de des levens Al'ns achter deze teller eventjes wat boodschappen gedaan...? MEVR. GANDffl „DIEP BEZORGD" elke dag 'n fiets voor niets! YSDAG 20 APRIL 1966 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 19 oo oorspronkelijk verhaal van Joseph I. elnander dat is het, wat gegroeid de twee groepen, waarover £ds sprak. Een oorlog in een I yredig land, met dagelijkse ge- gelden en dagelijkse overwin- Zoals het oorlogsrecht de >n de vrijheid laat tot do- zo geven onze verkeersregels de >n onder ons de vrijheid tot Het zijn die barbaren, welke luldig van moord het zijn de ont- en producenten der auto's [ft beschuldig van onverantwoor- lichtzlnnigheid en misdadige ■ins ten." rumoer in de zaal, en aanwezigen richtten hun blik- op de plaats waar Michael Foot llem Vandenberg naast elkaar sombere rode gezichten, iter Lincoln hamerde om stilte ■hief zich even van zijn zetel kracht bij te zetten aan zijn 1 'huwing. Het rumoer verstom- ;n McReally zich kennelijk ge maakte om verder te gaan. versta mij goed," zo zei hij, ;elijk ieder woord afwegend, beschuldig niemand persoon- De beschuldig allen tegelijk, die ld hebben de menselijkheid in te nemen en een grove schuld hun schouders laadden. zy schon- tezamen de rechten van onze ers en dreven tot de oorlog, die is is ontstaan". Hij pauzeerde en keek om zich heen. Jaren geleden", zei hij toen, „werd een der,zuideiyke staten een klei- negerjongen vermoord door twee ike mannen. Hij werd aan han- en voeten gebonden en in een ;07fer geworpen, zyn misdaad was ur eest, dat hy op brutale toon pe" had gezegd tegen een vrouw. Zyn moeder vertelde in verslaggevers, dat zy hem itnjrukkelijk gewaarschuwd had en had verteld, dat hy desnoods de blanken op de knieën moest liggen, als zy dat eisten. De I luwelijke misdaad, goodbye te m tegen een hoogstaande blanke iv, werd op afschuweiyke wijze IAN Dit wel'd op bar- JtJDI se wijze uit het leven wegge- !om iets, wat wy in onze mo- ttredi niet meer als een ver- aanvoelen. Wij zyn tot het in gekomen, dat kinderen niet ge mogen worden wanneer zy iets dat in hun kinderlyke natuur De negerjongen had zin, brutaal jjn. Ieder kind heeft wel eens volwassenen te weerstaan of te ren. Wy verbieden dat heden age onze kindeern wel doch niet raffe van de dood. Wat wij wel doen en ik kan niet i dat het minder barbaars is it wij wel doen." is onze kinde- op straffe des doods verbieden PII kinderlijke neiging tot achteloos- en onbezonnenheid bot te vie- Een echt kind moet op bepaalde iten, als by ingeving, onbezon- en achteloze daden kunnen doen. moet kunnen springen en ren en dansen maar wij verbie- het aan hen, op straffe des 'ant een kind. dat op volkomen ,=t6 liurlyke wyze een ren neemt naar andere kant van de straat, wordt pletterd door een auto. Het wordt opgenomen en men leest dan de krant, dat het onvoorzichtig ken, en dat de be urder van de auto een aanryding meer kon voorkomen. Natuur- hy die aanrijding niet voor een. Wanneer men iemand de beid geeft, met meer dan hon dkilometer snelheid over een weg in aan weerskanten waarvan ;n spelen, moet men niet ver- OERÏl G:1(1 df Dm [t. worden voorkomen. Op deze wyze ontnemen wy onze kinderen een na- tuurlyk levensrecht. Wy durven zelfs kleuters van drie en vier jaar te verwyten dat zy niet goed uit- kyken. Want kan een kind van die leeftyd weten van de noodzakelyk- heid om goed uit te kyken ?Daar- om worden kinderen en honden nog steeds in massa's doodgereden. Het is in stryd met hun wezen en hun