THEA BECKMAN poezen Hond en drie li Winters weekmenu Zaterdag 5 februari 1966 T 3 p Psychologe of pedagoge ls Thea Beekman niet, niet meer tenminste dan andere moeders. Ze ls publi ciste, schrijft boeken en verhalen en stukjes voor kranten en tijd schriften. Daar begon ze mee ln 1945, het Jaar waarin ze trouwde. „Je neemt Je voor om dikke pillen te gaan schrijven, maar voor een roman heb Je Jaren nodig, Je moet schrijven, een uitgever vinden, proeven corrigeren en dan moet hij nog worden gedrukt. Je merkt al gauw dat het kleinere werk meer opbrengt. In 't begin spring je hui zenhoog als er wat van Je wordt gepubliceerd, maar dat gaat wel over. M'n eerste kinderboek was geen groot succes, het tweede was een vervolgverhaal dat als boekje werd uitgegeven. In het voorjaar verschijnt het derde en ik ben aan 't vierde bezig. Ook een grote ro man is ln wording. M'n eerste ro man „Anjers voor Adèle" ging over een zwendelaffalre. wel leuk, maar nogal onwaarschijnlijk". „O zeg, beloof me één ding: stel me niet voor als schrijven de huisvrouw", dat ben ik na melijk niet. Schrijven is geivoon een vak, huisvrouw zijn niet, je kunt immers geen ontslag ne men? Ik ben trouwens niet zo'n ijverige huisvrouw, vrijdags poets en boen ik, op maandag was ik en voor de rest geloof ik het wel". Onstuimig Thea Beekman (42) ls klein, slank en donker en heel onstuimig „lk ren altyd" een eigenschap die haar al anderhalf Jaar van het rijbewijs afhoudt. „Ik geef op de verkeerde momenten een dreun op het gas, 'k heb er gewoon geen kijk op. Maar ik ben koppig, lk ga er nu eindeloos moe door. misschien lukt het op m'n zestigste". Ze heeft een woonkamer zonder vitrage, zonder kleedijes en frutsels en met een hond en drie poezen, die op verzoek een pootje komen brengen. De hond Boris geeft kop jes. Die dileren vindt u terug in de Moederlijke Overpeinzingen evenals de heer Beekman (af en toe) en de drie kinderen (heel vaak). Adriaan ls 19, Henk 17 en Marian 11. Haar naam komt u al jaren- eri lang elke week tegen op deze vei pagina. Thea Beekman, schrijf- aai ster van de Moederlijke Over peinzingen. Een lezeres uit Leiden was zo getroffen door ni2 een van haar stukjes dat ze gJ schreef: „ik weet niet wie of :1 j wat u bent, psychologe of pe- mi dagoge, maar uw stukje heb Se{l ik boven m'n bed gehangen om er steeds aan te denken". (W)ETENS WAARD In dit koude jaargetijde hebben we een menu hulp voor u samengesteld. De winter wordt, vaak ten onrechte, door menigeen alleen als „kooltijd" gezien. Als u het groentenassortiment, waaruit we ook in deze tijd van het jaar kunnen kiezen, bekijkt is er geen reden tot klagen. En ook als uw keuze op kool is gevallen, hoeft u die zeker niet alleen op de bekende manier klaar te maken. diepvries of geweekte stokvis reke nen, wat neerkomt op 200 k 250 gram vis met graat. In de stamp pot kunnen b.v als groente uien, wortelen of diepvriesspinazie wor den verwerkt. Weinigen zullen een bordje heer lijk dampende erwtensoep met een sneetje of dobbelsteentjes gebak ken brood koud laten worden en terecht. De smaak ls goed evenals de combinatie van het peulvruch ten- en tarweeiwlt! De appelpannekoek is, by ge bruik van mooie, rode appelen, zeer feestelijk en vormt een warme af sluiting van het laatste menu. Recepten voor 4 persnen: Vlees en groente op Chinese wijze Plm 250 g. doorregen varkens vlees, 50 k 75 g. boter of mar garine, 500 g. uien, 1 prei, 500 g. groene of gele savooiekool (250 g. taugé), 1 ét 2 teentjes knoflook, 2 eetlepels zoete soyasaus, 3 eet lepels tomatenpuree, zout (pe per). De taugé in ruim water wassen en de