Rijksstudietoelagen in Nederland
)e Delftse studie voor
ijriskundig ingenieur
eelzijdig
Keuze
In het land
Breed
Gegevens
door mr. F. W. Laverman
In Nederland wordt financiële hulp
aan studerenden verstrekt door verschil
lende instanties. Niet alleen van rijks
wege, ook door de provincie, een groot
aantal gemeenten en zeer vele particu
liere stichtingen worden grote bedragen
voor financiële studiehulp ter beschik
king gesteld.
Door een goede samenwerking tussen
het ministerie van Onderwijs en We
tenschappen en andere hulpverlenende
kistanties wordt bereikt, dat dubbele
uitkeringen aan dezelfde personen wor
den voorkomen en dat de beschikbare
gelden op de juiste wijze worden besteed.
In het hiernavolgende zal alleen wor
den gesproken over de financiële hulp,
die van rijkswege en wel door het mi
nisterie van Onderwijs en Wetenschap
pen, wordt verleend aan studerenden en
door prof. dr. H. J. A. Duparc
NLANGS kon men in de pers
,ee gedenkwaardige feiten lezen:
J na elkaar werd gewag ge-
n&kt van heit afstuderen (in
dft) van de duizendste natuur-
tdige ingenieur en de honderd-
lewiskundige ingenieur,
j twee hier genoemde getallen wij-
n'wel uit dat de studie voor wlskun-
Ingenieur korter moet bestaan dan
roor natuurkundig ingenieur. Laatst-
atemde studie dateert van circa 1930
"*men de noodzaak voelde om in be-
nöe gevallen de bestaande ingenieurs
dfcollega te geven waarop zij konden
flfcvallen bij de reeds vele gerichte
1 lemen waar de nieuwe categorie
le&ieurs hun bij uitstek hulp kon bie-
Wie nu wil laten zien door welke
eweringen geleid men circa 1955
op tot de gedachte aan de opleiding
vjWlskundige ingenieurs, zou boven-
-d|emde considerans van 1930 kunnen
ijlen.
ir< zijn inderdaad steeds meer rede-
;eiom naast de universitaire wiskun-
ok een studie in de wiskunde aan
technische hogeschool bestaansrecht
■ven. Er is tegenwoordig bijna geen
ld van techniek waarin niet op de
of andere wijze een reeds zinvolle
ak nog zinvoller wordt als men de
nde de helpende hand laat bieden,
helpende hand wordt nog extra ef-
bt als men de rekenmachines te
roept. Daar waar het menselijk
lift geen algemene of geen voldoende
e methode om bepaalde uitkomsten
1jgen heeft weten te vinden, kun-
rij uitstekende diensten verrichten,
ter niet noodzakelijk eerder:
oachine is en blijve de slavin
mathematici (en niet andersom),
tormachtige ontwikkeling van de
imachine verruimt de mogelijkh fi
leer: problemen waaraan men vroe-
niet durfde te beginnen, kan men
anpakken. Zo wijzigde zich het ge
waar de mathesis uitkomst kon
en aanzienlijk: zowel bij klassieke
tische, mechanische, fysische of
lische problemen (de opsomming
volledig; wie haar volledig wil ma-
behoeft slechts de namen van alle
fstudeerrichtingen uit het Delft van
op te sommen) als bij allerlei or-
Batorische spelen nieuwe methoden
e wiskunde, tot ontwikkeling geko-
dank zij de rekenmachine, een be-
rijke rol. Rond 1900 zouden weirri-
hebben geloofd dat een wiskundige
kbaar zou zijn voor behandeling van
lemen als samenstellen van lesroos-
voor inrichtingen van onderwijs,
«regelingen voor vervoerbedrijven,--
Issingen in bedrijfsbeleid, strate-
h bepaalde prijzen, e.d. Het merk-
rdige feit doet zich tevens voor dat
der nieuwere mathematische me
en vaak gebruik maken van reeds
rikkelde theorieën, die ineens een
we toepassing vinden.
