Gé Hofenk Douke Piek was Zet de zware snoek terug een jaar ^lay-lady' TOPPERS FILMWEDSTRIJD VOOR DE JEUGD Baan weg Tocht Zaterdag 5 februari 1966 L.D.-EXTRA 5 Alle televisie ten spijt (of misschien Juist daardoor?): de belangstelling voor film bij de Nederlandse Jeugd neemt toe. Daarom hebben drie organisaties besloten in 1966 weer een film wedstrijd voor de Jeugd op touw te zetten. Die organisaties «iJn: het Instituut Film en Jeugd, de NOVA (Nederlandse or ganisatie van smal filmers) en de „Stichting ter bevor dering van de amateur foto grafie". Ook voor Jonge mensen, die wel belangstel ling hebben voor de film en filmen, maar het (nog) niet doen is er een mogelijkheid om aan deze wedstrijd mee te doen door het schrijven van een filmopstel. Inzen ders dingen automatisch mee In de internationale filmwedstrijd van Milaan (Concours Le Dixième Muse). De films moeten tot onderwerp hebben .Alweer te laat" (voor deelnemers beneden 16 Jaar) en „Een moeilijke beslissing (boven 16 Jaar). De maximale leng te van de in te zenden films Is vijftien minuten. De films mogen worden gemaakt ln zwart-wlt of kleur, met of zonder geluid. Wil een In zender alleen meedingen in de nationale oompetitie, dan is hei onderwerp vrij. BIJ de filmopstellenwedstrijd werd dit Jaar met opzet het woord aoemorlowedstryd vermeden. Vorig Jaax werd een derge lijke wedstrijd gewonnen door hei Leidse meisje Iris Wassenaar. Een film opstel mag een lengte van 1000 woorden niet te boven gaan. JWTOPTIENIWTOPTIENIWTOPTIEN SI. That day (Golden Ear-rtngs) 9 W» rm wnrb If nnf TReatles) i3 2. We can work It out (Beatles) i 3. Till the end of the day (Kinks) Q 4. Een glaasje madeira, m'n dear (Ted de Braak) 'Ij 5. Michelle (Beatles) 6. To whom H concerns (Chris Andrews) j-1J Yesterday Paul McCartney) Sounds of silence (Simon and Garfunkel) 9. Midnight to six men (Pretty Things) 10. I'm gonna take you there (Dave Berry) O ph. T) N3IldOTMlN3IldO.LMlN3IldO.LMl Oegstgeester meisje (24) maakt onvergetelijke reis naar de Verenigde Staten OJ DE ZAAK VOOR LEI „Vietnam is een pijnlijk punt voor de Amerikanen. De meesten weten niet wat ze met dit pro bleem aanmoeten. Ik heb er met Amerikaanse studenten over ge sproken en ik geloof dat de menin gen sterk verschillen. Sommigen sproken en ik geloof dat de menin gen sterk verschillen. Sommigen zijn heel fel in hun reacties over dit onderwerp. Ik heb ook een aan tal demonstraties tegen het bulten- IK geloof niet. dat er op de wereld een andere vissoort is, waarover de misverstan den zo groot en menigvuldig zijn en waarover zoveel (al dan niet ware) verhalen bestaan, dan onze eigen snoek. Allereerst de onuitroeibare me ning als ïpu deze vis de hele dag niets anders doen dan eten en de gehele visslapel uitmoorden. Vooral grote snoeken, is ons voorgezegd, moeten het water uit, anders krügt men nooit een goede visstand. Af gezien van het feit dat kannibalis me bU de snoek veel minder voor komt dan bij andere vissen, bren gen de grote snoeken zoveel nako melingen voort (grote snoeken zijn altijd wijfjes), dat zjj absoluut on misbaar zijn voor de instandhou ding van een goede snoekstand. Als er dan toch, met alle geweld, snoek op tafel moet komen, laat het er daii een zijn van vijftig, zestig centimeters. De grote snoe ken, de nioeken van twaalf tot vijfentwintig pond, zijn de poten tiële vertegenwoordigers van onze toekomstige snoekstapel en zij moe ten gespaard blijven. Bovendien zijn deze prachtstukken ver in de minderheid en zonder hun aanwe zigheid is elk snoekwater zonder avontuur. Spanning Er gaat namelijk een enorme spanning vanuit, in een water te vissen waarvan men weet dat er grote snoek zit en dat zo'n gewel denaar iedei ogenblik op ons aas kan slaan Nu het visserijbeleid een zeer gunstige wending heeft genomen: nu alles erop wfjst dat men het grote belang van de sportvisserU eindelUk Ls gaan inzien, nu is het