KAMPEN ALS
DE LEPROZEN
VNTHONA
Ontroerende
dankbaarheid
in de hel aan
de Rio Negro
'ZÜ
I--j 'jZctra^fCjAlA
3 y&<s*m S/l£ s&ov/ yCtt*.-
Dank der
melaatsen
et was een lange weg. Van Amsterdam met de KLM
via Rome, Lissabon naar Rio. Daar twee. dagen noodza-
"jk oponthoud voor contact met de Nederlandse ambassade
S enkele Braziliaanse instanties. Vervolgens Rio-Brasilia, en
slotte, na twee dagen wachten op verbinding, het laatste
\J| ject: BrasiliaManaos. Het sluitstuk, bestaande uit een
"iloos lijkende vliegtocht van bijna zeven uren over een
nent van oerbos, het groene heelal dat Amazonas heet.
,^éj heelal bestaande uit jungle, rivieren en moerassen. Het
JU rtrek is niet zó vlot. Na een klein uur vliegen keert de oude
PAROQUIA DE S. RAIMUNDO
ARCF.B1SPAOO DE MANAUS
y OYUltrfba*, /iT-nAVb&HAX* Zr-lL- iS
ritmee- 't-ö-
rC&SXjly /ÖjfW-0-&/U-
master weer naar Brasilia terug: een van de vier motoren **4* a*<>u^ apusscou^ j*
uitgevallen, en men acht het verstandiger een ander toe-
i vr„ j_- .-et&yp ^t-^Éz-yiW ,yUns*>
j) sei
odd
ik
in te zetten. Na drie uur oponthoud proberen we het nóg
b; ditmaal met meer succes. De laatste tweeduizend kilo-
Her vliegen we door een mengsel, dat meer van brij en
ider heeft dan van lucht. Er is aanzienlijk veel remous
ik herinner me dat ik wel eens plezieriger heb gevlogen,
tii bijna avond als het toestel Manaos, de stad aan de Ama-
nadert. Door het bijna op de aarde hangende wolkendek
ingt de stad omhoog, verrijzend uit damp, hitte en scha
mpen. Het is zover: het is dan de zesde dag na mijn vertrek
Amsterdam, als koerier van tienduizenden Nederlandse
mtelezers, die de Actie Rio Negro zo volledig deden slagen
,Vi mij als „kerstman" voor bijna 600 melaatsen afvaardigden.
V| t eerste deel van een der vreemdste reizen die ik ooit in
W |n leven maakte, zat er op.
I w'T=on^ VOOR SEBASTIAO
n^pmnanje* (Principaal' van ^de KWAM DE HULP
van de Heilige Geest van ttttt ilAfi TTT T A AT
inas) pater Jan de Vries en XlJtLii-iixrxO A Ui J_irl.r\. X
G me^doorweekuf11 togeïr einde'iik
ag Ik natter Spiritijnen "oe melaatsen weten dat ik kom.
™rheU„gd"! Het is hun al lang geleden verteld
1 a 1 door hun „vader", pater De Vries.
TÏIÏ °ntr°f." Er zwemmen kinderen in de rivier
en wat vrouwen staan te wassen
in het zwarte water. Er wordt niét
meer gezwommen en niét meer ge
wassen als ik aan land ga. De
vrouwen staan wat verloren te kij
ken en weten niet precies hoe te
moeten reageren. Een paar wenden biad
nerveus het hoofd af. We klimmen gen-
de steile helling op die naar het £>e burgemeester
üijke'AuhTde ParóquTÓ Sao maar kan het niel
mundo. Er valt opnieuw een A" oowjnoAmc vim p
enregen, en de jeep lijkt meer
een torpedo dan op een auto.
I'tnsi
^lo-TZlM. Sp-ClStcc sl/^OCoU-ny .ytAe-
C< *&*-
nCeJis we&w, /y^cC <x**yi
4*0t£r <Oi W yAt&nnyOtya^i- hsVteOd
y/Luyw st/«yes4e»x, Jtc-tsYKs 'fruroCt .Trtujy
~&hy "Xte S£<Z-GA*1^. y^CtroA.
