ZENO LAMPE Leiden ging in de leer bij Kom er ACHT-er voor zijn gezondheid met skiën begonnen Zaterdag 5 februari 1966 I L.D.-EXTRA Over mensen en dingen dicht bij huis STUDENTENLIEDEREN s Io vivat nostrorum sanitas! Hoc est amoris poculum, doloris est antidotum, io vivat nostrorum sanitas. Wat moet dit studentenlied (met als vrije vertaling: mogen we nog lang gezond zijn. Dat is de beker der liefde en het tegen gif voor verdriet) nu in deze se rie? Het antwoord op die vraag klinkt simpelweg: „omdat het een Leids lied is". Dan zult u wel weer zeggen „ja. maar dan net zo Leids als bijv. Gronings zeker?" Dat is het wel geworden, maar het is in principe net zo Leids als het Rapenburg, even eigen als de Drie-Oktoberfees ten en net zo oorspronkelijk voor het hele land als de Uni versiteit zelf. De Nederlandse geschiedenis van dit lied gaat maar terug tot onge veer 1800. Wanneer we verder terug willen moeten we de grens over naar België waar het een voorloper vindt in: A, a, a, valete studia. Studia relinquimus, patriam repetimus. A, a, a, valete studia. (Het ga de studie wel! wy laten de studie achter ons en gaan weer naar huis terug). In de „oud-Vlaemsche liederen" lezen we: „Geen student is er of hij kent dit drinklied. Gewis uit de Middeleeuwen en uit Leuven af komstig, zal het in de tijden dat de studenten, met den hoekzak op den rug, zich te voet naer het ouderlijk huis in vacantie begaven, voor marschlied gediend hebben. Het is genoegzaam het eenige in België bekende studentenlied, want het Io vivat dat aan de Hollandsche Hoo- gescholen klinkt, is hier bij zeer weinigen bekend". De geschiedenis wijst dus naar Leuven, waar de hogeschool op 6 september 1426 zijn poorten opende. Veel Noord-Nederlanders trokken er sindsdien heen. Zij zullen van harte hebben ingestemd met: I, i, i, vivant philosophi. studiosi parvuli. etiam sunt bibuli. I, i, i, vivant philosophi. 'Leve de wijsgeren! Jonge stu denten zyn ook altyd dorstig.) Het lied zal wel niet alleen als vakan tielied geklonken hebben! Toen tegen het eind van de 16de eeuw het bezoeken van ka tholieke universiteiten in de zuide- lyke Nederlanden werd tegenge gaan door het stellen van hoge boeten, viel de deksel op de neus van de studiosi en kon men met recht zingen „o, o, o, nil est in poculo (de beker is leeg); maar het vervolg „repleatur denuol Nummi DOOR PETER ONVLEE kende tekst. Zingen wy „dum n est in poculo, lam (vroeger turn) pleatur denuo", de Leuven» zongen „nil est in poculo, replea denuo". Eenvoudiger dan met hulp van de stoplappen turn, i en dum konden we het moei doen. Moeiiyker schynt het epi nisme ran te wyzen aan het be Hoe komen we aan het „io" vit Een achttiende eeuwse vorm het studentenlied luidt echter: Ho, ho, vivat fraterna sanitas. In poculo amoris antidotum doloris. Ho, ho, vivat fraterna sanitas. Zou dat „ho" misschien een pisch Hollands trekje geweest om het de buitenlanders moeiUJÉ maken? Hoe dan ook: wy heb! een lied, dat door Leuven is gi spireerd. Met herhalingen van eerste regel; met een door andf in de mond gelegd eerste coup Maar tróts dat we er op zyn!' pas en te onpas wordt het g« gen. Maar we komen typ) Hollands nooit verder dan eerste couplet. En toch aiaat e het vyfjle: Io, vivat, nostrorum sanitty lam tota Academia nobiscum amet gaudia. Io vivat, nostrorum sanita L Zullen we zo dicht by de Act mische dies deze greep