Kluizenaar T oon
in 't Hiltonhotel
Via televisie kan je
hun vriend niet zijn
Binnendijk: ze zeiden begin er niet aan - Toon is te lastig
UIT de Diamond-room van het
Amsterdamse Hiltonhotel klinken
zachte klanken van het strijkje,
dat de dinermuziek verzorgt. Op
de weelderig gedekte tafels flakke
ren kaarsen. De bar in de weste
lijke vleugel is een duister gat vol
geroezemoes. In de grote hal,
waar zich de pittige geur van het
open haardvuur verspreidt, dromt
een groepje Amerikaanse toeristen
voor de balie. De liften brengen
onafgebroken gasten omlaag, die
na een dag van vermoeiende za
kenbesprekingen, vergaderingen of
sight-seeing in deze zorgeloze, wat
feestelijke sfeer ontspanning zoe
ken.
Maar de hotelgast van kamer
1026 laat zich niet zien. Hij leeft
als een kluizenaar in de oostelijke
hoeksuite van de doodstille tiende
verdieping. Als het kamermeisje
zijn bed wil opmaken of de vloer
wil stofzuigen wordt ze weggestuurd.
Enkele malen per dag rinkelt in
de receptie de telefoon dan
vraagt 1026 om een cola, een paar
broodjes, 'n pakje sigaretten en een
enkele maal een dubbele whisky.
Daar op die tiende verdieping
van Hilton wordt de nieuwe show
van Toon Hermans geboren. Het is
's avond zes uur als wij bij hem
binnenstappen. „Gut ja, sorry, ik
heb vandaag nog niet eens tijd ge
had om me te wassen. Ga zitten,
zeg".
Het kamermeisje moet er al ver
scheidene dagen niet zijn geweest.
Sinds Jan Cremer in dit hotel
heeft gewoond is er geen Hiltonka-
mer meer in zo'n wanorde geweest:
stoelen vol achteloos neergeworpen
kledingstukken, lege glazen en be-
kruimelde borden, asbakken boor
devol sigarettepeukjes en overal
door het vertrek verspreid vellen
papier vol kriebelschrift, op de
grond, op de tafels en op de kas
ten, honderden vellen papier met
aantekeningen. Maar er is een
enorm verschil met die kamer van
Jan Cremer, want hier ontstaat
uit die chaos werkelijk iets crea
tiefs.
Toon nestelt zich op het onopge
maakte bed tussen mappen en ca
hiers, „Je zult wel denken: wat
een troep, hè. Maar het resultaat
van al die krabbeltjes staat hier
in deze map. Hierin zit de hele
show, woord voor woord. Ik ben nu
al een week lang zestien uur per
dag aan het priegelen en prakkeze*
ren om de zaak voor de première
zo goed mogelijk bij te vijlen".
Wij: Met het bestaande repertoire
zoudt nog jaren kunnen optre
den in Europa en in aDe delen
van de wereld, bijv. voor de Ne-
derlandee kolonies en Duitesproken-
de gemeenschappen. Waarom dan
steeds weer een nieuwe show met
natuurlijk ook nieuwe risico's?
Toon H: Dfe risico's blijven al
tijd. Ik vind, dat je ais artiest al
le mogelijkheden moet aangrijpen
om je te vernieuwen en je te ver
beteren vooral. Ik had gemakke
lijk een reprise-show kunnen ma
ken en Hc heb uk een enorm aan
tal brieven gemerkt, dat de men
sen bepaalde liedjes zo verdraaid
graag nog eens zouden wttien ho
ren. Trouwens: wat doen alle
Europese artiesten als Aznavour en
Brei an noem ae maar op? Ze zin
gen 's avonds hun tour-de chant,
die iedereen thuis op de plaat heeft
En als er een bepaald liedje komt,
dan zeggen de mensen: ah, dat
ken ik en dan klappen ze al bij
de aankondiging.