My-xy ^>+-4. *-4,
'^CtXiSxy.trit&U. -cf> -t3-c^*v.
/OUy srru>rx4yyns -f^Vrc- sC^-i.4 yf&.&yy ^t^jZ y(bjis>Lcr**yyivi,
y/Luns Ctyj^c-U. sTnJZ -OCci^c^C y<y
sS-€Uyyi .fj-Qyy "$U- SkMVty y/vi Gf^oC^yCo
^WCCdiWrK/,
\,c/yjts yéestwi* ''-S, 20&>i4 y&y/
U*, ^<*~ctyt,. yA&Zr-t -
f, yOC<x£ y*<(
Het is een sombere, trieste om- kay, die zelf ten onder ging aan
gang langs deze matrassen, deze melaatsheid.
ijzeren ledikanten. En aldoor bege- Sebastiaó kreunt zachtjes. Weet
leidt me déze gedachte: laat hen hij wat er gebeurt? Misschien. Ook
spoedig sterven, laat het leven de- voor hem is dit een geweldig mo-
ze tot op het bot vermagerde li- ment. Want nu, op dit ogenblik,
chamen snel, zo snel mogelijk, wordt er misschien voor het eerst
verlaten. Wat hier ligt, vegeteert, in zijn leven een vriendelijk woord
lijdt, i s in feite reeds dood. tot hem gericht. Voor het eerst is
En dan volgt de meest schokken- daar iemand die hem troost. Wie
de ervaring van deze dag. troostte hem eerder in zijn leven
E'EN vrouw komt aangeschuifeld van melaatse? Hij, de man die ja-
r\ c- .i t ren geleden werd uitgestoten uit
en fluistert met haar vertrok- ®L. „f,
r~, zijn kring, zn gemeenschap, heeft
ken, tandeloze mond De Vries
iets toe Hii knikt en knkt me aan a"een maar vervl0ekin8en gekend.
„Ik moet je alleen laten", zegt hij. ^a£?t
bastiaó^en gïïJP. waarschijn,ijk hot eerste zachte.
Hi^ raad^heT^e ^terk'^aT woorden die
RIJ DË FOTO'S
De aankomst op het vliegveld
van Manaos. Pater Jan de Vries
en Anthony van Kampen drukken
elkaar na drie maanden weer de
hand (links boven).
Namens de melaatsen biedt een
meisje Anthony van Kampen bij
zijn aankomst op het vliegveld van
Manaos een geschenk aan. Links
pater Burmanje Principaal van de
paters van de congregatie van de
Heilige Geest in Amazonas
(rechts boven).
Pater Jan de Vries in hei rijke
bezit van twee ton. zijnde
125.000.000 crugeiros rechts
onder).
|SI "UA, ■#■*$$&-*■
goede, menselijke woord Sinds de
zijn moeder, lang,
lang geleden, tot hem richtte toen
,k zeg hem dat ik ook .t wil 8 ,eefde in
zien. De missionaris geeft toe, hoe-
wel ik weet dat hij me het beeld e,kekan hc, nje, langer dan en.
kele minuten aanzien en sluip weg.
klein meisje
'l'jk wit gestoken mij eer
chenk aanbiedt uit naam var
i, die hier niet aanweizg kon
zijn, uw melaatse vrienden":
fotoboek van Amazonas.
