in enkele jaren gewaardeerde positie
Gastarbeiders in
Leiden verwerven
In Leiderdorp komt
een Turks woonoord
Menselijk
Het Nederlandse bedrijfsle
ven kampt met een chro
nisch tekort aan arbeids
krachten. In sommige onderne
mingen dreigt een aanzienlijk
produktieverlies als gevolg van
een permanente onderbezetting
van het produktieapparaat. In
navolging van andere Europese
Industrielanden zijn Nederlandse
bedrijven er daarom sinds 1956
ln toenemende mate toe overge-
gaan buitenlandse arbeiders in A
dienst te nemen. Op het ogen-
blik is hun aantal gegroeid tot
45,000 en de afgifte van werkver
gunningen vertoont nog steeds
een sterke stijging. De Raad van
iNederlandse Werkgeversbonden f
[is doordrongen van het belang
van deze groep, die 1% van de
Nederlandse beroepsbevolking
Uitmaakt. Eind vorig jaar drong
deze organisatie er bij de rege-
op aan bij de tewerkstelling
buitenlandse arbeiders in
Nederland geen belemmeringen
j) in de weg te leggen. Want hoe
wel 1% een laag percentage is,
vormen de buitenlandse arbei-
ien belangrijke schakel in
het produktieproceszij zijn na
melijk vooral werkzaam op knel
punten in de bedrijven, waarvoor
het steeds moeilijker wordt Ne
derlandse arbeiders te vinden j
(extra vuil en extra zwaar werk i
moet nog steeds in veel indu
strieën worden verricht). Men
sou zelfs kunnen spreken van
een soort sleutelpositie van de
buitenlandse arbeidskrachten.
Lijnrecht tegenover deze opvat
ting van werkgeverszijde staat
die van de drie Nederlandse vak
centrales. Zij dringen er juist bij
de regering op aan de werving f
en spontane toeloop van buiten-
landse arbeiders niet zonder f
meer te handhaven gezien de f
sluiting van enige bedrijven in f
Nederland. f
Bij de door de vakcentrales
bedoelde bedrijfssluitingen wer-
den overigens ook grote aantal-
len buitenlandse arbeiders gedu
peerd. Bij Rijnstaal bijvoorbeeld
.gingen 300 buitenlanders de laan i
uit en het is zelfs nog te bezien i
voor wie het ontslag harder aan- a
kwam: voor de buitenlanders, i
a duizenden kilometers van huis, i
zonder relaties of contacten, met a
grote taalmoeilijkheden en vaak
zonder vak, of voor de Neder- 1
landers, die vrijwel zonder uit- a
zondering in andere bedrijven a
kunnen worden geplaatst door
bemiddeling van de vakbonden
of andere instanties. Het heeft
er nog al eens de schijn van dat
buitenlandse arbeiders worden a
beschouwd als een soort grond-
«tof voor de bedrijven, die nu
eenmaal nodig is. maar waarom
men zich verder nauwelijks be-
Emmert. Vooral in het sociale
flak, in de contacten met de
Nederlandse samenleving is het f
niet moeilijk tendensen in deze
richting te bespeuren. Een an-
Jjdere houding ten opzichte van
Ij deze mensen lijkt gewenst. In de f
ferste plaats van de regering.
Een strak beleid dient te worden
gevoerd nu het duidelijk wordt
dat buitenlandse arbeiders een
Permanent verschijnsel in het
Nederlandse bedrijfsleven zijn
geworden. Op het ogenblik resor- j
Al teert „buitenlandse arbeiders"
bijvoorbeeld nog onder niet min-
der dan zeven ministeries. Ten
tor I faeedeeen andere houding van
«Bil Nederland. Waar weinig mensen jb
II blj stilstaande buitenlandse ar- f
ibeiders zijn een totaal vreemde t
maatschappij, een ander klimaat i
-I In een land met vrij koele en f
II gereserveerde mensen. i
I z'j zijn de inzet van een econo-
Imisch spel, de „vreemde snoes- (P
jl baan" in hun woonplaats, de wat (P
I geïsoleerde figuur in het bedrijf t
II en worden niet zelden door hun
rléfl collega's met de nek aangekeken
jl omdat zij bijvoorbeeld langer va-
'kantie hebben en pension-ver- (k
goeding krijgen. Zij zijn hier
^willig, akkoord, en het zijn f
geen lieverdjes, maar laat Ne- f
(Ierland toch proberen ze één f
ding te geven waaraan het op f
bet ogenblik wel eens schort: f
gewone menselijkheid. f
De verkoper in de herenmodezaak is de wanhoop nabij.