Dus zo'n repriseshow zou gemak
kelijk voor me zijn, natuurlijk
zeg. dan had ik bijna niet hoeven
te werkon. Maar ik heb het niet
gedaan, ik heb me weer geweldig
ingespannen. Ik houd van die voor
bereiding. Ik begin iedere ochtend
om zeven, acht uur en dan gaat
het de hele dag door tot 's avonds
twaalf. En dat is fijn.
Wij: Wat kunt u zeggen over de
inhoud van de nieuwe show?
Toon H.: Omdat ik dit jaar ook
nog mfjn Amerikaanse programma
in New York wil uitbrengen had
ik aanvankelijk wei het plan om
in de jubfleumehow een groot aan
tal herhalingen in te lassen. Maar
het eindresultaat is een program
ma. dat voor 85% nieuw is. Er
zitten bij voorbeeld twintig nieu
we liedjes in en hele nieuwe pa
rodieën en enkele mime-scènes. Ik
verwacht veel van een nieuwe pan
tomime, waarvoor Cor Lemaire de
muziek heeft geschreven. Het is
iets heei nieuws. Het gaat er over
hoe iemand aan het theater komt.
hoe een kind in de ban kan raken
van een bepaalde atmosfeer.
Mijn grote leermeester was Bu-
ziau en omdat het een jubileum-
show is heb ik er een soort her
innering aan Buaiau in willen heb
ben. Ik imiteer hem niet, hele
maal niet, maar er komt wel in
tot uiting hoe een bepaalde clown
aanleiding is geweest voor mijn
carrière.
Wij: Welke show uit de afgelo
pen tien jaar vindt u zelf de bes
te?
Toon Dat is moeöfjk te zeg
gen. Het is belangrijker welke
show bet publiek de beste vond.
Als je dat vroeger aan Buziau
vroeg, zei hij altijd: de vorige. Ja,
het publiek vindt de vorige show
altijd de beste. Maar zelf werk ik
er op om elke show beslist beter
te maken dan de vorige. Zoiets
moet natuurlij groeien. Je kunt
de première van het nieuwe pro
gramma immers niet vergelijken
met de voorgaande show, die 700
vooretefl tn gen heeft gedraaid en
waarin ieder woord, iedere adem
haling en ieder lichtje precies op
z'n plaats zit. Na 700 voorstellin
gen is er zoveel aan geschaafd, dat
er geen handje te veel aan zit. Na
de 500ste voorst eHing van mijn
nieuwe show kun je pas gaan ver
gelijken, geloof ik".
Wij: Wat waren de
- b-t.
ik geen geld had voelde Ik me er
ook niet door belast. En ik heb
héél lang geen geld gehad. Ik ben
straatarm, stréétarm geweest en
ik vind het eigenlijk wel fijn om
op die tijd terug te kijken. Ik vind
het geen enkele prestatie om veel
geld te hebben. Ik heb een prach
tige man, die het allemaal uitste
kend voor me regelt, die weet wat
er op de bank staat en zo. Ik heb
nooit een dubbeltje in m'n zak en
wat ik heb weet ik op geen stuk
ken na. Als de kinderen kunnen
studeren en we een huis hebben en
een hond en wat kunnen eten, ach,
dan vind ik het echt genoeg.
Wij: Uit uw aanwezigheid in dit
hotel maak ik op, dat u de huise
lijke kring minder geschikt acht
om te werken.
Toon H.: We hebben een heel leu
ke familie, geloof ik. Ik ben stapel
op m'n kinderen. We houden alle
maal veel van elkaar. Die gezellig
heid van thuis, die ik enorm waar
deer, is zo geweldig, dat ik er lui
van word. Dan ga ik lekker liggen
en met m'n zoontje Gaby flauwe
kul zitten maken en meer eten dan
ergens anders. Die gezelligheid is
zo overwegend, dat die een belem
mering vormt op de weg, die ik nu
eenmaal moet gaan. En dus stap
ik eruit en sluit ik me op. Maar de
weekeinden ben ik thuis. Dan is het
een feeest en dan zet ik ook geen
pen op papier.