bovendrijvende doppen ver wijderen. De savoolekool snipperen. De uien, prei en knoflook schoon maken en kleinsnyden. Het vlees zouten. De boter of margarine bruin laten worden en hierin het vlee6 bruin bakken. Uien, prei en knofloog toevoegen en even meebakken. De pan van het vuur nemen, het vlees in blokjes snij den en met de kool in de pan te rugdoen. Soyasaus, tomatenpuree zout en desgewenst peper door he mengsel roeren en het gehec zachtjes laten stoven, plm. 15 mi nuten. Op het laatst de taugé er door mengen. Het vlees-groentemengsel op smaak afmaken en er droogge- kookte rijst bU geven. Gebakken rolpens, rode kool met banaan, aardappelpuree. vanillevla. Rijst met vlees en groenten op Chinese wijze fruit koffie. Vleesrolletjes, prei, aardappelen vrudhitengriesmeelpudding. Varkenskarbonade, spruitjes, aardappelen yoghurt. Visstamppot vruohtensla. Erwtensoep brood fruit. Ham met witlof, rest jus of margarine, aardappelen ap pelpannekoek of gegarneerde chocoladevla. Geeft u, zoals ln het menu staat aangegeven, bij rode kool eens ba naan. Deze kan apart gebakken er bij gegeven worden of in schijfjes gesneden op het laatst door de warme groente worden gemengd. In het tweede menu vormt de vlees en groente op Chinese wijze een smakelijke combniatie met rijst. De vleesroUetjes, van mooie, dun ne runder- of kalfslapjes, zijn nu eens niet met gehakt, maar met een augurk gevuld. Bij het toetje wordt de vanouds bekende griesmeelpudding opge vrolijkt door de kleur van manda rijn of sinaasappel. Spruitjes bevatten veel vitamine C en zijn, wanneer het niet vriest, tegen een redelijke prijs verkrijg baar U aunt ze ln plaats van gaar koken ook smoren of bakken. Va riatie kunt u ook maken door de gare spruitjes vlak voor het opdoen te bestrooien met geraspte kaas. Vis kan apart gekookt, gestoofd of gebakken worden opgediend, maar kan ook een smakelijk on derdeel vormen van een stamppot. Per persoon kunt u op 100 k 150 gram schoongemaakte verse of ui de,uitgedokterde' HANDCUAM L.D.-EXTRA 3 Schrijfster van moederlijhe overpeinzingen Marian zit op de lagere school. Het beschermende gevoel dat de jongens in het begin voor haar hadden is al lang over. Zij is na melijk de ergste revolutionair van de (toch al niet zo lijdzame) fa milie. Op het ogenblik ls ze het onder wijs aan het hervormen, vertelt haar moeder. „Ze wil bijvoorbeeld geen jaartallen leren, dat vindt ze grijpt, zegt Mimi: „Piep". (Ze ls een talenwonder!) en blijft zit ten waar ze zit, de hoed bevalt haar. Marian redt de situatie, zet Mimi weer op haar schouder en deelt mede: „Ze is zo lief". De be zoeker gelooft er niets van. Hij duwt de hoed weer in model en vertrekt om 's avonds aan zijn vrouw en leder die het horen wil te vertellen dat hl) 's middags bij Iemand was. die zeven katten hield, verschrikkelijke beesten, ze blaften, piepten en floten, misschien wa ren het er ook wel negen, hij was binnen een kwartier de tel kwijt, en honden waren er ook; sommige katten zaten mooi en sommige honden gaven kopjes, misschien miauwden die wel, het wee Je reinste gekkenhuis. Toch hebben we maar drie poesjes en één hond. Geluiden en gewoonten hebben ze tijdens jarenlange samenleving in vre de en veiligheid min of meer van elkaar overgenomen. Elkaar plagen is een dagelijks spelletje. Maar ik geef toe, dat het voor onvoorbereide bezoekers moeilijk is een overzicht van het circus te krijgen. THEA BECKMAN overbodige onzin. Sommige dingeft leert ze wel hoor, alleen geen din gen die ze zo kan naslaan. Zo is ze thuis ook: als ik zeg Je moet naar bed, zegt ze nee, ik wil deze film zien, als je 't er