elefoon voor de dode
PEWANhv
Unieke
stijging
welvaart
DUET
VRIJDAG 4 FEBRUARI 1966
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 17
voor my kon hem echter niet ron
tlsch vinden. De Duitsers hebben een
ware passie om jonge genieën
ontdekken, weet je, van Herder tot
Stefan George die werden zowat
van de wieg af als beroemdheden
gevierd. Maar dat kon je met Die
ter niet doen. HU bezat een sterk
gevoel van onafhankelijkheid en een
meedogenloosheid, die zelfs de meest
vasthoudende beschermer moest af
schrikken. Deze afwerende houding
van Dieter was niet enkel het gevolg
van zUn misvormdheid, maar ook
van zyn ras: hij was een jood. Hoe
hij in 's hemeldnaam zUn plaats op
de universiteit wist te behouden, heb
ik nooit kunnen begrijpen. Het was
mogelijk dat z» niet wisten dat hi)
een jood was zijn knapheid ging
misschien voor zuidelijker door, Ita
liaans, maar ik zie echt niet hoe.
Voor mij was hij heel duidelijk
joods.
Dieter was socialist. Hij maakte geen
geheim van zijn politieke mening,
zelfs niet in die dagen. Ik had er
wel eens over gedacht zyn naam aan
de Dienst door te geven, maar het
leek nutteloos met iemand in zee te
gaan die zo duidelijk bestemd was
het concentratiekamp. Trou-
i, hy was te wispelturig, te snel
in zijn reacties, te levendig, te ij del.
Hy leidde alle verenigingen op de
universiteit de debating-club, de
politieke club, poëzie, enzovoorts. In
alle sportverenigingen bekleedde hij
erefuncties. Hy had het lef niet te
drinken op een universiteit waar je
je mannelijkheid bewees door het
grootste deel van het eerste jaar
dronken te zijn.
Dat was Dieter toen: een grote
knappe, heerszuchtige invalide, het
idool van zijn generatie: een Jood.
En dat was de man die me op die
hete zomeravond kwam bezoeken.
Ik vroeg hem te gaan zitten en
bood hem een glas aan, dat hij wei
gerde. Ik zette toen koffie, geloof ik.
gaskomfoortje. We bespraken
luchtigjes mijn laatste college over
Keats. Ik had me beklaagd over de
toepassing van Duitse kritiekmetho
den op Engelse poëzie, en dit had
geleid tot enige discussie zoals ge
woonlijk over de nazi-interpret a-
„decadentatie" in de kunst.
Dieter haalde het allemaal weer
open, werd hoe langer hoe openhar
tiger in zijn veroordeling van 't nieu-
Duitsland en tenslotte van het
zelf.
Natuurlijk, ik was op mUn hoede
ik denk dat ik in die dagen min
der dwaas was dan ik nu ben. Ten
slotte vroeg hij me op de man af
wat ik van de nazi's dacht. Ik ant
woordde nogal scherp dat ik geen zin
had mijn gastheren te bekritiseren
:n dat ik in elk geval politiek niet
.o'n l.»llig gedoe vond. Zijn antwoord
;al ik nooit vergeten. Hij was woe
dend, stond met moeite op en
schreeuwde me toe: „Von Freude ist
nicht die rede!" „We praten niet over
lol'" „Smiley zweeg en keek over de
tafel naar Guillam: „Het spyt me,
Peter, ik ben nogal langdradig".
„Onzm, ouwe Jongen. Vertel me ver
haal op je eigen manier." Mendel
gromde goedkeurend; hy zat er ta
melijk stijf bij mei zijn beide han
den op de tafel voor zich. Er was nu
geen licht in het vertrek be
halve de heldere gloed van het vuur,
die lange schaduwen wierp op de
terde muur achter hen.
De karaf port was voor driekwart
leeg: Smiley schonk zichzelf een
beetje in en gaf hem door.
(Wordt vervolgd)
AUTOMOBIELBEDRIJF
HOUTWEG 7-8 DEN HAAG
(bij 't Malieveld)
TEL. 18.21.43
(Van onze parlementaire redacteur)
De Nederlandse consument heeft
in de periode sedert 1958, het jaar
dat de E.E.K. begon, een unieke wel
vaartsstijging beleefd, zo heeft de
minister Den Uijl (Economische Za
ken) gisteren verklaard in de vaste
commissie. Het particuliere verbruik
is in deze E.E.G.-periode in Neder
land met 4,7 procent per jaar ge
stegen, hetgeen nog een procent
hoger is dan het E.E.G.-gemiddelde.
