PvdA stad de des levens Wat't zwaarst weegt geeft de doorslag bij de PEWANm - KATEBDAO 5 MAART 1969 PAGINA 21 oorspronkelijk verheel ven Joseph I. einsnder JK «ou dat het vanavond was," de dromerig. „Dan waren we alvast op het vliegveld.." „Het 1» avond voor Je het weet «J Elsie kordaat. Maak dat je wegkomt, want je be'ct laat. Heb je je strafregels?" Susan weea met een laatdunl «baar op haar tas en gaf haar r fCT een kus. „Dag" zei ze nuffig. Even later hoorde Elsie de voordeur llchtklappen. Zij begon de tafe: r ruimen en dacht aan George. 10 dat moment overviel haar de ver- Dammende vrees voor iets ontzet' Sends dat gebeuren ging I; Francesco Galotti reed de brede weg naar Bronx op en dacht aan de [vervelende Hunter, die hij binnen i'een half uur zou ontmoeten in Ha lifax Restaurant. Zijn warm Zuid- Amerikaans bloed kwam in opstand 'bij de herinnering aan de langzaam denkende, in korte zinnen spreken- ie makeiaar, die niet op hield te zeu- -en over duizend en één details van Ito grondverkoop. Francesco keek [nevelig voor zich op de spiegelglad de weg, die met duizelingwekkende felheid onder de wielen van zijn :,eiiige Cadillac weggleed. Deze Hun- gtr zou eindelijk eens moeten besef- Ito dat hij, Francesco Galotti, pre- iSent-directeur van het wereldbe- Irijf All Plastic Company, niet lenst» te luisteren naar de beuzel achtigheden waarmee een makelaar maken krijgt, doch waarvan de Inwerking tot zijn vak behoren. IfWftt drommel, hij wenste grond te -jopen, veel grond, dure grond Baar hi) wenste onkundig te blijven rin alles wat een man als Hunter noest doen voordat hy een geschik- I offerte kon maken. Hij zou die imiterende Yankee vandaag nog duidelijk maken, dat hij dat moest 'oen, voordat hij de president-direc- mr'van de All Plastic Company an diens kostbare tijd kwam bero- èn. Als die vent vandaag nog niet let een behoorlijk aanbod kwam, OU hij een andere makelaar nemen. De Cadillac suisde de buitenwijken an Bronx binnen, terwijl een wate- [g Bonnetje achter de wolken van- aan kwam en verblindend weer- ;elde op het vochtige wegdek, jesco matigde zijn vaart voor flauwe bocht in de weg. !n Juist toen hij halverwege de it was, zag hij niet ver van zijn af een klein figuurtje in een manteltje. Een klein meis- >te kordaat en met haastige over het trottoir, terwijl een art van krullen grappig heen en I eer danste op haar rug. Frances- Galotti had geen kinderen. Hij zelfs niet getrouwd; had zich die tamelijk eenzame situatie ids volkomen op zijn gemak ge ld. Er was echter iemand, die er over was, namelijk zijn ïoeder in Caracas. „Steed» heb ik de hoop, dat mijn rancesco mij een paar vrolijke, ge ïnde kleinkinderen zou schenken", ihreef zij hem eens in een van par zeldzame, doch dan ook zeer Itvoerige brieven. „Je leeftijd vor- 6rt nu langzamerhand zodanig, at die hoop steeds kleiner wordt. Je weet, Francesco, hoe ik vrij verafschuw. :t Niet omdat zij vrouw noch kin- en eren hebben, doch omdat zij egoïs- in zijn. Zij denken het natuurlijke :ed des levens voor zich te kunnen ermmaeren door ook afstand van et lief doen. Lief en leed behoren ""1) elkander en bij de mensen, Fran- Bovendien kun je onmogelijk pn goede kijk op het leven en zijn hebben, wanneer je nooit atoinderen gehad hebt, nooit hun op- echte waarheden onverbloemd hebt ■"loeten aanhoren en nooit hun le- ensfilosofie hebt leren kennen Vant ik zeg je, Francesco, jij met ervaringen als man van de grote wereld en ie zaken-successen mist de kennis van al die kleine, onbe langrijk lijkende waarden van het le ven, omdat alleen kinderen en alleen je eigen kinderen je