HENK G0RTZA1 ip» ziet in PSP mogelijkhem voor linkse concentratie filaras B©ekmaia zeventig jaar Producent Zaterdag 22 januari 1966 p j^J Nooit meer terug naar de CPN (Van onze parlementaire redactie) ,,Wil men in ons land kunnen bijdragen tot het socialisme, dan is een concentratie van links noodzakelijk. De PSP biedt daarvoor goede mo gelijkheden. Het is een partij voor mensen die misschien niet hetzelfde denken, maar wel het zelfde willen, namelijk een nieuwe, hogere maat- schappijvorm op marxistische grondslag. Ik zie de PSP als een mogelijk kristalisatiepunt voor een dergelijke concentratie, die in de Neder landse politiek straks van grote betekenis kan blijken". Hans Boekman (bijna zeventig) denkt nog niet aan ophouden. Want al suggereert de wetgever door middel van de a.o.w., dat alle Nederlanders op hun 65ste jaar op hun lauweren gaan rus ten, er zijn genoeg uitzonderingen. Tot hen behoort de veelzij dige Hans Boekman. J Als scheidsrechter verwierf hij eens internationale faam in de voet balwereld. In toneellmngen kent men hem als de echtgenoot van de begena digde actrice Caro van Eyck, als een vurig bewonderaar van het toneel en als de man die van toneelliteratuur zijn hobby maakte. O Maar de meeste vrienden heeft hij gemaakt als de altijd vrolijke, altijd beminnelijke directeur van het filmverhuurkantoor N.V. Film trust. In die hoedanigheid is hij een figuur geworden zonder wie men ,:ich de Nederlandse film- en bioscoopwereld nauwelijks kan voorstellen. die En toch had Hans Boekman vol gens de letter van de wet af vyf jaar van zijn pensioen moeten ge nieten. Maandag wordt hij door een ereoomité uit sport-, toneel- en filmkringen gehuldigd met zijn 70 ste verjaardag. Maar hij wil nog van geen stoppen weten. Een vraag in die richting wuift hy lachend weg. „Ik denk het liefst aan Ade nauer. Die heeft zo'n leeftijd be reikt, dat men het nog aardig vindt, ook als hU ruzie maakt." De lange man, die in hemdsmou wen voor ons staat ln ztJn kan toor aan de Amsterdamse Hemo- nylaan zegt het wellicht onbewust van het feit, dat ook uiterlijk een vergelijking met „Der Alte" zich opdringt. Rijzig, statig, vitaal. Het door een kaarsrechte scheiding middendoor gekliefde haar is grijs. De groeven in het vaak lachende gezicht zijn vrij diep. Maar men ziet hem de zeven kruisjes niet aan. Zijn liefde voor het toneel dateert niet van het moment, dat hij in het huwelijk trad met Caro van Eyck. Die was hem als het ware met de paplepel ingegoten door twee toneelminnende ouders. Een liefde, die nooit de kans heeft ge kregen te roesten. Oeen belangrij ke voorstelling slaat hij over. En zijn hobby toneelliteratuur heeft hU altyd met enthousiasme beoefend. Zelfs ls er een tijd ge weest, dat hij meende een carrière te moeten zoeken op de planken. Dat was in 1921. Maax een jaar als volontair bij het Schouwtoneel van Jan Musch leerde hem over duidelijk. dat hij elk talent in die richting bee list ontbeerde. Naar film Maar wat dan? Ach. het wees zich bijna vanzelf. Dertig jaar lang beheerde zijn vader een boek winkel. die zeer in trek was bij artiesten. Door contacten met deze mensen groeide in de jonge Hans ongemerkt een hang naar de ar tistieke zijde van het leven. Via enkele baantjes in boekhandel en uitgeverij, komt hij dank zij de secretaris van het Instituut voor Arbeldsontwikkeling, afdeling film, ln aanraking met de film. Zijn diepgaande belangstelling in dit toen nog jonge medium drijft hem verder in die richting. In het bij zonder naar de commerciële zijde: film import en filmverhuur. Na in enkele zaken ervaring te hebben opgedaan, gaat Hans Boekman op eigen benen staan. Zijn grootste be- filmverhuorkantoor Filmrust. kendheid in filmkringen krijgt hij als eigenaar-directeur van het Gefascineerd Het keiharde zakendoen in de filmverhuur fascineert hem. Het is een voortdurend spel van zien en doorzien wat wordt en zal worden aangeboden en een voelen van de mogelijkheden tot afzet. Natuur lijk ls de film zelf nummer één, maar daarnaast speelt ook de per soonlijke band tussen filmverhuur der en theaterexploitant een onge woon belangrijke rol. „Als een bio scoopdirecteur ter wille relatie bereid is een minder goede film in een goede week te plaatsen, maakt dat voor de verhuurder veel verschil uit", zegt een vlotte, be minnelijke Hans Boekman, die zich vooral op dit persoonlijke vlak als een vis in het water voelt. Hy was het ook, die dat zo dui delijk onder woorden bracht: „Filmverhuur ls niet de kunst, maar de gunst". Maar zelfs de grootste gunst kan niets bereiken als het produkt niet deugt. Daarom moet de importeur als het ware aanvoe len, welke regisseur, acteur of auteur het op een bepaald moment bij het publiek zal doen. En de smaak van dat publiek is zo grieze lig grillig. „Een simpel voorbeeld. Het is nog niet zo lang geleden, dat men niet genoeg kon krijgen van show- films. We hebben ze nu in geen eeuwen gezien", zegt de heer Boek man met zijn natuurlijke neiging tot overdrijving. „Op het moment liggen sex en harde films goed in de markt, Kük maar naar James