natuur, dat zy leven op een wereld waarvan het oppervlak onveilig wordt gemaakt door nietsontziende monsters". Hy zweeg geruime tijd. Sommige der juryleden zaten strak naar hem te kyken, alsof hy iets verteld had dat volkomen nieuw voor hen was. An deren hadden de ogen gesloten en dachten diep na. Een man in een manchesterpak, die op de derde plaats van links in de jurybank zat, snoot luidruchtig zyn neus. Hy had drie maanden geleden een dochtertje van vyf jaar verloren by een aan rijding vlak voor zyn huisdeur. Mc Really verbrak de stilte. „Ik weet", zei hy, „dat velen zich verbazen over het feit, dat ik als aanklager in dit proces wens op te treden. Zy zeggen dat het myn re laties geen goed zal doen en dat het myn reputatie zal schaden, om dat het een belachelyke vertoning is, een proces te voeren tegen een sym bolische misdadiger. Doch ik ben er van overtuigd, dat er zelden in de geschiedenis der Verenigde Staten 'n proces met meer reden is gevoerd. Er is zelden op meer brutale, onbe heerster wyze een recht van Ameri kaanse burgers geschonden dan in deze moderne tyd. Wat gy, juryle den, zult besluiten aan het einde van deze behandeling, zal van onbereken bare invloed zyn op het lever der mensen in de Verenige Staten van Amerika. Ik weet. dat ergens in deze staat een stad, die kort geleden uit de grond oprees als het voorbeeld van wat energie en initiatief, teza men met edele en vooruitziende hu maniteit. vermag te wrochten een stad, die Life City heet, wacht op uw oordeel. Het duel tussen barbaars heid en beschaving heeft zich in die stad geconcentreerd. Tk weet. dat on ze regering niet zal aarzelen, de uit slag van dit proces tot toetssteen van haar beslissing over de toekomst van Life City te maken en dat van het moment uwer beslissing af elke stad in ons vaderland het zich tot een eer en een plicht zal reke nen, uw oordeel te honoreren. Als gy meent, dat deze mensenslachting door de techniek ongehinderd mag voortgaan, verklaart dan dat de be- moet worden ge- Advertentie) acht. Als ge van oordeel zyt, dat de vrijheid onzer burgers is geschonden en een grove schuld aan de dood van zo ontelbaar velen duideiyk is aan getoond, verklaar dan de beklaagde schuldig en voeg een nieuw hoofd stuk toe aan de heldhaftige strijd van Amerika op de bres in de muur der beschaving." McReally wiste zich het voorhoofd af en ging zitten, na een lichte bui ging te hebben gemaakt in de rich ting van het hof en de jury. Er was even stilte, en men hoorde een zacht gemompel op de publieke tribune. Toen klonk de krakende stem •van Lincoln: „Het woord is aan de verdediging". (Wordt vervolgd' Zaterdag's bijvoorbeeld? In razend druk stadsverkeer met te weinig parkeergelegenheid? Met Saab gaat het sneller en gemakkelijkerl Waarom? Laat Saab zélf u dat liever vertellen. Maak een gratis proefrit. Beter dan 1000 argumenten. Bel en maak even een afspraakje (desnoods óók op zaterdag...). De Indiaanse premier, mevrouw Gandhi heeft verklaard, dat ze diep bezorgd is over de verslechtering van de betrekkingen met Pakistan. „Het is waar, dat de geest van Tasjkent nu minder helder is dan enige tyd geleden", zei ze op een persconferen tie. Mevr. Gandhi zei ernstig te den ken over positieve stappen die geno men kunnen worden om een keer ten goede in de betrekkingen met Pakistan te bewerkstelligen. Ze dacht in dit verband aan een topconferen tie met president Ajoeb Chan van Pakistan als hiervoor een goede reden bestaat. Mevr. Gandhi zei dat