!t is een moment, waarin mer
alles zou willen zeggen en pre-
niets zegt.
jeep brengt
een kamer die spe- cieel" wil ontvangen zoals dat een afdrukken. Pater De Vries
i voor me in gereedheid is ge- „kerstman" toekomt. Ik herken al- taalt het gesprokene
cht. Met een mooi getekend les weer OT het is alsof 'k hier gls' denk niet dat ik ooit een vreemder
öelier op de muur. met daarop teren no8 was Bi' de mgang. m speech in
kleuren geschilderd: Seja Bem- het vertrek dat met een groot aanhorden.
li. w niAAml nrofn ifuro hppf stAïkt nP 'ttC
/7jli4 O<T>^t£oyA^S^tryj
soltysïHs .IZAcCf
ief0Hiae"m?Zedl ,ubiH"f„"c v™s ""1" achter. fluistert
verder met het skelet, waaruit de
rose watten-bloemen opbloeien
Sebastiaó zal de avond niet halen.
Er zal een kistje zijn met papier
er om heen, en zonder bodem. Van
daag hij, morgen anderen. Voor Se
bastiaó géén kerstfeest, géén ge
schenk en géén extra voedsel.
Maar z'n schoonste, heerlijkste ge
schenk zal hij krijgen: de d©od.
De stank is afgrijselijk en ik dein:
terug. Gekreun stijgt op uit ledi
kanten. In de schemering zie ik
twintig, dertig gestalten liggen.
Deels met lappen en lakens bedekt.
Vliegen en muskieten dwarrelen
rond. De deuren staan open en
buiten zie ik zwermen urubu's, gie
ren. zitten te wachten.
Hier, waar ik nu ben, word ik
/^L&4 t*- o£/f<y /OCoy>~d. y&^XxyyyOU^,
/fcA+ry yo£ srruyj.
"TT-
sen kan uit de hel op aarde.
Sebastiaó heeft na dit laatste ge
sprek nog acht uur geleefd.
|~^E ..Tupan Supe" brengt
ljoen dankbetuigin- lige Nacht" zingen
schelle, harde stemmen. Ze waren
vil spreken schel en hard omdat de kelen van
Hij laat het de zangers kapot waren, vernietigd
de voormalige gevangenis, zijn de zjjn wethouder doen. Die wijst op door de lepra. En tóch zongen ze.
valide melaatsen bij elkaar. Men j,et bord, en hij is het die de toe-
heeft gezegd dat men mij ,,offi- spraak houdt, welke we hiernaast J) vindt de overdracht
menselijke ondergang in zijn alle
barbaanste vorm. Indien er éi
plaats ter wereld is waar de woo
den ,,wie hier binnentreedt, late l.
Ie hoop varen" van toepassing zijn, ruë naar Manaos. Op de
dén hier, in het hart van de hel de R'o Negro, worden we overval-
van Colonia Belisario Pena. >en door een temporal, een plotse
ling opstekende storm. Ik begroet
die storm, omdat die me misschien
zal verlossen van de stank die ik
meenam uit de sterfzaal der man
nen. Dagenlang ben ik die blijven
ruiken, die zware weeë, zoete
geur van ontbinding, bloed en pus.
De geur, die stank
Jan de Vries loopt naar een
plaats waar zich een laken be
vindt met iets eronder. Hij slaat
het op en ik zie Sebastiaó liggen.
Het overblijfsel van Sebastiaó. Een
de hel. Met reeds deels in ontbinding verkerend
menselijk lichaam, zwart van rot-
ting, walgelijk stinkend. Wat daar mmensélijke'TtelfhuiTdér
ligt ts reeds skelet een zwart d.ng, ,aatsen aa„ Ama20nas. Zwartc
vol rode en roze plekken. Dat zijn
de wonden van Sebastiaó, verbon-
Papai Noel wees wel- woord „prefeitura" heet, staat de
kerstman". Énop de tafel burgemeester der melaatsen. Hij
„de, prachtige ne^da-t^an ,n d;e zich nog kunnen
en. ik gebruik het aan en zwijgt. Ikweethet dan ook Plaatsen
todmaal met de missionarissen, niet meer en grijp p ^--L met aangetaste handen
wat dan volgt heeft alles te ma- hand. Hij trekt hem weg en kijkt met aan taste nanatn
gesprek tot diep in me met iet svan verwjt aan hij genten
nacht, met Hollandse sigaren, weet dat hij geen hand mAg 0
«rietter en een specifieke, zeer ven. Dan druk ik zijn
plaats. Ik moet 't derlandse lezers beschikbaar stei- Ik had een ontste„ende ervaring
Ik „officieel" doen op het toneel, den. Rode plukken, die doen den- achter de rug Ik had opnieuw din-
waar pater Jan de Vries de enve- ken aan bloemen, opbloeiend uit gen gezjen dje men misschien be-
lop in ontvangst neemt. Alle mas- dat walgelijk karkas. ter n-et kan zien omdat ze zich
kers in de zaal staan vertrokken. ik kan mij niet herinneren ooit onontkoombaar vasthechten in de
De burgemeester zit nerveus heen iets verschrikkelijkere gezien te herinnering van een mens.
