MARINUS SCHROEVERS GAAT IN ACHT DENK'-STAPPEN NAAR DAF-JUBILEE EN DAF-TWIN ■yrrrr- TV-? yjru&jc. (+- 0 IN acM „denE" slappen schefsf MarTrws Scfiroevers de DAF-Jubilee en de DAF-Twm, de fwee nl^ personenwagens die Nederlands enige automobielfabriek volgens de „science-fiction ideeën" auteur over enkele jaren op de markt zal brengen. Na het artikel gezonden te hebben naar DAF g, ving Schroevers een brief retour van dr. H. J. van Doorne, president-commissaris van DAF waarin ideeën van de auteur in ieder gevaJ niet zonder meer als niet ter zake doende aan de kant *94 gezet. Minister Den Uyl heeft het zelf ge zegd. Zijn economisch geschut joeg een Jaap van een kogel door de kerk. On der de dwang van de omstandigheden wordt de kolenwinning afgeremd, er gaan een paar poorten dicht, om moei lijkheden op het stuk van de werkgele genheid het hoofd te bieden komen Economische Zaken en Financiën met een premieregeling, die vestiging op korte termijn van andere industrieën moet stimuleren. De komst van één zo'n industrie, wel licht de grootste, en in elk geval een spectaculaire paragraaf in de aangebo den nota, bleek reeds onderhands gere geld: de vestiging van een tweede DAF- automobielfabriek te Born. DAF deel de dienaangaande mee, dat zijn sprei- dingsbedrijf in Zuid-Limburg, investe ring tussen de 150 miljoen en de 300 miljoen gulden, een DAF-automobiel in de middenklasse zou gaan maken. Aan sluitend werd melding gemaakt van het feit, dat DAF-Eindhoven voorts een iets grotere Daffodil voorbereidt. Dat zijn, wat DAF betreft, de gegevens. Méér weten wij, althans officieel, niet. Men kan zich afvragen of DAF plot seling tot dit verstrekkend besluit is ge komen. Is de vrees reëel, dat de zich gunstig ontwikkelende DAF nu te veel hooi op de vork gaat nemen? Wat zijn DAF's kansen, nu men in een tijd van machtige concentraties nochtans de stap wil doen van kleine naar gro te autoproducent? Wat zal de inzet van dit hoogst intelligent geleide bedrijf zijn om deze kansen zo maximaal mogelijk te maken? Wij hebben gepoogd, de puz zel in elkaar te leggen. De ontbreken de stukjes hebben wij met grote bruta liteit eigenmachtig aangevuld. Zien wij eerst naar vandaag. Op de Automobieltentoonstelling van Frank furt werd in september van het vorig jaar voor het eerst de Daffodil 1966 getoond. Weldra reed hij de show rooms van de DAF-dealers binnen en nu ziet men er al weer héél veel op de Nederlandse en niet Nederlandse wegen: de Daffodil nieuwe stijl. Met door face lift verkregen nieuwe neus, met een iets forsere achtersteven en met een aantal technische verbeterin gen, waarvan de voornaamste waren: een nieuw ventilatiesysteem met afzui ging via de achterste dakstijl, een for ser opgehangen Variomatic, een iets minder directe stuuroverbrenging, car- terventilatie via een luchtfilter, handi ger bedieninsknoppen op het dash board en toepassing van radiaalban- den, die door hun geringere rolweer- stand de ligging van het toch al uitste kend in de hand te houden wagentje nog verder kwamen verbeteren. En wie met de jongste versie geëxperi menteerd hebben, kunnen het onder schrijven: DAF's personenwagen, in 1955 met de eerste aarzelende bu op papier gezet, in 1958 te pronk de Amsterdamse RAI, in 1959 ia duktie en sedertdien vele malen a, talrijke punten verbeterd, is als mobiel nu helemaal gaaf. Weliswaar waren er proevea nomen met een iets verder boorde motor, maar de resultaten ven naast voordelen ook nadelen zien, reden waarom men déér vani zag. Motor, Variomatic, stuurkara) ristiek etcetera zijn thans geheel elkaar afgestemd, zei men. led principiële verandering betekent verstoring van dit evenwicht, een storing die aansluitend om „kunst pen" vraagt. Dr. Hub. van Doorne en zijn brief Het is oen intelligent en goed geschreven artikel, maar'U