die kunnen ge ven. En maak me niet wijs dat er geen enkele vrouw is, die jou zou willen trouwen. Ik ken dat smoesje mijn jongen! Ik heb dat namelijk eens van je vader ook gehoord, lang geleden, toen ik hem nog nauwe lijks kende. Hij heeft er nooit spijt van gehad, dat hij me zijn opinie toevertrouwde, want ik heb hem toen op de hoogte gesteld van het feit dat ik in elk geval bereid was, het met hem te proberen. Herinner je je nog de kleine Mi randa, het spichtige meisje van de Oliviera's uit de garage? Ik weet dat zij lange tijd verliefd op je is geweest. Zij is nog ongetrouwd en een zakenvrouw Zij heeft een bloeiend bedrijf van lijn-autobussen en —och kom, ik ben geen koppelaarster. Maar ik zou je graag gelukkig en echt volwassen willen zien Francesco Galotti had steeds de grootste moeite om het juiste ant woord te vinden op dergelijke ver maningen, suggesties en verwijten. Hij wist hoe die oude vrouw ginds in Caracas hem nog steeds als een kind beschouwde en hoe zij altijd met grote zorgen vervuld was over één ding, dat zij als het belangrijk ste in het leven beschouwde: zijn levensgeluk, niet verbonden met materiële successen of weelde, doch stoelend op een tevreden gemoed en een innerlijke rust. Hij had nooit de tijd gevonden, zich ernstig met vrouwen bezig te houden. Doch als luj de woorden van zijn moeder overdacht, moest hij toegeven dat- het bezit van kinderen hem inder daad als een weldaad voorkwam. Wat men Francesco Galotti ook mocht verwijten, een gebrek aan fi losofisch gedachtenleven zeker niet. Hij kon zich levendig voorstellen hoe waardevol de zuivere, onberoerde in stelling van een kind tegenover het leven voor een volwassene zou kun nen zijn, wanneer deze de moed en de eenvoud kon opbrengen om er zijn aandacht aan te besteden. Kinderen Hij stelde zich voor hoe anders zijn leven zou zijn, als hij in deze tijd, zou moeten zorgen or de opvoeding van een zoon of i dochter, of beiden. Hij zou een is ergens buiten, in een rustige igeving, kopen of laten bouwen, ,ar zy in contact zouden zijn met natuur en hun jeugd in vrijheid wasdom zouden kunnen brengen. (Wordt vervolgdi AUTOMOBIELBEDRIJF HOUTWEG 7-8 DEN HAAG (bij 'i Malieveld) TEL 18.21.43 Pluim op hoed van onze uitgevers Volgens een onder de auspi ciën van de Unesco uitgegeven boek over de revolutie in de boekenuitgeverij van de Franse hoogleraar Robert Escarpit, neemt Nederland een heel aparte plaats in in de internationale uitgeverswereld. Van oudsher reeds. In de 17e en 18e eeuw vormden Nederlandse boeken het communicatiekanaal voor al het vrije denken in Europa. „Door een intelligente politiek is", zo zegt Escarpit, „de Ne derlandse uitgeverij een kruis punt van wegen geworden voor het moderne wetenschappelijke denken". Nederland ontvangt veel 16% van de hele produktie bestaat uit vertalingen maar het geeft ook veel. Tussen 1946 en 1960 steeg de totale waarde van de boekenexport van 1,3 miljoen tot 33 miljoen dollar. Van nog groter betekenis acht Es carpit het feit, dat van de 7893 in 1960 gepubliceerde titels er 1140 in een vreemde taal verschenen en dus voor de export bestemd waren. Met zo'n verhouding van 1 op 7 bereikt Nederland het hoogste percentage van de hele wereld. Het betekent, dat Nederland, ofschoon het zelf een weinig verbreide taal heeft, meer boeken exporteert althans gere kend naar de waarde dan Frank rijk of West-Duitsland. veilig en vlot verkeer zuivere lucht speelplaatsen sportgelegenheid ziekenhuizen PANDA EN DE GRUBBEL 69. ,,U moet niet naar hem luisteren, minister!" riep Panda, op Joris Goedbloed doelend. „Hij kletst maar ioat hij