en weer te schuiven. Hij wil wel hebben, en begrijp nu waarom Jan Maar ik wist ook iets anders
zeggen, maar kan het nog de Vries me raadde niet met hem Dat het een voorrecht, een genade
was, te mogen zien dat een deel
stil- dezer ellendigen ten minste een-
ierveus heen
Hij wil wel hebben,
n het nog de Vries
steeds niet. De hitte is onverdraag- mee te gaan.
lijk en de stank slaat me op de Heeft mijn hart
keel.
gestaan?
ie Hollandse dronk, die ik had Achter de burgemeester,
«genomen uit het verre vader- witgekalkte muur, hangt
d. Er is er één. die er nauwe- zwart bord, dat de namen jk nie, hoe ik terug
aandacht voor heeft: pater aanwezigen verme d W g toch de
de Vries. Hij leest die avond gen, van geteisterde». Men heeft
de officieel ingeschreve-
lijvige plakboek, dat zijn moe- „en. Het aantal varieert met de k e
(in Eindhoven) van de krante- dag, omdat er vrijwel ag vormd bestaande uit enkel
delen voor hem maakte. sterven. Het is «et scorebord van wpn pn bege|ejd do(),
De „wethouder" komt
me toe en drukt me op het hart
toch vooral de schenkers allemaal
te bedanken. Ook de Koningin
„van dat prachtige land". Want er
riet is te- js nu voedsel in het kamp en men
gelijk verschrikkelijk benauwend za| over enkele dagen, als het
ndrukwekkend. Al die tijd Kerstmis is. geschenken krijgen, "J""® J
kii- Hij trekt me mee en wijst op Q nan aar ">of
inst jets jn een kast: watten en ver
band. Hij kijkt trots als een veki-
Honderd maskers sta-
lan. Enkele gezichten
verwrongen. Het zijn de ge-
de zichten die 1
Het is het scorebord
- Ver na middemachtTru'ip ik on- de Dood, de gruwelijkste presen-
C het muskietengaas. De regen tot dag ste bestaat uit trom. gitaar, accor
nog steeds in stromen neer. zélf houdt hem van dag tot oag
e een mand die met castag
netten rammelt. De instrumen
ten gaan van de ene melaatse op
rer. Men heeft ze in
lang de dood dat
staat
deze gelegenheid ge- beer Ik kan
geen woord terugzeg
gen, omdat ik de taal, het Portu
gees, niet spreek. Ik ben er einde-
tielijstd'ie ik ooit zag De Dood geïmproviseerd orkestje. Dat laat- lous dankbaar voür Wal
üelijst aie ik oo ste bestaat uit trom. gitaar, accor- kunnen zeggen'
\\7E lopen naar de afdeling
de
Verloor ik de adem? Ik maal kerstfeest kan
Ik weet alleen dat armzalig, hoe schamel het dqn ook
in deze wereld nog mensen op mag zijn. Voor hen in elk geval
deze manier sterven. eèn feest van ongekende, verbijste-
Jan de Vries buigt zich over de rende rijkdom. Het eerste kerstfeest
stervende heen. Ik boor hem iets s'nds jaren. Mogelijk gemaakt
yer_ aoor Nederlandse krantelezers. Ik
staanbaar voor hij. Hij zegt: „Ik ge'°°f niet dat een van dezen be-
ben er, Sebastiaó". Uit het zwarte, se^t wat zijn of haai
verschilferde karkas komt een heeft betekend. Ieder
even zacht geluid: „Vader, naar de een Samaritaan,
goede, milde, barmhartige dood;
ik kan niet meer, ik ga sterven".