Wij: Welke rol speelt uw vrouw
in uw werk?
Toon H.: Zij is altijd een enor
me steun voor me geweest en ik
geloof zelfs, dat ze het steeds
méér wordt. We zijn in de loop der
jaren natuurlijk ook enorm naar
elkaar toe gegroeid, omdat zij ook
de periodes heeft meegemaakt, dat
het allemaal nog niks was. Toen ik
van de ene flater in de andere viel.
En ze heeft m'n mislukte film mee
gemaakt. Dat het daarna weer
goed is gegaan is voor een belang
rijk deel te danken aan wat ik van
haar heb geleerd. Ik durf niets te
doen zonder haar. Ik ben dus nu
aan het script van de nieuwe show
bezig. Maar overal waar ik twijfel,
over een decor, over een tekst, zet
ik er „Rita" achter, hier, kijk
maar. Ik vraag dan haar oordeel
en ik geloof haar altijd. Ik neem
het onmiddellijk van haar aan. Ze
heeft een zeer goede smaak en een
geweldig goede kijk op de zaken.
En dan is ze nog erg mooi ook,
vind ik.wat ik niet alleen zeg,
hoor, want dat zeggen een hele
boel andere
In de afgelopen tien jaar.
Toon H.: Er was er één, waar
tegen alle andére wegvallen: toen
ik twee jaar geleden in Theater
Carré kwam was dat mijn hoogte
punt ais artiest, 't Was zelfs een
hoogtepunt in mèjn leven. Ik zou
haast zeggen: ik hoef geen ander
hoogtepunt meer te hebben. Iemand,
die mijn show niet In Amsterdam
heeft geeien. tja, die hééft 'm
gewoon niet gaaien. De hele am
biance van dat theeèer is 10 ge
weldig en heeft zo'n atmosfeer,
dat het voor de artiest een enor
me belevenis ie. Het zijn daar de
mooiste vooreteü ingen, die ik ooit
speel. Ik veaheog me er nu alweer
op.
WIJ: Vier jaar geleden was er
voor het eerst sprake van het plan
in Amerika te gaan optreden. Wat
is de reden geweest van de aarze
ling, die wij sindsdien menen te
bespeuren? Ie het vrees voor Broad
way of vraagt uw bekende streven
naar perfectionisme inderdaad een
zo lange voorbereiding?
Toon H.: In Nederland en fn
Europa weet men niet wat het zeg
gen wil, dat Broadway. Dat neem
ik ook niemand kwalijk. Daarvoor
moet je in bet theater zitten.
Vrees, ja, ik geloof, dat die er wel
een beetje is. Die is er trouwens
voor ieder nieuw programma. Maar
die voorbereiding was nodig. Gro
te mannen als Gilbert Bécaud en
Charles Trenet mogen blij zijn, als
ze daar één keer een theater vol
krijgen. Dacht je. dat het Hermans
dan zomaar zou lukken er een se
rie te spelen?
Dat voorbereidingsproces heeft
zolang geduurd, omdat je in de
eerste plaats de interesse moet
kunnen wekken van de mensen
daar. En wek je de interesse van
kleine producers en kleine agenten
dan heeft het nog geen betekenis.
Je moet de mensen voor je zien
te winnen, degenen die op Broad
way en in het verdere Amerikaan
se theater iets te vertellen hebben.
En als dié mensen werkelijk en
thousiast worden en als een soort
staf met je gaan meewerken, kijk,
daarvoor moet heel wat gebeuren.
Dat is iets verschrikkelijk moeilijks.
Maar dat is gelukt. Ze zijn hier
geweest, ze hebben tal van voor
stellingen van me gezien, we heb
ben wekenlang gepraat en ten slot
te heb ik hier in Hilton 21 weken
lang vijftien uur per dag met een
Amerikaan op de teksten gezwoegd.
Nu staat die show op de band.