zult toet mij niet kwalijk nemen als ik er alleen maar op kan reageren met het stereotype "geen commentaar". Door aan te wijzen waar U gelijk heeft en waar niet, zou ik U geheimen onthullen, die wij zeker nog als echte geheimen willen bewaren. •Het is U geheel vrij Uw fantasie de ruime loop te latenden door combineren en deduceren tot bepaalde conclusies te komen. Ik heb grote .waardering voor de wijze, waarop U dit gedaan heeft, maar ik kan" U helaas dus niet zeggen in hoeverre Uw conclusies met onze plannen overeenkomen. Ik meen echter, dat U dit ook niet van mij verwacht. Als U het zó stelt als U doet in Uw artikel, dus als U duidelijk laat uitkomen, dat dit Uw ideeën zijn en niet de onze, dan zal pu blicatie voor ons geen kwaad kunnen en ga ik er gaarne mee'accoord. Ik heb dus met opzet geen enkele wijziging in Uw tekst voorge steld, omdat deze geheel voor Uw verantwoordelijkheid is. Slechts op één punt zou-ik U-een raad willen geven.Publicatie van een schets van de styling geeft zo gemakkelijk de indruk, dat U deze van ons heeft. Ik zou U daarom willen aanraden dit achter wege te laten. Met Vriendelijke groet, hoogachtend De Daffodil 1966: ingrijpend waren de veranderingen niét. Geruggesteund door foutieve kranteberichten, die een DAF met 1000 cc motor aankondigden, gaf dit bij de vele fans een gevoel van lichte teleurstelling. Begrip daarente gen was er van de zijde van de eco nomen. Zij immers konden vaststellen, dat ten koste van een vrij geringe in vestering de vraag van de zijde van het publiek een redelijke extra duw had ontvangen. Waarmee het leven van DAF's nu zeven jaar oude eerste ling weer met een jaar of twee gerekt was. Te meer, realiseerde men zich, daar de belangstelling voor de automa tische aandrijving zich redelijk fors ontwikkelt. Daartegenover staat een andere ont wikkeling. Een ontwikkeling, die het gevoelselement om een ten slotte vol maakt gaaf gekregen conceptie nu voorlopig te blijven maken, volledig overschaduwt. Het is de ontwikkeling van de welvaart en in nauw verband daarmee het zich wijzigende beeld van de realiseerbare autowensen. Dit beeld beweegt zich in Nederland op het ogenblik wat de kleine wagens aangaat duidelijk in de richting van de 1000 cc. In Duitsland is zelfs die 1000 cc. al vieux jeu geworden. Het is aan geen enkele twijfel onderhevig, dat ook en vooral DAF zich deze zaken bepaald realiseert. Te meer, daar DAF op het stuk van marktanalyse op pijnlijke wij ze van het verleden heeft geleerd. Achteraf was het immers maar al te duidelijk, dat het DAF-je reeds in 1958 een 750 cc motor had moeten be zitten! Ergo: DAF zal de les uit de feiten trekken. DAF heeft bewüst zijn Daffo dil voor 1966 op een gering aantal punten gewijzigd. DAF kan niét meer terug, zonder daarbij de structuur van een prachtig bedrijf volkomen in duigen te smijten. En DAF bereidt düs reeds een grotere Daffodil voor, die zich kan voegen in het gewijzigde welvaartsbeeld. Op grond van het voorbeeldig eco nomisch beleid, waarin durf en be heersing eenparig penetreren, mag men aannemen, dat de DAF-ontwer- pers uitgaan van de bestaande Daffo dil, terwijl men tóch tezelfdertijd een geheel nieuwe conceptie creëert. De nieuwe Daffodil wordt een grotere, vooral ruimere auto, met voorin een uit de bestaande krachtbron ontwik kelde grotere luchtgekoelde motor, en met in de achtersteven de befaamde Variomatic. Technisch is zo'n concep tie bij voorbaat interessant, omdat het fenomeen van de Variomatic ex- ceptioneler wordt, naarmate men het motorvermogen opvoert. DAF heeft er geen geheim van ge maakt, binnen redelijk korte tijd tot een produktietotaal van 100.000 stuks per jaar in de personenwagensector te willen komen. Het is alleszins be grijpelijk. De belangrijke investerin gen in Zuid-Limburg en óók in Eind