Dan vindt die scène plaats, die e'nde
gift in feite
van hen was
i weldoener.
Dit mogen wij weten, nu het jaar
1965 ten einde is. Is er een beter
jaar denkbaar?
zélf houdt hem
.j 1 >s drukkend heet en ik kan bij.
U Wijk de slaap vinden. Het gro- Het kleine gezelschap, bestaande
moment, m'n tocht naar het me- uit de burgemeester en zijn wet- dere
fcenkamp is nog slechts houders", allen melaatsen, brengt
ga opzien als tegen
-nuaiic van uren. iyc wtin «•»- i jori staat en ze woruen ocupcci
*K>P ik me drie maanden heb het ceremonieel zal p mensen 2on<jer vingers. Wat
rheugd, en waartegen ik nu plot- Men heeft getracht me g - haien voor klanken gebeurt
Se.TrC, "LrkaèJrtSfeh" met hBndstumpen.
te geven. Wat er hangt is waardelo- Dit koor. en dit orkest, zingt en
|E volgende ochtend brengt de ze kitsch, maar nooit hebben speelt Stille Nacht. Heilige
kleine motorboot „Tupan Supe" mensen waarschijnlijk meer moei- Nacht", voor me en het gaat me
liaans voor „In dienst van te gedaan om hun feestelijke ge- door merg en been. Nooit hoorde
J") ons naar de hel aan de Rio voelens tot uitdrukking te brengen ik het oude kerstlied ongelijker, le-
jpo, Colonia Belisario Pena. dan op deze sinistere, sombere Ujker zingen dan hter. en nooit
g "i moet het gebeuren. Daar zal piaats. aangrijpender Het is e<
Tn opdracht zijn einde vinden: j£r js een verhoging die als to- telijke ervaring en ze
overdragen van het bedrag neei dienst doet. Er staat een hou- scrïüjflijk. ..Noite feliz. noite je-
meer dan twee ton aan nater ten schoolbord op. waarop met wit fc, 0 Seiihor, Deus de A
de Vries. Het oakie zit kriit is geschreven „Aos prezodos hier waar geen S""
MM» - in m n reistas. Zes lertores deste, i"™»1 ^«"at. waar men leeft
teen lang heb ik het niet uit het 125.000.000 de agradecomentos dan een stal waar geen licht
Ver,oren. ik zal het moment „Aan de geachte lezers
Ik he ber lang
n reizen om dit te zien. maar het
as het waard. Het was waar-
hijnlijk de zonderlingste reis die
ooit maakte. Ze bracht me te-
de man. Jan de Vries,
vriend werd. Misschien
kunt u zich voorstellen dat ik trots
endschap met zo'n
altijd in m'n herinnering
heeft vastgekerfd. Het laatste ge-
'an sprek tussen Jan de Vries en dit
bij stinkend, stervend menselijk res-
konden zijn. De afdeling van hen tant. Met buiten de gieren. Met ,K
die op hun einde liggen te wach- naast Sebastiaó zijn twee buren,
ten. Restanten mensen, met mis- beiden ook reeds ver heen op weg
maakte, luguber vervormde lede- naar de goede, milde, barmharti-
maten, met verschilferde huiden, ge dood, twee mannen, die geen ^en °P de
met uitgevallen haren. Levende do- notie hebben dat de man tussen man-
den. Ze staren me aan en een en- hen in bezig is weg te glippen uit ^a' was het waard om zó ver
kele probeert een hand dun als het leven dat hij vervloekt moet te 8aan- dit te beleven. Om
een stok op te lichten. Gedroch- hebben, jaren en jaren lang. dit te ondergaan. Om zo op een
