€k Tr-.IÉLT* SCHEEPS\ B ERICHTEN de des levens stad II oorspronkelijk verhaal van Joseph I. elnandor J VEZENO VIERDAG 26 MAART 1966 01 financiering," zei Galotti „Juist. Ik begrijp dat u daar jkheden voorziet. Ik heb lang in nadenken voordat ik de op- gevonden had. Maar nu heb Luister/' En gedurende de uren volgden werd dokter Malloway, beleende chirurg, ingewijd in een jiéle opzet die hem voor het gst in zijn leven eerbied deed krij- roor zakelijke verbeeldings- Ijcht. Hij luisterde aandachtig, cder een enkele maal vragen te jUea Nu en dan knikte hy be- of glimlachte hij ver- id doch vol bewondering. Galotti itpopte /lich in die uren voor de ,tede maai tot een andere figuur ia dokter Malloway in hem meen- t« hebben ontdekt. Doch deze IflBj» zag hij een man voor zich ge <x hem ontroerde en met respect sjffülde. Ontroering en respect dat rifen inderdaad de twee gevoelens, bij de dokter de overhand kre- Ififiti en die hem langzamerhand in- ireêrden tot een wonderbaarlijk ïlmgen. het verlangen om deze aiotti terzijde te staan en te hel- om met hem te vechten te- 78, U een overmacht, die nu nog tri- 0, üiantelijk en ongestraft haar ver- «rings tocht over de wereld voort- te en in wier spoor de duizenden a stomme aanklacht vormden te- kortzicht-gheid en dadenloosheid. „In froeger tijden trokken de apos- der oeschaving ongewapend op i het barbarendom," zei hi) hees. i moderne tijden moeten moder- i apostelen niet ontbreken. Het u lndercyd niet genoeg, de vrede en de oorlog te bevech- Wi) moeten alle moderne ge- bezweren en alle moderne nlen durven aanpakken. Ik doe et u mee, meneer Galotti. Laten i de details bespreken." was ver na middernacht, toen titer Mallcway de pezige hand van idottl ten afscheid drukte. ,Wij zijn twee roekeloze fantasten, riend," hij glimlachend. „Ik ben t], dat ik ontdekt heb zo iemand t sijn. En ik ben blij, een tweede ia dat soort te hebben ontmoet. La- we het grote avontuur begin- to, als ridders zonder vrees of r«n de dokter weg was, stond Ga el enkele ogenblikkenn peinzend n de grote foto van zijn moeder, ln een zilveren standaard op de toorsteenmantel stond. Jen je nu tevreden, eigenwijze I :de vrouw?" mompelde hij teder Ie zoon Francesco is opnieuw een ngetje geworden. En h(j heeft een r ider jongetje gevonden, die denkt ffit'WJ dokter is, Welterusten, moe- "jërtje." was of zij glimlachte, en hij later in met het gevoel, alsof nog eenmaal, zoals lang geleden, lor haar zorgzame handen was toe- Kiekt. HOOFDSTUK IV De vieïde juni, des avonds om wen uur, verscheen in talloze Ame- i&anse huiskamers het donkere sil- ouet van dokter Malloway op het De moeders hadden tafel afgeruimd na het avond- Itn en de kinderen profiteerden van m „uurtje na tafel", voordat zij ut bed moesten. In vele gezinnen tok de markante stem van de alrurg uit New York reeds enige juten u:t het toestel, voordat men perkzaam werd. Wat was dat ei- •nlijk? Die dokter scheen het over Meren te hebben. Hij wees met ;a nnger beurtelings op de grote tfe van vrolijk lachende kinder- Toen zei de stem: en dan tot slot nog deze opgewekte kiek van Robert Montgery, zes Jaar oud, wo nende in San Francisco." „U hebt nu deze kinderen in hun volle fleur en levensblijheid kunnen aanschouwn, doch ik moet u helaas mededelen dat zij allen dood zijn. Het waren hun laatste portretten. Zij werden korte tijd later gedood door een meedogenloos monster, dat ongestraft en ongebreideld rouw en droefheid brengt in Amerikaanse ge zinnen in gezinnen over heel de wereld. Hadden zij in een andere tijd geleefd, dan zouden zij wellicht ge vallen zijn als slachtoffers van kwaadaardige ziekten, die wij .mo derne medici, intussen hebben over wonnen. Wij hebben een zware, nim mer aflatende strijd gevoerd tegen de kwalen, die de mensheid bedreig den. wy hebben offers gebracht, ve len onzer zijn gevallen op het veld van eer, bij het laboratoriumwerk als proefkonijnen waartoe zij zich vrijwillig leenden. Doch het mon ster, wiens klauwen