ALLEEN
WONEN
t
Ons huishouden en wij zelf in procenfen
Een eigen kamertje
Eigen thuis
voor vrijgezel
De voedingswaarde
van genotmiddelen
1 JATERDAG 26 FEBRUARI 1966
LEIDSCH DAGBLAD
L.D.-HCTRA B
Voor de vrijgezellen is het klimaat de laatste jaren een beetje
verbeterd. Niet alleen omdat hun status tegenwoordig als een
normaal facet van het moderne leven wordt gezien, maar vooral
omdat enkele verspreid voorkomende flatgebouwen, met o zulke
bescheiden apartementjes voor alleenstaanden, hun hoop op een
eigen onafhankelijk bestaan hebben doen herleven. De tijd, dat
de alleenstaanden meewarig werden beschouwd als mensen die
de trein gemist hebben, schijnt langzamerhand wel voorbij, hoe
wel de belastingkolommen deze oorspronkelijke status van de
mens nog steeds grimmig als „ongehuwd" aanduiden.
Een enigszins mildere opvatting
fc de laatste generaties ontstaan
rond het begrip „de alleenstaande
werkende vrouw", die in de ogen
van velen dan toch wel enig recht
op waardering, en hier en daar
zelfs op zo'n flatje zou kunnen
doen gelden. Niet door dat alleen
staan natuurlek maar vanwege het
„werkende", hetgeen veel goed
schijnt te maken. Omtrent de al
leenstaande werkende man is tot
de dag van vandaag nog maar wei
nig vernomen, maar die past nu
eenmaal in geen enkele vrouwen
rubriek en blijkbaar ook niet op
het bureau van de minister van
volkshuisvesting.
En dat de alleenstaanden van het
eerste uur zo langzamerhand ook
grootvader hadden kunnen zijn,
doet aan hun verlangen naar el-
gen haard nog steeds niets af.
Zand er over zei de hospita
vlug, maar toch gloort er een
streepje hoop en als de woning
nood binnen afzienbare tijd tot
het verleden mocht behoren,
komt de nood van de alleen
staanden misschien wel als eer-
De binnenhuisarchitect
A. A. Parijn schreef in
opdracht van de Stich
ting Propaganda Wo
ninginrichting een artikel
over het inrichten van
éénkamerflats, dat u hier
bij aantreft.
ste aan de orde. Vergeten groe
pen functioneren soms in stilte
als een nuttige reserve. „Wie
wat bewaart, die heeft wat", zel
den onze grootvaders reeds lang
geleden
SOCIALE FACEnEN
Alléén wonen ls voor de vrijge
zel al net zo eenzaam of gezellig
als voor echtparen zonder kinde
ren. Huizen zonder een woelige ge
zinsleven zijn immers wat mense
lijke contacten aangaat op sociaal
verkeer, vrienden en relaties aange
wezen en het hangt nu maar van de
fantasie van de bewoners af, hoe
deze zich zullen ontwikkelen. Daar
in speelt het wonen een belangrijke
rol.
Ook voor alleenstaanden is 'n eigen
plek ter wereld immers de onmis
bare basis waar hun sociale con
tacten opgebouwd kunnen worden.
In de rustige, of misschien Juist
opgewekte en originele sfeer van
het eigen honk leeft men op bre
der basis, is men méér mens gewor
den dan in het openbare leven,
waar men slechts een persoon is,
met op zijn best persoonlijke op
vattingen in houding en kleding.
Het eigen huis betekent een bre
dere realisatie van artistieke, gast
vrije, maatschappelijke aspecten
van het leven, en het is bovendien
de enige mogelijke gelegenheid tot
werkelijke ontplooiing van de
menselijke fantasie. Want waar ter
wereld zou de vrijgezel, anders tot
aanschaf van steeds meer boeken
Ze zeggen, dat het voor kin
deren zo goed is wanneer zij
over een eigen kamertje kun
nen beschikken. Want pas in
afzondering kan het kind zich
ten volle ontplooien, zich la
ten gaan en geestelijk onver-
kreukeld opgroeien zeggen
Deze foto toont een eigen flat, de wens van iedere vrijgezel of
alleenstaande vrouw. Op de tekeningen bovenin de pagina ziet u
de werk-eettafel en de berging-in-de-hoogte.
ze
Anatole France, die lang geleden
harde waarheden placht te zeggen,
maar nu door niemand meer wordt
gelezen omdat we niet zo erg ge
steld zijn op waarheden (om van
de harde maar te zwijgen) Anato
le France dan zei: „Toen ik een
eigen kamer kreeg, kreeg ik een
eigen geestelijk leven". Menigeen
die zich aan zijn boeken ergerde,
moet de verzuchting hebben ge
slaakt: „Hadden ze Anatole maar
nooit die eigen kamer gegeven.