als wiskundig ingenieur later nooit goed
kunnen handhaven. Tot zijn belangrijke
taak behoort het de taal van de ander
te verstaan, te zien hoe diens proble
men met behulp der wiskunde kunnen
worden geformuleerd en daardoor tot op
lossing kunnen worden gebracht en hoe
de dan verkregen wiskundige resultaten
in voor de ander begrijpelijke taal wor
den geïnterpreteerd. In Delft is de stu
die zo ingericht dat de adspirant-wiskun
dige zijn eerste studiejaar in een an
dere afdeling doorbrengt, zodat hij zo
wel met een begin van universitaire
wiskunde ais met een of andere vorm
van techniek kennis maakt. Na het be
halen van het Pl-diploma gaat de stu
die van het tweede jaar af verder in
de onderafdeling der wiskunde. Tijdens
het tweede jaar wordt de wiskunde
meer fundamenteel aangepakt, terwijl
diverse technisch-fysische vakken het
noodzakelijke complement in dit sta
dium der studie vormen. Na het beha
len van het P2-diploma vangt de kandi
daatsstudie aan, die wiskundig gezien
voortbouwt op de in de propaedeuse ge
plaatste basiskennis der wiskunde en de
student in kennis brengt met de vele
onderling sterk verschillende richtingen
die de wiskunde vertoont. Het grote
aantal docenten in Delft accentueert die
veelheid van richtingen en ruimheid van
keuze (en studie).
It het bovenstaande ziet men ener-
M de veelzijdige plaatsingsmogelijk-
len voor een wiskundig ingenieur en
jrijpt men ook wel hoe in principe
onderwijsprogramma voor deze stu-
moet zijn ingericht: men moet
ssieke solide wiskunde kennen, bij
«keur m wat moderner formulering,
moet met rekenmachines kunnen
Ra en, men moet gevoel hebben voor
toepassen der wiskunde in andere
«gebieden (ten slotte is in grijze tij-
de wiskunde ook door dergelijke
pulsen ontstaan) en vooral wat men
wel en wat men dan niet moet pro-
ren of nastreven, anders gezegd: men
)et wiskunde met begrip en gevoel
*uien bedrijven. En dat vereist twee
Jncipiële eigenschappen voor de wis-
pde-student in Delft: aanleg voor wis-
jnde en gezond verstand.
P«t eerste is een absolute noodzaak,
■e geen aanleg voor wiskunde heeft,
lat bij deze vijf jaar durende studie
Q onder: vroeg of laat (vaak te
Wie geen gezond verstand
do hier bedoelde stijl heeft zal zich
meer in het bijzonder aan de student
van het wetenschappelijk onderwijs.
Studietoelagen, verstrekt door het mi
nisterie van Landbouw en Visserij ais-
mede andere departementen zullen bui
ten beschouwing worden getaten. De
richtlijnen met betrekking tot het verle
nen van rijksstudietoelagen door het mi
nisterie van Onderwijs en Wetenschap
pen zijn vastgelegd in het „Reglement
Rijksstudietoelagen 1960" (Nederlandse
Staatscourant van 16 mei 1960, nr. 93).
Artikel 1 hiervan zegt, dat rijksstudie
toelagen worden verleend aan hen
a. die de Nederlandse nationaliteit be
zitten;
b. bevoegd zijn deel te nemen aan de
examens in de door hem gekozen stu
dierichting;
c. van wie vaststaat, dat zij zelf noch
hun ouders in staat zijn de kosten
samenhangende met de studie te be
strijden.
Ter verduidelijking van het onder c.
gestelde zij vermeld, dat de financiële
steun van de overheid niet verder gaat
dan het wegnemen van de eventuele fi
nanciële belemmeringen, waardoor de
aanstaande student zou worden weerhou
den van het ondernemen van de door
hem gewenste universitaire studie. De
student kan derhalve slechts financiële
hulp ontvangen, indien en voor zover
zijn ouders, verzorgers of hij zelf de
kosten van de studie niet kunnen dra
gen. Indien de ouders de kosten van de
studie wel kunnen maar niet willen dra
gen, kan geen rijksstudietoelage worden
verleend.
Onder de kosten van de studie wordt
verstaan: inschrijf- en examengeld, leer
middelen, pension, reis- en onderhouds
kosten, noodzakelijke contributies, zak
geld en andere uitgaven, die naar het
oordeel van de minister van Onderwijs
en Wetenschappen als kosten samenhan
gende met de studie kunnen worden be
schouwd.