niet mes eens bent, draag je me naar boven. Ik zeg: meid, Je bent verschrik kelijk vervelend, maar ik hoop dal je nooit verandert". Opstandig De telefoon rinkelt Mevrouw Beekman rent er heen. „Ja, Ma rian komt zo thuis". „Als de tele foon gaat ls het nooit voor ml)". Ze ploft weer ln de stoel en draai! een sigaretje —„we roken altyd shag". Over de Moederlijke Overpein zingen: „Ze zijn erg van karak ter veranderd, maar dat komt na tuurlijk ook omdat lk zelf ben veranderd en de kinderen sya groter geworden." „Onder de tien zijn se heerlijk Je blijft er natuurlijk wel dol opt maar ze worden onaangenaam. Ze willen zo verschrikkelijk graag onbegrepen zijn. Het liefst zien n je oer burgerlijk, daar kunnen se zich zo heerlijk tegen af zetten. Ze zijn dlan ook voortdurend ln op stand. Nou is het wel zo: ze kun nen mi) niet opstandig genoeg zijn, maar 't vervelende is dat ze he! ook tegen mij zijn". „De Jongens beginnen nu een beetje menselijk te worden, Henk vooral ook omdat hij t op school zo naar z'n zin heeft, maar Ma rian is ln volle glorie bezig, daar zijn we nog wel een Jaar of vyf zoet mee. Ach, 't ls niet erg, lk ben zelf ook nooit over de puber teit heengekomen". FENNY KOFFIJBERO Een Londens ontwerp van Nicki Ross voor de zomen een organza hoed met kokarde. „Myn man vindt die stukjes afgrijselijk. Trouwens iedereen hier in huis vindt alles wat lk schrijf afgrijselijk. De jongens zouden het héél anders doen, ze vinden 't vreselijk burgerlijk. Ach het is natuurlijk niet leuk voor ze zo geëxposeerd te worden". Adriaan is nu van school af, hij werkt. Carrière Interesseert hem niet, hy wil alleen maar met rust worden gelaten. Nu denkt hij aan emigreren, we zitten namelijk met een probleem: Adriaan is goedge keurd voor de militaire dienst maar hij wil niet. Hij ziet het nut er niet van in andere mensen op bevel neer te schieten". Ze aarzelt even. „Ach, schrijf het ook maar wèlop, want eigenlijk ben ik er vreselijk trots op dat hij er zo over denkt. En Henk heeft nu al aange kondigd dat hij er ook niet over piekert om in dienst te gaan ,JIenk ik heel anders dan Adriaan, hij weet wat hij wil: in de publiciteit. Hij zit nu op de Academie voor Beeldende Kun sten in Utrecht." Aan de muur in de huiskamer twee stukjes bruisende zee ge schilderd door Henk toen hij vijftien was. De broers zijn enorm bevriend, ze doen veel samen hoewel ze niet klitten. „Henk heeft nooit om klassieke muziek gegeven, Adriaan wel, maar nadat we eens een rock 'n roll plaat voor hem hadden gekocht wierp hij zich op de tlenersmuziek. Vooral protestsongs, daar zijn we allemaal weg van. Maar Adriaan draalt nog wel eens klassiek, maar hij schaamt zich er voor, geloof ik. 't Privéle- ven van die kinderen ls één bonk stekels". schoon haar kopje rond van te leurstelling wordt. De lekkernij schijnt al op te zijn. Pluis heeft via het doorgeefluik de wijk naar de keuken genomen om haar buit in alle rust te kun nen oppeuzelen. Omdat ze een er kende knoeipot ls en Nozem alle slechte eigenschappen van haar zus op haar voorpoot kent, volgt zij het tijger kat je en gaat kruimels rapen. Mimi likt haar snorharen en staart de visite aan. „Wat een mooi dier tje, zo diepzwart", zegt de bezoe ker, düe beleefd wil blijven. Hij accepteert het koekje dat hem als schadevergoeding wordt aangebo den en geeft Mimi een stukje. Ze pakt het wel aan, maar legt het dan minachtend voor haar poten en gaat er diepzinnig naar zitten turen. Het hondje watertandt. Hy zou dat versmade stukje koek graag pakken, maar hy weet wat er dan gebeurt. Zyn neus smart by de herinnering aan de gevolgen van voortydig