In hoeverre die welvaartstijging, die
groter was dan in enige periode
de negentiende en twintigste eeu
alleen aan de E.E.G is toe te schrij
ven, is echter een vraag waar
op heden zelfs de wetenschap nog
geen duidelijk antwoord op heeft
kunnen geven.
Minister Den Uyl betwijfelt of het
mogelijk is de douane-unie van
E.E.G. op het afgesproken tijdstip, 1
juli 1967 in te voeren. Hij zei gis
teren, dat het al of niet halen van
de voorgestelde datum zal afhan
gen van het werktempo van de raad
ministers van de E.E.G. die nog
veel agrarische verordeningen ir
vaststellen. Ook het al of niet
vasthouden aan de koppeling van
het beleid ten aanzien van de in
dustriële produkten en dat ten aan
zien van de agrarische produkten
is van groot belang. Het loslaten
deze koppeling zal voor ons land
delen opleveren, omdat ongeveer
dertig procent van onze uitvier be
staat uit veredelde landbouwprodnk-
ten.
spaar plezierigmet
\Y10\S
met gratis
waardezegels
van 15 en 25 ct.
vraag vooral om de
DUET-spaarkaart
RECHTER TIE EN HET SPOOK VAN DE TEMPEL
18. De voorman komt Rechter Tie's werkkamer binnen en maakt
een diepe buiging. „Meld eerbiedig dat het tijd is voor de rechts
zitting, edelachtbare!" De rechter knikt. „De schrijver heeft me
vanochtend al verteld dat er gisteravond een boef vermoord is,
ergens in een tempel. Waar is dat precies gebeurd, voorman?" „In
de Tempel der Purperen Wolken, edelachtbare ,op de heuvel buiten
de oostpoort. De westvleugel van die tempel staat al jaren leeg. De
ochtendpatrouille heeft daar het lijk van de bekende boer Seng-
san gevonden. Ik laat daar geregeld controleren, want allerlei ge
spuis pleegt daar te overnachten. Ik heb de moordenaar al gevat
edelachtbare". „Goe zo, voorman! Wie heeft het gedaan?" Seng-
san z'n makker, edelachtbare. Een vagebond, die Ah-lioe heet. Ik
had gehoord dat die twee gisteravond hooglopende ruzie hebben
gekregen toen ze in een kroeg aan het dobbelen waren. Toen zijn
ze samen naar de verlaten tempel gegaan om daar te overnachten"
„Juist, en daar hebben ze het toen uitgevochten"zegt Rechter Tie.
,JDat is dus een eenvoudige zaak. Dat heb je goed gedaan, voor
man!" De voorman wil nog iets zeggen, maar Tsjiao Tai heft zijn
hand op en zegt: „Daar wordt de gong geluid voor de zitting, edel
achtbare!"
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMET JE POK
436. Nog sneller dan de expeditie van Bram en de baron ivaren
Gorgel en Galgenaas op pad gegaan om de schat te bemachtigen.
Galgenaas reed op een strompelend ezeltje terwijl Gorgel moest
sjouwen met de materialen, die zijn baas voor het opgraven meende
nodig te hebben.
„Mag ik nou 'ns rijden?", stamelde Gorgel na een tijdje, toen zijn
knieën hem bijna begaven.
Stomverbaasd over zo'n brutale vraag duurde het even, eer Gal
genaas antwoord kon geven.
„Denk je, dat het voor mij een lolletje is?", vroeg hij ten slotte.
i „Jij hebt niets anders te doen dan die rommel te dragen. Maar ik
draag de verantwoording. En dat is veel zwaarder".
Gorgel mompelde, dat hij daar niet aan had gedacht en voorlopig
protesteerde hij niet meer. Ook niet, toen hij ergens in de harde
rotsbodem moest gaan hakken, terwijl Galgenaas in de schaduw
verder ging met het dragen van de verantwoording.
„Tjonge, jonge", riep Galgenaas af en toe. „Ik wou, dat ik in jouw
plaats stond, zeg. Jij hebt het maar gemakkelijk!".
Gorgel dacht, dat hij bést eens eventjes in die koele schaduw zou
ivillen proberen om de verantwoording over te nemen, maar hij
durfde het niet voor te stellen.
DAGELIJKSj
9 9 9 9 9
(Ocpyright Victor Qotlanc* Ltd 1961T T T T TT
PINDA EN DE GRUB BEL
87-44. De fruitwagen bood Grubbel een gelegenheid tot pret
zoals hij nog maar zelden had gehad. Onder het slaken van de
kreet: „Gragra gierpret!" danste hij dat het een lust jvas, terwijl
hij de voorbijgangers trakteerde op die appelen, die, zoals de koop
man Moerbeier nog kort geleden in zijn kernachtige aanbevelmg
had gezegd, zo sappig en toch vlezig waren. Hoewel de heer Moer
beier, als modern ondernemer, niet wars was van publiciteit en
soms eens een gratis aanbieding deed, ging dit hem veel te ver.
