l»a SCHEEPSK^BERICHTEN Het land j achter j de bergen 5DAG 10 MEI 1966LETDSCH DAGBLAD lies Nederlandse schepen k 7 470 m OZO Guardaful 7 v Ganua te Port Said 9 v Amst. tc Zaebrugga 9 v Liisabon te Amsterdam 8 v Hamburg ta Rotterdam 3 v Volos n Herakllon P 7 Kiel n Lidkoping m P 9 Ouessant n Bilbao 8 v Dan-ig te Wiïbach 7 Hamburg te Rottardam 8 v Rottardam ta Granville P, Kial n Skutikar "•k# 7 v Montreal n Engeland 8 v Londen te Rotterdam 8 v Alicante te Carthagena 8 te Delfiijl 7 v Deltziji te Laar kNw Orleana Bremerheven 7 v Bordeaux n Kan ta Rotterdam p 9 Mas Zppslei'pvuart iAGEUJKS VERVOLGVERHAAL PANDA EN DE WEGDOENER 38. Het is jammer, maar Panda kreeg van de scherpzinnige aan klager Mr. Knerpstra geen kans zijn verhaal te vertellen. Het ergste ivas nog dat hij zelf merkte hoe ongeloofwaardig het klonk en daar door steeds verwarder werd. Het loas dan ook voor iemand die, zoals Knerpstra, de colleges van de grote Domper had kunnen volgen, een eenvoudige opgave om de zaak vernietigend samen te vatten. „Edelachtbare"riep hij uit, „het geval is duidelijk. Wij weten: a - de verdachte werd tot driemaal toe op verdachte wijze nabij of in bankgebouwen aangetroffen; b - tot tweemaal toe pleegde hij verzet, mishandelde een politiebeambte en vluchtte, wat wij mogen zien als een bekentenis van schuld; en c - hij werd op heterdaad betrapt. Bij een zo in- en inverdorven individu kunnen we geen verbetering meer verwachten; verwijdering uit de maatschappij is geboden. Edelachtbare, ik heb de eer levenslang te eisen!" „Net goed", meende de dame op de tribune. En wat doet Joris Goedbloed? Is de lafaard nu tevreden, heeft hij genoeg gehoord? Of kan het zijn dat zijn beknelde geweten hem naar buiten zendt? RECHTER TIE EN DE MOORD OP DE LOTUSVIJVER 3. Enkele uren later rijden drie ruiters in rustige draf over de weg die langs het meer van Mien-yuan loopt. De rode gloed van de dageraad schijnt op hun bruine jachtgewaden en zwarte kappen, en een koel ochtendbriesje doet het water van het meer vriendelijk rimpelen. De ruiters zijn Rechter Tie, zijn trouwe helper Tsjiao Tai en de apotheker Kai, die terugkeren van de eendenjacht. De apo theker die een groot jager is, had de Rechter en Tsjiao uitgeno digd om hem eens te vergezellen, maar ondanks zijn grote ervaring keren ze met lege handen naar huis terug. Rechter Tie heeft zich er niet door uit het veld laten slaan en zegt opgewekt tot de apotheker, die naast hem rijdt: „Onze jachtpartij heeft me in elk geval een manier geleerd om misdadigers te vangen. Stel dat de dader van een misdrijf onbekend is, dan zet je ergens een lokvogel uit, je houdt je verborgen met je net, en zodra het wild zich laat zien, klap je het dicht". Tsjiao Tai echter kan zijn teleurstelling over de mislukte jacht niet goed verkroppen. „Twee uur lang hebben we met onze netten door het riet gezwaaid, en ive hebben niks dan waterplanten gevangen", bromt hij. Het drietal passeert twee boe ren, die in de gebaarde ruiter Rechter Tie hebben herkend en eer biedig langs de kant van de weg zijn neergeknield. Ze naderen nu het bos dat grenst aan de stad Mien-yuan. DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 514. Zodra Bram en zijn vrienden dichterbij waren gekomen bemerkte zij, wat het oploopje had veroorzaakt. Op de hoek van de straat stond een boeienkoningzo'n knappe artiest, die altijd weet vrij te komen, hoe stevig hij ook wordt ge bonden. Bram zou Bram niet zijn, als hij niet spoedig vooraanstond om met kennersblik de knopen te bekijken, welke twee mannen uit het publiek aan het leggen waren. Nu, dat waren mannen, die de kunst verstonden. Zij