dan n besluiten met: „lang leve onze zondheid. Laat de hele Unive taire Wereld met ons van hef zier houden"? Of zullen we vroeger houden? „U, u, u, ing» spiritu. Celebramus epulas. habemus ferias." (We vieren ro tyd. Morgen hebben we vrij) mag zelf kiezen. J VIJF JUWELENDIEFSTALEEN IN NOORDWIJKSE STRAAT Januari 1966 telde nog geen zeventig uur of de eerste kam pioenen van Nederland waren reeds gehuldigd. In Saalbach, een vriendelijk plaatsje in het Oostenrijkse wintersportgebied had de Nederlandse sky-jeugd om de hoogste vaderlandse eer gestreden. Uit deze strijd kwam bij de jongens de zes tienjarige Leidse scholier Zeno Lampe als overwinnaar naar voren. Het kampioenschap van de 1.76 me ter lange Leidenaar kwam voor de mensen die het althans kunnen weten niet onver wacht. Zeno Lampe heeft wel overwogen naar deze titelstryd toegeleefd en dat is, voor Ne derlandse begrippen, by de jeugd geen alledaags versehynsel. Zelf vindt hy het echter heel ge woon en zegt: „Het is vreemd, maar enkele jaren geleden heb ik er zelfs nooit van durven dro men ooit eens Nederlands kam pioen te worden. Ik vond skiën gewoon leuk. Maar sinds ik twee jaar terug eens aan een wed- strydje van de Britse ski-club heb deelgenomen, ben ik er weg van. Vooral van wedstryd- skiën „Het is", vervolgt de wat beschei den, maar desondanks vlot pra tende leerling van het Rynlands Lyceum uit Oegstgeest (B4B) „eigenlyk by zonder jammer, dat ik geen vrij heb kunnen krijgen om aan de nationale titelstryd van de senioren in Val d'Isère te kunnen deelnemen. De rector maakte voor my geen uitzonde ring. zyn standpunt was en bleef: schoolwerk gaat voor spart". Zeno Lampe nog geen zestig kilo zwaar, blauwe ogen, bril stond twaalf jaar geleden voor het eerst op de besneeuwde hel lingen. Dat was in Adelboden. „Ik moest van de dokter gaan skiën voor myn gezondheid bronchitis en sindsdien ben ik ieder jaar met myn ouders naar de wintersport geweest. Eerst twee maanden; later twee weken. Ook nadat er enkele ja ren later van ziek-zyn geen sprake meer was". „Tot twee jaar geleden was het skiën in het begin niet meer dan lopen op latten gewoon een leuke bezigheid in de (win ter) vakantie. Ik vond het heer- ïyk om met grote snelheden om laag te glyden.Verder deed het er eigenlyk niet zoveel toe. Het enige waar ik me natuurlijk druk om maakte, was het biy- ven staan." Kunt U de acht afwykingen in de belde bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt U elders op deze pagina. In de laatste twee jaar is er voor Zeno Lampe wat het skiën be treft veel veranderd. Hy gaat niet zo maar meer naar de win tersportgebieden. Het is sinds hy lid is van de Nederlandse Ski Vereniging en Ultimi, een dochtervereniging waarin wed- strydskiërs zich hebben verenigd een van te voren nauwkeurig uitgestippelde trainings- en wed- strydreis geworden. „In september begm ik eigenlyk al aan de winter te denken", zegt Zeno Lampe. „Meestal, ga ik dan eens per week naar het CIOS in Overveen voor een (centrale) conditietraining van zo'n twee uur. 