SCHEEPS^BERICHTEN
de
tod
des levens
Al'ns achter
deze teller een
tikkeltje gas
gegeven,..?
pfSDAO 23 MAART 1968
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 17
oorspronkelijk verhaal van Joseph I. einander
„Dat ivas mooi van je," zei deze industrieel, „dat je me al die
buitenlandse arbeidertjes hebt aangebracht! Ze zien er wat min
netjes uit, maar het zijn prima vaklui! Dus bedankt, en hier heb je
wat voor je moeite
..Beilo!" riep Joris: en het licht van nieuwe hoop doorglansde
zijn gelaat terwijl hij het hem toegestopte tientje bezichtigde.
Dit geeft de zaken een geheel nieuw aanzien. Onkosten en be
lastingen in aanmerking genomen is het een schamel loon voor
mijn zwoegen, maar nietteminwerd niet meermalen een klein be
drag de basis van grote fortuinen? De prijs van een goed brand-
kastbreekijzertje zit hier al heel gauw in
EINDE VAN HET VERHAAL
doosje daar in het gras liggen, vlak bij een konijnehol. Het zat dik
onder de modder maar ik heb het toch maar opgepikt. Ik moest
die middag ook bij meneer Lie hier langs en toen heb ik het doosje
meteen aan hem verkocht. Tjonge, zat er een fijn stukje jade onder
de modder? Afijn, iemand had het daar zomaar weggegooid en zo
iets mag je dan toch wel oppikken, edele heer?" „Natuurlijk!" zegt
Rechter Tie. Hij wendt zich tot de schilder en vervolgt: „Ik zal nu
afscheid nemen. Tot ziens, meneer Lie!" Wanneer ze weer op straat
zijn, zegt Tsjiao Tai opgewonden: „Dat doosje moet zijn wegge-
smeten door iemand die uit de verlaten tempel kwam!"
getroffen had. En hij begreep niet, dat Tutu hem een beetje mee
warig zat aan te kijken.
„Ziezo", zei Bram innig tevreden. „Voorlopig heb ik weer genoeg
beleefd. Voor mij geen avonturen meer".
Dat had hij na bijna elk vorig avontuur gezegd. En let eens
op het zou net zomin waar zijn als na zijn belevenissen met de
Vuurberg, de gestolen broeksknopen of, heel lang geleden alweer,
de piraten van IJzeren Hendrik. Geen idee had Bram ervan, dat hij
spoedig al het goede schip Kokanje zou verwisselen voor een dob
berende lade uit een ouderwets kastje.
„Lust u nog peultjes?", vroeg de barones.
EINDE VAN HET VERHAAL
Tankvaarl
Zeesleepvaart
twee kleine jongetjes in hun
pakje3 en met keurig gekamde
hand in hand het voortuintje
|feumen Zij droegen elk een
bloemen. De kinderen van
hun buurman. Zij kwamen
i biengen aan Susan, die weer
jekomen was. Hij hoorde de bel
iao en Elsie de gang doorlo-
De voordeur ging open en de
van 2iJn vrouw klonk opgeto-
„Jongens! wat een prachtige
ien! I-om binnen
naar dokter Malloway, die
icote.
leeft nogzei hij met be
lt stem „O God, ze had dood
sen zijn! Ze leeft nog en ze krijgt
jen en ze kan nog blij zijn
heb tientallen kinderen zien
j onder mijn handen", zei dok-
Halloway, en zijn glimlach was
lenen. „We moeten dankbaar
mi die kleine Susan. De wereld
zijn klauwen uit naar onze
*n, meneer Richardson, dage-
Wij moeten blij zijn als wij
leren kunnen redden. Jaren
n ontplofte in Nevada elke
een atoombom een nieuw
i m handen van de dood, die
jp kinderen had voorzien. Het
a wetenschapsmensen, die deze
aen uitvonden. Het zijn weten-
jsmensen die grote, glanzende
s neboen ontwikkeld, vol nikkel
leur van buiten, vol comfort en
it van binnen. Zij vertellen ons
noe wij onze kinderen tegen
jitvindingen kunnen behoeden,
jtwikke.'en alleen maar ont-
■len is de slagzin van alle tij-
De medici worden pas geroe-
als de lichamen vermorzeld en
fetterd uit de Het spijt me.