Rijksstudietoelagen kunnen uitsluitend
worden verleend voor studie-activiteiten
aan Nederlandse instellingen van weten
schappelijk onderwijs in Nederland. Ze
worden vastgesteld telkens voor één aca
demisch jaar; eenmaal verleend wordt
de studietoelage niet automatisch ver
lengd. Ieder jaar opnieuw worden de
studieprestaties beoordeeld en wordt op
grond van de financiële omstandigheden
van de aanvrager nagegaan of en in
hoeverre financiële hulp nodig is.
Rijksstudietoelagen worden al naar ge
lang de vorm waarin ze worden toege
kend onderscheiden in
a. beurzen
b. renteloze voorschotten
e. gemengde toelagen (gedeeltelijk
beurs, gedeeltelijk renteloos voor
schot).
BEURZEN zijn toelagen, die niet be
hoeven te worden terugbetaald, indien
aan de voorwaarden gedurende het cur
susjaar, waarvoor de bedragen worden
verleend, Is voldaan.
RENTELOZE VOORSCHOTTEN zijn
toelagen, die zonder borgstelling worden
verleend, steeds renteloos blijven en on
der bepaalde voorwaarden na beëindiging
of staking van de studie moeten worden
terugbetaald. Teneinde de studieschuld
van de pas afgestudeerde academicus
niet te hoog te doen oplopen is bepaald,
dat het deel van het renteloos voorschot,
dat een bedrag van 1200 gulden te bo
ven gaat, niet zal behoeven te worden
terugbetaald. Anders gezegd: de stu
dent die in aanmerking komt voor een
renteloos voorschot van b.v. 3000 gulden
zal mettertijd hiervan 1200 gulden be
hoeven terug te betalen, 1800 gulden
heeft hij ontvangen als beurs.
In bet algemeen ontvangt de eerste
jaars student het bedrag, dat hij als
rijksstudietoelage nodig heeft in de vorm
van een renteloos voorschot (tot 1200
gulden), of indien hij meer nodig heeft
als gemengde toelage.
Slechts indien hij tot de goede
VHMO-leerlingen heeft behoord(met een
gemiddeld cijfer: 8) kan hij het totaal
benodigde bedrag voor zijn universitaire
studie reeds in het eerste jaar als beurs
ontvangen.
Is hij eenmaal met zijn universitaire
studie begonnen dan wordt hem voor
het volgende cursusjaar een rijksstudie
toelage toegekend, indien hij in de nor
male tijd met gunstig gevolg deelneemt
aan de tentamens en examens. Hij ont
vangt dan een deel van het benodigde be
drag als renteloos voorschot, nl. maxi
maal 1200 gulden, het meerdere beno
digde in de vorm van een beurs.
Stijgen rijn studieprestaties boven het
normale peil uit, dan ontvangt hij het
bedrag der rijksstudietoelage geheel als
beurs. Hij, wiens aanvraag om een stu
dietoelage op grond van onvoldoende stu
dieprestaties is afgewezen of wegens fi
nanciële omstandigheden niet voor in
williging vatbaar is en die niettemin
kans heeft gezien zijn studie voort te
zetten kan voor een volgend cursusjaar
opnieuw een verzoek om een rijksstudie
toelage Indienen. Geven de nieuwe ad-
vlezen en de financiële omstandigheden
alsdan aanleiding tot een gunstige beslis
sing dan kan wederom een toelage ver
leend worden.
De financiële hulp moet zodanig zijn,
dat de student in de gelegenheid is zich
aan de universiteit tot een all-round aca
demicus te ontwikkelen. Hij moet ki
staat worden gesteld zijn studieplannen
conform het academisch programma
breed op te zetten en naar eigen keuze
thuis of in de universiteitsstad op ka
mer wonende deel te nemen aan de stu
dentenactiviteiten. Dit houdt niet in dat
hij onbeperkt aan alle activiteiten kan
deelnemen.
In dit opzicht dient hij zich vooral in
verband met de studie enige beperking
op te leggen.
Met ingang van de cursus 1966/1967
is het maximale bedrag van de rijks
studietoelage vastgesteld op 4000 gulden.
