Ri jnshurg huisvest Leidse Turken
Arikdogan: Nederland goed...'
Exploitant van „Avondrust"
goed te spreken over Turken
Leidse bedrijven tevreden
met buitenlandse arbeiders
EATERDAG 86 MAART 1968
uEIDSCH DAGBLAD
LD.. Srnu 1
In veel Nederlandse steden zijn ze een ver.
trouwd onderdeel van het straatbeeld ge<
worden: kleine, donkere mannen, die meeetel
groepsgewijs de straten bevolken. In enkele
jaren kwamen ze in groten getale naar Ne.
derland. Duizenden arbeiders uit de landen
rond de Middellandse Zee zwermen uit over
Europa's industrielanden om in korte tijd
veel geld te verdienen. De aanpassing van
Vervolg van pag. 1
lerlei Instanties (en dat zijn er
heel wat) met papieren en formu
lieren in actie komen. Hen moe
ten worden uitgelegd (een paar
voorbeelden) hoe de Nederlandse
sociale voorzieningen werken, dat
het geld dat op htm salaris wordt
ingehouden voor ziekte, AOW en
belasting niet wordt gestolen, dat
een voorschot geen plotselinge sa
larisverhoging is, enz.
Voorlichting
Er is een grote behoefte aan
voorlichting en die moet al begin
nen vóór de arbeider naar Neder
land komt. Daarmee houden zich
verschillende organisaties bezig,
maar Zuideuropeanen zijn een
lichttillend volkje en de voorlich
ting gaat het ene oor in en het
andere uit en sorteert weinig ef
fect. Daarom moet er ook in Ne
derland voorgelicht worden en niet
alleen aan de arbeiders: ook het
Nederlandse volk moet weten „wie
die donkere mannetjes zijn, die je
tegenwoordig steeds meer tegen
komt op straat". Vooral moet aan
dacht worden geschonken aan de
voorlichting aan die mensen, die
uit hoofde van hun functie veel
met buitenlandse arbeiders in con
tact komen. Van hun houding
hangt het namelijk voor een groot
deel af of de aanpassing van de
buitenlanders zal slagen. Naast
voorlichting in de particuliere
sfeer moet ook voorlichting wor
den verstrekt aan dienstenverle
nende instellingen als vervoersbe
drijven ziekenhuizen en politie Over
politie gesproken: de criminaliteit
onder de gastarbeiders vormt in
het geheel geen probleem. Men
heeft uiteraard met de nodige
uitzonderingen te maken met
zachtzinnige, oppassende mensen.
Er is zelfs geconstateerd, dat de
criminaliteit onder buitenlandse
arbeiders in ons land lager is dan
die in vergelijkbare Nederlandse
groepen. Ook medisch is er om
een misverstand uit de wereld te
helpen geen reden tot veront
rusting. De buitenlandse arbeiders,
die via de wervingskanalen naar
Nederland komen worden ln het
land van herkomst nauwlettend
onderzocht, vooral op tbc om dat
bü hen de kans op die ziekte gro
ter is door de moeilijke maatschap
pelijke toestanden in hun land. De
arbeiders die zelf komen, worden
ln ieder geval zodra ze werk heb-
grondig gekeurd. Het risico van
tbc-beemetting is niet groter dan
bijvoorbeeld dat wat zich voordoet
bij het toerisme naar het be
trokken land, dat steeds groter
vormen gaat aannemen.
Permanent
Hoewel de buitenlandse arbeider
individueel zuiver als tijdelijk moet
worden beschouwd is de aanwezig
heid van een grote groep in Ne
derland zo langzamerhand uitge
groeid tot een permanent ver
schijnsel. De maatschappelijke be
geleiding van de buitenlandse ar
beider dient rekening te houden
met de beperkte duur van zijn ver
blijf in Nederland. Er moet bij
voorbeeld niet worden gestreefd
naar een volledige aanpassing aan
de Nederlandse samenleving of
naar een massaal aanleren van de
Nederlandse taal. Het tijdelijk ka
rakter van hun verblijf hier vraagt
om een aanpak, die meer ligt in
de richting van het als groep in
voegen van de buitenlandse arbei
ders in de samenleving, met bin
nen die groep het behoud van de
eigen levensvormen. Anders ge
formuleerd: het zoeken naar een
compromis tussen hun gehand
haafde buitenlandse levenswijze en
de Nederlandse samenleving daar
omheen.