„Tweehonderdnegenenveertig gulden Met brede arm
zwaaien maakt hij zijn kleine donkerbesnorde klant duidelijk,
dat het kostuum van zijn gading beslist niet Onder die prijs kan
worden verkocht. „Honderdtwintig", brengt de klant er in ge
brekkig Nederlands tegenin, luid sprekend en heftige gebaren
makend. Volgt: een verhitte discussie, die beide partijen geen
streepje dichter bij elkaar brengt. De kleine Marokkaan is boos.
Hij haalt zijn schouders op en loopt luid klagend de zaak uit.
Ook de verkoper haalt zijn schouders op: „Die buitenlandse ar
beiders ook
Een treffend staaltje van onbegrip tussen de Nederlandse samen
leving en een vertegenwoordiger van de in enkele jaren tot een grote
groep uitgegroeide buitenlandse arbeiders of gastarbeiders. De ver
koper: opgevoed in het Nederlandse prijzensysteem, waarin doorgaans
niet wordt afgedongen op de prijzen in de winkels, zeker niet in de
herenmodebranche. De Marokkaan: enkele maanden geleden vertrok
ken uit zijn vaderland, waar een handelaar voor welk artikel dan ook
eerst tien maal de waarde vraagt om dan tot een redelijke prijs te laten
afdingen. De in Nederlandse winkels kopende zuiderling voelt zich be
drogen. Als er niet is afgedongen, heeft hij het idee dat hij teveel heeft
betaald en daarmee is de kiem gelegd voor ontevredenheid. Die onte
vredenheid kan weer oorzaak zijn tot wrijving in het bedrijfin het
pension of zelfs met zijn landgenoten.
door
MARIUS
VAN RIJN
Deze en tientallen andere facto
ren zijn er de oorzaak van, dat de
buitenlandse arbeider zich niet op
zijn gemak voelt in de geoliede
Nederlandse samenleving, die ons
wel erg gezellig en open aandoet,
maar die iemand met een maat
schappelijke achtergrond als de
Marokkaan uit het hierboven aan
gehaalde voorbeeld, toegrijnst als
een kille muur van onbegrip. „Wij,
arbeiders uit de zuidelijke landen
en Noord-Afrika, voelen ons de
nieuwe slaven van Europa, die het
werk moeten doen waarop de an
deren thans neerkijken", verklaar
de een dertigjarige Spaanse gast
arbeider eens in een dagblad en
gevoelens als de zijne leven bij
veel van zijn 45.000 collega's uit
Spanje, Marokko, Italië en Tur
kije.
Verdienen
In grote stromen zijn zij sedert
1957 naar Nederland gekomen, die
donkere levendige mannetjes, die
in veel Nederlandse steden een ver
trouwd onderdeel van het stads
beeld zijn geworden. Aangelokt
door de hoge verdiensten en de sta
tische maatschappij in hun va
derland beu verlieten duizenden
Spanjaarden, Italianen, Turken
en Marokkanen hun armoedige
huizen. In Nederland hopen zij in
één soms twee jaar zoveel te ver
dienen dat zij eenmaal terug een
eigen bedrijfje kunnen beginnen,
waarmee zij zich ver verheffen bo
ven de grote armoedige bevolkings
groepen in de landen rond de Mid
dellandse Zee. Dat motief verklaart
de sterke doorstroming in de con
tingenten buitenlandse arbeiders
en ontneemt tevens de grond aan
de soms uitgesproken angst voor
werkloosheid by de Nederlandse
arbeiders, vooral in verband met
recente liquidaties van bedryven.
