Liedertafels, „Musis" en Klikspaan Mary van Ruiten Kom er ACHT-e Kikkert SPORTJEUGD MET TOEKOMST (i) Xandri Klein Duimpje bij de dames Leidse basketballer traint onder Hongaarse leiding Peter BATERDAG MAART 196« LEIDSCH DAGBLAD ^-Ernu NOfiK&VWC +7L£ (XVII) Jn deze op één na laatste bij drage zullen we een vluchtige blik werpen op de muziekbe oefening van de vorige eeuw. Het is eigenlijk vreemd om in deze serie zo lang stilgestaan te hebben bij vroegere eeuwen en hun muzikale verloop in deze stad, om nu in een vloek en een zucht door de vorige eeuw heen te ren nen. U was echter in het begin min of meer gewaarschuwd, want we zouden een kijkje nemen in tijden „die zelfs de oudste van dagen niet persoonlijk heeft mee gemaakt". U moet de persoonlijke voorkeur van de samensteller om liever te speuren in het grijze verleden dan in het in groter overvloed voorhanden zijnde ma teriaal van later dagen maar voor lief nemen. Leiden startte zijn zeer muziek- minnende negentiende eeuw met studentenzangen als het in die tyd definitief vaste vorm aannemende „Io vivat". Met zo'n begin kan de band universiteit-stad alleen maar hechter worden. Met Christiaan Ruppe als organist van de Luther se Kerk en Universitair kapelmees ter kon men die bestendiging met vertrouwen tegemoet zien. Ruppe zou in later dagen om precies te zyn in 1816 de muziekweten schap in eerste aanleg introduce ren als te bestuderen vak aan de Alma Mater. Hij werd de eerste lector in dit vak binnen de fa culteit van de letteren, maar daar mee bakende hij zijn werkterrein niet af binnen leerstoel en orgel- bank. Van hem zijn een groot aan tal composities bekend, o.a. canta ten, die onder zyn leiding werden uitgevoerd ln de Hooglandse en Lutherse kerk op concerten, die naar de gewoonte van die dagen werden gegeven met de bedoe ling gelden in te zamelen voor een of ander goed doel. Een typisch voorbeeld van deze gelegenheids- concerten vinden we in het optre den van de godsdienstige zangvere nigingen „Tot meerdere Oefening" in 1813 en de zogenoemde „armen- concerten" van het in 1831 opge richte studentenmuziekgezelschap „Sempre Crescendo". De vorige eeuw is by uitstek de eeuw van de Liedertafels. Leiden Kom er ACHT-er 1. mond van artiest 2. kopje 3. snor man 4.pull-over van man 5. muzieknoot links onder 6. jasje van artiest 7. sigaret van man rechts 8. stopcontact. gesloten, het ebbenhouten stokje van de q.q. op steen gebrachte Wetrens geeft het teken, alles zwijgt, de instrumenten barsten los reeds wordt het benauwd en ontsteekt de scherpe sigaren walm, wélke zich alom verspreidt en de voorwerpen in een grauwe mist dreigt te hullen, de ogen". Van meer muzikaliteitszin getui gen de muziekfeesten de met ze kere regelmaat tussen 1860 en 1879 werden gehouden. In 1860 geeft een 173 man sterk koor onder leiding van A. J. Wet rens een uitvoering van het orato rium „Elias" van Mendelssohn. In 1866 wordt van dezelfde componist „Paulus" ten gehore gebracht door 113 zangeressen en 109 zangers, be geleid door 64 instrumentalisten. Het muziekfeest van 1872 moest de leidenaars alvast in de sfeer van het ophanden zijnde Universitaire Lustrum brengen en warm maken voor de op te richten 3 October Vereeniging. Een door Richard Hol getoonzette rhetorische ontboeze ming van Banck laat de 219 zan gers en zangeressen met machtige klank de toehoorders de volgende regels verwerken: „Een feestgezang, een jubelkoor, dat ieders geestdrift doet ontbranden, dringt in paleis en hutten door. Schalt door de gansche Nederlanden Het loflied is der stad gewijd, die voor de vrijheid heeft geleden, die heeft verwonnen in de strijd, de trots en roem van Hollands steden. Die trouw het heiligdom bewaart, dat wij met diepen eerbied naad'ren, de Hoogeschool, zo wijd vermaard, die grootsche stichting onzer vaadrenl" Als de trotse gemoederen al een beetje zijn opgerakeld, kan een be schrijving van de doorstane ellen de geen kwaad, om tenslotte de lof trompet weer te