hoven maken dit noodzakelijk. De DAF-bedoelingen illustrerend met het eenvoudigst denkbare reken sommetje geeft dit te zien: een pro- duktiébegroting van 50.000 DAF-mid- denklassers in Zuid-Limburg en idem 50.000 vergrote kleine DAF's in Eind hoven. Het jaarproduktiecijfer voor Eindhoven ligt momenteel tussen de 30.000 en 40.000 autootjes. Het is meer dan DAF aanvankelijk hoopte. Ten slot te bouwde men zeven jaar geledin een outillage op, die was berekend op 25.000 wagens per jaar, een cijfer waarbij produktie economisch zin had. Maar sedertdien heeft er in de auto wereld een stormachtige revolutie plaatsgevonden. Daarom moet ook Eindhoven naar 50.000 eenheden. Uit breidingen van de outillage in verband hiermee zijn reeds gestart. De door DAF ter gelegenheid van de openbaarmaking van het Zuidlim burgse avontuur prijsgegeven medede ling, dat Eindhoven in de toekomst naést de bestaande Daffodil óók een groter type gaat maken, vindt bij ons niet het minste geloof. Wij dachten de wèl te begrijpen. Voor les moet ten slotte voorkomen woi om de produktie van de huidige fodil te benadelen. Maar Eindhove niet berekend op twee verschil!* types. Aanzienlijke uitbreiding mogelijk in verband met de mersschaarste. Daarom ook DAF de in Zuid-Limburg gebo kans aan. En dan: het destijds voortbestaan van het 600 cc-type de 750-er was óók geen succes, daar ónze mening, dat wat betrel personenwagensector Eindhoven bestemd is om straks alle aandad wijden aan één type automobiel: vergrote Daffodil. Een jaarproduktie van 100.000 perso nenwagens! Hoe volvoert men een zo verstrekkende opdracht in het alge meen? Het eenvoudigste antwoord is onvolledig, maar niet te ontlopen. Door een produkt te leveren, dat qua techniek, qua prijs en qua appreciatie zijn concurrenten op zijn minst bij houdt. Men bereikt een jaarproduktie van 100.000 personenwagens, mede door een goede internationale service organisatie plus een actieve: markt- penetratie. (Hoezeer DAF deze laatste feiten onderkent en er naar handelt, leren bij voorbeeld de reorganisaties in Engeland, de bouw van een sub- bedrijf in België en de onlangs geopen de, zeer spectaculaire DAF-vestiging nabij Parijs.) Men kan een dermate aanzienlijke produktievergroting daar naast bereiken, door niet langer één type personenwagen te maken, maar bij voorbeeld twee typen te gaan ver vaardigen. En gezien de mededelingen van minister Den Uyl gaat dat laatste dus gebeuren. In Zuid-Limburg. Gro te beslissingen zijn er om de emotio naliteit te prikkelen. En het doen van zo'n mededeling vraagt maar weinig seconden. Toch geldt het hier aller minst iets, dat zomaar uit de lucht kwam vallen. In Het Parool van 20 november 1964 verklaarde de huidige DAF-president-directeur Wim van Doorne reeds tegenover één van de economische redacteuren van ge noemd blad, de produktie van één ty pe auto een te smalle basis te achten. Hij sprak toen in alle openhartigheid over de wenselijkheid om met een an dere autoproducent onder één hoedje te spelen. Nadien lekte het uit, dat be sprekingen met o.m. Lancia en Triumph op niets waren uitgelopen. Nu gaait DAF het dus zelf doen. DAF komt helemaal alléén met een twee de type personenauto. Men gokt op 1968. Maar als ook wij aan 1968 willen vasthouden, dan moeten we daarbij bedenken dat de voorbereiding van een nieuwe automobiel tussen de vijf en zeven jaar duurt. DAF bewees des tijds met zijn 600, dat het ook in vier jaar kon. Maar als we zelfs van het getal vier uitgaan, moeten we tóch reeds vaststellen, dat DAF al twee jaar bezig is, zijn middenklasser voor te bereiden. Conclusie: DAF is doende, tegelijker tijd twee geheel nieuwe automobielty pen te ontwerpen. Wat steekt ter? Gaat DAF een huzarenstukje halen en komt de fabriek tegeli tijd met twee nieuwe wagens? valt dit moment