OUTSIDE RISKS VERZEKERING BUITEN BEENTJES tfeekefndbijlage Leidsch Dagblad Zaterdag 19 maart 1966 n isico's begeleiden ons gehele leven. Ons huis kan afbranden, we kunnen ziek J~\ worden, een aanrijding veroorzaken, een ongeval krijgen, noem maar op. Wat I we ook doen en waar we ook zijn, voortdurend bestaat de kans dat er iets mis loopt. Maar onverschillig welk onheil ons overkomt, het gaat altijd geld kosten. c Ons of de verzekering. De laatste meestal, want in Nederland anno 1966 heeft k vrijwel iedereen zich verzekerd tegen de financiële gevolgen van grote en kleine tegenslagen, welke zich dagelijks kunnen voordoen. Voor de geregeld voorkomende risico's bestaan confectie-verzekeringen: de voor waarden staan vast en de polissen liggen klaar, er hoeven alleen wat gegevens op te worden ingevuld, meestal een kwestie van een paar minuten. Maar niet alle risi- H co's zijn onder zo'n vaste noemer (brand, transport, w.a. of medische varia) te vangen. Er doen zich gevallen voor, die zó incidenteel en ongebruikelijk zijn, dat ih de confectie-verzekeraars er geen raad mee weten en er een „kleermaker"' aan te pas moet komen om een polis naar maat te maken. De orthodoxe verzekeringen bieden a deze gevallen geen uitkomst. Aan «andere kant is het begrijpelijk, dat liet Iedereen het zich kan of wil permitteren dergelijke risico's zelf te lemen. Dat hoeft ook niet. Men kan tegenwoordig in Nederland «na alles verzekeren, ook de niet- edaagse (maar in allerlei vormen n varianten wel dagelijks voorko- I1 rade) gevallen, welke we hebben be geven. De heel bijzondere risico's u, die niet zijn onder te brengen in e branches, welke de schadeverzeke- van oudsher kent. Die daarente gen per geval moeten worden bekeken en waarvan de voorwaarden afzonder- -e:ï lijk worden vastgesteld, alp Er bestaat een speciale term voor .is leze buitenbeentjes in de schadever- su lekerlng: „outside risks". Deze naam ifr Jou kunnen duiden op een on-Neder- tf. ands verleden. Dat klopt. Lange tijd n- s het zo geweest, dat men met derge- l|ke bijzondere risico's niet bij Neder- Nse verzekeraars behoefde aan te «oppen: uiteindelijk kwam men altijd d, M Lloyd's in Londen terecht. Pas na «tweede wereldoorlog is daar veran- «rlng in gekomen en zijn ook een Paar Nederlandse maatschappijen zich Jun bezighouden met deze moeilijke materie. 1 Want een moeilijke materie is het, wtaal verschillend van het „normale" ^bekeringswerk, vertelt de Rotter dammer (met Zweedse voorouders) J. r Nilsson, een van de directeuren van ':i Jn Haagse verzekeringsmaatschappij fa zich heeft gespecialiseerd in „out- tóe risks". »Het is allemaal vingertoppengevoel. P w kunt meestal geen la opentrekken, J0 papiertje pakken en dan zeggen: «premie is zoveel. Het is maatwerk, «aarbij je her en der gegevens moet Wbagen, polissen van soms wel vier a' JjMmte kantjes moet opstellen, het is JW arbeidsintensiever dan het nor- verzekeringswerk. Aan elk geval I fu Weer andere haken en ogen." I' ."Mijn eerste persoonlijke kennisma- met outside risks dateert uit 1938, p 7*n prinses Beatrix nog moest wor- geboren. Ik had toen als makelaar •fö post van zestigduizend gulden af- 0,1 Wwten met een tegelbakkerij, die j*n enorme partij herinnerings- p ??rden had vervaardigd en in elk bord JlJrt -JANUARI 1938" had gezet, om W te sparen als het eenmaal zover v°teens mededelingen van Hof kon de blijde gebeurtenis in itauari worden verwacht. Maar ja, de pij die een ton ging uitgeven om het honderdjarig bestaan te vieren", ver* telt de heer Nilsson. „Het feest sou niet doorgaan als een lid van de di rectie of raad van commissarissen sou overlijden en daar wilden ze zich te gen verzekeren. Ik dacht al aan een premie van twee procent, toen 11c vroeg wie die commissarissen waren, Eén van hen bleek een man van tach tig jaar te zijn! Toen heb ik ook ge zegd: zonder die man twee procent, anders drie procent. Dat vonden se eerst wel een erg groot verschil, maat ja, sluit maar eens een levensverzeke ring voor een tachtigjarige af De verzekeraar moet voortdurend op zijn qui vive zijn. „De clausule „doo* onverschillig welke oorzaak" accepteef ik bij