gebruikten zelfs de Overgehaalde Mastworp, waarmee Bram op zijn stuurmans examen heel wat moeite had gehad. Het zou een wonder zijn, als de boeienkoning daaruit wist te ontsnappen. Maar de artiest had zulke dingen meer meegemaakt, en zijn lachje was vol zelfvertrouwen. Doodstil werd het, toen de man als een postpakketje op de grond werd gelegd en zich langzaam uit de knopen ging loswurmen. Het kostte hem kennelijk wél moeite en de zweetdruppels parelde op zijn voorhoofd. Bram keek vol belangstelling toe. En h\j merkte niet eens, dat het teertouwtje zich stiekem van de tas had losge maakt i Oorspronkelijk verheel door JOHN BOLAND [nore wiste zich het zweet van Bicbt en rukte aan de boord dikke hals, terwijl h^j de bestudeerde. Er stonden talrij ken blauw op. Er moest op (en en tientallen plaatsen upen jiggen, met daartussen in alle gen verlopende rivieren, tomel, hoe wil jy daar be- voeren?" «eenvoudig. Er is daar een je Lone Peak, ruim veertig ki- if pal ten oosten van de blok- pne Peak is tegen de twee- f meter hoog. Al zit de lucht je komt by de blokhut, je t op die berg oriënteren." Hy i een cirkeltje op de kaart. de Lone Peak. Je kunt de |et missen, hy staat veel oos- dan waar de Roc key Moun- )eginnen. Vlieg van de Lone ïl oostelyk en het eerste open dat je ziet is het Caribou leek werkeiyk heel eenvoudig, er Leary tydens de vlucht jrkomen, Claymore zou zelf de iar de hut vinden, nam hy je soms nog een of ander nore keek snel op. De stem piloot had sarcastisch ge- l Met een rimpel boven zyn jrdiepte de Engelsman zich t de kaart. „Nee, nee, verder Hoof ik niets". htig.. Wanneer gaan we?" Hy Claymore's protesten af. laid, ouwe Jongen, ik weet dat pruldig voorbreid moet wor- nar we moeten niet nodeloos spillen. We hebben niet veel tr, zie je; als we te lang aar- al het te laat zyn. Zodra de |s ingevallen, bereiken wy die niet meer". |a dat weet ik. Maar we moe- isoluut zeker van onze zaak l geringste fout kunnen wy t verloven". kd nooit gedacht, dat het een fcg zou kunnen zyn, samen vakantie te houden. De- [was het dat. Hy moest zyn programma zo zorgvuldig k afwerken en hy vond het ademing, de bank en de Ca- Lchter te laten, ook al bete rt twee weken lang het groot- van de dag met Helen op- k is het ontstaan? Dit w<xr.d: GESCHIL det een ge«chil verstaan en onenigheid tussen twee en over een bepaald punt. 6 wel duideiyk dat er ver- ichap bestaat met verschil, el gebruikt de beide woor- loor elkaar, maar reeds in t eeuw begon de betekenis: te overheersen. Ook in de an: lawaai, rumoer kwam ivoord geschil toen voor. »m kan ook worden ge- aan verwantschap met in de betekenis: luid klin- en de daarvan afgeleide: ïeschil zou dan oorspron- hebben betekend: luid en vandaar: ruzie. Dat verschil als schel de be is heeft beïnvloed is wel daardoor is echter moei- te stellen welke de betekenis is ge- gescheept te zyn. Voor het eerst se dert maanden sliep en at hy goed. Hy wist niet wat hy hoorde, toen Helen hem haar mening over zyn veel gezonder utterlyk liet weten. „Je had te hard gewerkt", zei ze. „Al die avonden, dat je er voor za ken op uit moest! Nu je vakantie hebt, UJk je jaren jonger". De verbetering hield evenwel niet lang stand, nadat hy na terugkeer te Fay ton weer contact met Leary had gekregen. De Canadees was bij die gelegenheid meer dan half dron ken en in een kwalyke bui. Nadat hij een uur ruzie had gemaakt, be gon hy plotseling te dreigen. „Verdomme, man!" barstte hy uit. „Als Je niet van plan bent door te gaan, zeg dat dan. Maar weet wel wat je doet. Het zal je loopbaan be slist geen goed doen, als je bazen er achter komen, dat jy van