in het najaar 1968, precies tien jaar na de into tie van de DAF-600? Dan ligt er de nieuwe, vergrote, kleine DAf een naam gereserveerd: DAF Jut En misschien heet dan de grote wel DAF (of Daffodil) Twin. Die ste naam plukken wij niet za meer uit de lucht. De volgende al zal het bewijzen. De meest brandende vraag van le zerszijde laat zich gemakkelijk raden. Hij luidt: wat is de DAF-middenklas- ser voor een automobiel, hoe ziet hij er uit, hoe luiden zijn technische spe cificaties? Wij menen, dat een deel van het geheim gezocht moet worden in de werkplaats, die dr. Huub van Doorne bij zijn afscheid van de fa briek in de tuin achter zijn huis heeft laten plaatsen, en waar hij mèt een tekenaar-assistent waarlijk niet alléén zijn uitvindershobby zal bedrijven. Het is trouwens bekend, dat de fa briek hem opdrachten heeft verschaft. Is er erg veel fantasie nodig om te vermoeden, dat daar thans gewerkt wordt aan een verdere uitbreiding van het fenomeen Variomatic? Destijds is het idee van de Varioma tic debet geweest aan de beslissing om de gok te wagen. Het is immers slechts dan mogelijk om in deze tijd met kans op succes een nieuw merk auto te introduceren als het produkt eigenschappen bezit, waarmee het de concurrentie de loef afsteekt. Een soortgelijke noodzakelijkheidsfactor is o.i. aan de orde, nu DAF een poging gaat ondernemen om in de overvolle middenklasse-markt een been aan de grond te krijgen. Wij menen, dat de Variomatic opnieuw voor een ver rassing kan zorgen. Eerder is al ver meld, dat de Variomatic-voordelen pas imponerend worden, als de aangedre ven schijven van de motor véél kracht ontvangen. De recente Variomatic- toepassing op een racewagen kwam dat in de praktijk nog eens bevesti gen. Daar komt bij, dat het techni sche intellect van dr. Huub van Door ne al lang op de gedachte moet zijn gekomen, dat het verdeelkastsys teem van de Variomatic (geen diffe rentieel!) vierwielaandrijving vrij ge makkelijk realiseerbaar maakt. En düs menen wij, dat de DAF-midden- k lasser voor het eerst in de automo bielgeschiedenis een seriewagen wordt met automatische vierwielaandrijving! Een vier-cilinder, vloeistófgekoelde motor zal de krachtbron zijn, lucht- koeling wordt stellig niét toegepast in verband met rendementsremmingen door te hoge temperaturen bij grote re luchtgekoelde motoren. Gezien het aanbod, gezien ook de marktanalyses, zal de inhoud boven de aangekondig de 1500 cc liggen: minimaal 1600 cc. Zal de nieuwe kleine DAF met plm 20 centimeter in totale lengte toene men, en dus op 3.81 meter komen, de grote DAF zal plm. 4.40 meter lang zijn. En intussen is óók zijn eerder genoemde typenaam duidelijk: DAF Twin, een naam die op de „verdub beling" wijst, verdubbeling van het aantal cilinders, verdubbeling van de motorinhoud, verdubbeling van het vermogen, verdubbeling vooral van het aantal variomatische schijvenpa- ren., Technisch mag men, dat spreekt bij voorbaat vanzelf, overi gens de hoogst gespannen verwachtin gen hebben van een met zo'n royale krachtbron uitgeruste, automatisch vier wielen aandrijvende auto. De acceleratie moét uitmuntend zijn, de wegligging kèn, bij een volledige ge- integreerd samenspel van alle daarin medewerkende onderdelen, élle soort genoten in de schaduw stellen. Intussen blijven er nog vele aspec ten over, die recht hebben op een ant woord, althans recht om er denkende mee bezig te zijn. Wij gaan aan deze aspecten voorbij, één uitgezonderd, te weten het onderwerp van interne tech nische integratie. De moderne be drijfsvoering heeft geleerd, op welk een indrukwekkende wijze men langs déze weg én produktie stimulerend én kosten besparend kan werken. Prak tisch gezegd: BMW levert op eenzelf de basis en met eenzelfde carrosserie een 1500 model, een 1800 model en een 7V/V.* JxLo. 'sty' ÏÏrjW.. 