Mocht er ooit sprake zyn van een
neiging tot werkloosheid, dan is
het merendeel van deze buitenlan
ders binnen korte tyd verdwenen
en zü fungeren op die manier zelfs
als een soort buffer, als een werk-
gelegenheidsreservoir. Het Neder
landse bedryfsleven heeft de kans
om de openvallende plaatsen in
het produktie-apparaat (de ar
beidsbureaus constateren een sterk
dalende belangstelling voor zwaar
en vuil werk in de industrie ten
gevolge van de sty ging van de wel
vaart) op te vullen met arbeiders
uit de landen rondom de Middel
landse Zee met beide handen aan
gegrepen. Speciale wervingsteams
trokken naar Spanje en Italië, la
ter naar Malta en Turkye. Tussen
die landen en de Nederlandse rege
ring werden contracten gesloten,
waarin waarborgen voor een correc
te behandeling van de arbeiders
werden vastgelegd en het resultaat
van een en ander ls dat op het
ogenblik in Nederland ruim 45.000
buitenlandse arbeiders werken. Dat
cyfer heeft dan betrekking op de
groep, die doorgaans wordt aange
duid als „buitenlandse arbeiders".
Het totaal aantal buitenlanders dat
in Nederland werkt is namelyk
hoger, ongeveer 85.000. Daarby
zijn byvoorbeeld een kleine twin
tigduizend Belgen, die volledig in
onze samenleving zyn geïntegreerd
en dan ook niet meer worden be
doeld als er wordt gepraat over
„buitenlandse arbeiders". Verder
vallen onder die 85.000 ongeveer
13.000 man personeel in dienst van
buitenlandse rederijen, maar die
komen zelden of nooit in Neder
land. De arbeiders, die sedert 1956
een vrijwel onmisbare schakel in
veel Nederlandse bedrijven zyn ge
worden komen uit Spanje (16.000),
Italië (7500), Turkye (7300),
Griekenland (1800), Marokko
(5400), Portugal (1000) en Joego
slavië (950). Verder werken er
kleinere aantallen Tunesiërs en Al
gerijnen in Nederland. Alles by el
kaar omvatten buitenlandse werk
nemers in Nederland 90 nationa
liteiten. Zy vormen 1 van de
beroepsbevolking, waarmee Neder-
alnd in Europa het laagst is
(Duitsland 3 Frankrijk 10 en
Zwitserland 28
Gunstig
In Leiden en omgeving werkten
op 1 maart 1966 755 mannen en
255 vrouwen uit het buitenland,
verdeeld over 80 nationaliteiten.
Dat cyfer heeft betrekking op de
gemeenten Leiden, Leiderdorp, Al
kemade, Voorschoten, Oegstgeest,
Katwyk, Rynsburg en Valkenburg,
Zoeterwoude en Warmond. Het Ge-
westelyke Arbeidsbureau in Leiden
heeft in het algemeen gunstige er
varingen opgedaan met buiten
landse arbeiders. De behoefte aan
dergelyke krachten stijgt nog
steeds en hoewel men het woord
vaak niet uit wil spreken wordt
duidelyk waar het naar toe gaat:
onmisbaarheid. Vast staat nu al
dat wanneer het niet mogelyk zou
zyn op deze manier te voorzien in
vacatures de produktie van diver
se industriën aanzienlyke belem
meringen zou ondervinden. In
sommige bedryven wordt dat ook
volmondig toegeven, anderen
zeggen het niet met zoveel woor
den. Wat ook vaststaat is dat die
bedryven die het experiment heb
ben aangedurfd, veel waardering
hebben voor de wyze waarop de
arbeiders uit de streken rond de
Middellandse Zee hun werk doen.
Moeilykheden doen zich ook voor.
Vooral in de beginjaren hadden
bedryven te kampen met proble
men rond deze arbeidsnomaden. De
Zaterdag 26 maart 1966
Sommige buitenlandse
arbeiders worden in Neder
landse bedrijven geschoold
zoals deze jonge Turk bij de
Kon. Ned. Grofsmederij in Lei
den.