In ons welvarend landje is er
dikwijls geen sprake van dat
Iemand zijn woning kan aanpas
sen bij de omvang van zijn gezin.
Dan worden de zaken omgedraaid.
Men verovert eerst, ten koste van
onvoorstelbare offers aan geduld,
De huisvrouw in ons land
heeft een zestigurige werk
week. Dit is een van de con
clusies van een onderzoek,
dat het Nederlands Instituut
voor de Publieke Opinie en
het marktonderzoek (Nipo)
heeft verricht naaj: het wel en
wee van de huisvrouw. Ande
re conclusies zijn:
De vrouw beneden de leeftijd van
35 jaar besteedt minder tijd
aan het onderhoud van haar huis
dan een vrouw boven die leeftijd.
In het zuiden van het land be
steedt men naar verhouding veel
tijd aan de zorg voor het gezin,
in het noorden en oosten veel aan
het onderhoud van het huis. In de
drie grote steden (Amsterdam,
Rotterdam en Den Haag) besteedt
men relatief weinig tijd aan het
eten klaar maken en aan eten,
maar veel tijd aan „lezen en stu
deren". Aan de afwas besteedt de
huisvrouw gemiddeld vijftig minu
ten per dag.
Vier procent van de Nederlandse
Bezinnen heeft geen stofzuiger en
twee procent geen radio. Tien pro
cent van de Nederlandse huisvrou
wen gaat nooit naar de kapper.
Ongeveer zestig procent van de
Nederlandse huisvrouwen gaat des
avonds wel eens samen met haar
man uit. Bijna tien procent is nog
Dooit naar een bioscoop geweest
en twintig procent van de huis
vrouwen is nog nooit naar een
toneel- of muziekuitvoering, con
cert, opera en dergelijke geweest.
Voor bijna 50 procent was het
meer dan een jaar geleden dat
men naar een dergelijke uitvoe
ring ging.
Twaalf procent van de vrouwen
heeft nog nooit buitenshuis gege
ten. Drie procent der Nederlandse
huisvrouwen (het betreft hier
vooral de oudere vrouwen) is nog
nooit buiten de eigen woonplaats
geweest Bijna negentig procent is
wel eens in Amsterdam geweest.
Rotterdam komt op de tweede
plaats met tachtig procent.
Driekwart van de Nederlandse
huisvrouwen is wel eens in het bui
tenland geweest en wel voorname
lijk in Duitsland en België. Vijf
entwintig procent is nog nooit over
de grens geweest en negen procent
is nog nooit met vakantie geweest.
Zestien procent van de huisvrou
wen heeft hulp in de huishouding.
In het algemeen is dit voor een
of twee halve dagen of een hele
dag per week. 40 procent van de
huisvrouwen wit wel eens zelf het
plafond of de muren, 40 procent
weckt en dertig procent behangt
zelf wel eens een keer. In de drie
grote steden worden aanmerkelijk
minder ven deze werkzaamheden
door de vrouwen zelf verricht.
Wat de Nederlandse huisvrouw
van haar bezigheden het meest
waardeert is koken, koffiezetten,
vlees braden en breien. Het ergst
vindt zij kolen scheppen, kachel
uithalen, vuilnisbak buiten zetten
en kleden kloppen.
Het is uit het rapport van het
Nipo gebleken, dat vele huisvrou
wen in tal van opzichten onder
verre van ideale werkomstandighe
den hun taak vervullen. Er was
ook de laatste jaren nog geen mo
derne aanpak van het huishoude
lijk werk. die tot een drastische
arbeidstijdverkorting zou kunnen
leiden. Verder bleek, dat de „werk
ruimte" ook in de nieuwe huizen
soms nauwelijks werd aangepast
aan de noodzakelijke behoeften.
Het Nipo stelde vast, dat de
huisvrouwen op werkdagen ge
middeld negen uur per dag wer
ken en op zondagen nog ruim
vier uur besteden aan huishou
delijke bezigheden. Vooral vrou
wen met kleine kinderen maken
vele arbeidsuren. Ook als de
huisvrouw ziek is, of met vakan
tie, moet zij vaak haar hulshou-
MODE^v
in exclusief jonge stijl
ma ataor lering
34 36 38 40'42'44
Breeatraal 112 leider» Lel.3047a
delijke arbeid blijven verrichten.
