Automatische informatieverwerking
De metaalkundig ingenieur
Consequenties
Categorieën
Zeer oud
Twintig
door prof. A. B. Frielink
HET aantal automatische infor
matieverwerkende machines
(computers of informaten) dat op
de wereld in gebruik is neemt snel
toe. Recente schattingen spreken
van 30 k 35 duizend installaties,
waarvan ongeveer 300 in Neder
land. Indien men bedenkt dat in
1946 de eerste van deze soort ma
chines gereed kwam en dat pas
in 1957 de allereerste computer
voor administratieve doeleinden in
Nederland in gebruik werd gesteld
(bij de Koninklijke Nederlandse
Heide Mij.), dan is dit voorwaar
een spectaculaire ontwikkeling. En
het einde is nog niet in zicht. Hoe
wel in de Verenigde Staten het
groeitempo iets terugloopt, geldt
voor Europa en de rest van de we
reld dat een verdere groei van een
omvang als de afgelopen 7 10
jaren in de Verenigde Staten bin
nen afzienbare tijd verwacht mag
worden.
Informaten werken niet uit zich zelf,
hoezeer ook de werking uit een zeker
oogpunt automatisch is. Het in gebruik
stellen van een informaat vereist een
uitvoerige voorbereiding door deskundi
gen. Doch ook het op peil houden van
de toepassing en de geregelde aanpas
sing aan gewijzigde omstandigheden en
nieuwe inzichten brengt omvangrijke ar
beid voor die deskundigen met zich
mee.
De toepassingsgebieden van informa
ten zijn legio; elke opsomming is ver
ouderd voordat zij wordt gepubliceerd.
Deze toepassingen liggen ook op het ge
bied van alle wetenschappen; mocht
er hier of daar nog een (deelweten
schap zijn die niet door „computeri-
tis" is aangetast, dan is het niet ge
waagd te voorspellen dat dit binnenkort
wel anders zal zijn. Overal waai gro
te hoeveelheden informatie volgens
exact definieerbare regels behandeld
moeten worden, is er plaaits voor auto
matische informatieverwerking.
Voor studerenden en studerenden-in-
spe heeft deze ontwikkeling tweeërlei
consequenties:
1. Ieder die zich bekwaamt voor wille
keurig welk vak met wetenschappe
lijke aspecten, of voor een beroep
dat met massale informatieverwer
king te maken heeft, zal zich nood
zakelijkerwijze zoveel computerken
nis moeten eigen maken als nodig is
om de toepassing op zijn vakgebied
te begrijpen. Dit geldt dus evenzeer
voor de taalkundige, de medicus, de
theoloog, de chemicus, als voor de
verkeersdeskundige (politie), de bi
bliothecaris en de boekhouder.
2. Door de invoering van informaten
is een aantal nieuwe beroepen ont
staan. Studerenden kunnen zich in
hun opleidingskeuze richten op deze
beroepen die deskundigheid vereisen
omtrent bepaalde aspecten en/of toe
passingen van informaten.
De mogelijkheden om zich op deze
beide wijzen in de automatische infor
matieverwerking te bekwamen zijn er
thans in Nederland, zij het nog in be
perkte mate.
De meeste universiteiten en hogescho
len bieden de studenten van velerlei
studierichtingen die daarvoor belang
stelling hebben, de mogelijkheid de nood
zakelijke basiskennis op te doen.
Aan de Universiteit van Amsterdam
en de Economische Hogescholen te Rot
terdam en te Tilburg zijn daartoe af
zonderlijke leerstoelen in het leven ge
roepen; daar en ook elders bestaat de
mogelijkheid door assistentschappen het
bijwonen van oriënteringscolleges en
voordrachtreeksen in de grondgedach
ten (en het vakjargon) te worden in
geleid. De beschikbare literatuur biedt
voorts de mogelijkheid van zelfstudie.
Over geschikte literatuur is de Biblio
theek en Documentatiedienst van het
Studiecentrum voor Bestuurlijke Infor
matieverwerking (Stadhouderskade 6,
Amsterdam) in staat alle gewenste in
lichtingen te verschaffen. Voorts stel
len vele leveranciers van computer-in
stallaties belangstellenden in de gele
genheid oriënteringscursussen te volgen,
sommige leveranciers beperken de toe
gang daartoe tot personeel van hun
(potentiële) afnemers, bij andere wordt
iedereen met voldoende algemene ont
wikkeling toegelaten. In het algemeen
brengen deze introducties geen kosten
van betekenis met zich mee.