zaak, krachtig de propaganda ter hand te nemen, die de sportvisser andere zaken zal leren dan voor heen he; geval was. En in die propaganda moet de bescherming van de snoek een eers te plaats gaan innemen. Omdat vrijwel alle Nederlandse wateren een onderbezetting aan deze vis soort hebb°n, omdat tot dusver een politiek is gevoerd die zuiver en alleen gericht is geweest op de be langen van het beroep en mis schien we' het belangrijkste punt omdat het nog net niet te laat is. Op he; kantje af is de zaak missiën nog te redden. We hopen dat deze propaganda zeer intensief zal zijn en dat te vens zo snel mogelijk een eind gemaakt, zal worden aan de kwa lijke praktijken die in heel Neder land heersen: het verkopen van snoek door „sportvissers" aan de mensen waarbij ze vergunningen kopen. In heel Nieuwkoop en overal el ders waar veel vissers bijeen ko men, gebeuren deze zaken en hoe wel man eu paard bekend zijn het geschiedt heel openlijk U er tot dusver nog niets aan ge daan. Een behoorlijke bestraffing van de amateurvishandelaar (by voor beeld intrekken van de visakten) en een uitsluiting van de vergun ningverstrekker, kan op drastische wijze een eind me ken aan deze wanpraktyken Maar ook op vistechnisch gebied heersen er ten aanzien van de snoek meningen en veronderstel lingen die in de praktyk geen stand houden. Deze bijvoorbeeld: later in de tijd bedoeld wordt van dec. tot half maart is er met kunstaas geen snoek te vangen. Al leen met levend aas. Nu ls ondergetekende een ver knocht kuiistaasvisser, die de laats te dertig jaar by na nooit anders op snoek heeft gevist dan met le pel, plug en spinner. En uit hoofde van deze vry langdurige praktyk, meent hy genoemde mening te moeten weerleggen. Kyk, ik geef toe dat er dagen zyn, dat cp de lepel of de spinner weinig of niets wordt gevangen of dat men enorm veel missers krijgt op kun sta as. Dat zyn de dagen waarop met levend aas ook niets of weinig wordt gevangen of waarop de snoek wel pakt maar herhaaldeiyk loe laat. Die dagen zyn er. Ze zyn vaak ln de meerderheid, omdat de snoek, als het water omstreeks nul gra den is, sterk aan activiteit inboet. Dat zyn juist de dagen, weken of maanden voor de plug. Plug Hoe luici de snoek is, hoe meer de plug tot zyn recht komt. Geen andere aassoort, ook het levende visje niet, heeft zoveel vangkracht als de kunstvis die algemeen als plug bekend staat. Het is misschien wel aardig even een staatje te geven met wat cyfers inzake de vangsten in december en de respectieveiyke aassoorten er by te vermelden. Zevenhovensepolder: drie man met levend aas, twee man met spin ner, een man met plug. Resultaat: een snoekje op levend aas, drie snoekjes op spinner, zeven snoek jes op de plug, plus vier missers. Dat was eind november. Begin december ging het zo: zelf de polder, een man met de spin ner. een man met de plug. Resul taat: drie snoekjes op de spinner, plus drie missers, elf snoekjes op de plug, plus vyf missers. December. Zevenhoventwee man met plug. Resultaat: drie mis sers, achtentwintig snoekjes. Eind december, Zevenhoven. Twee man met de plug. Resultaat: drie midders, acht snoekjes en een snoek van dertien pond, plus een baars van 46 cm. Langzaam Als ik u verklaar hoe men met de plug vist en wat men er mee kan doen, zyn er niet veel woor den nodig, u to overtuigen. De goede plug altyd eende lig en van het dryvende type kan ongeloofïyk langzaam worden gevist. En als de snoek lui is, kan de aassoort die hem moet verlei den niet langzaam genoeg door het water gaan. Zo'n plug kan men tienmaal langzamer vissen dan de spinner of de lepel. Met de spinner name lijk, is het nodig een bepaalde snel heid to onderhouden vanwege het biyven draaien, met de lepel vanwege het vastlopen aan de bo- Vissen op snoek: een volle dag met de plug jagen naar een geweldenaar Douke Piek terug in het winterse Oegstgeest. (Foto LX)./Holvast) landse