt zelf re chercheurs naar gesmokkelde en gestolen auto's speuren). Dat de controle effectief is, merken wij, als we ruimschoots na middernacht de terugreis aanvaarden. Vlak voor dat wij Apeldoorn uitrijden, wor den we aangehouden. „Papieren, alstublieft". We mogen doorrijden, anders dan de 35, 40 auto's per jaar die naar het bureau worden gebracht in verband met technische gebreken. Bit an ne s- weekefndbijlage Leidsch Dagblad April (als het met het weer een beetje wil), mei en juni zijn de topmaanden voor de tweedehands-autohandel. De schoon maakwoede waardoor het gros van de huisvrouwen in het voor jaar wordt bevangen, is een onschuldig griepje in vergelijking met de koopkoorts die zich van menige aspirant-autobezitter meeater maakt, zodra de lente zich maar even van haar zonnige kant heeft laten kennen. Er zijn mensen geen tientallen, geen honderden, maar duizenden! die in de wintermaanden avon- i' den hebben zitten dubben over de aanschaf van een tweede- u 3Ï handsje, die ingewikkelde begrotingen hebben opgesteld, com- pleet met afschrijvingstabellen en kilometerprijsberekeningen, en die na een paar warme voorjaarsdagen niet weten hoe zij zich Ijo «nel mogelijk een aftands automobieltje moeten laten aan smeren. Zon klimatologische aanjager bespaart de handelaren veel tijd en moeite. .Verkopen is geen kunst in deze tijd van het jaar", aldus een van hen, „maar het kopen van handelswaar, dat is nu het echte vakwerk". Wie een gebruikte wagen wil ko pen, kan vier dingen doen: Daar een particulier of handelaar (het onderscheid is niet altijd even duidelijk) toestappen die b.v. ln de krant heeft geadverteerd; rijn vertrouwen stellen in een gara gehouder of dealer (hoe hoger het bedrag dat hij wil neertellen des te groter de kans dat dat ver- trouwen niet wordt beschaamd op een autoveiling gaan zitten ,U||J meebieden (de grote organisa- tor van dergelijke evenementen ls de Enavo, die in diverse be langrijke steden van het land elijld werkt); enjiiaar een automarkt gaan. Dit lijkt Lf de simpelste en avontuurlijkste j 1 manierje hebt maar voor het uitzoeken, je kunt afdingen enz. Wat men het beste kan doen, kten wU in het midden. Maar wat taen in elk geval beter niet kan Éoen, Is naar de mening van de ANWB en de politie- en verkeers- katoriteiten die in dit verhaal aan het woord komen zich een wa- ■ntje aanschaffen op een auto- arkt. Het is trouwens tekenend, dat de jatste Jaren uitgezonderd in I lente, als het geld de ongemo- seerde autoliefhebber in de zak indt op de automarkten nog ur weinig particulieren behalve fenen kijken ook kopen. „Ze dur- i niet meer", zegt hoofdinspec- A. J. Hamming van de folltie ln Apeldoorn, waar elke gavond druk wordt ge handeld in gebruikte auto's en romfietsen. „Ik raad het trouwens fdere particulier af rechtstreeks j> de automarkt te kopen. Natuur- ijk, er zijn ook bonafide handela- maar wie bij een malafide ll&cheraar terechtkomt, is geen rty voor hem, tenzij hij zelf ver- md van auto's heeft. Maar de eeste mensen denken alleen maar, jat zij het hebben. Wie geen auto- is, loopt het risico zwaar te zriforden beetgenomen. Het is vroe- ter meermalen voorgekomen, dat Jkr zo met een wrak werd geknoeid, pat het net de markt kon op- en pijden, door bij voorbeeld de la- g opfcers op zaagsel met olie te laten nd. Jopen", in Q J De Apeldoomse automarkt ge- on(jfameerd met patatkramen, café's een politiebureau, dat evenals de ftilddenstand op dinsdagavond meer )()llandizie heeft dan gewoonlijk Beeft sfeer, ontegenzeggelijk veel Mi er sïeer dan Utrechtse markt eioewel die groter is. Als wij er eiJ a avonds Iaat in het gezelschap 1 k*an een ANWB-expert arriveren binsheeft de politie net tussenbeide jreuinoeten komen in een gevecht tus- woonwa8enhewoners en Tur- ac^ken, dat zijn hoogtepunt had ge- e^r°nden in een wilde oosterse dans t£rp ^ak van het omstreden voer- lOOd'hrt?. Het Incident is, hoewel een ider exces, toch wel typerend voor het weinig formele karakter van de on derhandelingen die hier worden ge voerd. Er geldt slechts één gulden regel: gekocht is gekocht. Wie een bod heeft uitgebracht, kan dat niet meer ongedaan maken. De man die deze regel niet eerbiedigt, kan een pak slaag