plan was hen te bestelen!" Hij boog zich naar voren en keek de bankdirecteur kwaadaardig aan. „Voor je het weet zit Je tot aan de oren in de last, als ik dat wil. En reken er niet op, dat ik niet zal willen. Ik laat me deze kans niet ontgaan." In ontzetting staarde Claymore in het gezicht tegenover hem, dat een mengsel van haat en hebzucht uit drukte. Plotseling en voor het eerst zag hy de Canadees zoals hy was. Hoe had hy zo dwaas kunnen zyn zich aan die Leary uit te leveren? De piloot was inmiddels geen on aantrekkelijk, maar onmisken baar werktuig meer; hy was een gruweiyke bedreiging geworden. De bankdirecteur voelde, dat de zweetdruppels hem op het voorhoofd stonden. Hy had in him gesprekken heel wat dingen gezegd, die alleen d-e bankleiding kon en hoorde te we ten. Ja, Leary kon hem zeer gemak kei yk te gronde richten. Die nacht kwam Claymore in zyn bed tot het besef van een waarheid die hy nog niet eerder onder ogen had gezien: de bankroof was onver- mydeiyk geworden. Hy kon het plan niet meer laten varen zonder last te krygen of risico te lopen. Leary zou hem bhjven opjagen tot de mis daad was gepleegd. En als de bank eenmaal was beroofd, vroeg Clay more zich af, hoe veilig zou hy dan zyn? Afgezien van het gevaar dat hem van de zyde van de politie dreigde, hoe zou Laery zich gedra gen? Zou hij eerUjk spel spelen en zich met zyn aandeel in de buit ver genoegen of zou hij proberen alles voor zichzelf te houden? In de duis ternis lachte Claymore verbitterd. Hy stelde niet veel vertrouwen in dieveneer. Welke garantie had hy dat de pi loot en die vrouw met haar harde gelaatstrekken zich niet van hem zouden ontdoen, als het geld een maal veilig aan de overkant was? (Wordt vervolgd Maandblad „Ouverture'' Dat men in Rotterdam staat te po pelen om de, naar onlangs uit een enquête gebleken is, over het alge meen niet bijzonder muzikale Rotter dammers meer voor muziek te inte resseren, blykt o.a. uit de verschijning van het maandblad „Ouverture", een orgaan van het Rott. Philh. Orkest, het Concert- en Congresgebouw „De Doelen", de Roterdamse Kunststich ting en de Ver. tot instandhouding van het R. Ph. O. Het eerste nummer, verlucht met talryke foto's, maakt een voortreffe- lyke indruk. Vele beelden van het nieuwe Concertgebouw „De Doelen" en portretten van de talryke voor aanstaande dirigenten en musici, die hun medewkerking zullen verlenen aan de komende concertenserie's i luchten 't geiheeL Voorts wordt aan dacht gewyd aan de komende Rot terdamse wereldpremière van Haydns "Esterhazy Te Deum", alsmede aan die van de herontdekte "Missa Hipa- nica" van Johann Michael Haydn, de jongere broer van Joseph, waarvan de wereldpremière eveneens in Rot terdam wordt gegeven. Het bevat voorts een gesprek met Jurriaan An- driessen, de componist van "Concerto Rotterdam" en een beschouwing over de componist Kees van Baar en (van dr. Jos. Wouters), wiens "Mucica per Orchestra" geschreven werd in op dracht van de Rotterdamse Kunst stichting. Diverse Rotterdamse mu ziekcritici geven hun mening weer over de wyze, waarop het Rotterdam se muziekleven gestimuleerd dient te worden. Op de omslag een fraaie fo to van de dirigent Eduard Flipse, die jarenlang zoveel heeft gedaan voor de Rotterdamse muziekwereld. over'n béste geiser gesproken...! Beknibbel niet op 'n radiator, één Junkers cv-gasgeiser heeft capaciteit voor een héél huls. Warm in een wip, goedkoop f in aanleg en tevreden met een I plaatsje in een kast! Verwacht u I ónders van Junkers (met 86 jaar ervaring in geisers, geisers, geisers, geisers, geisers...)?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 21