beleid van president John son gezien". „Alle Amerikanen zyn geïnteres seerd in Europa. Er zyn honder den jongelui die naar Europa trek ken om kennis to maken met „good old Europe", maar Holland heeft naar myn mening bijzonde re belangstelling. Overigens leeft by de Amerikanen nog helemaal het molen- klompen- bollen- idee over Nederland. Maar we hebben toch wel een goede naam ln Ame rika". MARIUS VAN RIJN. dem. De plug kent deze bezwa ren niet. Men kan hem over een afstand van twintig centimeters la- ton kruipen, hem even laten stil liggen, en hem weer een klein eind je vooruit vissen. Men kan hem dieper laten gaan. hem laten terug komen aan de oppervlakte, hem over een dot wier of. plantenres ten heen vissen en hem daarna weer laten duiken. En gedurende al die tyd, de vol le lengte van iedere worp, is die plug geiyk aan een echte, zwem mende vis. Met deze onschatbare voerdelen echter, heven een natuurlijke aas: men kan hem duizenden malen te water werpen; men kan er zeer langzaam mee vissen, Ja, hem zelfs laton stilliggen waarbij de vangkansen behouden biyven. Men ziet by na iedere snoek toe- grypen; een fascinerend beeld: men vist zelf en laat geen aasvis vissen en de haak zit de vis al tyd voer in de bek. zodat men hem ongewond of zeer licht gewond kan terugzetten. De voordelen van de plug zyn zo groot en zo veeltallig, dat lk my niet zal uitputten met het zoeken naar woerden, die in overtreffende trap de voortreffelykheden van dit kunstaas uit de verf moet laton ko lk geef u alleen deze raad: ver geet het verhaal, dat de snoek in de winter niet met kunstaas kan worden gevangen; schaf u enkele goede plugs aan. Het gewicht ervan ln verhouding tot het werp vermo gen van uw hengel en in combi natie met de Juiste lyndikte. Kleur Neem een plug die niet kan wor den lek gebeten ze worden nooit zachtaardig aangepakt, neem nooit een plug van hout. die ab- sordeert water en gaat zinken en neem nooit een tweedelige; die hebben niet voldoende actie in stil staand water. Gebruik een slap stalen onderlojntje aan de plug, de monteer so veel haken van het ding dat er nog één of twee overbiyven en houdt kleur. Ik bedoel, ga een volle dag lang met het ding vissen. En blijf er mee vissen tot de resultaten komen en u er vertrouwen in krygt. Met kleurhouden bedoede ik niet, dat u een plug met een bepaalde kleur moet kopen, want dat heeft er niets mee te maken. Er zyn al zo veel fabels rond de snoek, dat het niet nodig ls, hem ook nog voorkeur voor een kleur to moeten toedichten. Men kan het ook te bont maken. Nog een laatste tip. De zware snoek, zet ze terug. In dat opzicht hebben we het al veel te bont gemaakt. JAN SCHREINER. Douke Piek werkte van juni 1964 tot dezelfde maand van het jaar 1965 in Tufts New-England Medi cal Centre, een kinderziekenhuis dat verbonden is aan de beroem de Harvard-universiteit in Cam bridge. Haar taak lag op de afde ling kinderpsychiatrie. Over het daar toegepaste systeem: „Ik werkte in een soort „unit", die als geheel optrad. Zo'n unit omvat kinderart- :e sen, een psychiater, een sociaal wt werkster, een aantal play-ladies en n de groep als geheel voert op ge- a zette tyden besprekingen over de op de afdeling voorkomende ge- idl vallen. Dat is byzonder nuttig, k want op die manier worden alle >kl mensen in die unit geconfronteerd 1 met achtergronden en specifieke hl problemen van de kinderen op de afdeling. Daardoor is een grotere ikl relatie tot het kind mogelyk en aJ dat verhoogt weer de kans op ge- •vt nezing". Douke Piek is vol lof. Kln- ml derpsychiatrie heeft altyd haar ft belangstelling gehad. Na het Ken- nemerlyceum m Bloemendaal volg de zy aan de Leidse „Haanstra- school" een opleiding voor hoofd- kleuterleidster. Direct daarna kreeg 0 zy de kans naar de Verenigde Sta- ton te gaan om daar in een gezin de helpende hand te bieden we gens ziekte van de vrouw des hui- 1 zes. Douke greep