Met het bouwen van woon
oorden wordt met een bege
leiding volgens deze principes
al rekening gehouden. De
woonoorden vormen vrij ge
sloten gemeenschappen, waar
buitenl. arbeiders hun eigen
maaltijden gebruiken, hun eigen
godsdienst belijden en hun
eigen levensgewoonten hand
haven. Aan de maatschappe
lijke begeleiders en de voor
lichting is de taak om er voor
te zorgen dat de individuen
van deze groep zich in de niet
zo heel nauwe contacten met
de buitenwereld redelijk kun
nen aanpassen. Dat buiten
landse arbeiders en hun pro
blematiek in de belangstelling
staan blijkt onder meer uit het
feit. dat de Bedrijfssociologi-
sche Studiedagen van het So
ciologisch Instituut van de
Leidse Universiteit aan dit on
derwerp zijn gewijd. De be-
drijfs-sociologische studiedagen
worden op 14, 15 en 16 april
gehouden in het Noordwijkse
hotel „De Baak".
-
De Turkse kok van
„Avondrust" aan het werk.
„het verveelt ze niet". De Turken
slapen in groepen van vier tot ze
ven man ln kamertjes op de eerste
etage van „Avondrust". De kamers
zyn sober ingericht en maken
hoewel ons bezoek niet was aan
gekondigd een keurige indruk. De
heer De Monyée somt enkele rede
nen op, waarom het naar zijn me
ning zo soepel loopt in zijn kleine
Turkse gemeenschap: „Het zijn
hier allemaal mensen uit dezelfde
landstreek, in dezelfde leeftijds
groep, allemaal getrouwd en de
groep bezit een groot saamhorig
heidsgevoel. Als er bijvoorbeeld iets
gebeurd is op een kamer, noem
maar iets: een gat in een deken
gebrand of zo, dan zul je nooit te
weten komen wie dat heeft gedaan.
Spontaan betaalt zo'n groep ka
merbewoners de schade".
Vrouw niet
Er wordt op de deur geklopt.
„Daar heb Je er weer een", ver
zucht de heer De Monyée, die
weliswaar goed te spreken is over
zijn Turken, maar vaak doodmoe
is van al die kleine probleempjes
waarmee de Turken hem de hele dag
en de avond lastig vallen. In de
deur staat een glunderende Turk,
die triomfantelijk een stapel fel
gekleurde „hartelijk gefeliciteerd-
kaarten" laat zien. „Nu krijgen al
zijn relaties in Turkije volgende
week 'n hartelijke felicitatie", lacht
De Monyée els de man weer weg
is. „Hij kwam vragen of ik de
adressen wil tikken op mijn schrijf
machine, dan kunnen de mensen
thuis zien hoe goed hij het hier wel
heeft. Een schrijfmachine is een
•fc Een groep Leidse Tur
ken aan de maaltijd in Rijns-
burg.
statussymbool. Ja, ze zijn eigenlijk
een beetje naïef. En wat ik ook zo
vreemd vind: ze schrijven hun hele
familie geregeld, vader, oom, broer,
alles, maar nooit hun vrouw. Dat
komt gewoon niet bij ze op In
„Avondrust" wonen 28 Turken van
de Kon.Ned.Grofsmederij, twee van
de Leidsche Apparatenfabriek en elf
van Wernink. Dit laatste bedrijf
heeft sedert december 1964 Turken
in dienst en het hoofd van de per
soneelsafdeling, de heer Van Leeu
wen, is best over ze te spreken. „Ze
geven in hun werk de betonpro-
duktie heel weinig problemen.
Als er eens problemen zijn, dan
is dat steeds in de begeleiding, niet
in het werk. De heer Van Leeuwen
is ook goed te spreken over de wij
ze, waarop de Nederlandse arbeiders
in zijn bedrijf reageren op het
verschijnsel buitenlandse arbeiders.
Wernink heeft de Turken niet
apart tewerkgesteld, maar de men
sen door het hele bedrijf verspreid,
waardoor ze allemaal samen moe
ten werken met Nederlanders. En
dat gaat goed.