Aangezien iedere student, die een rijks-
studietoelage ontvangt, vrijgesteld is
van de betaling van collegegeld ten be
drage van 200 is de maximale toelage
voor hem in feite 4200 gulden waard.
Bij de vaststelling van dit bedrag is
uitgegaan van de kosten van studie en
levensonderhoud van een op kamer wo
nend student voor een periode van 12
maanden. Dit wU niet zeggen, dat iede
re student ook 4000 gulden nodig heeft of
dat iedere studie inderdaad 4000 gulden
kost. De kosten van studie zijn o.m. af
hankelijk van de vraag of men in de
universiteitsstad bij zijn ouders inwoont,
spoorstudent is of ver van het ouderlijk
huis op kamer in de universiteitsstad
woont of welke studie wordt gevolgd.
Bij de vaststelling van het bedrag der
studietoelage wordt steeds rekanlng ge
houden met de werkelijke bijdrage der
ouders, verzorgers, eigen inkomsten van
de student zelf of financiële hulp heeft
van anderen. Dit houdt in dat ook re
kening wordt gehouden met de door de
ouders genoten kinderbijslag en de fisca
le kinderaftrek. De bijdrage der ouders
is afhankelijk van hun financiële draag
kracht die o.m. nauw samenhangt met
hun inkomen, de gezinssamenstelling,
de overige te verzorgen gezinsleden, de
overige in- of uitwonende studerende
kinderen.
Algemeen geldende regels zijn hier
over moeilijk te geven.
Alvorens op een aanvraag om een
rijksstudietoelage te kunnen beslissen
is het noodzakelijk voor de afdeling
Rijksstudietoelagen te kunnen beschik
ken over de vereiste gegevens. Het Is
dan ook zaak, dat de student die een
rijksstudietoelage heeft aangevraagd, de
beslissende Instantie zo volledig en dui
delijk mogelijk inlicht over de financië
le situatie van zijn ouders en van hem
zelf. Aangezien de gegevens over de fi
nanciële omstandigheden ten tijde van
het indienen van de „Staat van Inlich
tingen" lang niet altijd voorhanden rijn,
dienen deze zo spoedig mogelijk, doch
uiterlijk 1 juli in het beszit te zijn van
de Afdeling Rijksstudietoelagen. Ieder
Jaar opnieuw blijkt, dat tienduizenden
aanvragers hierin nalatig zijn, met het
gevolg dat geen beslissing op hun aan
vragen kan worden genomen.
Voor het aanvragen van een rijksstu
dietoelage geldt de vaste regel, dat ver
zoeken hiertoe moeten worden ingediend
in de maand januari voorafgaande aan
het cursusjaar waarvoor de studietoela
ge wordt gevraagd. Derhalve zij, die bet
voornemen hebben in september met een
studie te beginnen en menen voor een
studietoelage in aanmerking te kunnen
komen, moeten ook al staat hun studie
plan in verband met het nog af te leg
gen eindexamen niet vast, in januari van
dat jaar hun aanvrage indienen.
Ieder jaar opnieuw worden in de
maand december op alle scholen van
het VHMO door middel van aanplak
biljetten bekend gemaakt op welke wij
ze en aan welke instantie rijksstudietoe
lagen kunnen worden aangevraagd.
Ongeveer terzelfder tijd wordt een
soortgelijke mededeling in alle dagbla
den opgenomen.
Leerlingen in de hoogste klassen van
het VHMO kunnen een a an vraag-formu
lier verkrijgen bij de rector of directeur
van hun school; zij kunnen zich ook
wenden tot het ministerie van Onderwijs
en Wetenschappen, afdeling Rijksstudie
toelagen, Nieuwe Uitleg 1 te 's-Graven-
li age.
Na ontvangst van de ingevulde aan
vraagformulieren zendt de Afdeling
Rijksstudietoelagen aan de aanvragers
een „staat van inlichting'' welke nauw
keurig en volledig ingevuld en onderte
kend en voorzien van de vereiste stukken
binnen 30 dagen moet worden terugge
zonden. Zij, die reeds met een univer
sitaire studie bezig zijn, de oudere
jaars studenten, kunnen uitsluitend in de
maanden januari en februari rijksstudie
toelagen aanvragen op de wijze, zoals
ieder jaar opnieuw in de gebouwen van
universiteit en hogeschool bekend wordt
gemaakt.