's Zondag staat dan Leid- schendam op het programma. Op de borstelbaan traag wordt een paar uur aan de tech niek geschaafd. Deze weekend training is echter moeilyk te combineren met de studie. Ik geloof, dat wanneer Je beide goed1 wilt doen, het eigenlyk niet gaat. Totnutoe kon het nog net, maar het wordt wel steeds moei iyker Sinds Zeno Lampe twee jaar ge leden voor zyn eerste weds try d (van de Britisch Ski Club in Kitzbuhel) aan de start ver scheen. heeft de zestienjarige Leidenaar in Wassenaar ge boren en daarna nog in Noord- wyk gewoond aan nog vier weds try den deelgenomen. Zyn op drie januari veroverde titel is totnutoe zyn meest in het oog springende prestatie geweest. „Verleden jaar eindigde ik in het Nederlandse skikampioenschap sunt in sacculo" (laat men hem op nieuw vullen. We hebben geld op zak) zal wat benauwd geklonken hebben, want men was in Leiden wat strenger dan in Leuven. Het E, e, e, ite miseriae. instant nobis feriae tempus est laetitiae. E, e, e, ite miseriae. (ga eg, ellende. Er staan ons vrye dagen te wachten; het is dus de tyd voor blydschap) was niet helemaal waar, zeker niet voor de genen, die in het „statencollege" als bursaal waren gehuisvest. Zy moes ten om half vyf opstaan Cs winters een uur later) en er voor zorgen binnen een half uur hun kamer tje) aan kant te hebben want dan volgde na Schriftlezen en gebed het ontbyt, waarby de kaken alleen van elkaar mochten voor het happen in het verstrekte tarwebrood met een vierde pond boter, want onder het ontbyten werd er voorgelezen uit een „stichtelyk boek" of uit de ca techismus. Zo ging de hele dag ge organiseerd verder tot men om ne gen uur 's avonds onder de wol kroop. Roken en drinken was hele maal uit den boze, dus: IJ, ij, kom, schenk en drink met mij. Want wij zijn hier niet gekomen om te slaapen of te dromen, ij. ij, ij, kom, schenk en drink met mij ivas er helemaal niet bij. Het ij nog maar zeer de vraag of de tekst van dat lied ooit door de in het Statencollege geldende censuur heen was gekomen. Men mocht zo nu en dan muziek maken, maar de toeziende regent moest de muziekboeken keuren „opdat sulex alle ontucht ende luchtveerdicheyt voor soo veel mogelyck is, mach werden gemyt ende verhoef. Dat zo'n strenge maatregel nu juist in Leiden moest gelden. Hier had immers een Wolkeriaanse geest een tekst geschreven in een van de zangboeken van de gasthuizen en die dateren uit 1428! die nooit de censuur van de zestiende eeuw was gepasseerd, namelyk: Dat meysken is jonck, jonck, jonck v:el te pas ende niet te groet; hi kust hair voir hair mondelinck Roet oock gaf hi se een roeskyn in haren scoet dat meysken namt soe gaerv.e. Dat /as voor de cives van het eerste uur verboden. Er diende ge studeerd te worden! Als in 1593 aan het lich komt dat men in het col lege danst „op snaerspel", kent de verontwaardiging van de Curatoren byna geen grenzen. Ieder die zich „mit trouwbeloften aen eenighe vrouwe quaeme te verloven ofte verbinden" zou zyn beurs verliezen en kon dus het Leuvense vakantie- lied weer inzetten, maar dan in Al was de overgang van Leuven naar Leiden kennelyk groot, het bloed kruip! toch waar het niet gaan kan. Men kan een zanger het zingen moeilyk verbieden. Er kwam dan ook een Leidse tegenhanger van het Leuvense lied. Bekijken we met name de O-antifoon van dit laatste dan zien we duidelyk het leentje-buur spelen in de ons be- RINNEN ANDERHALF ,IA*R De zestienjarige Zeno is niet de enige in de familie Lampe, die zich op de ski's bijzonder vlot beweegt. Zijn ouders en twee broertjes (8 en 5 jaar) skiën louter en alleen voor hun plezier. Bij zijn bijna een jaar oudere zusje Anette is het echter ook „ernst" geworden. Zij eindigde bij het Ne derlands