Het is overigens gebleken dat een
groot deel van de basiskennis omtrent
automatische informatieverwerking zich
leent voor onderwijs op de middelba
re school en zelfs op de lagere school.
In Nederland hebben experimenten
op MEA-scholen dit uitgewezen; elders
is gebleken dat 10- tot 12-jarigen zich
zeer goed enkele eenvoudige grondbe
grippen door praktische oefening kunnen
eigen maken. Het is dan ook zeer ge
wenst dat het vak elementaire compu
terkennis in het leerprogramma van de
5e en 6e klassen van het lager en in
alle geledingen van het middelbaar, al
gemeen vormend of vakonderwijs wordt
opgenomen. Elke toekomstige generatie
zal nauwer ,,met de computer" moeten
De deskundigen die voor het doen wer
ken van informaten nodig zijn, kun
nen in een aantal categorieën worden
ingedeeld:
Ontwerpers, constructeurs en tech
nici voor de bouw en het onderhoud
van computers. Technisch- en wiskun-
diggerichte vooropleiding van acade
misch en middelbaar niveau is hiervoor
noodzakelijk.
De enige, geheel Nederlandse le
verancier van computers (Electrolo-
gica, sedert enige tijd gelieerd met
Philips) vraagt geregeld wiskundigen en
technici ter aanvulling van zijn staf.
Toepassingsdeskundigen en organi
satie-onderzoekers. Men duidt deze ca
tegorie wel aan met de letterlijk uit het
Amerikaans vertaalde term „systeem-
Computer voor
elke generatie
analisten". Afhankelijk van de aard van
de toepassingen waarop zij zich rich
ten, dienen zij een wiskundige of een
economisch/administratieve vooroplei
ding te hebben.
Academische wiskunde-opleidingen, de
opleiding tot wetenschappelijk rekenaar
en dergelijke vormen een goede basis
voor de wiskundig-georiënteerde toepas
singen. De accountantsopleidingen
(NIvA of academisch), de oplei
ding in administratief/organisatorische
richting aan economische faculteiten,
doch ook M.O. Boekhouden en het SPD
(Staatspraktijkdiploma voor Moderne
Bedrijfsadministratie) vormen een goe
de basis voor de economisch-admini-
stratief gerichte toepassingen.
In alle gevallen zal degene die zich
tot deskundige wil bekwamen daaren
boven opleidingen moeten volgen die
specifiek gericht zijn op de automati
sering. Voor wiskundig-georiënteerde
toepassingen zal zich dit kunnen beper
ken tot het Ieren programme ren bij
voorkeur in een zgn. algemene pro
grammataai) en het leren ontwerpen
van schema's (in het bijzonder stroom
diagrammen). Het Mathematisch Cen
trum te Amsterdam organiseert gere
geld cursussen Programmeren in ALGOL
een van de belangrijke algemene
programmeertalen. Verscheidene instel
lingen van wetenschappelijk onderwijs
bieden soortgelijke mogelijkheden voor
bij hen ingeschreven studenten.
Voor economisch/administratieve toe
passingen is een langere weg onvermij
delijk. Toepassing van informaten in
deze sector kan namelijk niet geïso
leerd worden bezien. Het welslagen van
automatisering vereist hier een vooraf
diep doordenken van alle organisatori
sche en psychologische gevolgen, die
niet gering blijken te zijn. De meest-
omvattende opleiding hiertoe wordt ge
organiseerd door het eerder genoemde
Studiecentrum voor Bestuurlijke Infor
matieverwerking, in de reeks van
zgn. AMBI-cursussen (Automatisering en
Mechanisering van de Bestuurlijke In
formatieverwerking). Er zijn zeven on
derdelen, die elk met een afzonderlijk
examen onder Rijkstoezicht worden af
gesloten. De cursussen worden in de
avonduren gegeven:
Administratief-technische
hulpmiddelen 30 avonden
Machinebesturing 25
Bedrijfseconomie en bedrijfs
administratie 20
Mathematische technieken voor de
beslissingsvoorbereiding 14
Administratieve organisatie 17
Onderzoektechnieken 25
Organisatie van de
informatieverwerking 25
156
Met één avond per week betekent dit
een studieduur van circa 4 jaar. Zo
lang deze opleiding nog niet gesubsidi
eerd is, bedragen de kosten 30 k f 40
per avond. Ook andere publieke en par
ticuliere instituten verzorgen opleidin
gen voor delen van de AMBI-reeks; de
examens worden steeds onder auspiciën
van het Studiecentrum afgenomen.