Robert Mont gery en Elisabeth Hunt en Mic key Dale en Mary Flint dood- kneep. leeft nog en niemand kan het vangen. Het is ons moderne ver keer, dat jaarlijks méér doden eist dagelijks toeneemt". Terwijl de stem zweeg, toonde het scherm een grafiek, waarop een kronkelige zwar te lijn omhoogstreefde langs getal len. Doden doden. Steeds meer do den. „De tijd is gekomen," ging dokter Malloway verder, „dat wij allen, Amerikaanse burgers, de handen in eenslaan om dit monter te bedwin ger. Wij hebben geleerd dat alle maatregelen, welke onze goedbedoe lende autoriteiten hebben genomen en nog dagelijks nemen, onvoldoen de zijn. Zij zeggen dat het een on oplosbaar probleem is. Zij zeggen dat zii de wassende stroom verkeersmid delen en de stijgende snelheden kenmerken van moderne vooruitgang niet kunnen tegenhouden. En dat de wegen zoveel mogelijk zijn aan gepast aan deze vooruitgang, zodat we de met een krankzinnig tempo omhoogvliegende dodencijfers zullen moeten beschouwen als een kwaal van de tijd, waartegen geen genees middel te vinden is. Doch ik zeg u: er is nooit in de geschiedenis een kwaal geweest, waarvoor geen ge neesmiddel bestond. Wij hebben tal loze ziekten overwonnen, en we hebben de oorlog uitgeroeid, omdat wij ernstig daarnaar hebben ge streefd. Als medicus zeg ik u: wij zullen een geneesmiddel vinden voor de kwaal van het verkeer, als wy samen ons best daarvoor doen. Ar beiders in de automobielfabrieken: ik weet dat gij werkt aan een mo dem vervoermiddel, dat ontwikkeld is tot een wonder van vernuft en betrouwbaarheid. Doch hebt ge wel eens bedacht, dat het tegelijk een van de dodelijkste wapenen der mo derne historie is geworden, dat vrij in handen gegeven wordt van ie dereen, die handig en welgesteld ge noeg is om erin te rijden? Iedere misdadiger, iedere dwaas, iedere on verantwoordelijke maniak kan het leven van zijn medeburgers bedrei gen en verpletteren. Hij moet al leen opletten, dat de verkeersvoor- schriften hem gelyk geven, als hij een ongeluk veroorzaakt. Maar dat is immers gemakkelijk genoeg? De kin deren wier foto's ik u toonde over traden in hun onschuld en levens blijheid een verkeersvoorschrift. Moe ten wij hen daarom laten doden?" (Wordt vervolgd) Rode leiders maken band met Moskou losser Zolt&n Komocsin, secretaris van het centrale comité van de Hongaarse communistische party, heeft in een lezing voor de politieke academie van de party gezegd, dat communistische leiders in sommige socialistische en Westeiyke landen proberen de ban den met de Sowjet-Unie losser te maken. Dat gebeurt onder druk van het internationale kapitalisme op de betrokken partyen. Komoscin kritiseerde verder het krachtiger worden van nationale ge voelens in socialistische landen voor zover dit aanleiding gaf tot an- tl-Sowjetrussische tendenzen. Er moesten administratieve maatrege len genomen worden tegen elemen ten die anti-Sowjetrussische gezind heid in cultuur-en sportwereld trachtten te brengen, alsook tegen fascistische en antisemititische uitingen. In Hongarije krijgt volgens Komoscin een geest van scepticime de overhand en neemt de neiging tot kleinburgerlijke geldverdienery toe. Dat laatste is een drijfveer bij de meeste Hongaren, die het land verlieten of dat probeerden te doen. Dat waren ideologische en politieke zwakkelingen die de leuze huldig den: waar mijn eigen gewin is, daar is mijn vaderland. Signaal tegen vliegtuigbotsing De vliegtuigfabriek McDonne! in St.