steken op stad, be woners en universiteit. Het heeft iets teveel van „De vogelaar, op bedriegen uit de vogel lokt met zoete fluit" om nu nog aan te spre ken. Met minder bombarie werden de concerten van de „Leidsche Ka mermuziek Vereeniging" gehouden in de bovenzaal van de Stadsge hoorzaal, zan de „Nederlandsche Organisten vereeniging" in de Lutherse Kerk en van de .Dubbel Kwartet vereeniging A Capella" in de zaal van het voormalige „7.0- merzorg": maar dan naderen we al zo dicht de twintigste eeuw, dat beëindiging geboden is, want die laatste concerten hebben de oud sten van dagen persoonlijk meege maakt, zodat zij daar beter over kunnen vertellen dan: JD. Zij is bijna vijftien jaar, zit in de tweede klasse van de ulo, lacht veel, is wat ver legen en heeft als andere meisjes van haar leeftijd fa voriete sterren. Aan niets valt te merken dat zij, de on geveer 1.70 meter grote Ma ry van Ruiten uit Roelof- arendsveen het struikelblok is voor vele „erkende" ta feltenniscracks bij de dames. Toch zorgt zij keer-op-keer voor opzienbarende presta ties. Hoe het komt? „Ik weet het niet", bekent Mary van Ruiten schuchter. „Het tafeltennissen ligt me misschien wat beter dan anderen Vijf jaar geleden is Mary van Ruiten van het „ping-pongen" laar tafeltennis (De Treffers) is daar niet aan ontkomen. Het moge voldoende zyn namen te noe men als „Orpheo Duce", „Arion" en de „Leydsche Liedertafel de Avondster". Uitvoeriger aandacht moet be steed worden aan het in 1828 op gerichte „Musis Sacrum", dat tot doel had „den bloei van, en de lief de tot de Toonkunst onder de in gezetenen van Leyden te bevor deren en, langs dien weg, ter al- gemeene veredeling en beschaving mede te werken". Het reglement van 1849 schrijft elke week een concert voor. dat toegankelijk is voor de leden. Iedere Leidenaar bo ven de 18 Jaar mocht zich als ge woon of werkend lid laten voor stellen, terwijl studenten als Ere leden aan het gezelschap konden worden verbonden. In 1857 wordt die concertovervloed beperkt tot acht concerten per jaar. Naast de door velen bezochte promenade concerten van „Musis" weerklonk de veertiendaagse klanken van de „Sempreconcerten. Klikspaan beschrijft ons in „Studenten-leven" zo'n gebeurte nis. nieuwsgierigheid drijft velen bij de eerste schreden naar de linkerhoek, alwaar, op een rond tafeltje, in de nabijheid van een inktkoker en een tweetal pen nen, het gastenboek ligt, dat, als de gouden appélen van de Hes- peridentuin, door draken in de toon van commissarissen bewaakt wordt, wier vorsende blik, door een scherp herinneringsvermogen bijgestaan, oppast en uitvindt, of er ook wellicht onder de géintro- duceerden zijn, die reeds voor een tweede maal, gedurende de drie maandelijkse termijn, een concert avond met hun tegexxwoordigheid vereren. Niet dat het gezelschap door een dergelijk ogenschijnlijk bekrompen verbod-, en afsluit- stelsel het publiek wil afschrikken en versteken van het genoegen zijn werkzaamheden bij te wonen, verre van daar; Hier en daar zitten enige Leidenaars verspreid voor het grootste gedeelte leden van het burger muziekgezelschap Musis Sacrum, van tot tijd een enkele hoogleraar, een enkele of ficier, doorgaans twee doctoren Het is halfzeven geslagen. De werkende leden bezetten het orkest. De twee vleugels der in gangsdeur er tegenover worden ,Als Leidenaar is het heel erg moeilijk om aansluiting te krijgen met de Neder landse basketball-top. Het is echter nog moeilijker om die aansluiting te behou den Peter de Jong, de nauwelijks 18- jarige speler van het Leidse The Bona Stars, die reeds vijf inter landwedstrijden achter zijn naam heeft staan, zegt het met een zucht. Hij heeft het ook dit Jaar weer ondervonden: de mogelijkheden om in Leiden te kunnen basketballen zijn in vergelijking met Amsterdam, waar je bijna overal terecht kunt, miniem. Peter de Jong 1.90 meter lang, vierde klasse hbs en vijf jaar speler van Bona Stars heeft zich dit jaar voor de derde maal een plaatsje