Opleidingen voor organisatie-onderzoe
ken ten behoeve van de toepassing van
informaten worden ook georganiseerd
door de leveranciers van deze machi
nes voor personeel van hun relaties.
Voor zover deze opleidingen met een
examen worden afgesloten, genieten de
uitgereikte diploma's geen algemene er
kenning. Ook zelfstandige „service-bu
reaus" (instellingen die ten behoeve
van bij hen aangesloten bedrijven auto
matische informatieverwerking verrich
ten) organiseren dergelijke opleidingen.
Assistenten van de organisatie-onder
zoekers. De opleiding hiertoe omvat 50
avonden; zij wordt afgesloten met het
Praktijkexamen Administratieve Auto
matisering. De kosten belopen circa
25 per avond.
Programmeurs. Dat zijn degenen die
door de toepassingsdeskundigen en hun
assistenten ontworpen oplossingen tot
een programma uitwerken. Er zijn
twee soorten opleidingen te onderschei
den:
die gericht op de vorming van prak
tijkprogrammeurs;
die gericht op de vorming van meer
creatief gerichte programmeurs.
Opleidingen van de eerste soort vindt
men bij de PBNA (schriftelijk) en het
eerder genoemde Studiecentrum (mon
deling), alsmede bij de leveranciers
van computers en enkele andere par
ticuliere opleidingsinstituten. De kosten
variëren sterk met de aard en omvang
van de cursussen. De opleidingen die
gericht zijn op de onder Rijkstoezicht
afgenomen „Praktijkexamens Program
mering" en „Examen Programmering"
kosten 200 k f 1.000.
Opleidingen van de tweede soort wor
den georganiseerd door de instellingen
van wetenschappelijk onderwijs, het
Mathematisch Centrum en het Studie
centrum voor Bestuurlijke Informatie
verwerking. Zij kunnen in het algemeen
slechts na een basis cursus worden ge
volgd.
Operateurs. Zij verrichten de hand
grepen die nodig zijn om de machine
te laten werken nadat de programma's
zijn gemaakt. De opleiding ia
trekkelijk eenvoudige aard I
geheel verzorgd door de levr
van de installaties.
Personeel invoervoorbereidji
omvat ponsers en ponsters, def
tel-, schrijf- en boekhoudmacl
dienen ter verkrijging van de
in een vorm die door de infon
lezen kan worden. De opleidin)
zich tot instructies omtrent
ning en oefening ter verkrijl
vaardigheid.
De toekomstige NederlandseJ®
aan deze categorieën kan, op
de verwachte uitbreiding vanB
tal computerinstallaties voor dfl
de 10 jaar worden geschat
tienduizenden. In het bijzondev
passingsdeskundigen en aun ai
alsmede creatieve programme^
voorlopig schaars blijven ten'
van de vraag.
Daarentegen mag een wafe
grote uitbreiding worden ver*|
de categorie praktijkprogramjj
operateurs, terwijl de ontwikifc
de behoefte aan personeel v<*
voervoorbereiding vooral zal j<
van de ontwikkeling van dep!
markt Blijvende schaarste j
categorie uitvoerend personen
toepassing van thans nop
kostbare machines ter vff
van hun arbeid sterk bevordp
wijl ook de organisatorlsf
pende machinale uitwisselin)
gevens hiervan de stimulansen
dervinden. 0
door prof. dr. A. J. Zuithoff
DE metaalindustrie m Neder
land vormt één van de belangrijk
ste bedrijfstakken. Hiertoe beho
ren de metaalproducerende bedrij
ven zoals hoogovens, staalfabrie
ken, gieterijen, metallurgische be
drijven, waartoe sedert kort o.a.
de aluminium-industrie behoort,
maar ook de metaalverwerkende
industrieën, de machinefabrieken,
scheepswerven, apparaten- en
elektrotechnische fabrieken, de
auto- en vliegtuigindustrie. De na
oorlogse groei is zeer spectacu
lair geweest en in het geheel van
deze technische ontwikkeling ne
men de materialen een belangrij
ke plaats in, want voor het reali
seren van technische ideeën is het
nodig te beschikken over materia
len met passende eigenschappen.
Materialenkennis is een vereiste
zowel bij de meer conventionele
constructies als bij nieuwe ontwik
kelingsprojecten in kernreactoren
en ruimtevaartuigen. Deze laat
ste zijn zelfs ondenkbaar zonder
oplossing van talrijke materialen-
problemen.