Van de zomer ga ik er opnieuw
mee aan de slag en in het najaar
hoop ik dan in het «Golden Tbea-
-
tre" op Broadway de première te
geven.
Wij: U bent één van de best
betaalde artiesten van Nederland
en waarschijnlijk zelfs de best be
taalde. Wat betekent geld voor u?
Toon H.: Ik denk nooit aan geld,
nooit, nooit, nooit, Dat zullen maar
weinig mensen geloven, maar zij,
die me van heel dichtbij kennen,
weten, dat geld voor mij totaal
geen rol speelt, totaal niet. Als ik
morgen geen geld meer zou heb
ben, nou ja, nee, ik zou er niet
om huHen. Zolang ik werk ben ik
's avonds nog nooit aan de kassa
geweest om te informeren hoeveel
de recette is. Ik voel me zo erg
gelukkig. Het kan natuurlijk zijn,
dat ik er op zekere dag ongeluk
kig door zal worden, maar ik voel
me nooit belast door geld. Toen
Toon H.: Ik heb voor de Ame
rikaanse show voor het eerst met
anderen gewerkt. Dat ging heel
goed. Zin voor zin werd samen ge
maakt
Daar hebben we ruzies over
gehad en zo, maar vriendelijke ru
zies natuurlijk. Dat was een prach
tige samenwerking. Maar die man
was dan ook een groot vakman en
die zijn in Holland dun gezaaid. Of
schoon er natuurlijk tekstschrijvers
zijn, die ik zeer bewonder. Jules
de Corte bij voorbeeld vind 3c fan
tastisch. Maar vergeet niet, dat ik
het mankement heb, dat 3c niet
kan spelen met teksten van andere
schrijvers. Al schrijven ze de en
geltjes uit de hemel, er komt bij
mij niets van terecht. Tja, 't is
merkwaardig: ik kan gewoon niet
uitbeelden wat andere mensen voor
me bedenken.
Nou moet ik er wel bij zeggen,
dat wij in Nederland het te veel op
de teksten gooien. Dat is althans
mijn persoonlijke mening. De ar
tiesten hebben vaak wel goede tek
sten, maar voegen er met eigen
actie, met eigen expressie, met
eigen persoonlijkheid verdomd wei
nig aan toe.
In de internationale theaterwe
reld geldt als maatstaf, dat dege
ne, die op toneel staat, een bepaald
fluïdum moet hebben, een bepaal
de magische kracht, zou 3c haast
zeggen. Als je een tekst hebt, die
werkelijk zeer, zeer goed is, maar
je bent zelf geen artiest, dan blijft
het alleen maar een goede tekst.
Ik zeg wel eens: die kun je dan net
zo goed laten stencillen en in de
zaal uitdelen. Een artiest moet in
staat zijn van een vrij simpel ge
geven zelf iets te maken. Er moet
iets anders gebeuren dan alleen
maar een tekst zeggen of zingen.
Het allerbeste is natuurlijk als de
artiest een persoonlijkheid is, een
goede expressie heeft en daarnaast
ook nog goede teksten heeft.
Wij: Als een circusdirecteur zijn
programma samenstelt engageert
hij soms bewust enkele nummers
van het tweede plan om de topnum-
mers beter tot hun recht te laten
komen. Geldt dit ook voor de op
bouw van uw show?
Toon H.: Die circusdirecteur
heeft gelijk. Ik zie mijn show als
een diner van uur met vele
gangen, die de een lekkerder vindt
dan de ander, maar die stuk voor
stuk met zorg en liefde zijn be
reid. Of als een fraai opgemaakt
boeket, waarvan je de anjers al
leen maar kunt bewonderen als er
ook wat stukjes groen tussen zit
ten. De ups en downs moeten er
zijn, zo ook het ritme van de sfeer.
Het programma moet soms bijna
vallen, zodat je het weer kunt op
rapen en opwerken tot er een ver-
schrückelijke knaller komt. Je
maakt niet bewust een minder goed
nummer dat beoordeelt het pu
bliek trouwens wel voor je maar
natuurlijk zijn niet alle nummers
van eenzelfde niveau.