Even buiten Leiden
aan de Leiderdorpse Zijldijk
verrijst op het ogenblik
het eerste speciaal voor bui
tenlandse arbeiders ontwor
pen woonoord in Leiden en
omgeving. Meer dan 160 ar
beiders zullen hier binnen
kort hun intrek nemen en
daarmee is een flinke stap
gezet in de richting van een
afdoende oplossing van het
huisvestingsprobleem voor
buitenlandse arbeiders. Dat
huisvestingsprobleem is niet
alleen kwantitatief. Ook aan
de aard van de behuizing
voor b.v. Turken worden spe
ciale eisen gesteld, die op de
particuliere adressen waar zij
tot nu toe waren onderge
bracht maar moeilijk konden
worden verwezenlijkt. De
bouiv van dit woonoord bete
kent in verschillende opzich
ten een aanzienlijke verbete
ring. De buitenlandse arbei
ders zullen worden onderge
bracht in tien paviljoens, die
elk twee slaapzaaltjes voor
acht personen bevatten. Ver
der zijneer in zo'n paviljoen:
toiletten (speciaal voor Tur
ken, zonder closetpotten)
twee zitkamers en douche
ruimten. Bij de tien pavil
joens, die los van elkaar wor
den gebouwd verrijst een gro
te kantine waaraan een mo
derne keuken is verbonden,
die speciaal is ingericht voor
de Turkse voeding. Het pand,
waarin het restaurant is on
dergebracht bevat verder een
moskee en een woning voor
de beheerder. Tussen de pa
viljoens komt beplanting,
een waterpartij en er wordt
een voetbalveld aangelegd. In
het Leiderdorpse woonoord
zullen voornamelijk iverkne-
mers van de Verenigde Touw-
fabrieken ivorden onderge
bracht, maar ook enkele an
dere bedrijven nemen deel
aan dit project, dat bijna ne
genhonderdduizend gulden
kost. In april hoopt het
Oegstgeester bouwbedrijf IBB
zo ver te zijn dat de eerste
paviljoens in gebruik kunnen
worden genomen. Op de foto
enkele van de bijna voltooide
gebouwen.
Sterk overdreven verhalen over pa-
radyseiyke toestanden in Neder
land graan van mond tot mond en
inspireren tal van thuisbiyvers om
alsnog de stap te wagen.
Vooral grote aantallen Marokka
nen kwamen op die manier naar
Nederland. Zo zyn byvoorbeeld alle
182 Marokkanen in het gebied van
het Gewestelyke Arbeidsbureau
Leiden op eigen gelegenheid geko
men, met 23 Spanjaarden en 49
Italianen. De officiële term voor
dit verschynsel is kettingemigratie
en de autoriteiten zyn er niet zo
erg mee ingenomen. Verschillende
redenen daarvoor liggen voor de
hand. Deze mensen gaan door
gaans zelf werk en huisvesting zoe
ken en vallen daardoor niet onder
de voorwaarden van de overeen
komsten, die Nederland heeft ge
sloten met Spanje, Italië en Tur
kije en die heel wat sociale zeker
heden waarborgen. Als er zich
wantoestanden voordeden op het
gebied van huisvesting of arbeids
voorwaarden en daar is de laat
ste Jaren nog wel eens sprake van
geweest dan betrof het vrywel
tieve functionarissen van het mi
nisterie van Sociale Zaken en
Volksgezondheid en soms een in
dustrieel (namens het eigen be
drijf of namens een combinatie
van bedryven). De arbeiders (en
het betreft hier voornameiyk Tur
ken) worden geworven op basis
van een Jaarcontract en er iyn ear
maar weinig die na het verlopen
van zo'n contract nog biyven. Vry
wel allemaal hebben zy hel Ideaal
zich in hun eigen land op te wer
ken tot ondernemertjes en boven
dien zyn de meesten getrouwd
en dus genoodzaakt zich na ver
loop van tyd weer by hun gezin
te voegen. Er zyn bedryven, die
met ernstige personeelstekorten
kampen, maar toch aarzelen om
over te gaan tot het ln dienst ne
men van buitenlandse arbeiders.
Dat is begrijpelijk. Wat betekent
het namelyk voor een bedrijf, het
aantrekken van deze mensen?
Daar is in de eerste plaats het
probleem van de huisvesting. Als
men arbeiders ln dienst neemt, die
zyn geworven ln het kader van de
overeenkomsten tussen Neder
land en het land van herkomst, is
de werkgever verplicht zorg te dra
gen voor huisvesting, die dan vaak
nog aan speciale eisen moet vol
doen. Zo stellen b.v. Turken e*
prys op in groepen te worden on
dergebracht. In een tyd, waarin
een werkgever zijn handen al vol
heeft met het onder dak brengen
van zyn Nederlandse personeel, zet
't aantrekken van een groep (indi
vidueel plaatsen heeft weinig zin) j
hem voor by na onoverkomeiyke
problemen.