Ondanks de vele niet-metalen, de
kunststoffen en de keramische materia
len die de laatste jaren naar voren
zijn gekomen, nemen de metalen nog
steeds de voornaamste plaats in als
constructiemateriaal. En dit is begrij
pelijk omdat de metalen specifieke
eigenschappen bezitten, die andere ma
terialen missen. Een metaal kan wor
den vervormd, bewerkt, gegoten en door
warmtebehandeling kunnen zijn eigen
schappen verregaand worden gewijzigd
en aangepast. Dat de mogelijkheden
nog lang niet zijn uitgeput, bewijst de
recente ontwikkeling van staalsoorten
die de dubbele sterkte bezitten van alle
tot dusver bekende soorten. Nieuwe
metalen als tantalium, titanium, zirco
nium zijn nog maar enkele jaren bin
nen de technische gebruikshorizon. Het
bouwen in voorgespannen beton werd
mogelijk door de op grote schaal ont
wikkelde hoogwaardige staalkwaliteiten
De metaalkunde in historische zin 1
reeds zeer oud en de geschiedenis er
van nauw verweven met de menselij
ke cultuur. Spreken we niet van een
bronzen en ijzeren tijdperk en heeft
niet het smelten en gieten van metalen,
het smeden en harden van staal in de
verre oudheid reeds vermaardheid ge
geven aan hen, die zich ambachtelijk
met deze kunst bezig hielden. Van am
bachtelijke kunst tot moderne weten
schap liggen vele jaren. De metaalkun
de als wetenschap is nog jong en loopt
parallel met de ontwikkeling van de
natuurwetenschappen in het algemeen.
Wat de opleiding voor metaalkundig
ingenieur betreft, het buitenland was
ons daarin ver voor, samenhangend
met de late opkomst van onze indus
trie. Toen eenmaal de snelle groei hier
van begon, steeg ook de vraag naar
academisch gevormde metaalkundigen.
Hoewel een materiaalkundig diploma
werd overwogen is mede op grond van
onderwijstechnische argumenten geko
zen voor een metaalkundige opleiding,
waarbij echter de andere materialen
niet uit het oog worden verloren.
In 1954 werd het eerste metaalkundig
ingenieurs-diploma uitgereikt. Tot
nu toe bestaat alleen in Delft de oplei
ding voor dit diploma, wat verband
houdt met de omvangrijke laborato-
riumapparatuur, zowel technisch als
wetenschappelijk, die aldaar in de loop
van de jaren werd opgebouwd. In 1961
werd het nieuwe laboratorium voor
metaalkunde aan de TH te Delft vol
tooid, waarin thans een zevental hoog
leraren elk hun eigen werkgebied heb
ben voor de fundamentele en toegepas
te vakken.
De metaalkunde als studieterrein kie
zen betekent geen nauwe specialisatie,
maar geeft integendeel een brede
oriëntering, omdat zowel met de che
mie, de natuurkunde als de werktuig
bouwkunde raakvlakken bestaan.
Nieuwe of betere materialen kunnen
alleen worden ontwikkeld als men de
samenhang leert begrijpen tussen de
bouw van de stof en de structuur met
zijn gedrag onder verschillende om
standigheden. Daarnaast gaat het om
de fabricage en ten slotte moeten de
metalen in een bepaalde vorm worden
gebracht door walsen, smeden, gieten,
sinteren, of door verbindingstechnieken
als solderen en lassen. Zowel het ge
drag van halfgeleiders en magneetstaai
als corrosieproblemen of de eigen
schappen van legeringen bij extreem
hoge en lage temperaturen vragen de
aandacht. En dit zijn slechts enkele
voorbeelden om de breedheid van het
'rtrrein te illustreren.
Basisvakken in de metaalkundige op
leiding zijn: natuurkunde, scheikunde
en wiskunde; daarnaast komen enige
werktuigbouwkundige en tal van speci
fiek metaalkundige vakken. De studie
is niet zwaarder dan die van bij voor
beeld werktuigbouwkundig of natuurkun
dig ingenieur. Noodzakelijk zijn belang
stelling voor (en goede resultaten in)
de vakken natuurkunde, scheikunde en
wiskunde op de middelbare school. Zo
wel zij die meer theoretisch zijn aan
gelegd als degenen, die een uitgespro
ken praktische instelling hebben, gaan
de in de richting van het bedrijf met
zijn talrijke facetten, zullen tot hun
recht kunnen komen. Dit hangt ener
zijds samen met de vrije keuzemoge
lijkheid binnen het metaalkundig stu
dieprogramma, anderzijds met de geva
rieerde mogelijkheden van een toekom
stige werkkring.