de houding van Pakistan ten aanzien van de op 10 januari uitgegeven verklaring van Tasiekent is gewyzigd. Ze dacht dat dit het gevolg kan zijn van het be zoek dat president Lioe Sjao-tsji van China onlangs aan Pakistan heeft gebracht. Advertentie Blijf niet langer op die oude fiets zwoegen. Koop 'n nieuwe - nul - Want u weet: PANDA EN DE WEGDOENER 22. In het politiebureau had toe dienst toen Professor Kalker er waar. „Ik moet u waarschuwen," sprak i lijk individu en die gaat vannacht banken." „Och meneerdat willen ze allen deskundige. „Als ik me daar de kop over werk. Zo'n bank, daar komen ze niet in". Slechte beurt,!" merkte de hoogleraar op. OnjuistDit i heeft namelijk mijn antimaterio-nei „Uw wat?" vroeg de brigadier verl heffing van stem. Dat zei ik toch! De zogenaamde Wei rustend op het beginsel van opheffing Eh... wat is praten we erover? Eh o, juist! Dat is j „.cc*,, .w op zachte toon. „Voor soort klachten moet u niet bij de politie zyn. Het is^tóch al z woont een'dokter; als u het daar nu eens gaat proberen RECHTER TIE EN HET SPOOK VAN DE TEMPEL 80. Rechter Tie staat midden in de hal van de verlaten tempel. De voormalige Prefect Woe heeft zich bij de laatste zuil opgesteld, met de goudsmid Lie Mai naast zich. De goudsmid negeert zijn broer, de schilder Lie Ko, zorgvuldig; die staat bij de zuil tegenover hen, nog altijd in zijn versleten plunje. „Ik betuig u mijn dank voor uw aanwezigheid, heren", zegt Rechter Tie stijf. Dan komt de ab dis binnen, gevolgd door haar dienstbode Lentebloesem. Nadat de rechter haar welkom heeft geheten, leidt hij zijn gasten zwijgend achter in de hal, waar de grote altaartafel staat. De Prefect wil wat zeggen, maar als hij Rechter Tie's koud, onbewogen gelaat ziet, komt hij daarop terug. De rechter schraapt zijn keel. „Verleden jaar overnachtte de Keizerlijke Schatmeester in deze stad. Hij had vijftig goudstaven bij zich, die hier werden gestolen". ,J)ie zaak is geseponeWÊÈmm opend Dat is i slotenmaker is, Tau geheten. Hij was van I Schatmeester al dat goud bij zich had, in een roodleren koffertje." riier weruen yesiuien zaait is e Prefect uit. ,£>ie kan alleen her bewijsmateriaal gevonden wordt!" lm. „Ik heb ontdekt dat de dief een DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 498. Van harte ging het niet, maar de clown kon in deze om standigheden niets anders doen dan de waarheid vertellen. „Ik heb zelf dat kastje naar de veiling gébracht", legde hij uit. „Ik had geld nodig om meel te kopen, daarom moest ik het kastje verkopen." „Ben je dan bakker?" vroeg Bram verbaasd. „Ik heb een poffertjestent", zei de clown, „maar daar is niet veel in te verdienen. En toch ben ik de enige, die de echte, originele reuzenpoffertjes kan maken: driemaal zo groot als andere poffer tjes." „Dat lijkt me lekker", zei Bram, wie het water om de tanden liep „Je zou ze geproefd hebben, want ik kocht het meel om de pof fertjes te bakken voor de maaltijd, die de deelnemers aan de wed strijd wordt aangeboden"zei de clown. „Pas bij de voorbereidingen kwam ik er achter, dat ik mijn geheime recept per ongeluk achter in het ladenkastje had laten zitten. En dat wilde ik terughébben." ,JDus het ging allemaal omeen recept?" riep Bram. „Waarom héb je het niet meteen gezegd?" „Ik ivas bang, dat je het voor jezelf zou houden", zei de clown. „Ik ben toch zeeman, geen poffertjesbakkef'zei Bram veront waardigd. „Kom, ik zal je eruit trekken."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 19