itrgat mezelf even". Hij zweeg
moment. Toen greep hij de arm
George Richardson,
aarom denkt u, ben ik dokter
rden'" vroeg hij scherp,
urge oevochtigde zijn droge lip-
,Uit roeping, neem ik aan", zei
i&rzelend.
ast, uit roeping. Maar uit welke
j»? Tk za1 het u vertellen. Niet
roeping om kapotte lichaams-
op te lappen en beschadigde
te repareren. Neen. Even-
een beeldhouwer de roeping
vernielde beelden bij te wer-
stukgeslagen kunstwerken
itbaar te repareren, evenmin is
roeping van een dokter om
sooit mensenlapper op te tre-
het vandalenwerk van de
te herstellen. Ik wil de
dheld der mensen bevorderen,
in prettiger en comfortabeler
oezorgen door de kwalen en
verre van hen te houden en
>n onderdelen via hun kost-
üchamelijk organisme tijdig te
Doch ik wil niet in het zog
Na 18.30 uur aan
e stations verkrijgbaar
iet op vrijdag en zondag
van het ongebreidelde geweld hier
en daar redden wat er te redden valt!
Dagelijks worden volkomen onnodig
tientallen mensen in de stad New
York aan grulzels gereden door
auto's, die pretenderen dat zij zonder
pardon snel ergens zijn moeten. Zou
den die mensen, die de straat over
staken toen het geweld naderde, niet
op weg zijn geweest naar ergens?
Zouden zU toevallig geen haast heb
ben gehad en niet zo onbelangrijk
zijn geweest? Het is een waanzin,
meneer Richardson, die me soms
misselijk maak".
Dokter Malloway tastte in zijn bin
nenzak en haalde een portefeuille te
voorschijn.
„Ik heb een brief ontvangen van
meneer Galotti," zei hij. Zijn stem
klonk weer geheel en al beheerst.
„Het is een merkwaardige geschie
denis met die man Deze brief kwam
uit Parijs. Maar misschien hoort u
liever niet
„Ik heb niets tegen Galotti," zei
George mat. „Ik heb alle reden om
hem dankbaar te zijn voor zijn hulp
nadat Och, hy kon het immers
niet helpen."
„Meneer Galotti vroeg me in zijn
brief, onmiddellijk naar Parijs te
telegraferen hoe de toestand van Su
san was en wanneer zij naar huis
zou mogen. Ik kon hem op dat mo
ment nog geen zekerheid geven over
dat laatste, doch ik heb hem volle
dig gerustgesteld. Deze man is met
iets geheimzinnigs bezig. Eerlijk ge
zegd kan ik er geen hoogte van
krijgen. Soms denk ik wel eens aan
de mogelijkheid dat het ongeluk
hem een geestelijke storing heeft be
zorgd maar die indruk maakte
hij toch eigenlijk helemaal niet, toen
ik hem voor het laatst zag."
„Meneer Galotti heeft een heftig
temperament," zei George. „Ik kan
me voorstellen dat het ongeluk hem
geweldig heeft aangegrepen. Er zijn
zoveel dingt n in het dagelijkse le
ven, waar men aan voorbijloopt tot
de dag komi waarop men er met
zijn neus wordt opgedrukt. Tenslot
te is de hele verkeerskwestie een
zaak, die Joist door de onachtzaam
heid en het gebrek aan belangstel
ling zoveel leed veroorzaakt. Er wordt
te weinig aan gedaan er wordt te
weinig gedacht over mogelijke ver
beteringen. Wanneer ingenieurs zich
eens gingen beijveren om de veilig
heid op de weg te vergroten, in-
plaats van te peinzen over manieren
om snelheidsrecords en produktiecij-
fers omhoog te jagen, zou er mis
schien
„Juist,' zei dokte Malloway. Zijn
slanke vingers grepen in elkaar, zo-
diat de knokels wit werden. „Ik ben
geen technicus, doch ik zou met mijn
lekeverstand zeggen dat het toch
mogelijk moet zijn om hij wacht
te even en streek met de hand over
het voorhoofa om zijn gedachten te
verzamelen. „Het moet toch moge
lijk zijn om bijvoorbeeld de mens,
die wordt aangereden, een kans te
geven. Zoals het op het ogenblik is,
wordt het slachtoffer door het stalen
front van de auto eenvoudig ge
kraakt. Het lijkt wel of men probeert
zoveel mogelijk uitpuilende kwetsende
delen aan een autofront te maken.