-Louis, die ook de Gemini-capsules voor het Amerikaanse ruimtevaart- raat ontwikkeld, dat waarschuwt raat ontwikkelt, dat waarschuwt tegen het gevaar van vliegtuigbot singen. Het apparaat is beproefd in de Phantom straaljager, die door MacDonnel wordt gemaakt, en zal waarschijniyk worden aangepast aan de burgerluchtvaart. Het systeem, waarnaar al tien jaar werd gezocht geeft een waarschu wing zestig-seconden voordat vlieg tuigen die elkaar met een snelheid van maximaal viermaal die van het geluid naderen, elkaar zouden kun nen raken. Het zegt de piloten ook hoe ze de botsing moeten vermyden. Het apparaat heet „EROS", een afkorting van „Eliminate range zero systeem". De vliegtuigen worden voor het gevaar van een botsing gewaar schuwd als ze op 2.5 km van elkaar zijn. In de cockpit bevindt zich een indicator met pijlen die aangeven of vlieger naar boven of naar be neden moet uitwijken en wanneer hij weer horizontaal moet gaan vlie gen. Een geluidssignaal waarschuwt de vlieger dat hy op de indicator moet letten, omdat er een ander toestel op een kruisende koers ligt. Het is nodig dat beide toestellen met het apparaat zijn uitgerust. Advertentie VERZEKERT ZIEKENHUISKOSTEN A 3L. PANDA EN DE WEGDOENER 88 3. Terwijl de onbeheersbare drilboor Panda de ernstigste afram meling van zijn leven toebracht, barstte Mijnheer Evert de Breek in een hartelijk lachen uit, waar verscheidene ondergeschikte ar beiders gul mee instemden. „Hoi-hoi-hol," gierde Mijnheer Evert. „Dat moet ik Oom Piet vertellen! Wat zal die lachen!" Voor Panda was het echter helemaal niet grappigen toen hij een vertwijfelde poging deed de bonkende machine tot stilstand te brengen, kreeg het boordevol energie zittende apparaat de over hand en slingerde hem middels een boogvormige baan in de tuin van het nabij gelegen landhuis. Panda's besluit om geen wegwerker te worden stond vast; maar hij was er wel op een deerlijke manier toe gekomen. Het ruwe toneeltje was op enige afstand gadegeslagen door een beschaafde voorbijganger, en deze schudde nu afkeurend het hoofd. „Wacharme," prevelde hij; „dat zal dit baaske leren dat licha melijke inspanning alleen maar goed is voor de Dommen. Wij, in tellectuelen, zullen nooit onze toevlucht nemen tot een zo grove broodwinning. RECHTER TIE EN HET SPOOK VAN DL TEMPEL 61. Terwijl Rechter Tie met zijn dames aan tafel zit, heeft Tsjiao Tax met veel moeite in een achterbuurt de armzalige kroeg gevonden waar de Koning der Bedelaars de scepter zwaait. Tsjiao Tai heeft een gelapte jak en broek, zoals een landloper, aan. Hij heeft besloten zich uit te geven voor Slau-ma, de broer van de ver moorde Seng-san, want Ah-lioe heeft gezegd dat Siau-ma naar het buurdistrict is vertrokken. Blijkt het dat de heren hier Siau-ma kennen, dan verzin ik wel een ander verhaaltje, zegt Tsjiao Tai bij zichzelf. Aan de toonbank staat een reus van een kerel, zijn gelapt vest laat zijn gespierde armen bloot. Naast hem staat een kat hoofdige boef die afschuwelijk loenst. Ze worden bediend door e> slonzige meid. De reus kijkt om en vraagt nors: „Wie ben jij wat moet je hier?" „Ik ben Siau-ma", gromt Tsjiao Tai. „Ik mc niks, maar jij moet wat! Jij mot als Koning zorgen dat m'n gewroken wordt!" De Koning vraagt aan de man naast hem: ma? Is dat niet dat stuk broer van Seng-san, Schele?" „Ja, 1 Woont in het buurdistrict"De Koning neemt Tsjiao Tai een Dan zegt hij: „Goed, ga er bij zitten, Siau-ma!" En tegen de meid: jn, luie - „Breng drie kommen i Lie slons!" DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BR AM MET JE FOK 479. Op een vlotje van eikehout zaten de heren van de jury ernstig toe te kijken of de bootjes, die voorbij voeren, wél gek ge noeg waren om aan de wedstrijd voor gekke vaartuigen mee te doen. De één was nog dwazer dan de andere. Achter de man op de staande klok dobberden vaartuigen met na mens als de „Nieuw-Afwasteiltje" of de „Queen-Schoolbank"Een meneer, die Timmerman heette, had een schommelstoel tot vaar tuig gekozen. Bram stond de vloot met verlangende ogen na te kijken. „Tjonge, wat zal dat een leuke wedstrijd worden. Wat zou ik daar graag aan meedoen", zei hij zachtjes, maar Karo hoorde het toch „Nou, waarom niet?" vroeg hij. „Waar haal ik zo gauw een gek bootje vandaan?" vroeg Bram- metje. „Op de veiling misschien?" opperde Karo, en dat leek Bram een prachtig idee. „We gaan meteen kijken. Als we snel zijn kunnen we ons nog voor de xoedstrijd laten inschrijven." m ais?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 21