Ondertiteling:
veel kritiek op klein percentage fouten
aan het werk.
'iit de film op de montagetafel af,
rt de dialogen, brengt correcties aan in
ienlandse script en meet meteen
die elke claus en elke pauze
liialoog kosten.
OPNIEUW kamt de
iteling van TV-films in
Men zal zich herimie-
I: onderwijzers besloten
8j®tbrief naar de NTS
j wegens de „vele sto-
ilfouten in de onder
van diverse televisie-
- dag- en weekbladen
vertalers op de kor-
■ïen, wanneer zij bij-
„tube train" in plaats
.ondergrondse" vertalen
trein". Zoiets is tegen
een van de NTS (afd.
men heeft ons de
ren de gang van zaken
n 25.000 titelkaarten (de
één week) door te kij-
ms op een fout is één
maar juist die
ordt breed uitgemeten,
vonds op uw scherm
"pel, documentaire, in-
inder beeld-met-gespro-
ziet en het is een
die men gebruikt,
Ie Nederlandse Televi-
met een uitgebreide
srtalers -en technisch
r voor gezorgd, dat u
ihrift" keurig in het
J onder het beeld afge-
rijgt. Men noemt het
NTS de „ondertitel",
et een paar seconden,
/olgende titel alweer
^rt. Voor dat seconden
een flinke en deskun-
- en titelregiestaf de
ing. En die staf heeft
werk voor verzet.
Het prille begin is de film-al-of-
niet-met een bijgeleverd script.
Indien dat script (de gesproken
tekst) ontbreekt, gaat een vertaler
de film afluisteren en schrijft
precies op, hoe de clausen luiden.
Hij vertaalt nog niet. Indien er
wel een script bij is geleverd, dan
gaat de vertaler die bijgeleverde
tekst controleren met 't werkelijk
gesprokene op de film. Tachtig
procent van de scripts vertoont
afwijkingen. Als de gecontroleerde
tekst eenmaal op papier staat, en
elke claus plus pauze precies ge
timed zijn, in seconden nauwkeu
rig, dan kan de vertaler aan zijn
eigenlijke vertaalwerk beginnen.
Hij heeft dan niet alleen met de
eigenaardigheden van de vreemde
taal te maken, maar ook met het
goede Nederlands en met de tijd
die elke titel in beslag mag nemen
(niet te veel, ook niet te karig).
Daarna krijgt de vertaling nog
eens een eindcontrole, waarbij
vooral uitgegaan wordt van het
goede gebruik van het Nederlands,
het weergeven van de juiste sfeer,
van het vermijden van b.v.
vreemde woorden of kwetsende
uitdrukkingen, van gevoeligheden,
die het gebruik van bepaalde
woorden bij sommige groeperin
gen opwekt, en natuurlijk wordt
ook de spelling getest. Men volgt
hierbij de zogenaamde voorkeur
spelling (school en krant). Zo men
de vertaling voor een omroep
heeft gemaakt, gaat deze eerst
nog eens naar die omroep ter in
zage.
Nu gaat de titellijst naar de type
kamer, waar alle titels op sys-
teemkaarten worden getikt. Ook
hier letten de meisjes nog op on
volkomenheden. Maar omdat ook
hier, bij het tikken, weer fouten
gemaakt kunnen worden (meestal
dus louter „vertikkingen") zal de
titelregisseur, die deze kaarten en
lijsten in handen krijgt, alles eerst
nog eens nalopen, voordat hij de
stapel kaarten (250 stuks voor een
filmpje van 25 minuten) doorgeeft
aan de correctie-afdeling. De titel
regisseur controleert eerst dus al
bladerend, gaat dan de film zelf
bekijken om in het buitenlands
script met „groene dotjes" aan te
geven, wanneer de titel in 't beeld
moet komen. Hij let bij dit werk
intussen weer nauwkeurig op (ver
taal-) en spelfouten. Daarbij komt,
zoals gezegd, de correctrice er nog
eens aan te pas. Behalve parate
kennis beschikt deze over een gro
te Van Dale, „Who is Who" in
alle talen, Webster encyclopedie-
en, atlassen e.d. om de juiste
spelling van eigennamen te veri
fiëren.
De regisseur gaat tenslotte met
zijn stapel kaarten naar de titel-
repetitie in de studio om beeld en
titel samen te zien. Hierbij is de
omroepregisseur tevens aanwezig,
die als tweede de hele zaak nog
eens doorneemt. Tijdens deze titel-
repetitie kan er het laatste fout
je nog uit. Het is de grote eind
controle. Alle wijzigingen echter,
die door de verschillende zeven,
waardoor de titels gaan, zouden
2shanden tikken de kaarten vol.
willen worden aangebracht, moe
ten overlegd worden met de eind-
controleur van de vertalersgroep,
zodat tenslotte één man één lijn
kan trekken.