kampioenschap voor meisjes tot 18 jaar, dat eveneens op 3 januari in Saalbach is gehouden, achter de veertienjarige Haagse Elisabeth van Till op de tweede plaats. Het grote verschil met broer Zeno is, dat mms-leerlinge Anette 's zaterdags geen tijd heeft om in Overveen op het CIOS te trainen. t t t Grepen uit het Leidse »n uziehlevcn Bevangen door een kille woe de zegt juwelier L. Brug man: „Als ze nog één keer komen, moeten ze er uit worden gedragen, want ik schiet ze dood!" En om duidelijk te ma ken dat dit geen loos dreige ment is, voegt hij er aan toe: „Ik heb twee geweren èn een vergunning". De heer Brugman heeft zyn winkel in de Hoofdstraat in Noordwyk, een straat waar bin nen anderhalf jaar al vyf keer ia Ingebroken in juweliers zaken. Viermaal was de heer Brugman het slachtoffer: in augustus 1964 en in januari, Juni en november 1965. De vijf de keer vorige week dinsdag avond moest de winkel van zyn collega H. A. L. van den Berg het ontgelden. De heer Van den Berg wa6 die dinsdag jarig en had 's avonds familie op bezoek. Het gezel schap zat vlak boven de win kel nota bene naar een boks- programma op de televisie te kyken, toen het gebeurde. Om vyf minuten over half elf werd een tegel door een van de eta lageruiten geworpen. „Er was nogal wat geroeze moes in de kamer. Ik dacht eerst, dat er een trapje in het portiek van de buurman viel. Voor alle zekerheidi ging ik toch maar kyken. Geloof me, er was nog geen anderhalve minuut voorby, of ik was beneden. En ik heb geen seconde stilgestaan, want op hetzelfde moment kwam myn buurman met zyn zoon aanrennen. „Ze hebben je ruit ingegooid", schreeuwde hy, „ga jy die kant uit, dan nemen wy deze kant!" Ik holde dus te- geUJk door. Kwam onderweg nog een kennis tegen die meteen door had wat er aan de hand was. „Die kant uit", zei hy. Ik hoefde niet eens stil te staan. Toen kwam ik in een stille, donkere straat, waar een brouwerij is. Ik zag niets meer. Ik meende wel iets te horen, maar waagde het niet die brou werij in te gaan. Ze zien jou eerder dan jy hen. Ik heb myn hond, een Duitse herder, laten ophalen, maar ja, dat duurde nog wel even en intussen waren ze hem gesmeerd". Terug by de winkel kon de heer Van den Berg de schade opnemen; er waren enkele ta bleaus met gouden ringen en e&n collier verdwenen. Totale waarde byna vyfduizend gul den. De zaak van de heer Van den Berg ligt vlakbij de boulevard, in de onmiddeliyke nabyheid van een snackbar. Het rolluik was nog niet naar beneden, toen de dieven hun slag sloegen. „Dat laat ik altyd tussen half elf en elf uur zakken. Ik had niet verwacht, dat ze het zo vroeg zouden proberen. Om half elf is het nog zo druk in de buurt Overigens neemt de heer Van den Berg de hele affaire heel lakoniek op. Hy zegt in zyn privé-leven teveel te hebben meegemaakt om zich nog op te winden over zoiets als een inbraak. Bovendien: hy is verzekerd. Dit in tegenstelling tot zyn vakgenoot Brugman, die door die vier inbraken byna 26.000 gulden armer is geworden. „Wat je in veertien jaar hebt opge bouwd, ben je in een tijdsbestek van veertien maanden kwijt". De zwaarste slag werd hem vorig jaar november toege bracht, toen ook al 's avonds om half elf voor ruim twin tigduizend gulden aan gouden sieraden werd geroofd. „De mensen hebben hem zien zitten. Midden in de winkel zat- ie, met al het licht aan, rustig uit te zoeken. Een echtpaar zag