ten. Zo lelijk, zo afzichtelijk kan Dat gesprek tussen de jonge mis- stuk barre realiteit gedrukt te wor-
een mens zijn als hij sterft. sionaris en de melaatse heeft iets den* 0m te ,eren dat in deze, on-
Ook voor hén zal het kerstfeest groots en ontzaglijk indrukwek- ze wereld zó mensen sterven. Een
zijn, vertelt me Jan de Vries. Hoe kends. Ineens is Jan de Vries reaIifteit, die- hie«"
onverge- dan ook, ook zij krijgen speciaal iemand heel anders vooi
onbc- eter, en een geschenk. Juist zij zul- worden Zoals hij daar naast "de Omdat men het gezien moet
profiteren van de Actie Rio Ne- man ligt geknield, en hem het hebben om
dit Hier hoorde ik Stille Nacht, Hei-
Voor bijna a^ deze6 vrouwe^ Hei"ig'oliesel* tèedkent^n "de^ Apos- r^!ihen ide* !f ^«ven
geen Stille Nacht gaat dit het laatste kerstfeest wor- tolische zegen geeft, doet hij me verbeeldingskracht is in
inder den. Waarschijnlijk tevens het eer- denken aan een grote, misschien de staat de gruwzame werkelijk-
krijgen van ande- grootste voorganger die hij heeft heid °°k maar voor een frac-
gehad: pater Damiaan van Molo- tie te benaderen.
Aan de toespraak van de
„zegsman" der melaatsen in
de Colonia Belisario Pena, ge
houden tijdens het bezoek van
Anthony van Kampen aldaar,
ontlenen wij het volgende.
Zeer geachte vertegenwoordi
ger van de Nederlandse krante
lezers!
Met onmetelijke voldoening en
dankbaarheid hebben wij de eer
u hier te mogen ontvangen.
Hier, waar een deel van ons is
vereend, willen wij u zeggen
dat ons de woorden ontbreken
om onze gevoelens tot uitdruk
king te brengen. Wilt u uw goe
de en met ons bevriende volk
namens ons zeggen dat wij
thans gelukkig zijn, nu er voed
sel is gekomen, medicijnen en
verband? Dat zijn weldaden die
het Nederlandse volk schonk
aan hen, die getekend zijn door
een droevig lot. Weldaden aan
hen, die dachten dat ze verge
ten waren. Het is een eer i
ons midden te hebben, als afge
vaardigde van het zo diep men
selijk voelende Nederlandse
volk, aan het hoofd waarvan
koningin Juliana staat, die be
roemd is van weg*' haar steun
aan de zieken en lijdenden. Wilt
u haar van onze dankbaarheid
in kennis stellen en haar zeggen
dat wij haar in gedachten gees
telijk omhelzen.
Het Nederlandse vtxk heeft
zelf geleden in zijn grote en
grootse geschiedenis. Daarom
begrijpt het onze ellende, onze
noden, onze lijdensweg.
U bent gekomen in een wereld
van wanhopigere Maar vandaag
en in de komende dagen is er
wel degelijk hoop in onze hor
ten. Or'dat we weten dat we
niet verlaten zijn. Omdat we
weten dat er ver weg een broe
der-volk is dat een kap-'taal bij
eenbracht om iets van onze pij
nen, smarten en wanhoop te le
nigen. Dat zullen wij nooit ver
geten.
Moge de Almachtige God u en
het Nederlandse volk zegenen.
Moge het uw volk wél gaan. Het
heeft dat verdiend met deze e*-
weldige daad: hoop te geven
aan hen die al sinds zo lang
geen hoop meeT hadden.
Aan de Koningin van Holland,
aan de weldoeners van uw natie
aan allen die aan ons gedacht
hebben, onze onmeetbare dank!