weten te ver werven in de nationale jeugd- selectiegroep, die onder leiding van Cees Burgert traint. Hij zit daarin met een enkele uit zondering daargelaten louter Amsterdammers. „Die kunnen", zegt hij, „op bijna ieder plein spelen. En wy De Leidenaar ziet de toekomst desondanks niet somber in. „We hebben nu bij Bona Stars een Hongaarse trainer, de heer Tod, vertelt hij enthousiast. „In Ne derland is het in het algemeen zo, dat talentrijke junioren er nooit helemaal meer komen, wanneer ze eenmaal de senio renleeftijd hebben bereikt. In Hongarije is dat anders. Daar slaagt men erin van talentrijke jeugdspelers topspelers te ma ken. En juist dat moeten wij bij Bona Stars ook hebben". De eerste wedstrijden, die er voor het Nederlands jeugdteam op het programma staan, zijn in Mannheim. Daar wordt van 4 tot en met 10 april het Albert Schweitzer-toernooi gehouden. Of Peter de Jong deel zal uit maken van het team? „Er zijn achttien spelers geselecteerd en er zullen er enige moeten af vallen. Ik hoop dat ik het red. Ik train er in ieder geval kei hard voor. Zo'n vijfmaal in de week en dan moet het toch wel goed gaan?" >vergestapt. In 1964 behaalde zij samen met Marian van der Klink haar eerste succes: de na tionale titel in het meisjes dub belspel. Een jaar later, in '65 herhaalde zij dit wapenfeit met DOOR PETER ONVLEE Nelly Elsgeest aan haar zijde. Tevens veroverde de toen 13- Jarige Mary van Ruiten het meisjeskampioenschap van Ne derland. Vanaf dat ogenblik was Mary v. Ruiten het „klein Duimpje" van de Nederlandse tafeltenniswe- relcï. Zy werd opgenomen in de jeugdtraining van Ton Hoefna gel en haar sterretje schoot om hoog aan het tafeltennisfirma- ment. Zo hard zelfs, dat het meisje uit de Veen zich via de dames-achtkamp een plaatsje verwierf by de nationale top- training. Mary van Ruiten moet daarin straks uitmaken met Anne-Marie Wynands, Rla Bog- mans en Mieke ten Broek wie Nederland op de internationale wedstryden gaan vertegenwoor digen. „Ik heb er eerlijk gezegd nog niet zoveel hoop op", zegt Mary er zelf van. „Misschien volgend jaar. Ik heb nog tyd genoeg". Kunt U de acht afwykingen in de beide bovenstaande vinden? De Juiste oplossing vindt U elders op deze it» PETER DE IONG geen gelegenheid (Foto L.D./Holvast) XANDRI KIKKERT je weet het nooit (Foto LD./Holvast) Iedere donderdagavond traint Xandri Kikkert nu in Den Haag met de jeugd en dames selectie van de NeVoBo onder leiding van Johan van der Haar. Het voorlopige eindpunt is het Europese jeugdkampi oenschap, eind Juli. En daar na. „Ik hoop natuurlijk ook nog dat allerlaatste stap je naar het damesteam te kunnen halen, maar ja of dat lukt. De van hoofd aanvalster van SVL tot set-up van het Jeugdteam gebombar deerde Xandri haalt haar schouders op. „Je weet het nooit „Het volleyballen is me eigen- ïyk met de paplepel ingego ten. Myn moeder speelde, myn vader deed het ook en ja, wat doe je dan in zo'n geval? Je gaat ook spelen". Xandri Kikkert, vandaag pre. cies 20 Jaar 'oud', vertelt het lachend. „Het heeft lets van een familiezaakje, waarin Je vanzelf wordt opgenomen...." In nauweiyks vyf jaar heeft Xandri Kikkert, „ik heet ei- genlyk Alexandra. zich t van de derde klasse van de af deling Leiden van de NeVoBo opgewerkt naar de landeiyke hoofdklasse en de selectie- i training voor het Nederlandi i jeugdteam. ,Het is,' zo zegt het Leidse meis- je, dat haar tyd verdeelt tus sen het leren voor medisch analiste en werken in het Haagse gemeenteziekenhuis i Zuidwal, „een lange weg ge weest om in de jeugdselectis te komen. In PW en later, na i de fusie met HVL, ln SVL, ging het vry vlot. Het laatste j stapje was het moeilijkste. Het begon ln maart van het vo- rige jaar met een districts- selectie. Twintig meisjes werk. i ten zich hierdoor. Zes ervan kwamen in juli uit ln een lan- i delyk distriotstoernooi. Van deze zes bleven er uiteindelijk twee over. Ik was er één van".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 12