krijgen en moet uiteinde lijk toch betalen, want er zün al- tijd wel getuigen. Het is vol op de markt, stampvol: ruimte voor een proefritje van meer dan een meter is er vaak niet. En het is er lawaaiig: het eerste wat een handelaar doet als zich een mogelijke koper aandient, is de motor starten. „Merkwaardig is dat toch", zegt onze metgezel van de ANWB, „dat vindt bijna ieder een het belangrijkste: het motortje moet goed zijn. Naar de rest kijkt men nauwelijks. Maar men staat er niet bij stil, dat een slechte motor kan worden vervangen en een rotte carrosserie niet". LEVENDIG Het gebiul van motoren teistert het oor, de lucht van half afge werkte benzine het reukorgaan. De handel is levendig (de handelaren gunnen zich nauwelyks rust, in de cafés wordt by een biertje het handgeklap voortgezet) en om in beurstermen te spreken „wil lig": een vier jaar oude Volkswa gen gaat voor 2600 gulden van de hand, voor een Simca 1000 van '64 wordt 3800 gulden gevraagd. „Dat begrijp ik nu niet", zegt onze met gezel. „Als je zoveel geld voor een wagen kunt uitgeven, waarom dan niet naar een adres dat een keuring toestaat en garantie geeft?" Wy lopen langs een negenjarige 2CV (vraagprijs f 425). .Kijk, aan alle kanten stijf verrot". De ANWB- man laat ons aan de onderkant van het achterportier voelen: over de hele breedte kunnen wy er onze hand in steken. Een Consul van '57, waarvan de bekleding er in lappen byhangt, wordt aangeboden voor f 325. Als wy weglopen, vraagt de handelaar teleurgesteld: „Is-tie dan helemaal niks waard?". De ANWB-expert wordt door de han delaars herhaaldelijk voor een col lega aangezien. „Heb je niks te rui len bij je?" wordt hem gevraagd door de eigenaar van een Opel ca briolet van '56 (f 400, „je mag er gratis onder kijken"). Als om elf uur de meeste straatlantaarns rond de markt uitgaan, komt de handel in wagens van mindere kwaliteit pas goed op gang. Al te opvallende gebreken worden door het duister minzaam verborgen. We ontmoeten een jongen die voor veertig gulden „en kuis verrotte Opel, je kon zo door de bodem trappen" heeft inge ruild voor een stokoude Volkswa gen. Als hy zyn aanwinst wil star ten, blijkt er geen olie in het car ter te zitten. Het assortiment op de Apeldoornse automarkt is zeer gevarieerd. Er OMSTREDEN Het fenomeen automarkt, büna zo oud als de auto bestaat, ls een omstreden instituut. De grootste bloeitijd was in de jaren vüftlg. Nooit heeft ons land zoveel auto markten geteld als toen. Waar geen gereglementeerde markt was, ont stond een wilde. En wild maar meestal voor een belangrijk deel waar waren de verhalen die de ronde deden over de handelsprak- tijken daar. Verhalen over mensen die een „prima wagentje" kochten en dan een paar dagen later van een garagehouder ln het on gunstige geval van de politie kre gen te horen, dat zij eigenaar wa ren van een levensgevaarlyk wrak. Pogingen van slachtoffers om de malafide handelaars veroordeeld te krygen wegens oplichting, bleven vruchteloos. Naar de letter van de wet ls oplichting (o.a.) „de opzet zichzelf of een ander wederrechte- lyk te bevoordelen door een samen weefsel van verdichtsels" en losse verkoopkreten als „prima wagen" en „mankeert niets aan" vormen nog geen samenweefsel. Geleidelük bonden steeds meer gemeentebesturen, gesteund door de politie, de strijd aan tegen deze du bieuze praktijken, met het gevolg dat de ene (wilde) automarkt na de andere sneuvelde. Ons land telt nu nog drie automarkten van beteke nis: Utrecht (waar 1800 wagens per marktdag worden aangevoerd), Apeldoorn (500) en Tilburg (400). Het zyn gereglementeerde markten maar ze worden geduld als een noodzakelijk kwaad- In Apeldoorn is zij „een levend probleem", dat verscheidene malen is besproken in de gemeenteraad, die uiteindelijk niet tot opheffing besloot, maar tot sanering. „Nu is alleen de vraag: hoe?" aldus de Apeldoornse politie. In Tilburg denkt men evenmin aan opheffing. Het officiële standpunt van de gemeente Utrecht waar, als gevolg van verscherpte controle op marktdag jaarlyks gemiddeld honderd auto's naar het hoofdbu reau worden opgebracht in verband met technisch gebreken is: „De handel in tweede- en tiendehands- auto's blijft