Het is een tijdrovende geschiede
nis, maar met de gehele staf op
volle kracht kan een filmpje van
25 minuten op één morgen rond
zijn. Vaak echter zal er, in geval
van actualiteiten b.v., meer spoed
geëist worden dan bij een rustige
afdoening. Bij hoger tempo dan
normaal, kan er wel eens eerder
een foutje insluipen, maar er
wordt geen „zeef" overgeslagen.
Men rekent met een risicofactor
van één foutje op de duizend titels
van één dagproduktie.
TVE kritiek op de ondertiteling van
films en andere t.v. uitzendin
gen waarbij vertaalwerk te pas
komt, wordt door de N.T.S. altijd
zeer serieus genomen en tot op de
bodem onderzocht. Ik kreeg wat
voorbeelden van de heer Th. v.d.
Hoeven, chef afd. Filmzaken.
De Maarten-Luther-film (zelfs in
tern vond men dat) zou niet een
voorbeeld van ideale vertaling zijn
geweest. De 1800 titelkaarten wer
den na de uitzending nog eens ter
dege gecontroleerd. Met moeite
kon men vier fouten ontdekken.
Op 900 ondertitels had een leraar
M.O. eens 21 taalfouten menen te
ontdekken. Hij schreef ze op een
lijst. Drie gevallen waren inder
daad fout, negen fouten bleken he
lemaal niet voor te komen. De
grote klap kwam, toen men wist
te vertellen, dat no met ja was
vertaald. Kijk, dat is erg! Tot
men 't ging onderzoeken. De let
terlijke vertaling van de dialoog
was deze:
Zie je iets opvallends aan me?
Als je neen zegt, ga ik in
de stad eten.
De vertaler had die Engelse dia
loog in zes seconden laten lezen.
Dat betekende dat hij drie regels
tekst moest wringen in twee re
gels Nederlands. Hij maakte van
de tweede zin: „Zeg ja, anders
eet ik in de stad."
Een zeergeleerde criticus protes
teerde tegen het feit, dat de Tar-
tuffe-uitzending niet van Neder
landse tekst was voorzien. Er
stonden precies 1230 titels onder!
Wat hebben die negen vertalers nu
in hun mars? Wat voor „geschool
den" zijn dat nu? Hier geef ik u
slechts een paar „antecedenten".
Eén van hen heeft bijna doctoraal
letteren (Frans met bijvak Portu
gees), één van hen is 'n Nederlan
der, die zijn jeugd in Amerika
doorbracht en daar studeerde. Eén
van hen heeft mo. Duits en Engels
plus een tolk-diploma Engels.
Dan nog een „halve" Amerikaan
(beheerst het slang), geboren
Duitser en in Nederland opgevoed.
Een ander heeft het zeldzame ta
lent van 'n bijzondere talen-aan-
leg die, na H.B.S. en verdere stu
die, hem door de praktijk vooral
tot een der beste vertalers (voor
al Engels) heeft gemaakt. Verder
heeft men een lijst van free lan
cers o.a. van studenten, „gegaran
deerd" door profs van de Amster
damse universiteit. Deze kunnen
echter door hun geringe ervaring
slechts zelden (en dan alleen voor
bijzonder vreemde talen) worden
ingeschakeld. Rond drie kwart der
vertalingen wordt „in huis" ver
zorgd.
Nog geen drie minuten heb ik
aan de montagetafel (voor film
beeld en geluid) gestaan of de ver
taalster (ze hoopt deze zomer haar
doctoraal letteren te hebben) had
in het bij die Franse film behoren
de script al viermaal een zin ge
corrigeerd, die volgens het filmge
luid anders werd gesproken dan
op papier stond. Deze correctie is
het begin van de lange en zorg
vuldige weg naar de titel, die
straks op het televisiescherm on
der in 't beeld te lezen moet staan.
Zo'n vertaler moet een oor heb
ben, zoals men dat noemt: hij
Just Oir your uw»
'cwthe jacket,
you. A A» CV W
Pluim
this Is gorgeous fabric
tr.V"
X'
t fc*
3
/v?. pishbr^voios A
(over) L. 1p ft',.