Wij: U brengt uw show alleen en
u bereidt deze in eenzaamheid voor.
Men krijgt de indruk, dat u bij
voorkeur niet bet gezelschap van
andere mensen opzoekt.
Toon H.: Toch heb ik heel veel
mensen om me heen. Maar ja, Üc
ben geen uitgaander. Ik heb het
afgelopen jaar met tal van onder
brekingen zo'n dertig weken in dit
hotel doorgebracht. Maar 3c heb er
nooit behoefte aan gevoeld de stad
in te gaan. Ik bleef liever hier fijn
werken. Ik heb het één keer wel
gedaan, omdat ik m'n Amerikaan
se gast de stad wou laten zien. Bij
zo'n gelegenheid word ik echt wat
overrompeld door allerlei mensen,
die me willen vertellen hoe goed
ze me vinden. Dan weet ik me
geen raad meer. Het is natuurlijk
voor iedere artiest heerlijk om zo
iets te horen en van de mensen
is het alleszins begrijpelijk, maar
het brengt me zo aan het twijfe
len.
Neem die laatste tv-uitzending.
Er zijn zoveel enthousiaste reac
ties op gekomen, dat ik denk: gut,
als men het dan werkelijk zo goed
vindt hoe kan ik het dan in 's he
melsnaam nog beter doen? Het is
daarom wel gelukkig, dat ik geen
uitgaander ben. Ik heb wél een
fijn contact met een stelletje men
sen, die ik graag mag. Vrienden
is natuurlijk iets zeldzaams, maar
ik heb een heel goede vriend in
Zwitserland, Ted Schaap. Met hem
kar ik dag en nacht praten over
theater, over decors .over boeken
en over schilderijen. Hij is een za
lig mens om mee om te gaan.
Wij: U werkt nu tien jaar alleen
op toneel. Denkt u in de toekomst
ooit weer het enselblespel op te
nemen?
Toon H.: Ik geloof van niet. Ik
heb trouwens nooit het idee, dat
Uc alleen sta op' het toneel. M'n
orkest heeft toch ook nog een be
langrijk aandeel. Ik vorm het lief
ste met het publiek een heel groot
ensemble en ik betrek ze er het
liefst allemaal in. Ik heb altijd
het gevoel, dat het publiek mee
speelt. Die sfeer gaat me ver bo
ven het ensemblespel, afgezien van
het feit, dat ik het waarschijnlijk
niet zou kunnen, want wat ik doe
is allemaal zo simpel en zo per
soonlijk. Nee, 3c heb niet de allure
van een acteur.
Wij: U hebt fat Amerika theaters
bezocht om de sfeer te leren ken
nen. Bezoekt n in Nederland wel
eens een theater?
Toon H.: Ach, Nederland is
geen theaterland. Wat er te, dat
EXCLUSIEF
INTERVIEW
DOOR FRED
VAN SLUIS
ken ik wel. Het komt vaak niet
boven goed amateurisme uit. Nee,
ik ga nooit naar een theater. Mis
schien is het wel als met de man,
die patates frites verkoopt en ook
nooit naar een ander kraampje zal
gaan...
Wij: U hebt drie zoons en u hebt
wei eens gezegd, dat er één bi] is,
die misschien eens ook het thea
tervak zal kiezen.
Toon H.: Dat is Gaby, ja. Hij
is pas negen, maar het heeft zich
de laatste jaren weer wat anders
afgetekend. Maurice, de tweede
hij is 17 gaat tegen het eind
van het jaar naar AmerUca om de
filmschool te bezoeken. Het is hem
ineens in 't hoofd geslagen. Ik heb
het echt niet geforceerd en er he
lemaal niet op aange "rongen. Het
kwam allemaal uit hem zelf. Hij is
nu in Zwitserland op een kost
school en spreekt vloeiend Frans
ei Engels. Ik zal het voor hem
organiseren, dat van die filmschool.