voorbeeld nooit. Je moet probe ren alles uit te schakelen waarbij de verzekerde een vingertje in de pap heeft, dingen die te maken hebben met zijn wil, invloed, morele bezwaren, zijn kennis ook. Een keer belde een Rotterdamse makelaar me op: ik heb een man die druiven exporteert naar België en zich tegen vorstschade wil verzekeren; als criterium vraagt hij zes graden vorst, gemeten op het vliegveld Beek 's morgens om zes uur^ Die man moet een wetenschap heb ben, zei ik meteen, want het gebeurt vrijwel nooit, dat een cliënt een crite rium zo precies omschrijft. We hebben dat toen nagegaan en ontdekten, dat het 's winters op het vliegveld Beek 's morgens om zes uur vrijwel altijd zes graden vriest. We hebben toen na tuurlijk een ander criterium vastge steld." De verzekeraar moet goed geïnfor meerd zijn, vooral op politiek gebied, „Ik lees erg veel", zegt de heer Nilsson, „niet alleen een heel stel vakbladen, maar ook twee ochtendbladen, twee avondbladen en een weekblad. Het ge beurt heel vaak, dat je 's ochtends iets in de krant leest, dat je later op de dag bij een aanbieding te pas komt." „In Churchills tijd", vertelt hij, „was er een Nederlandse exporteur van sui kerwerk, die zich plotseling wilde ver zekeren tegen het risico dat Engeland de invoer van snoepgoed zou stopzet ten. Ik zei: die man weet wat, daar trappen we niet in. Het was toen net verkiezingstijd. Goed, kort daarna komt Attlee aan het bewind en wat is een van de eerste dingen die hij doet? De invoer van suikerwerk stopzetten!" In de branche „outside risks speelt „feeling" een minstens even grote rol als ervaring. „Veel dingen moet je aanvoelen. Iedereen kan hier met een bizar risico binnenkomen, maar dan zeg ik wel: ik moet die en die premie hebben, daar kan ik het voor doen. En het vaststellen van de premie is vaak meer een kwestie van gevoel dan van rekenen." Enkele van die bijzondere gevallen Ki 9 Er wordt een luisterrijk diner georganiseerd, waaraan enkele I, duizenden -personen zullen aanzitten. Voordat de tajels worden gedekt, is er al heel wat geld uitgegeven: men heeft enorme voorraden ingekocht en een bataljon extra personeel aange- 1 trokken. Maar het risico bestaat, dat het diner op het aller laatste moment geen doorgang kan vinden, bijvoorbeeld door het plotseling overlijden van de voornaamste gast. 9 Ergens in Azië, Afrika of Zuid-Amerika breekt een opstand uit. De krant wil „er bij zijn" en stuurt er een verslaggever heen. De kans is groot, dat deze man zich in de roerigste gebieden moet wagen om aan nieuws te komen. En dan is het gevaar dat hijzelf of zijn apparatuur (camera, wire-recorder enz.) wordt gemolestreerd, allerminst denkbeeldig. 9 Kosten noch moeite zijn gespaard om een openlucht-evenne- ment te organiseren met een programma, dat een klinkend succes belooft te worden. Vlak voordat de kaartjesverkopers hun stellingen betrekken, kan dit gebeuren: er barst een bui los die goed is voor minstens drie millimeter neerslag, en het publiek dat zich al voor de hekken verdrong, vlucht ijlings naar huis terug. 9 Het (letterlijk) hoogtepunt van het plaatselijke Oranjefeest moet de ballonvaart worden. Het voorbereidende werk is ge daan, de honoraria zijn betaald en de ballon staat opgesteld, maarkan niet de lucht in: het wolkendek is te laag en de windkracht te groot. 9 Een ondernemende impressario kan het volgende meemaken. Hij heeft een dure jazzband gecontracteerd voor een optreden in Sederland. Het Amsterdamse Concertgebouw zit vol publiek, als het vliegtuig met het orkest aan boord boven Schiphol cir kelt en niet kan landen: de mist is te dicht, de landingsbanen zijn beijzeld, ondergesneeuwd of wat dan ook. Logisch vervolg: vlegtuig met jazzband terug naar plaats van herkomst, publiek terug naar huis engeld terug. De enige die in de mist (op gad ijs, zo men wil) blijft zitten, is de impressario: wel een rieks uitgaven, maar geen cent inkomsten. ene dag na de andere verstreek zonder dat er iets gebeurde. Zo kwamen we in de laatste week van januari. Het ge zicht van de betreffende assuradeur werd steeds somberder en hij ver zuchtte herhaaldelijk: wat ben ik in hemelsnaam