/"...wall, Fisher, T'
1 you can't win them t
Si>UiS* u/bat J/ffesn't
prepared for what 'was to'TiappSn within
the next thirty seconds-- V y
/wwnvm», l/ic«./A t/fOI-1^°/ 1 A - t
QÜ*
Oft.
laflwfc
fUl'im. 'Will i UU17 JIll'H UUiU|») *ie
nart Hiiiuli wuu'ull.j"" "-1-
■aak»-
1 TOM
7 (firmly) CV
How, Pisher, Show ge a 3uit.
x just -p>
(CONTimiSD)
Zo ziet een buitenlands, bij de film geleverd, script er uit als de vertaler de film op het geluid heeft
gecontroleerd.
dient een bijzondere aanleg te be
zitten om het geluid van de ge
sproken (vreemde) taal direct en
correct te horen en te begrijpen.
Zoiets als de buitenlander, die
Nederlands moet afluisteren en
hoort „wazieniknou". Heeft hij een
goed oor en brein, dan vertaalt hij
het meteen in net geschreven taal
met „wat zie ik nou?" Moeilijker
wordt het als zoiets binnensmonds
of gefluisterd wordt gezegd, of te
gen een achtergrond van andere
(spraak) geluiden. Dat oortje is
nog maar één van de vele eisen
waaraan een vertaler bij de NTS
die voor de ondertiteling van de
films moet zorgen, zal dienen te
voldoen.
Er liggen bij de heer KI. Sierks-
ma (belast met organisatie en
personeelszaken en supervisor van
vertaalafdeling en titelregie) in
de bureaulade enkele kaartjes met
titels (dicteerregels van de zesde
klas lagere school) waarin ruim
twintig fouten (taal en spelling)
zitten. Men legt die wel eens voor
aan kandidaten. De beste corrector
heeft er eens twintig weten uit te
halen. Dat is met gulden letters
in het logboek neergeschreven.
Want dat is een zeldzaamheid.
Soms vindt men er met moeite
maar een paar. Zo geniepig is ons
Nederlands!
De vertaler bij de NTS is eigen
lijk filmvertaler, zodat de eisen
zonder meer nog hoger gesteid
worden dan voor gewoon vertaler
of tolk. Zo kan men dus verlangen
dat een vertaler bij de T.V. een
vreemde taal zal moeten hebben,
bij voorkeur verkregen door een
langdurig verblijf in het buiten
land waardoor hij ook het slang
en dialecten beheerst, een univer
sitaire of M.O.-opleiding heeft ge
noten, en jarenlange ervaring
heeft als vertaler. Men eist, dat
hij het Nederlands zo uitstekend
beheerst dat een vertaling zo nodig
op ritme of rijm gesteld kan wor
den. En nog is men er niet. Da
vertaler volgt de ontwikkeling van
eigen en vreemde taal (nieuwste
zegwijzen), schaaft verder aan
zijn algemene ontwikkeling, moet
een grote woordkeus hebben en
kunnen comprimeren, een hoog
tempo kunnen ontwikkelen in zijn
werk (als het om minuten gaat),
fonetische scripts (Russische, Ja
pans) kunnen maken. En dan nog:
een vertaling lippen-synchroon
maken zoals bij Tl. j Thunderbirds.
De heer Th. F. J. v.d. Hoeven,
chef van de afdeling Filmzaken
van de NTS (die dus ook voor de
omroepen laat vertalen) zegt me
openhartig: ,,Zo zouden ze moeten
zijn, zo vindt men de vertalers
niet. Zo'n ideale vertaler moet
nog geboren worden En - zo
lang hij die ideale vertaler nim
mer zal vinden, zal hij ook nim
mer een week doorkomen zonder
dat er ergens in de titels een
fout zal zijn geslopen.
„Nog kort geleden", zo vertelt
hij, „had iemand cellar vertaald
met kelder, oké. Het kon zelfs in
die tekst. Maar bij controle vroeg
iemand of het ook niet provisie
kast zou kunnen zijn? We gaan
het nog eens heel serieus na, en
het werd provisiekast!"
En de heer J. P. Rebel, chef af
deling vertalingen, een specialist in
Nederlands (met diploma's voor
de drie moderne talen) vertelt me
een recent geval: „Als u sea-bis
cuit vertaalt met scheepsbeschuit,
dan zit u natuurlijk goed. Toen ik
voor de eindcontrole die zin met
scheepsbeschuit nog eens overlas,
begon er wat te „bellen". Het
ging over vissende Japanse meis
jes, die hun vangsten sorteerden.
Nou, die gooien toch geen
scheepsbeschuit weg, dacht ik. We
haalden er eens een heel dik
woordenboek bij en toen bleek het
ook zee-egeltje te betekenen. We
waren er!"