Niet alleen over de oude wonin
gen klagen de hulsvrouwen, ook de
nieuwe hebben hun onvolkomen
heden. Zo is daar het bekende te
kort aan kastruimte ln naoorlogse
woningen, waarover eenderde van
de huisvrouwen zich heeft te bekla
gen. Een kwart van de gezinnen
moet het zien klaar te spelen met
twee of minder kasten. Vele huis
vrouwen vinden hun keuken te
klein. Het elektrisch vermogen in
de woning kent weinig reserve. Het
is daarom in veel woningen vaak
onmogelijk om gelijktijdig meer
dan een elektrisch apparaat te ge
bruiken. Het aantal stopcontacten
is te gering en bevindt zich vaak
op een onhandige plaats. Ruim
400.000 huisvrouwen, zo staat ln
het rapport van het Nipo, moet als
gevolg van ruimtegebrek hun was
machine van de ene ruimte naar
de andere slepen en velen moeten
het waswater met emmers afvoe
ren.
geld en zenuwen een woning en
past daarbij zoveel mogelijk het
kindertal aan. Vaak echter blijkt
ook dat niet mogelijk en moeten
de kinderen een kamer delen. Met
twee, of drie, of meerHet hon
gerige spook Woningnnod weet wel
raad met onze welvaartsvreugde!
Daarom schrap je met een
rauwe rasp over wonde plekken
wanneer je plompverloren ver
kondigt dat het voor kinderen
zo goed is een eigen kamertje te
hébben. De ouders willen wel,
doch ze kunnen niet. Alhoewel
de wereld grote behoefte heeft
aan zelfstandige denkers van
het kaliber Anatole
Doch trooet u: aan die eigen
kamertjes zijn ook wel enige na
delen verbonden. Een kind dat een
privé-kamer krijgt ontpopt zich ras
als een gezelschapsdiertje. Om te
beginnen gaat het die kamer de
len met vrienden en vriendin
netjes, met loslopende buurtjes,
met hier en daar opgepikte dieren
èn hobbies. Bezoekende kinderen
en dieren verdwijnen als regel
tegen zonsondergang, de hobby's
blijven. Kinderen zijn nooit tevre
den met één vrijetijdsbesting. ze
exploiteren er tientallen en liefst
allemaal tegelijk. Ze sparen siga
renbandjes, postzegels, speldjes, fo
to's, ansichtkaarten, dierenplaatjes,
curiositeiten. Ze tekenen, boetse
ren, doen aan huisvlijt in de vorm
van timmeren, zagen, schilderen of
draad vorm en maken, ze laten alles
slingeren en zijn altijd iets kwijt.
De bezoekertjes, die .zomaar even
komen aanwippen om te ruilen"
blijven uren plakken, halen alles
overhoop, brengen het kind op
nog een paar Ideeën en laten een
onoverzienbare chaos achter.
Als plichtsgetrouwe moeder be
gin Je meteen op te voeden. „Je
krijgt geen eten eer die rommel
is opgeruimd", dreig je. De slech
te etertjes grijnzen opgelucht, de
hongerigen grijnzen ook. Ze ken
nen hun moeder en weten dat ze
slechts even een beroep moeten
doen op hun lichamelijke condi
tie en de zware eisen die op
school aan hen worden gesteld
om moeder haar bedreiging te
laten Intrekken.
Nu schijnen er moeders te zijr
die zonder moeite een kinderka
mer kunnen schoonmaken ondanks
het feit, dat dwars door het stof
onder het bed een spoorlijn loopt,
behangen met bordjes: niet aanra
ken. zy slagen er in stof te ver
wijderen van tafelbladen of stoel
zittingen die vol liggen met plak
boeken, potloden, stukjet krijt en
kunnen overgaan, tot het beoefe
nen van kunst en liefhebberijen
en tot bijdragen aan culturele ma
nifestaties kunnen komen, dan in
zijn eigen thuis, dat met zorg en
liefde ls ingericht en een eigen
sfeer ademt?
RATIONEEL INRICHTEN
Het weidse begrip „thuis" bete
kent voor alleenstaanden een flat-
Je met een woonkamer en op zijn
best een aparte slaapkamer.