Ik weet helemaal niet of hij er
talent voor heeft, maar hij heeft
een leuke kop en een goede body.
Gaby is anders. Gaby is beslist
een clowntje met een aangeboren
komische expressie, een fantastisch
leuk kind. Ik weet niet wat er van
hem zal worden.
Gek hè, Uc vind het zo'n mach
tig ding in het theater, dat arties
ten, die groot zijn geworden, daar
zelf niets aan kunnen doen. Zelf
heb ik nooit het gevoel, dat het
van mij een bijzondere prestatie
is. Ik heb er natuurlijk wel hard
voor gewerkt, maar dat doe ik
eigenlijk uit respect voor het ge
luk, dat Uc heb gehad, dat ik toe
vallig een beetje komische uitstra
ling heb of hoe je het noemen
wilt Ik heb het gevoel, dat er een
beetje theatermagie aan m'n per
soonlijkheid vastzit en dat 't mis
schien wel eens kapot zou gaan als
ik er niet voortdurend hard aan
werk. Maar een prestatie vind Uc
dat niet. Je bent gewoon zo gebo
ren en dat heeft die kleine ook.
Hij heeft een uitstraling, die erj
fijn is en daar zal h:j in zijn vei
de o leven wel een heleboel aai
hebben.
De oudste is 19, maar die voe)
niets voor theater. Hij studeert bid
logie, maar ik weet het nog niej
je kunt er nog niets van zeggeq
Hij zegt wel eens, dat hij wel
de regie wil gaan, een film wil mi
ke- en zo. Maar ach, ik ben ge<j
kalendermens. Je hebt vaders 4
moeders, die van him kinderen rj
kenen: het is al zo laat en hij
al zo oud en hij weet nog niet wj
hij zal gaan doen. Mijn kinderd
hebben de volledige vrijheid om u
te denken wat zij met hun toekomi
zullen doen en op een dag komt t
dan wel opeens die inspiratievonl
die hen doet beslissen. Ik praj
natuurlijk wel met ze over m|
werk, maar ik vraag nooit of j
m'n shows goed vinden, 't Is n|
als met andere kinderen: als vad
timmerman is zal het kind nil
graag horen, dat hij een slech
bank heeft getimmerd. Ze zeggej
mijn vader is de beste timmermj
van de wereld. Zo is het bij
ook. Ik ben voor m'n kinderen I
beste timmerman van de werel
En zij zijn voor mij ok de bes
timmerlui van de wereld
Wij: Wat verwacht u van de
bileumshow?
Toon H.: Voor k op 3 maart i
Carré te Amsterdam begin, dra»
ik een aantal voorstellingen in b
zuiden van het land. De premièj
is op 21 februari in Tilburg. J
weet niet, wat er zal gebeuren, u
weet je nóóit. De mensen gaan n
tuurlijk vergelijken met de vorij
show. Maar ik zeg nogmaals:
was een gaaf en door de vele
halingen gepolijst werkstuk,
timing en zo kun je de eerste kei
niet bereiken. Maar zo'n nieui
show kan wel andere kwaliteit»
hebben en daarom heb Uc gegd
op andere dingen, een ander soo
scènes af en toe. De liedjes A
wel beter, ja beslist. Verder is b
programma moderner van opv»
ting en het ritme is beter Ml
schien dat er wat Amerücaanse I
vloeden in zijn gekomen do
die lange voorbereiding vi
de Engelse show. Maar je kil
er echt niets van zeggen. I
vragen wel eens: wat denk je vi
Amerika. Hoe zal het daar aflopei
Ik weet het niet, maar ik weet ol
niet hoe Tilburg zal aflopen. 1
dat is in wezen toch net zo belaq
rijk als New York.