die kans met bei- jc de handen aan. Eind januari 1964 keerde zij naar Nederland terug met de toezegging dat ze weer naar Amerika kon komen om een func tie te aanvaarden by een zieken huis in Boston. Play-lady" is de Amerikaanse benaming voor een functie, welke bij mensen, die de term niet kennen, allerlei merk waardige associaties te weeg brengt. Die associaties liggen voornamelijk ln de sfeer van het verschijnsel playboy en het maandblad met dienaam. Maar een play-lady is een uiterst eer bare jongedame, die zich in Amerikaanse ziekenhuizen be zighoudt met de dagelijkse ver zorging en begeleiding van kin deren, die worden verpleegd op een psychiatrische afdeling. Douke Piek, een 24-jarig Oegst geester meisje, was zo'n play- lady en de tyd in het kinderzie kenhuis en de daarop aanslui tende vakantie in Amerika staan bij haar te boek in super latieven als „onvergetelijk" en „heerlijk". periode aan, waarin zy in de ge legenheid was nagenoeg geheel Amerika van noord naar zuid en van oost naar west to leren kennen. „Ik kon een tydje aan het werk als kampleidster in Vermont op een prachtig buitengoed van de Garfields, de familie van een vroe gere Amerikaanse president. Ik moest daar met de kinderen op trekken. Daar heb ik veel geld ver diend en daardoor kon lk in het laatste halljaar van 1965 met een vriendin in een Ford Mustang een groto trektocht maken". Douke komt woorden tekort al ze wil om schrijven hoe fantastisch die tocht is geweest. In december van het vorige jaar kwam ze terug naar Oegstgeest om in de ouderïyke wo ning in de Berlicumstraat wat op adem te komen en de duizend-en- een indrukken te verwerken. Vol gende week begint ze in het psy cho- therapeutisch centrum van prof. Fryiing-Schröder in Amster dam in een functie, waarin ze haar ervaring in het Amerikaanse sy steem van spel-therapie goed kan gebruiken. Tot slot een paar op merkingen van Douke Piek over: „Op onze tocht hebben we in de praktyk weinig gemerkt van ras sendiscriminatie. Wat Je wel kunt merken, is dat het onderwerp in de zuidebjke staten het gesprek van de dag is. Ook werd ons ver teld, dat het in sommige staten gevaariyk was om in een auto met een noordelijk nummerbord rond to ryden, maar wy hebben ner gens last gehad. In New-Orleans maakte ik kennis met een neger- onderwyzer, een fantastische man. Ik geloof dat het probleem in die streken voor de blanken groter is dan voor de negers. Amerika had haar danig geboeid en na een half jaartje by een Oegstgeester kinderarts stapte Douke weer op de boot. Haar aan- komst in de V.S. (in Juni '64) le verde een forse teleurstelling op: de toegezegde baan was weg. „Daar stond ik dan", aldus Douke, een meisje echter, dat in geen zeven sloten tegeiyk loopt en via een re latie uit haar eerste Amerikaanse periode kwam ze dan ook vry spoedig ln het al eerder genoem- 3 de kinderziekenhuis terecht. Ze heeft er een fantastische tyd ge- had, die byzonder leerzaam was. Bovendien kreeg zy volop de gele- genheid kennis te maken met Ame- rika en de Amerikanen en daarop •berust haar oordeel: „Amerika is l*J enerzyds een erg idealistisch land, anderzijds is het keihard en wreed. epJ Het is het land van de menseiyke waarde, zo zeggen ze, het land met een plaats voor ieder mens in het n geheel. Als Je nu maar los van dat 'r: geheel staat, kun je daar wel ln geloven, maar in de praktyk als je deel uitmaakt van die Ame rikaanse samenleving blykt dat er sprake is van veel vooroorde len. Dan telt byvoorbeeld je af komst of je milieu zwaarder dan je persooniyke eigenschappen of Je opleiding. De naam van je school, de kleur van je huid, dergelyke zaken spelen dan een rol. Er zyn dan ook veel mensen, die echt in grote gewetensproblemen raken. Dat heb ik gezien, vooral in de streek waar ik zat". Na een jaar in het kinderzieken huis brak voor Douke Piek een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 13