bestaan. Wanneer men de legale handel gaat verbieden, is het onmogelijk toezicht te hou den op het gessjagger in gebruikte vervoersmiddelen". „Met het verdrüven van de auto markt alleen ben je er niet", zegt politie-inspecteur E. E. Nordholt uit Groningen, waar begin vorig jaar Nederlands laatste wilde automarkt van enige omvang werd uitgeban nen. „Je moet je er wel van bewust zijn, dat de wrakken, die anders op de markt zouden worden aan gevoerd, nu elders worden verkocht. Het is dus zaak intensiever op de weg te gaan controleren. Een hulp middel is daarby voor ons de ge coördineerde nachtcontrole". Zoals bekend bestaat in het noor den van het land een unieke sa- Zaterdag 14 mei 1966 Na het kijken komt het kopen menwerking tussen de rykspolitie van het district Groningen en de gemeentepolitie van Groningen en Haren welke op gezette tijden re sulteert in een grootscheepse nach telijke controle op alle belangrijke wegen rond de provinciale hoofd stad, waarbij tientallen auto's uit gebreid worden bekeken, evenals de bijbehorende papieren. „Ik geloof wel, dat door deze com binatie van maatregelen in elk ge val de wrakkenhandel sterk is te ruggelopen. Men heeft geen vaste ontmoetingsplaats meer waar men het spul kan slijten en men durft er ook niet zo gauw meer mee de weg op in verband met de strengere controle". De toestanden die voor 1 februari 1965, toen de automarkt door het gemeentebestuur werd verboden, op het Damsterdiep werden aange troffen, waren bar. „Er werden wa gens aangevoerd, die haast van pu re ellende in elkaar vielen", aldus de heer Nordholt. Dat werd nog er ger, toen, na de opheffing van de automarkten in Haarlem en Am sterdam, de wrakkenhandelaars uit Noord-Holland over de Afsluitdijk kwamen. Bovendien waren vecht partijen en dronkemansrellen aan de orde van de dag. Het lawaai duurde tot diep in de nacht, zodat de omwonenden steen en been klaagden. In het najaar van 1964 verzocht de burgemeester de politie een paar steekproeven te nemen. De zaak werd grondig aangepakt. De politie hield drie acties, waar voor dertig man en tien mobili- foonwagens werden ingezet. Op alle uitvalswegen van het Damsterdiep werd een politie-auto neergezet. Op de markt zelf stond, verdekt opge steld, 'n politieman met een por tofoon, die ln verbinding stond met een centrale mobilifoonwagen. Als hij een wrak in een bepaalde rich ting zag wegrijden, waarschuwde hü de centrale, welke de melding onmiddellijk doorgaf aan de poli tiepost op de betreffende uitvals weg. Tijdens de eerste actie wer den 15 auto's voor een technisch on derzoek naar het bureau gebracht en 25 processen-verbaal uitgedeeld. Voor de tweede actie waren deze cüfers resp. 32 en 50 en voor de derde 13 en 30. Inspecteur Nordholt geeft een lijstje van de gebreken die zoal werden geconstateerd: doorgerotte carrosserie („ik heb een keer mee gemaakt, dat ik in een auto ging zitten en tegelyk met m'n belde voeten op de straat stond")breu ken in assen; geen uitlaat; geen remmen; auto's waarin zo geknoeid was met lagers en ophanging, dat na een uur alles er weer uit ram melde; defecte stuurinrichting; een totaal doorgeroest chassis dat met houten balken was ver sterkt; gladde banden die ook nog zo waren ingesneden dat het can vas tevoorschyn kwam; auto's met één versnelling (alleen de derde) wagens die zo volledig door de ve ren waren gezakt, dat de achter kant zowat op straat hing. Na die acties lieten de handelaars de slechtste wagens op 't Damster diep achter, met de bedoeling er op de volgende markt een slachtoffer voor te vinden. Maar auto's die kennelijk niet meer rüwaardig zijn, mogen niet op de openbare weg worden geparkeerd. De politie plak te dan ook op deze wagens een briefje met de mededeling, dat zü het voertuig zou laten wegslepen indien het niet binnen twee dagen zou zijn verwüderd. Op die manier gingen in het najaar van '64 25 auto's naar de sloper. „Door deze aanpak was drie maanden voor het feitelijk verbod de markt al lam gelegd", zegt de heer Nordholt te vreden. „Maar je moet natuurlük attent blijven". Dat is de Groningse politie ook: in 1965 gingen 49 auto's als gevolg van controles naar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 9