Hij getuigde dan ook van zijn gevoelens met uitroepen als:
„Dief! Blijf met je jatten van me handel af. Griezel! Engerd!
Vuile
Maar in welke hoedanigheid de Grubbel vuil was, kon hij niet
meer uitbrengen, omdat het behendige wezentje hem méér van zijn
eigen kostelijke koopwaar te happeri gaf dan hij aankon.
„O. o, wat een toestand is het daar!" riep Panda, terwijl hij
naderbij draafde. „Zou het niet beter zijn de politie te waar-
schuiven?"
„Neen, neen: laat ons toch niets overijlds doen, wat ik u bidden
mag", vermaande Joris Goedbloed. „Hoewel de situatie ogenschijn
lijk moeilijk is, kunnen wij hem met enig beleid mischien ten goede
keren."
Het is dus niet onmogelijk dat Joris weer iets in het schild voert.
32'
„Het was kort voor de laatste oor
log. een verschrikkelijke tijd in
Duitsland; de onverdraagzaamheid
steeg ten top. Het zou krankzinnig
geweest zyn wanneer ik persoonlijk
iemand benaderd had. Mijn enige
kans was daar zo opvallend te zijn
als ik maar kon, politiek en sociaal
kleurloos, en kandidaten aan te wij
zen die door iemand anders aan de
tand gevoeld moesten worden. Ik pro
beerde er een paar mee naar Enge
land te nemen gedurende korte pe-
iodes op studentenreisjes. Ik stond
erop helemaal geen contact met de
Dienst te hebben wanneer ik over
kwam, omdat we er in die dagen
geen idee van hadden hoe efficiënt
de Duitse contraspionage was. Ik wist
nooit wie benaderd werd, en natuur
lijk was het zo veel beter. Voor het
geval ik verraden werd. bedoel ik.
Mijn verhaal begint eigenlijk pas
in 1938. Op een zomeravond was ik
alleen in mijn kamer. Het was als
of er nog nooit sprake was geweest
van fascisme. Ik zat in mijn hemds
mouwen aan mijn bureau bij het
raam te werken. Veel voerde ik niet
uit, omdat het zo'n prachtige avond
HU zweeg, beschroomd om de een
of andere reden, en morste met de
port. Twee roze vlekken verschenen
hoog op zUn wangen. Hij voelde zich
een beetje aangeschoten, hoewel hU
v.einlg wUn gedronken had.
„Om kort te gaan", zei hU: „Het
spijt me, maar ik heb moeite me uit
te drukken Nu ja, toen ik daar
zat, werd er op de deur geklopt
en een jonge student kwam binnen.
HU was negentien, maar zag er jon
ger uit. ZUn naam was Dieter Frey.
HU liep college bU mU. een intelli
gent knaap en opmerkelUk van
uiterlUk". Smiley zweeg weer en
staarde voor zich uit. De herinne
ringen stonden hem levendig voor
ogen.
„Dieter was een heel knappe Jon
gen, met «en hoog voorhoofd en een
dikke bos warrig haar. Het onderste
deel van zUn lichaam was misvormd:
Ik denk door kinderverlamming. HU
liep met een stok waarop hU altijd
zwaar steunde. NatuurlUk gold hU
als een tamehjk romantische figuur
op zo'n kleine universiteit: ze zagen
hem als «en soort Byron en zo. Ik
Hoe is het ontstaan?
Dit woord: GRENADIER
Een grenadier is volgens het
woordenboek: een keursoldaat
der Infanterie, maar eigenlUk is
het een soldaat die geoefend is
in het werpen met handgrana
ten. De granaat is de vrucht van
de granaatappelboom. Het
woord stamt van het Latijnse
granum: korrel De vrucht heet
2*,, omdat ze zoveel zaadjes be
vat. In later tijd gaf men de
naam granaat ook aan een hol
projectiel dat met een springla
ding was gevuld. Dit projectiel
dat óf uit een vuurmond gescho
ten óf met de hand geworpen
werd, noemde men in het Ita
liaans granata. In het Frans
werd dit woord overgenomen in
de vorm grenade en hU die het
voorwerp hanteerde, heette gre
nadier. Deze militaire term werd
in het Nederlands overgenomen.