Toch kan zo'n kleine ruimte
maximaal comfort bieden in de be
tekenis van weinig rompslomp, ge
makkelijk onderhoud en alles bin
nen handbereik. Centrale voorzie
ningen zijn hierbij ideaal. Een ver
warming die per flat therm os ta-
tisch te regelen is, maakt het mo
gelijk om bij afwezigheid overdag
een minimum-temperatuur in te
stellen welke 's-avonds by het
thuiskomen door één handgreep
verhoogd kan worden. Ook stort-
kokers en centrale antennesyste
men horen eigeniyk by dit type
woning, dat door zijn rationele op
zet de combinatie van het alleen-
staan, werken én wonen mogehjk
moet maken.
Een rationele keuze en groepe
ring van de meubelen zal veel
problemen b\j voorbaat oplossen.
Zo kunnen we bijv. een zit
groep rond een uitklapbare bank
of een bed-bank met véél loses
kussen formeren, waardoor w«
dit meubel en óók de plaats
dubbel benutten. En zo kan ook
een schrijftafel met slechts #n«
kele laden onder het blad als
eettafel dienen, waarmee ws
niet alleen veel ruimte winnen
maar ook méér activiteiten mo-
gelijk maken.
Een beperkte oppervlakte hoefl
nog niet tot weinig bergruimte te
lelden, want we kunnen de wan
den benutten en de boeken, ser
viezen, radio en televisie in de
hoogte verwerken in ondiepe
wandmeubelen. Deze bestaan te-
geenwoordig in zoveel variaties ,die
desgewenst nog weer verstelbaar,
of voor uitbreiding vatbaar zyn,
dat elke collectie langzamerhand
op iedere wand ondergebracht kan
worden. Een combinatie van een
bed-bank tegen zo'n wandmeubel
heeft het voordeel dat slechts één
wand of by voorbeeld een hoek no
dig is. Het sportieve, vlotte nieu-
beltype laat combinaties, en het te
gen elkaar schuiven van kast en
bed zonder meer toe, hetgeen in de
éénkamerwoning een eerste vereis
te is.
steentjes, zy kunnen ramen lap
pen ook al zyn die volgeplakt met
zegeltjes, filmster koppen en zon
derlinge symbolen. Zonder struike
len, mopperen en tydverlies kun
nen zy een bed opschudden dat be
zaaid ligt met poppen, poppekleren,
serviesjes en kleverige stukjes pa
pier. Die moeders zyn er en
ik neem diep myn petje voor hen
af, want ik behoor er niet toe. Als
ik Marians kamertje open en de
bende in ogenschouw neem, kan ik
maar één ding doen: die deur over
haast weer dichttrekken en wach
ten tot het dochtertje zoveel spul
len kwyt is dat ze helemaal van
zelf orde in de chaos gaat schep
pen, uit eigenbelang en omdat
Pietje staat te trappelen van on
geduld om postzegels te ruilen
maar waar zyn de postzegels? Dan
wordt er eindelijk opgeruimd1: snel,
efficiënt en kordaat.
Want ze kunnen het wel, die
kindertjes! Als het maar nodig
is in hun ogen. De ervaring
heeft me geleerd dat moment
rustig af te wachten. Van tijd
tot tijd wordt er onverwachts en
zonder voorafgaande dreige
menten opgeruimd; nauwelijks
is Marian dan vertrokken of ik
val op haar kamer aan met bor
stel en zeep, met schone gordijn
tjes en boenwas. Hè, hè...
Overigens vraag ik me wel af
wat Anatole Franco nu bedoelde
met dat „eigen geestelijke leven".
By Marian merk ik er niets van;
ze is nooit alleen op haar kamer
en wanneer de bezoekertjes zyn
vertrokken komt ze beneden zitten.
En ze zou best een paar zusjes
willen hebben om er haar heilig
dom mee te delen. „Gezellig, lek
ker keet schoppen in bed". Dit dan
tot troost van de moeders, die hun
kinderen geen eigen kamer kun
nen geven. Want dat is toch ook
niet alles
THEA BECKMAN
(W)ETENS WAARD
Genotmiddelen gebruikt men ln hoofdzaak,
zo niet uitsluitend om hun aangename reuk,
smaak of aanzicht en/of de opwekkende wer
king, die ervan uitgaat. De voedingswaarde is
maar bijzaak. Toch kunnen bepaalde genotmid
delen in niet geringe mate bijdragen in de voor
ziening met een of meer voedingsstoffen of ca
lorieën.