hem. In plaats dat die mensen nou meteen alarm sloegen, gin gen gillen, de hele buurt was nog wakker nee, ze komen my persoonlyk waarschuwen. Nou, toen had-ie natuuriyk al alle gelegenheid gehad om weg te komen." De heer Brugman neemt ons mee naar een vertrekje achter de winkel en wyst op een hoog raampje van dertig by veertig centimeter. „U krijgt honderd gulden van me, als het u lukt daar doorheen te kruipen. Zal u niet lukken, hè? Nou, daardoor is-ie naar binnen gekomen. De klokken netjes op dak gezet. De planken afgebroken. En dezelfde weg terug". Voor het raampje zit nu een traliewerk. L. ÖKU<JM/\N Hy vertelt, dat nog nooit een van de daders is gepakt. „De Noordwykse politie is fel ge noeg, maar het gebeurt allemaal in fracties van seconden. Het is meestal hetzelfde systeem: een steen gooien, grypen, weglopen, een auto staat klaar en karren maar. In een mum van tyd zit ten ze in Amsterdam of zyn ze de grens over". Op onze vraag waarom hy na de eerste of tweede inbraak geen veiligheidsvoorzieningen heeft laten aanbrengen, een stalen scherm of juweliersglas, ant woordt hy: „Na elke keer had ik het moeilyk genoeg om fi nancieel m'n hoofd boven water te houden. Dan geef je niet zo gauw zesduizend gulden uit om hier overal juweliersglas ip te laten zetten". „Ik slaap geen nacht meer rustig. Dat is voorgoed voorby", verzucht juwelier Brugman. „Als ik 's ochtends zie dat alle ramen nog heel zyn en alle deu ren nog dicht, dan is dat steeds weer een pak van myn hart". voor de jeugd tot 18 jaar op de tweede plaats. Tot de dag voor de wedstryd werd ik door alle andere deelnemers als de gedood verfde kampioen bestempeld. Pe ter Kruit, die toen eerste werd, kwam echter op de laatste dag opdagen en veroverde alle bekers". „Dit jaar was ik opnieuw favoriet. Maar nu was het wel raak. Ik won beide nummers slalom en riesenslalom maar het heeft me ondanks de ruime voor sprong op de overige zeventien deelnemers toch nog heel wat moeite gekost". „In de trein hoorde ik het al van iedereen: jy wordit kampioen. En wat moet je dan in zo'n ge val zeggen? Je voelt je dan wel wat verlegen worden. Want, wat kan er eigenlyk allemaal niet gebeuren tydens de wedstrijden? De dag voor de kampioenschap pen ging het byzonder slecht. Tydens de training vloog ik zes keer van de baan. By de titel stryd ging het echter fyn. Het 1500 meter lange parcours van de riesenslalom legde ik zelfs met een gemiddelde snelheid af van 58 kilometer". Zeno Lampe is door het door hem behaalde kampioenschap niet naast zyn schoenen gaan lopen. Hy weet, dat hy als (sport) toe rist kampioen is geworden een omgeving, die hy eigen], alleen maar van vakanties ke De zestien-jarige Leidenaar wt ook. dat het prestatiepeil n zo hoog is, dat hy zich met a dere nationale kampioenen die van de z.g. „lage land» misschien uitgezonderd k meten. Toch wil hy het ski niet meer missen. Hy wil 1 zelfs niet ruilen voor de h' selyke gezelligheid van ke en oud en nieuw. Het ski heeft daarvoor in enige Ja*, tyd een te grote plaats verovt in het leven van Zeno Lam|. Hy laat en doet er veel, ht veel voor Kom er ACHT-e 1. vogel meer ceintuurtje op broekje van bik broek langer van man met J< get je man links in 't water zyn is langer. rook van boot rechts man die hard loopt petje op fles op strand vlaggetje op scheepje links.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 12