Pensions
In Lelden zyn die goed opgelost.
Alle via de officiële wervingskana
len aangetrokken Turken in Lel-
den en omgeving zyn onderge
bracht ln pensions, die zyn uitge-
zocht door twee groepen van be
dryven. De ene groep (Werninks
beton- en aannemingsmaatschap-
py NV, Koninkiyke Nederlandse
Grofsmedery en Leidsche Appara
ten Fabriek) heeft beslag gelegd op
pensions in Katwyk en Rynsburg.
De andere groep (Verenigde Touw-
fabrieken, Koperen Buizenfabriek,
IBB (Oegstgeest en enkele ande
re bedryven» is op het ogenblik 1
bezig met het bouwen van een
woonoord voor buitenlandse arbei
ders aan de Zyldyk in Leiderdorp».
Het resterende aantal buitenlan
ders is ondergebracht op particu
liere adressen. Daarop is de con
trole iets moeiiyker, maar werke-
lyke wantoestanden doen zich wat
betreft huisvesting in Leiden en
omgeving niet voor. Een tweede
probleem, waarmee de werkgever
zich geconfronteerd ziet, ls dat
van de „opvang". Wil men van
buitenlandse arbeiders bruikbare
arbeiders maken, dan moeten deze
mensen niet aan hun lot worden
overgelaten. In de eerste plaats
moet ervoor worden gezorgd dat ér
tussen bedrijf en buitenlandse ar-
beiders communicatie mogelyk ls.
Daarvoor is een tolk nodig. Turk-
se tolken zyn schaars, maar ln d«
praktijk ls gebleken dat die func-
tie ook goed kan worden vervuld t
door een arbeider, die al wat lan- i
ger in Nederland ls in een nieuwe
groep te plaatsen. Turken leren j
snel Nederlands. Sneller byvoor-
beeld dan Spanjaarden, wat men t
niet zou verwachten. Niets werkt
zo deprimerend op deze mensen J
als onbegrip, en het gevoel van hul--
peloosheid dat hen bevangt als al- J
Vervolg op pag. 2
Foto's
HOLVAST
uiiiiiiiiuiiHiiiiiiiiiiiiiwiin^
Weekeind bijlage Leidsch Dagblad
Stap in goede richting
bedryven doen echter steeds meer
ervaring op ln het begeleiden van
deze mensen in het sociale vlak en
ook het Nederlandse publiek is wat
meer vertrouwd geraakt met het
verschynsel. De aanpassing van de
buitenlander veroorzaakt dan ook
steeds minder last.
Toeneming
Uit gegevens van het ministerie
van Sociale Zaken en Volksgezond
heid blykt, dat in de eerste twee
maanden van dit jaar de stroom
arbeidskrachten uit landen rond de
Middellandse Zee sterk is toegeno
men. In januari en februari van
dit jaar werden 20 a 30 meer
werkvergunningen afgegeven dan
dan in dezelfde periode van het
vorig jaar. Naast de grote stroom,
die door de wervingsteams van de
Nederlandse industrie wordt aan
getrokken is er een steeds toene
mend aantal arbeiders dat op eigen
gelegenheid naar Nederland komt.
Geen betere reclame dan mond-re
clame wordt er wel eens gezegd en
voor deze mensen geldt dat zeker.
steeds deze groep „gelukzoekers",
die vaak via België naar Neder
land komen. Wettelyk is daartegen
niets te doen: in het kader van
Benelux-overeenkomsten kan ieder
een 'n werkvergunning krijgen. Ver
der heeft men weinig vat op deze
mensen wat betreft geneeskundige
en geesteiyke verzorging. Ook zyn
de op eigen initiatief komende ar
beiders vaak niet het beste. Het
percentage analfabeten onder hen
is hoger dan onder geworven ar
beiders.
Soepel
Veel soepeler loopt het met de
214 Turken, 8 Spanjaarden en 11
Italianen, die via de officiële wer
vingskanalen in Leiden en omge
ving zyn terechtgekomen. Een
aantal Leidse bedryven heeft
toen het duidehjk werd, dat het
absoluut noodzakeiyk was een be
roep to doen op het buitenlandse
ar be iderspoten tieel een wer
vingsteam naar Turkye gezonden.
In een dergelyke groep hebben
zitting een arts, enkele administra-