Ten slotte wordt er met nadruk op
gewezen, dat aanvragen, welke na 1
maart worden ontvangen, door de afde-
Hug Rijksstudietoelagen niet meer la be
handeling kunnen worden genomen.
Slechts in zeer bijzondere omstandighe
den, welke zich na de indieningstermijn
voordoen en die niet eerder te voorzien
waren, b.v. het overlijden van een kost
winner, bestaat de mogelijkheid, dat de
aanvraag in behandeling wordt genomen.
In het derde jaar kan de student
al naar rijn toekomstdromen zijn be
geleidende vakken kiezen in de techni
sche of organisatorische hoek. Na het
behalen van het kandidaatsdiploma
vangt de nu nog twee jaren duren
de eindstudie aan. Uit de genoemde
veelheid kiest de student naar goed
Delfts gebruik een afstudeerhoogleraar,
die hem in zijn eindstudie begeleidt en
een passend stel meer specialistisch ge
legen vakken als programma vaststelt.
Het blijft niet bij alleen vakken bestu
deren: in zijn afstudeerwerk dient de
student zelf een gegeven probleem op te
lossen met alle hem ten dienste staan
de hulpmiddelen (waaronder zeker ook
de grote elektronische rekenmachine
der TH Delft, de TR 4, te noemen valt;
maar ook andere hulpmiddelen zijn in
Delft in ruime mate aanwezig). Als al
les goed loopt is men in 5 jaar afge
studeerd. In enkele gevallen gebeurt dit
ook echt. Vertraging in de studie is een
algemeen gebrandmerkt odium, dat zelfs
onze soms zo economisch gerichte me
deburgers kan verontrusten. Men be
denke dat een te traag studerend stu
dent zich zelf meer kwaad doet dan de
maatschappij: hij komt te laat in de in
dustrie, in het „arbeidsproces", maar
heeft zelden de impuls om bepaalde col
leges steeds weer te volgen. Door hem
geraken de collegezalen niet overvuld.
In tegenstelling hiermee is een verlen
ging van de studieduur bij begaafde
studenten die iets extra's willen opste
ken, aan te bevelen: een extra „denk
proces" kan een vertraagd „arbeidspro
ces" rechtvaardigen.
Wie goede aanleg voor wiskunde heeft
en op tijd rijn examina doet, maar niet
over middelen beschikt om de studie
te betalen, kan zich in ruime mate van
een studietoelage verzekerd weten. De
overheid is hier mild mee, ook nog wel
voor hen die eens een jaar achter ra
ken. Gelukkig heeft zij tot dusven-e de
aandrang tot nog groter mildheid we
ten te weerstaan, zodat nog geen beur
zen worden verstrekt voor een vrijwel
eeuwig studentschap.
Het aantal wiskunde-studenten in
Delft stijgt voortdurend; het gebruik der
wiskunde in industrieel Nederland even
eens. Er is dan ook geen reden tot zorg
over de plaatsingsmogelijkheden. De
beste propaganda voor de jonge studie
richting wordt dan ook gemaakt door
de arbeid der wiskundige ingenieurs
zelve. De voorhoede is opgerukt, hun
scharen rijn verder in opmars en wij
hopen dat de achterblijvers gering in
aantal zullen zijn. Een echt wiskundige
hoe bescheiden men ook beweert dat
dit genus is behoeft tegenwoordig niet
tot de achterhoede te behoren.
Er zijn in ons land twaalf in
stellingen van wetenschappelijk
onderwijs, die een rijke verschei
denheid aan richtingen bieden.
Wij laten ze hieronder volgen,
met de studiemogelijkheden die
zij bieden en de telefoonnummers
waaronder zij bereikbaar zijn
voor inlichtingen.
1. Rijksuniversiteit Leiden
(01710—48333).