houdt al het geld zelf. Ik kèn hem!" „Gij beweert dat gij mij kent, vrind?" vroeg Joris verbaasd. „Och kom nu toch! Gij zijt stellig een jeugdig anarchist, van wie we te genwoordig zoveel lezen, o/ een revolutionair. Misschien betaalt een kwaadaardige buitenlandse mogendheid u wel voor uw gezagson dermijnende activiteiten; en in die kringen beweeg ik mij niet. Daarvoor heb ik te veel edel, hoogstaand werk te doen En ook nu weer had Panda's optreden een omgekeerde uitwer king; ook de Minister van Hulpzaken kwam tot de overtuiging, dat hij een opstandig element was, of een spion of zo. En als dergelijke figuren tegen een overheidsmaatregel protesteren, dan moet die maatregel wel goed zijn, dat is duidelijk. De minister (Brokkeloos was zijn naamschonk Panda verder geen aandacht, maar drukte op een alarmschei, zodat vrijwel onmiddellijk een zwaar gewapende bode binnen kwam stormen. „Ha, dat zal dit rode rakkertje een les zijn!" merkte Joris goedkeurend op. Het is jammer dat in al deze verwarring niemand aandacht schonk aan de Grubbel; een goed opmerker had kunnen zien dat hij weer op een geheel onafhankelijke baldadigheid broedde. RECHTER TIE EN HET SPOOK VAN DE TEMPEL 43. Tsjiao Tai begrijpt niet wat Rechter Tie met de kleren van het onbekende slachtoffer wil, maar hij gaat ze dadelijk uit het wachtlokaal halen. ,J/looU", zegt de rechter, „dit zijn dus de broek en het jak die door het onbekende slachtoffer werden gedragen. Aangezien ze te krap voor Seng-san's lijk zijn, heeft de moordenaar ze maar in de put gegooid. Neem mijn lineaal, Tsjiao Tai, en klop het jak hier boven de teil uit!" Terwijl de verbaasde Tsjiao Tai het jak uitklopt, kijkt Rechter Tie aandachtig naar het watervlak. „Hm", mompelt hij, alleen maar fijn huisstofAha, daar zie ik toch ook een paar korreltjesdie langzaam naar de boden zin ken. Ja, dat is wel genoeg, Tsjiao Tai. Nu de broek!" Wanneer Tsjiao ook de broek boven de teil heeft uitgeklopt, heft de rechter zijn hand op. „Prima!" roept hij uit. „Kijk eens goed in het water, Tsjiao Tai! Zie je daar dat kleine rode wolkje in het water? En daar zit wat geel, en wat blauw. En in het bezinksel op de bodem zie je ook wat glinsteren. Dat is goudpoeder. Ja, Tsjiao Tai, het tweede slachtoffer is inderdaad de verlopen student Yang, de assistent van de schilder Lie Ko. Toen Yang de tafel in Lie's atelier opruimde, zijn er ivat korreltjes van het verfpoeder, dat schilders gebruiken, in zijn kleren blijven hangen. Die student Yang was de medeplich tige van de boef Seng-san en zij i DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 461. Schreeuwend en druktemakend stoven de Plexicanen uit een, toen de zwarte stier met onrustbarend geweld ivas losgebroken. Niemand deed een poging om het woedende dier tegen te houden. Integendeel, de Plexicanen trapten elkaar op de hielen bij hun po gingen om te vluchten, en de laatste krijste het hardste. „Redde zich, wie kan! El toro zal iedereen verpletteren! De gevolgen van dit uitbreken waren niet te overzien. Overal op straat speelden Plexicaanse kindertjes, die niet zo snel uit de voeten men. En de stier zag er niet naar uit, dat hij kindertjes zou sparen. Diep boog het machtige dier de kop met de scherpe horens. Nog even, en de eersten zouden reeds door het dolle monster omhoog worden geworpen. Toenleek het eensklapsalsof er een rem werd aangezet. De stier stond zo plotseling stil, dat hij door de poten zwikte. Juist op tijd had Tutu, de sterkste papegaai ter wereld, het dier bij de staart gegrepen en tegengehouden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 21