Voldoen
Bij de Grofsmederij eenzelfde ge
luid: „Onze buitenlandse arbeiders
deze mensen is vaak oorzaak van moeilijk,
heden, waardoor hun probleem voortdurend
in de belangstelling staat. In deze reportage
wordt nagegaan hoe het staat met de groep
buitenlandse arbeiders in Leiden en omge.
ving.
voldoen goed. Ze werken hard en
er is nauwelijks sprake van moei
lijkheden". De Kon.Ned.Grofsmede
rij in Leiden was een van de eer
ste bedrijven in Nederland, die in
1956 Italiaanse arbeiders in dienst
nam. In het begin waren er met
deze mensen wel wat moeilijkheden,
maar door de ervaring die het be
drijf met buitenlandse arbei
ders opdeed, is de opvang en de
begeleiding steeds soepeler gaan
verlopen. Bij de Grofsmederij resi
deert ook de Turkse tolk, die enkele
bedrijven ln Leiden gezamenlijk in
dienst hebben. Deze man, de heer
Gene, vervult in de communica
tie tussen de Turken en het be
drijf een belangrijke rol en hij
is verder actief op maatschappelijk
gebied. Bij de Grofsmedery werken
op het ogenblik 60 buitenlanders,
waarvan 45 Turken. De rest is van
Marrokkaanse afkomst. De Verenig
de Touwfabrieken in Leiderdorp
hebben met 160 Turken het groot
ste aantal buitenlanders in dienst.
In samenwerking met enkele
andere bedrijven heeft dit bedrijf
het initiatief genomen tot de bouw
van een woonoord voor Turken.
Deze Turken werken bij
Werninks beton- en bouwbe
drijf in Leiden.
Alle bedryven ln Leiden die bui
tenlanders in dienst hebben staan
met elkaar in contact, evenals met
bedryven en instanties in andere
plaatsen Er doet zich nameiyk de
noodzaak voor van uniformiteit in
de arbeidsvoorwaarden om ver
warring by de buitenlandse arbei
ders te voorkomen en te vermyden
dat de mensen van de ene fabriek
naar de andere zwerven, omdat ze
elders een dubbetje meer kunnen
verdienen.
Buitenlandse arbeiders ver
dienen evenveel als hun Ne
derlandse collega's maar ze zijn
voor de bedrijven veel duurder
door de (niet geringe) wer
vingskosten. de bijdrage in het
J.
pensiongeld, de extra koiten
voor huisvesting, tolk, enz, Het
bedrijf maakt 30% van het
loon van een gehuwde buiten
landse arbeider over naar diens
gezin in het land van her
komst. In Turkije bijvoorbeeld
is dat ruimschoots voldoende
om van te leven, terwijl de
Turken van de resterende 70%
altijd nog kans zien om stevig
te sparen. Dat is ook de hele
bedoeling van hun komst naaf
Nederland: veel geld verdie»
nen in één of twee jaar en da*
een eigen zaakje beginnen,
Thuis.
Gesprekje met een van de vele Turken
het vorige jaar hun intrek in
het voormalige bejaardente
huis „Avondrust" aan de Vliet.
Nu na vier maanden zijn
de Turken geaccepteerd, ener
zijds door begrip van veel
Rijnsburgers voor de bijzon
dere situatie waarin deze bui
tenlanders verkeren, ander
zijds doordat de Turken zich
bijzonder snel aanpasten aan
de Nederlandse gewoonten.
„Avondrust" is één van de
pensions, waarin buitenlandse
arbeiders die in Leiden werk
zaam zijn, zijn ondergebracht.
In Katwijk en Valkenburg zijn
ook dergelijke tehuizen.
„Myn Turken gedragen zich pri
ma". De heer A. A. de Monyée
exploitant van „Avondrust" en ln
die functie zo'n beetje de vraag
baak, vertrouwensman en vader
van 41 Turken heeft in de vier
maanden dat hy deze mensen huis
vest, veel ervaring opgedaan. „Na
tuurlek zit je wel eens met pro
blemen, maar dat is logisch in een
gezin van veertig man. In het be
gin by voorbeeld, toen was er nog
geen Turkse kok en ik probeer
de zelf wat voor deze mensen te ko
ken. Begrypelyk viel dat niet altyd
in goede aarde, maar gelukkig von
den we by een bedryf in Leiden
een Turk, die kon koken en hy ver
zorgd hier nu de maaltyden". De
kok is Huseyn Solak. Breed gryn-
zend roert hij in de grote ketel met
een substantie, die het midden
houdt tussen tomatensoep en gou
lash met daardoorheen grote brok
ken aardappelen. Rond zes uur ko
men de Turken per bus thuis van
hun werk en gaan eten in de ge-
meenschappeiyke eetzaal. Iedere
dag hetzelfde: de rode substantie
„maar", zegt de heer De Monyée,
Zes maanden lang heeft
Sabri Yilmaz Arikdogan
(27) in 1964 moeten wach
ten. Toen kreeg hij bericht
uit de Turkse hoofdstad
Ankara, dat het in orde was.
Hij mocht naar Nederland.