1800 Ti-versie. DKW lanceert op nieuw een oude naam, Audi, maar de ze nieuwe wagen leende van de DKW 1200 praktisch het complete koets werk. Citroën goochelt wel zéér supe rieur met een aantal basis-componen ten, en plaatst doodgemoedereerd een 2 CV-carrosserie op een Ami-ba sis, terwijl de „grote" Citroën in een aanzienlijk aantal variëteiten voorhan den is, met diverse motoren, met di verse uitmonsteringen, met diverse extra's. Wie de moeite neemt, het aanbéecfingenpakket van DAF in de bedrijfswagensector te bestuderen, leert daaruit, dat de ver doorgevoer de standaardisering van de hoofdcom ponenten löch een aanbod van maar liefst 104 verschillende typen trekkers, trucks etcetera toelaat, die dan bo vendien alle nog weer leverbaar zijn met diverse combinaties van versnel lingsbak- en asreducties, met links dan wel rechts stuur, roet verschil lende soorten remsysternen enzovoorts. Wij mogen rustig ste&en, dat de heer Wim van Doorne zijn toekomstige economische basis in de personen wagensector eveneens mede zal wil len ontlenen aan een ver doorgevoer de standaardisering met tóch de le veringsmogelijkheid van meer dan één type automobieL Maar wat is op dét vlak het voor deel van de hiervoor gememoreerde 1600 cc-DAF met vierwielaandrij ving? Dat een tweemaal zo sterke motor, die over tweemaal zoveel af- giftepunten aan de wielen beschikt, precies dezelfde variomatische schij- venparen kan gebruiken als de Daf fodil! Komen ze er? Komen ze in 1968, de nieuwe Daffodil-Jubilee en zijn grote broer, de Daffodil (DAF) Twin? Zijn ze technisch opgebouwd overeenkom stig onze al te onomwonden uitgespro ken verwachtingen? Hoe zien ze er uit? Zijn het wagens, die in de toe komst kijken, die durf verraden, durf, op grond waarvan een doortastende vormgeving ontstond, op grond waar van de carrosserie over handige trans formatiemogelijkheden zal beschikken, een sterk DAF-punt, dat bij de 600 in het geheel niet bleek benut? Hebben wij het recht om uit de wenkbrauwen boven de kunstlichtogen en de koffer vleugeltjes achterop van destijds de introductie van de trapeziumcarrosse- rie te mogen afleiden? Onze visioe nen zijn gevaarlijk duidelijk, in dit op zicht. Wij zien een Daffodil Jubilee met een voorover hellende grill-partij, en achterover hellende achtersteven, waarop een nauwelijks geronde fast back-schuine zijde rust. Wij zien flan ken die een buitenwaartse knik ver tonen, wij zien kortom een doortas tend „ge-hoekte" wagen, düe nieuw is, die „anders" is, die allure bezit en originaliteit verraadt, die nochtans zal kunnen passen in het appreciatiebeeld. De fast back-rug scharniert in zijn ge heel a la een stationwagon. De ach terbank is uitneembaar. De „grote" DAF lijkt in zijn markantste vormge- vingspunten op zijn kleine broer. Hij is ook alzijdig „geknikt". Hij heeft óók een fast backrug. Zijn glooien de motorkap eindigt óók in een voor over hellende frontpartij, waarin gro te vierkante vensters tweemaal twee lichtornamenten beschermen. Zijn flanken oieden bovendien nog ter hoogte van de achterzittingen een ver ticale knik, precies op de achterste grejnslijn van het achterportier van deze vierdeurs auto. Het is een op vallende wagen met grote inwendige ruimte. Op grond van zijn vier auto matisch aangedreven wielen is zijn rij karakteristiek onvergelijkbaar. Hij is bovendien buitengewoon snel. betoog af door het volledig °P schroeven te zetten. Het zij to wéten, dat hier geen regel to biedende wijs staat, dat ge®1 woord tegen de feiten muur We „fantaseerden", rij het op F van een aantal gegevens, waarn!^ werken schijnt. Maar onze denK^ den zitten hoog te paard en stevü: de voeten in de stijgbeugels, we ben ze niet kunnen ontlopen, we ben niets tegen hea in kunnen gen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 12