Theologie; rechten (w.o. notariaat);
geneeskunde; wiskunde; natuurkunde;
scheikunde; biologie; sterrenkunde; far
macie; aardkunde; algemene taalweten
schap; klassieke taal- en letterkunde;
Nederlandse taal- en letterkunde; Ro
maanse taal- en letterkunde (Frans,
Italiaans, Spaans); Germaanse taai- en
letterkunde (Duits, Engels, Fries); Sla
vische taal- en letterkunde; Semitische
taal- en letterkunde; Arische (Indo-
Iraanse) taal- en letterkunde; Indone
sische taal- en letterkunde; Chinese en
Japanse taal- en letterkunde; Egypti
sche, Arabische, Nieuwperzische en
Turkse taal- ai letterkunde; geschiede
nis; kunstgeschiedenis; archeologie;
westerse sociale studierichting; niet-
westerse sociale studierichting; culture
le antropologie; psychologie, opvoedkun
de; wijsbegeerte; prehistorie.
2. Rijksuniversiteit Utrecht
(030—25351).
Theologie; rechten (w.o. notariaat);
geneeskunde; tandheelkunde; wiskunde;
natuurkunde; scheikunde; biologie; ster
renkunde; farmacie; aardkunde alge
mene taalwetenschap; klassieke taal- en
letterkunde; Nederlandse taal- en letter
kunde; Romaanse taal- en letterkunde
(Frans, Italiaans, Spaans, Portugees);
Germaanse taal- en letterkunde (Duits,
Engels, Scandinavische talen, Fries);
Slavische taal- en letterkunde; Semiti
sche taal- en letterkunde; Arische (In-
do-Iraanse) taal- en letterkunde; Indo
nesische taal- en letterkunde; Egypti
sche taal- en letterkunde (tot het kandi
daatsexamen); Arabische, Nieuwperzi
sche en Turkse taal- en letterkunde; ge
schiedenis; kunstgeschiedenis; archeolo
gie; muziekwetenschappen; westerse so
ciale studierichting; niet-westerse socia
le studierichting (hiervan heeft de mi
nister echter opheffing gevraagd); cul
turele antropologie; psychologie; op
voedkunde; diergeneeskunde; wijsbe
geerte; aardrijkskunde.
3. Rijksuniversiteit Groningen
(05900—32643).
Theologie; rechten (w.o. notariaat);
geneeskunde; tandheelkunde; wiskunde;
natuurkunde; scheikunde; biologie; ster
renkunde; farmacie; aardkunde (tot het
kandidaatsexamen) algemene taalwe
tenschap; klassieke taal- en letterkun
de; Nederfandse taal- en letterkunde;
Romaanse taal- en letterkunde (Frans,
Italiaans, Spaans); Germaanse taal- en
letterkunde (Duits, Engels, Scandinavi
sche talen, Fries); Slavische taal- en let
terkunde; Semitische taal- en lett :rkun-
de; Arische (Indo-Iraanse) taai- en let
terkunde; Indonesische taal- en letter
kunde (tot het kandidaatsexamen);
Egyptische taal- en letterkunde; geschie
denis; kunstgeschiedenis; archeologie;
economische wetenschappen; westerse
sociale studierichting; culturele antro
pologie (alleen doctoraal examen), psy
chologie; opvoedkunde; wijsbegeerte;
aardrijkskunde (alleen sociale aardrijks
kunde); prehistorie; Technische weten
schappen (toegepaste wiskunde, t*»hni-
sche natuurkunde en technisJie schei
kunde); accountancy.
4. Universiteit van Amsterdam
(020—217878).
Theologie; rechten (w.o. notariaat);
geneeskunde; tandheelkunde; wLskurde;
natuurkunde; scheikunde; biologie, ster
renkunde; farmacie; aardkunde alge
mene taalwetenschap; klassieke taal- en
letterkunde; Nederlandse taal- en letter
kunde; Zuid-Afrikaanse taal- en letter
kunde; Romaanse taal- en letterkunde
(Frans, Italiaans, Spaans, Portugees,
Roemeens); Germaanse taal- en letter
kunde (Duits, Engels, Scandinavische
talen, Fries); Slavische taal- letter
kunde; Semitische taal- en letterkunde;
Arische (Indo-Iraanse) taal- en letter
kunde; Indonesische taal- en letterkun
de; Egyptische en Arabische aal- en
letterkunde; geschiedenis; kunstgeschie
denis; archeologie; muziekwetenschap
pen; economische wetenschappen; cul
turele antropologie; psychology, opvoed
kunde; algemene politieke en sociale
wetenschappen; sociologie en sociogra
fische wetenschappen; sociale psycholo
gie en sociale pedagogiek; wijsbegeerte;
aardrijkskunde; prehistorie, actuariële
wetenschappen; accountancy, beiaefing-
cons ui entexamen (post-doe koraal); be
st uursexamen (postdoctoraal); orthope
dagogiek (postdoctoraal).