Op 17 december 1964 stap
te hij met veertig landgeno
ten in het vliegtuig voor het
grote avontuur: werken in
Nederland. In de vijftien
maanden, welke sindsdien
verstreken zijn, heeft Arik
dogan zich redelijk leren uit
drukken in het Nederlands
en hij is nu in staat om zijn
ondervindingen te uiten. En
hij doet het graag, deze
goedlachse, wat schuchtere
Turkse jongeman.
„In myn woonplaats Mersdn
hoorde ik verhalen van mannen
die in Duitsland en Nederland
hadden gewerkt. Het was er
goed, vertelden ze. Ik moest zor
gen voor myn familie; dat zyn
oom, moeder, zuster, broer en ik
verdiende in de kledingindustrie
niet zoveel. Daarom stapte ik
naar het arbeidsbureau en zei
dat ik ln Europa wilde werken".
Mersin is een stad van 85.000 in
woners in het zuiden van Tur-
kye aan de kust van de Mid
dellandse Zee. Na zes maanden
wachten werd de jonge Turk in
Ankara grondig medisch ge
keurd („veel dokters aan mü",
noemt Arikdogan het) en zo be
gon zyn Nederlandse periode.
„Ik kwam terecht by de Grof
smedery in Leiden", vertelt hy.
„Daar moest ik een week op een
kraan om het te leren. Toen
dat goed ging, ben ik gebleven
en ik alle kranen leren bedie
nen".
Op het ogenblik werkt Arik
dogan als heftruckchauffeur in
de gietery van de Grofsmedery
even voorby de Wilhelminabrug.
Het bevalt hem uitstekend en
dat laat hy merken ook. Met
weinige buitenlandse arbeiden,
die misschien in Nederland blij
ven. Dat komt omdat hU niet
getrouwd is, Hollandse vrienden
heeft leren kennen en een Leid*
vriendinnetje heeft. Of hy blijft
hangt onder meer af van de toe
stemming die 't ministerie moet
geven. Mocht hy die niet krij
gen, dan denkt Arikdogan over
één of twee jaar terug te gaan,
maar vóór die tyd wil hy «Dn
rybewys halen. „Ik heb nu drie
lessen gehad en ik wil binnen
kort examen doen", zegt hij. In
Turkye wil hy als hy terug
gaat chauffeur worden, maar
het is daar erg moeiiyk om een
rybewys te krygen. Er schijnt
zelfs een diploma van een school
voor nodig te zyn. Arikdogan
heeft drie jaar by de Turkse
marine gediend en daar heeft
hy wel eens een auto bestuurd.
Dat verklaart misschien het ge
mak waarmee deze jonge Turk
zich in de Grofsmedery aanpas
te aan zyn technische beroep.
Door de week gaat Arikdogan
zelden uit. Hy gaat net all
zyn collega's vroeg naar bed,
omdat ze weer vroeg opmoeten,
moe zyn en niet veel geld willen
uitgeven omdat ze moeten spa
ren. Het grootste deel van d«
Turken gebruikt geen druppel
alcohol, omdat de mohamme
daanse godsdienst hun dat ver
biedt. „En ze houden zich er
strikt aan", werd ons verzekerd
in „Casa Cara". In de weekein
den gaat Arikdogan wel naar
Leiden of soms naar Noordwijk
om te dansen. Daar heeft hij
ook zyn Hollandse vrienden le
ren kennen. Kortom, hy heeft
het hier best naar zyn zin. Sa
bri Yilmaz Arikdogan is na"
tuuriyk niet representatief voor
alle Turken in Lelden en omge
ving, maar wy lieten hem hier
aan het woord in de eerste
plaats omdat hy het Nederlands
enigszins beheerst en ten tweede
omdat het bedryf de Grof
smedery hem een voorbeeld
vond voor de gemiddelde hou
ding van de buitenlandse arbei*
der.
Rijnsburg heeft er even aan
moeten v/ennen. Veertig Tur
ken namen eind november van
een stralend gezicht stuurt hy
zyn ronkende wagentje tussen
de bergen slakken en zand door
en vaak kan men hem of ande
re Turken ln het bedryf hun
merkwaardige liedjes horen zin
gen. „Nederland goed, kamera
den goed, chef goed", zegt Arik
dogan, die met een groep land
genoten is ondergebracht in het
ICatwykse pension „Casa Cara".
In dat pension heeft men weinig
te stellen met de Turkse gas
ten.
„Soms merk je niet eens, dat
ze er zyn", merkt iemand ach
ter de bar van het in hetzelfde
pand gevestigde café op. Arik
dogan heeft het dus naar zyn
zin. Hy is dan ook een van de
•Jï Arikdogan Yilmaz op
zijn heftruck.