L
Koffie byvoorbeeld ls een al
dan niet belangrijke bron van
nicotinezuur. Het nicotinezuur is
ln dit geval een omzettingspro-
dukt van trigonelline en ontstaat
door roosteren. Naarmate langer
geroosterd wordt, neemt het ge
halte aan trigonelline af, terwyi
dat aan nicotinezuur toeneemt. In
de geroosterde koffieboon komt ge
middeld 10 mg nicotinezuur
voor. By het zetten van koffie
gaat zeker 80 van het aanwe
zige nicotinezuur in het extract
over. De hoeveelheid per kopje va
rieert vanzelfsprekend naar de
hoeveelheid koffie, die verwerkt is,
maar ook naar de soort koffie en
de wyze en duur van het zetten.
Als grof gemiddelde mogen we
aannemen, dat ieder kopje koffie
van 5 g ons ca. 0.5 mg nicotine
zuur biedt. Onderzoek naar de by-
drage van koffie in de nicotine
zuur-voorziening is o.a. verricht
door onderzoekers in Zwitserland
en Midden-Amerika. Hierbij bleek,
dat in Mexico gemiddeld een zesde
deel van de opgenomen hoeveelheid
van het vitamine van koffie af
komstig was.
By een ruim gebruik van kof
fie waartegen wel enige bezwa
ren zyn aan te voeren kan
zelfs een kwart of meer van het be
nodigde nicotinezuur uit de koffie
komen. Zoals te verwachten ls, le
vert koffie ook andere componen
ten van het B-complex: o.a. ino
sitol en choline.
Ook thee heeft nog wel iets
meer te bieden dan alleen maar
genot: namelijk fluor. Nu de
fluoridering van water de ge
moederen nog steeds bezig
houdt, is het voor degenen, die
tegenstanders van deze maat
regel zijn, misschien prettig te
weten, dat in 1 liter water met
10 gram thee getrokken, gemid
deld grof berekend, 1 mg fluor
overgegaan zal zijn: een kop
thee bevat 0.1 a 0.2 mg fluor.
(Het fluor gehalte van de drank
varieert naar soort en hoeveel
heid thee. De droge thee bevat
7 tot 15 mg per 100 gram, waar
van 75 tot 90in het thee
water overgaat).
By het fluorideren to 1.0 1.2
mg/liter water het uiteindeiyks
gehalte, dat men in ons land, ln
overeenstemming met andere lan
den, als optimaal beschouwt. Tus
sen haakjes, wyn kan tot 10 mg
liter fluor bevatten.
Voor fluor wordt geen bepaalde
gewenste hoeveelheid voor dage
lijkse opneming aangegeven, aan
gezien dit element niet allerwegen
als onmisbaar wordt gezien. Dat
bovengenoemde dosering een gun
stige invloed op het kindergebit
heeft, is echter vrijwel algemeen
aanvaard. U hebt er misschien
nooit aan gedacht, dat ook thee
bladeren vitamine C kunnen be
vatten. Het gehalte schynt zelfs
aanzieniyk te zyn. By het fermen
teren gaat het vitamine verloren.
Van de alcoholhoudende dran
ken is de calorische waarde niet
uit te vlakken, zelfs niet van de
zwak-alcoholische (alcoholge
halte beneden 15%). De calorie
sche waarde van een portie „al
cohol" kan men gemiddeld op
100 calorieën stellen: of het nu
een glas bier van 250 cc is (met
zijn alcoholgehalte van 3 d 4%)
dan wel een glas (100 cc) wijn
van 9 a 12% of een glaasje (30
cc) jenever (35 d 40%). Door
hun hoge suikergehalte kunnen
likeuren (30 d 35%) nog wat ca
lorierijker zijn.
Beschermende waarde als wij
in dit verband deze term mogen
gebruiken heeft bier door zyn
gehalte aan B-vitamines: o.a. een
nicotinezuur gehalte van 15 a 5
mg per glas ven 250 gram. Dit zet
by een geregeld biergebruik toch
wel zoden aan de dyk. Het thia-
minegehalte varieert van 5 tot 15
u per glas; het riboflavinegehalte
vai» 75 tot 300 u by dezelfde hoe
veelheid. Wel wordt door het al
coholgebruik de behoefte aan B-
vitamines door de rol. die ze by
de verbranding spelen, verhoogd.
Deze vitamines zyn afkomstig van
de brouwgerst. By het mouten van
de gerst gaat. zoals by ieder klem
proces, het vitamine B-gehalte van
de korrels achteruit en wordt vita
mine C gevormd. Dit vitamine, dat
zich in de kiemen bevindt, gaat by
de verdere bewerkingen en by ds
gisting verloren.