ingrijpen. Dus wacht hy af, als het moet een uur. „Daar komt wéér een poes en nog een", stamelt de bezoeker. Na- tuurüjk zyn het Pluis en Nozem, die na de buitverdeling in de keuken de kamer binnenwippen voor de volgende koekronde. Ze naderen Mimi, zien het stukje liggen, en deinzen terug. Mimi heeft even met de kop geschud en dat la duldeiyke taal. De bezoeker heeft zy'n hoed naast zyn stoel gelegd, raakt uit gepraat over het weer en probeert nu zakeiyk te worden. Erg vlot gaat het niet. Telkens dwalen zyn blik ken naar het doorgeefluik, soms ziet hy een kat tevoorschyn ko men, soms verdwynen, maar hy weet niet of het dezelfde of een an dere ls. Mimi ontdekt opeens de hoed, laat haar koekkruimel in de steek en gaat ln de bol zitten. On- mlddeUJk stuiven de twee tygertjes op het brokje af, doch het hondje is vlugger, wint de race en keert tevreden terug naar zyn hoekje, geeft onderweg Marian een kopje, (dat heeft-ie afgekeken van de poesjes) gaat weer slapen. Pluis en Nozem verspreiden zich. Wanneer de bezoeker zich gereedmaakt om op te stappen en naar zyn hoed Van boven naar onderent Henk, Marian en Adriaan. Vleesrolletjes 4 Magere, dunne runder- of kalfslapjes 75 g. 50 k 75 g. bo ter of margarine, 4 augurken, peper, zout (peperkorrels, stukje laurierblad) De lapjes extra plat laten slaan en inwrijven met zout en peper. Op elk lapje een augurk plaatsen. Het lapje oprollen en met wit ga ren of touw vastvinden. De boter of margarine bruin la ten worden en de rolletjes in plm. 10 minuten aan alle kanten bruin en gaar bakken. Minder mals vlees 20 £i 30 minuten nastoven ln de afgemaakte Jus (met wat peper korrels en een stukje laurierblad). Deze krulden voor het opdoen verwyderen en de Jus op smaak afmaken. Een bezoeker die voor de eerste maal argeloos bij ons binnenstapt, wacht altijd een verrassing. Want de stoel waarop hij wil gaan zitten is al ingenomen door een slapen de poes. De poes wordt ver jaagd, de stoel even afgesla gen en nu kan het bezoek plaats nemen en zijn mening over de weersgesteldheid geven. Op dat moment kiert de deur open en komt een poes binnen. De bezoeker kykt op, dan om. Neen, de poes van de stoel is het niet, die zit nu dromend voor de haard, de pas binnengetreden flu- weelpoot gaat er naast zitten en begint de bezoeker wantrouwig te fixeren. Deze glimlacht onzeker en gaat voort met zyn exposé over het weer in dit jaar, het vorige jaar, het volgende jaar. Marian, die visite heeft geroken en hoopt dat het een bekende is met een snoepje in de zakken, komt de ka mer binnenstuiven. Op haar schou der zit een poes. Ze geeft een handje, de poes laat even de snor haren trillen en Marian zegt: „Dag mynheer, ik ben Marian. Dit is Mimi". Als goede gastvrouw presenteer ik daarna thee-met een-koekJe.Het gerammel van de koekjestrommel heeft het hondje doen ontwaken. Hy is een allemansvriend, vooral wanneer er koekjes aan te pas ko men. Plechtig begeeft hy zich naar de visite en gaat mooizitten. De bezoeker, vertederd, geeft het hond je een stuk en schrikt zich een rot je, want nu komen drie katten aan rennen en drommen om zyn stoel. „Lusten uw poezen koek?" vraagt de bezoeker, die meende dat katten vleeseters waren. Pluis, wie het te lang duurt en die vindt dat ze haar portie wel heeft verdiend, springt op z\jn schoot, slaat haar nagels in het restant van het koekje en gaat er triomfantelijk mee van door. Haar zusje: abusievelijk Nozem gedoopt, want ze is het beschei- denste lid van de hele beesten bende, houdt het langer vol, of- Moederlijke overpeinzing

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 11