begonnen. Op de dertig ste hadden we ons reeds verzoend met het idee dat de assuradeur zou moe ten betalen. En toen hij lacht, „enfin, u weet zelf wel, wat er toen ge beurde. Op het nippertje bleef ons een flinke verliespost bespaard." Deze nogal spannende kennisma king heeft de heer Nilsson niet afge schrikt, integendeel. „Je moet niet bang zijn", zegt hij er zelf van. Hij heeft sindsdien en vooral na 1945 legio „outside risks" onder zijn fi nanciële hoede genomen. Zoals het risico dat het vliegtuig waarmee vers sm0rrebr0d werd aangevoerd voor de jubilerende Nederlands-Deense ver eniging, niet op Schiphol zou kunnen landen (premie iy2 procent). Het risi co bij voorbeeld dat de cineast die in een meimaand tijdens het jubileum van een grote maatschappij een kleu renfilm moest maken, zijn werk niet zou kunnen doen wegens gebrek aan zonneschijn. De premie werd toen vastgesteld aan de hand van een sta tistiek over vijftig jaar mei-weer, op gevraagd bij De Bilt („daar zijn we nogal goed mee, ook bij het CBS vra gen we vaak dingen op"). Hij vertelt over „150 jaar Konink rijk" in Nijmegen („daar hadden we de onkostenverzekering van, een spec taculaire zaak"). Over de makers van speelfilms, die zich verzekeren tegen stagnatie in de produktie door ziekte of ongeval van de acteurs („daar zit ten we ook wel eens tussen"). Over de arts die een tweelingverzekering wilde sluiten van maar liefst dertigduizend gulden. „Ik zei: waarom zoveel? Ant woordde die dokter: als het een twee ling wordt, moet ik mijn huis gaan verbouwen." Dat danseressen of mannequins voor absurd hoge bedragen haar be nen laten verzekeren, is volgens de heer Nilsson in Nederland een zeld zaamheid. Ze nemen vrijwel altijd ge noegen met een gewone ongevallen polis, al dan niet met clausules betref fende het uiterlijk schoon. „We heb ben wel eens een prominente ster ge accepteerd, die zich verzekerde tegen het risico, dat zij niet zou kunnen op treden als haar uiterlijk dat niet toe liet, door een plotselinge huiduitslag of iets dergelijks." Vaker komt het voor, dat pianisten zich tegen het ver lies van hun vingers en zangers zich tegen het verlies van hun stem verze keren, „maar wat wij per sé uitsluiten is het verlies van stem als gevolg van natuurlijke achteruitgang". In de sector „outside risks" is niet altijd alles even uitzonderlijk. Ook op dit gebied hebben zich in de loop der jaren enkele verzekeringsvormen ont wikkeld, die vrij veel voorkomen. Or ganisatoren van exposities, shows en dergelijke verzekeren zich heel dik wijls tegen het niet-doorgaan van het evenement als gevolg van een natio nale ramp of afgekondigde nationale rouw. Grote bekendheid heeft voorts de regenverzekering gekregen, vooral die voor individuele vakantiegangers; belangrijker zeker wat betreft om zet is evenwel de regenverzekering voor seizoenbedrijven en openlucht evenementen. De tarieven voor regenverzekering lopen sterk uiteen. Drie factoren zijn bepalend: de duur waarvoor de verze kering wordt gesloten (1, 2, 4, 8 of 12 uur)de maand waarin het evenement plaatsvindt en het uitkeringspercen tage dat men wenst bij een bepaald aantal millimeters neerslag. Uit de ta bellen blijkt wel, dat oktober door gaans de natste maand is: dan moet men 30 procent premie betalen om bij 5 mm neerslag binnen twaalf uur 100 procent uitkering te krijgen. Over premies gesproken: ook in dit opzicht onderscheiden de outside risks zich van de „normale" verzekeringen, de premies worden vaak niet in pro- milles, maar in percenten uitgedrukt, anders krijgt men van die grote getal len. Maatwerk is nu eenmaal duurder dan confectie en wat belangrijker is de bijzondere risico's zijn door gaans bijzonder groot en bijzonder moeilijk te taxeren. Een eerste vereiste is, dat de verze keraar zich goed op de hoogte stelt. „Ik kwam een keer bij een maatschap- Het is de verzekeringsbranche die volgens de heer Nilsson de meeste afwisseling biedt en daardoor deze moeilijke materie tegelijkertijd zo boeiend maakt. „Als ik met pensioen ga, schrijf ik er nog eens een boek over. Het is énig werk."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 11