DIT zei Toon Hermans ons over de televisie: „Er volgt eer
definitief doodvonnis voor iedere artiest, die op de televisie ver]
schijnt. De theater artiest, die overstapt naar de televisie is beslis
verloren, afgezien van het feit; dat er een groot verschil is tussej
de theaterarties en de televisie-artiest. De laatste kiest de gemak
kelijkste weg, maar dat wreekt zich en ze zijn ervoor gewaar
schuwdeen televisiecarrière duurt niet lang, op z'n hoogst, ofl
z'n allerhoogst tien jaar. Maar het wreekt zich oofe op een andel
terrein. Iedereen moet het natuurlijk voor zich zelf weten, maai
uit liefde voor het theater zeg ik, dat ik het betreur, dat men tegen
woordig niet meer het theatervak van de grond af wil leren. Theatd
en televisie zijn niet te vergelijken; stel je voor, waar een man z'\
rechterhand opsteekt als ze moeten klappen en z'n linker als z\
moeten lachen en waar je met mechanische dingen zoveel aan kuri
toevoegen, dat het bijna niet meer menselijk is. Om de mensen naa'
het theater te krijgen, daar is echt meer voor nodig. Daarvoor moé
je een vriendschap met het publiek hebben opgebouwd en dat duwt
jaren. Ik voel het zo, dat de mensen 's avonds naar het theater ko
men met een soort warmte al bij zich. En ik, ik voel die warmt
ook. Dan denk ikdaar heb je ze weer, ze hébben je je leven lanl
min of meer op handen gedragen en ze hebben je altijd verwen.'
en nou vanavond, nu moet je je helemaal geven om wat terug t
doen. Een goede vriend wil je graag ontmoeten. Via de televisij
is dat contact niet tot stand te brengen. Bovendien "Vind ik, dtf
zelfs een vriend zich zelf niet mag uitnodigen en ongevraagd j
huiskamer binnenkomen. Een vriend mag wèl gasten ontvangen. Dt
gasten moeten naar jóu komen en niet andersom. Je mag je nia
opdringen en bepaalde data vaststellen en zeggen: dan kom ik. Dfll
gebeurt bij de televisie. Bij het theater is de keus aan het pv
bliek. Willen ze niet komen, dat blijven ze thuis, dan slaan ze ee/j
jaar over. Maar ze bepalen zelf of ze willen komen of niet. Daaroi
heeft het theater een oneindig veel grotere warmte dan de telt
visie".
Mensen, die het theater kennen
als hun broekzak, hebben het succes
van Toon Hermans One Man Show
niet kunnen voorspellen. De on
langs overlden impressario Bob
Peters, een man, die de afgelopen
veertig jaren bij vrijwel iedere
tbeaterproduktie van betekenis was
betrokken, heeft ons eens bekend:
„Hermans kwam jaren geleden bij ken. Wie had dat kunnen denken?
me en vroeg of Hc de zakelijke lei* Wat Toon heeft bereikt is ongeloof-
ding van zijn One Man Show op lijk!"
me wilde nemen. Ik heb hem ge
zegd: vrind, het idee is leuk en je In de eerste jaren van de One
bent een groot artiest, maar het Man Show heeft Toon Hermans ve-
wordt een sof en ik wil met jou k; managers versleten. In maart
niet de móst ingaan. Achteraf kan 1960 ging hij In zee met Dick Ein
de de baren wei uit m'n boofd trek- ntadijk, die zelf artiest te geweest
en zich nadien had toegelegd op
het organiseren van theatervoor
stellingen.
De heer Binnendijk zegt: „Ieder
een zei me: begin er niet aan,
Toon te te lastig, er valt niet met
hem te werken hij fa een perfec
tionist, die alles van je eist. Ik
heb toen wel even geaarzeld, maar
ik heb Hermans gezegd: „Ik
waanzinnig veel respect voor k
kwaliteiten, maar als jij na dl r
maanden geen respect hebt voorf 8
mijne dan kun je 't me doen".
Nou ja, Ik heb het zes jaar vj o
gehouden en ik vind, dat we altl n
fijn hebben samengewerkt. d<