5. Vrije Universiteit Amster
dam (020—125811).
Theologie; rechten (w.o. notariaat);
geneeskunde; wiskunde; natuurkunde;
scheikunde; biologie; aardkunde: alge
mene taalwetenschap; klassieke taai
en letterkunde; Nederlandse taal- en let
terkunde; Romaanse taal- en letterkun
de (Frans); Germaanse uaai- t;» letter
kunde (Duits, Engels, Fries); Semiti
sche taal- en letterkunde; geschiedenis;
economische wetenschappen; westerse
sociale studierichting; niet-westerse so
ciale studierichting; culturele antropolo
gie; psychologie; opvoedkunde; politico
logie; wijsbegeerte; aardrijkskunde; ac
tuariële wetenschappen, accountancy.
6. Katholieke Universiteit Nij
megen (0880025141).
Theologie; rechten (w.o. notariaat);
geneeskunde; tandheelkunde; wiskunde;
natuurkunde; scheikunde; biologie; ster
renkunde (tot het kandidaatsexamen);
algemene taai wetenschap; klassieke
taai- en letterkunde; Nederlandse taai
en letterkunde; Romaanse taal- en let
terkunde (Frans, Italiaans, Spaans);
Germaanse taal- en letterkunde (Duits,
Engels); Semitische taal- en letterkun
de; geschiedenis; kunstgeschiedenis, ar
cheologie; westerse sociale studier.ch-
ting; culturele antropologie; psycholo
gie; opvoedkunde; wijsbegeerte; aard
rijkskunde (alleen sociale aardrijkskun
de).
7. Technische Hogeschool
Delft (01730—33222).
Wiskundig ingenieur; civiel ingenieur;
geodetisch ingenieur, bouwkundig inge
nieur; werktuigkundig ingenieur; elek
trotechnisch ingenieur, scheikundig in
genieur; mijningenieur; natuurkundig ixr
genieur; scheepsbouwkundig ingeniaur;
vlregtuigbouwkundig ingenieur; metaal-
kundig ingenieur.
8. Technische Hogeschool
Eindhoven (04900-68000)]
Wiskundig ingenieur, natuurkundig in
genieur; werktuigkundig ingenieur; elek
trotechnisch ingenieur; scheikundig in
genieur; bedrijfskundig ingenieur.
9. Technische Hogeschool
Twente (0542044644).
Werktuigkundig baccalaureus en inge
nieur; elektrotechnisch baccalaureus en
ingenieur; scheikundig baccalaureus en
ingenieur.
10. Landbouwhogeschool Wa-
ninger. (083706111).
Akker- en weidebouw; tropische land
bouwplantenteelt; veeteelt; tropu he
veeteelt; zuivelbereiding; tuinbouwp'an-
tenteelt; bosbouw (houtteeltkundige rich
ting); bosbouw (technisch-economische
richting); landhuishoudkunde (agrari
sche economie); tropische landhuis
houdkunde (tropische agrarische econo
mie); cultuurtechniek; tropische cultuur
techniek; tuin- en landschapsarchitec
tuur; plantenveredeling; plantenziek'en-
kunde; bodemkunde en bemestingsleer;
landbouwwerktuigkunde; levensmidde
lentechnologie; agrarische sociologie;'
agrarische sociologie van niet-westerse
gebieden; 1 and bou whu ishoudwe tenschap-
pen (technische richting); landbouw-
huishoudwetenschappen (sociaal-econo
mische richting).
11. Nederlandse Economische
Hogeschool Rotterdam
(010—235000).
Rechten; economische wetenschappen;
westerse sociale studierichting; accoun
tancy.
12. Katholieke Hogeschool
Tilburg (04250—70960).
Rechten; economische wetenschappen;
westerse sociale studierichting; accoun
tancy; belastingkundige (post-doctoraal).