De duur van de studie is nominaal
5 jaar. Gemiddeld komt in de praktijk
een wat hogere studieduur uit de bus,
omdat vooral in de eerstë twee jaren
wel eens een vak moet worden over
gedaan of omdat de student bewust
tijd zal gebruiken voor activiteiten bui
ten de eigenlijke vakstudie. Met regel
matig werken, zonder dat de vrijetijd-
besteding en vorming in het studenten
leven al te zeer in gedrang komen,
kan men binnen 6 jaar de eindstreep
halen. Wel is (evenals voor elke inge
nieursstudie) een goed intellect ver
eist. In twijfelgevallen omtrent aan
leg en capaciteiten doet men verstandi
ger een HTS-opIeiding te kiezen dan
naar Delft te gaan met de kans dat te
hoog is gegrepen. Men moet niet ver
geten dat ook iemand met een HTS-
diploma uitstekend in de industrie te
recht kan. Voor de metaalkunde is
alleen aan de gemeentelijke HTS te
Utrecht een opleiding mogelijk. Deze
opleiding is 8 jaren oud en heeft zich
een goede naam verworven.
Gemiddeld komen thans elk jaar ca.
20 eerstejaars studenten te Delft aan
om de metaalkundige studierichting te
gaan volgen. Dit aantal zou gezien de
uitstekende vooruitzichten hoger kunnen
zijn. De vraag uit de industrie naar
metaalkundig ingenieurs overtreft nog
steeds het aanbod, zodat de afgestu
deerden vaak meer dan één werkkring
krijgen aangeboden. Onbekendheid met
de metaalkundige studierichting en
haar mogelijkheden is oorzaak dat het
aantal eerstejaars niet sneller toenam
in de afgelopen jaren.
Heeft men eenmaal de keuze gedaan,
dan wordt de studie doorgaans met
opvallend enthousiasme volbracht.
De band tussen de metaalkundig
studenten is bijzonder goed. aangezien
zich niet het probleem van de mas
sa. zoals dat in andere grote afdelingen
wel optreedt, voor doet. Het individue
le contact van student en docent, voor
al in de hogere jaren is uitstekend en
de studenten ervaren dit zelf als een
van de winstpunten bij hun studiekeu
ze.
De plaatsingsmogelijkheden voor de
metaalkundig ingenieur in bedrijf en
laboratorium zijn zeer gevarieerd. Om
hiervan een indruk te geven, kunnen
de volgende voorbeelden dienen.
Metaalkundig ingenieurs kunnen een
werkkring vinden bij: metaalproduce
rende bedrijven, gieterijen, smederijen
en walsbedrijven, voorts metaalverwer
kende bedrijven, machinefabrieken,
scheepswerven, automobiel- en vlieg
tuigfabrieken, kabelfabrieken en lassta-
venfabrieken. Daarnaast in de labora
toria van Philips, Shell, Hoogovens,
Staatsmijnen, Spoorwegen, TNO, de
KEMA en het Reactorcentrum. De
metaalkundige kan als wetenschappe
lijk medewerker in laboratorium of be
drijf, doch ook als kwaliteits- of pro-
duktie-ingenieur in allerlei staffuncties
geplaatst worden. Voorts zijn er voor
hem mogelijkheden bij keuringsinstan
ties van Marine, Stoomwezen, Lloyds
en constructiebureaus, adviesbureaus
en handelsfirma's voor metalen, machi
nes of gieterij-installaties.
Ook binnen één bedrijf treft men
vaak zeer uiteenlopende mogelijkheden
aan. Zo kan bij voorbeeld bij een olie
maatschappij de metaalkundig inge
nieur een functie vinden als corrosie-
deskundige, maar hij kan ook las-des-
kundige worden of medewerker in het
laboratorium voor toegepast en funda
menteel materiaalonderzoek.
Hoewel zo nu en dan uit het buiten
land aanvragen voor metaalkundig in
genieurs komen, bleven de meeste af
gestudeerden tot dusverre in Neder
land. Het laat zich aanzien dat de bij
zonder gunstige arbeidsmarkt, gezien de
toenemende industrialisatie en het feit
dat een grondstofarm land als het on
ze een veredeld produkt dient te maken
in de naaste toekomst zal blijven be
staan.
De industrie heeft metaalkundig in
genieurs nodig en het is verstandig dit
te bedenken bij het bepalen van de stu
diekeuze.