Het lijkt wel of men probeert zoveel
mogelijk uitpuilende kwetsende de
len aan een autofront te maken.
Emblemen die als scherpe messen
vooruitstaken, koplampen met uit
springende randen, vierkante radia
toren met veel nikkel en chroom
Geen enkele ontwerper heeft ook
maar een moment aandacht voor de
veiligheid. Hij geeft de auto een
bumper van staal, om de carros
serie te beschermen. Doch hij denkt
niet aan de bescherming van de
mens tegen de bumper. Een dikke
lag schuimiubber bijvoorbeeld Of
een carrosserie die aan de voorkant
bedekt is met een verende substan
tie Ik weet niet
(Wordt vervolgd)
Een klein tikkeltje maar... U voelt
direct reactie. U rijdt dan ook in
een Saab. Laat u echter niet be-
praten.Constateer het zélf I Bel ons
en maak een gratis proefrit.
PANDA EN DE GRUBBEL
84. Temidden van alle geknars en gedreun zag Joris Goedbloed
mismoedig toe hoe Panda en Minister Brokkeloos blij en tevreden
wegstapten.
„Wacharme," mompelde hij, „nu is iedereen gelukkigde Grub-
bels met hun onbeschaafde sloperij, Panda met zijn medaille, de
minister met zijn tien miljoen maar ik? Wie denkt aan mij? En
dat na alle inspanningen die ik me getroost heb, de offers die ik
heb gebracht! Zelfs geen gebakje, geen flesje limonade kan ik me
veroorloven
Midden in deze verdrietige gedachtengang werd hij echter aan
gesproken door zijn huisheer, Slork de Sloper.
RECHTER TIE EN HET SPOOK VAN DL TEMPEL
58. De dikke opkoper maakt een diepe buiging. ,Jk heb het
doosje gevonden, edele heer. Eerlijk gevonden! Ik was juist bij de
tempel op de heuvel wezen vragen, of ze geen ouwe rommel hadden
op te ruimen. Maar de abdis zei dat ik moest ophoepelen en nooit
meer terugkomenTjonge, wat een zure tante is dat! Nou, ik
nam toen het korte weggetje terug dat door het bos op de noordhel
ling naar beneden gaat. Toen zag ik daar een struik staan met
mooie rode bessen, daar maakt m'n vrouw zulke lekkere stroop
van, hè! Ik buk me om die bessen te plukken en dan zie ik dat
De Nederlandse Studentenraad
(NSR) heeft plannen in voorberei
ding om onder de leuze „stop studen
tenstop" te protesteren tegen het
voornemen van minister prof. mr. J.
A. Diepenhorst van Onderwijs en
Wetenschappen om een numerus
clausus voor de medische faculteiten
in te voeren.
Actie „stop
studenten-stop"
Op 29 maart zullen in Groningen
en in Nijmegen en op 30 maart in
Utrecht forums worden gehouden, die
het karakter van een protestbyeen-
komst krijgen. Bovendien heeft de
NSR zich voorgenomen een hand
tekeningenactie te voeren onder de
studenten, de wetenschappelijke sta
ven en de hoogleraren, maar even
zeer om bijval te krijgen van instel
lingen en organisaties als de Konink
lijke Ned. Maatschappij ter Bevorde
ring van de Geneeskunst.
De NSR meent op goede gronden,
dat de invoering van een studenten
stop thans niet gerechtvaardigd is.
Er zijn volgens de NSR nog maat
regelen te treffen, die nu en in de
toekomst een oplossing bieden.
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK
476. Het weerzien tussen de baron en zijn gemalin was onbe
schrijfelijk, en we zullen het dan ook niet beschrijven. Innig te
vreden stond Bram erbij en zijn glimlach werd breder, toen de
baron aankondigde, dat er een feestmaal zou worden gegeven.
„Op de kosten wordt niet gekeken", riep de baron en de barones
pakte echt uit met een helder soepje, peentjes en peultjes met ge
hakt en een trosje druiven toe. Ook de trouwe bediende werd niet
vergeten. Hij mocht aan een apart tafeltje niet één, maar drie bo
terhammen met suiker eten. Was het wonder, dat hij straalde van
geluk? Hij vond, dat hij het met zo'n meesteres maar héél goed