Bond". Maar de kunstliefhebber komt in hem boven als hU met zicht baar genoegen constateert: „Ge lukkig is er echter onder de jonge ren een toenemende drang om be tere films te accepteren". gens aardig op weg, maar films al leen voor ons land worden gewoon te duur. We hebben hier nu een maal te weinig theaters. Verder moeten we rekening houden met de keuring. Als ze je film boven de veertien jaar keuren, is er een groot deel van je publiek wegge vallen. En als de katholieke film keuring haar taboe voor beneden de rivieren uitspreekt, is een enorm deel van het afzetgebied afgeslo ten. Dat kan de producent zich niet veroorloven. Dat betekent, dat er teveel concessies moeten worden gedaan. Iemand, die geld geeft, wil er graag wat van terugzien. Dus wordt de wtg van de minste risico's 'gekozen. Met alle gevolgen vandien. Het is eenvoudig te duur. Daar komt nog bij. dat we met alleen Nederlandse artiesten zo moeilijk de grenzen over kunnen. Paul Steenbergen is een groot ac teur. Als hij in Engeland was ge boren, zou hij nu een tweede Lau rence Olivier zijn geweest. Maar buiten onze grenzen zijn er nu normale speelfilm wordt niet voor de televisie gemaakt. Al die perso nen bij elkaar op dat kleine schermpje gaat eenvoudig niet. Te levisie is een zelfstandig medium. Daar moeten aparte films voor wor den gemaakt. Dat kunnen wy een voudig niet. Technisch misschien wel, maar het is te duur. In Ame rika hebben ze er alles voor en daar worden hele series in ijltempo in elkaar ge2et. Daar kunnen wij niet aan tippen, omdat wij nu een maal niet zo'n afzetgebied hebben als de Amerikanen, die met die se ries de hele wereld over gaan. Maar toch is het een vreemd me dium, die televisie. Soms wordt ik op straat aangehouden door iemand, die zegt: „Een prachtfilm gisteravond op de televisie. Als je nu eens zo'n film had uitgebracht, dan was ik wel naar de bioscoop gekomen". En dan moet je net als lk weten, dat er vroeger voor die film geen hond naar de bioscoop kwam. KOOS POST. Hoewel nog altijd overtuigd aan hanger van het marxisme („Niet als dogma, maar als hoeksteen tot handelen"), heeft de heer Gortzak van de CPN voor goed zijn be komst. Hij is duidelijk in de com munistische partij teleurgesteld „Ik zou niet meer gezien willen worden als iemand die de princi pes van deze partij nog juist acht," zegt hij in een gesprek. Zijn levens beschouwing is echter gefundeerd gebleven op de overtuiging dat de bestaande maatschappij vorm moet groeien naar een nieuwe, een hogere maatschappijvorm op basis van de marxistische beginselen. Met deze overtuiging heeft hij nu onderdak gezocht bij de PSP. Vraagtekens Henk Gortzak is reeds als 15- jarige jongen tot de communisti sche beweging toegetreden, omdat hy daarin de erkenning vond van zijn gevoel dat het met de samen leving niet goed zat. Meer dan 35 jaar heeft hü die beweging ln het kader van de CPN en EVC ge diend. Met de ontluistering van Stalin kwamen de vraagtekens. „Tot dan vond ik in het algemeen de wijze waarop de CPN functio neerde. wel Juist", zegt de heer Gortzak. „Toen bekend werd, dat ook een communitische partij die aan de macht is, het wel eens mis kan hebben en vooral mis kan doen ondanks de juiste begin selen, rees de vraag in hoeverre uit de ontwikkelingen in de Sow- jet-Unie de consequenties getrok- Comité uit sport-, toneel- en filmkringen huldigt veelzijdig en beminnelijk man Ciske Al pratend komen wy als het ware vanzelfsprekend terecht op het terrein van de Nederlandse speelfilm, waar de heer Boekman zich ook mee heeft bezig gehouden. We noemen „Klokslag 12", „De man zonder hart" en Kleren ma ken de man". Hoogtepunt was zon der twijfel „Ciske de rat". Een film, die aan 32 landen werd verkocht. Op het filmfestival van Venetië (1955) kreeg de heer Boekman voor deze film de Zilveren Leeuw, die nu op de schoorsteen in zijn kantoor stoot. Onder de tientallen affiches, die hi) van deze film heeft bewaard, zijn er uit Israël en Rus land. Op die laatste zijn de na men van hoofdrolvertolkers, Kees Brusse, Ceea Laseur, Joh an Kaart, Jan Teulings, Guus Os ter, Rob de Vries en anderen nauwelijks te ontcijferen. Maar producent Hans Boekman is zakenman genoeg om meteen de zakelijke kant van dit succes rijkste werk ter hand te nemen. Het heeft drie jaar geduurd voor deze film die dus de wereld is rondgegaan geld begon op te le veren. En volgens Hans Boekman ligt bij dit financiële aspect het knelpunt van de Nederlandse speelfilmin dustrie. Hij praat dan niet over de flops, van het laatste jaar als Plan tage Tamarinda en Spuit Elf. „Praat mij er niet van. Die Epuit- modder heb ik uitgebracht. Ik kon hem meteen weer binnenbrengen. Dat kost tonnen. Daarom heeft de Nederlandse film alleen toekomst, wanneer men het gaat zoeken in co-produkties b.v. met Duitsland of Frankrijk. Technisch zijn de Jon- maar heel weinig mensen, die hem kennen. Onze artiesten zijn niet minder dan de buitenlanders, maar ze missen nu eenmaal die buiten landse ervaring. Ons taalgebied is te beperkt. Daarom moeten wU in co-produkties gaan werken. Buiten landse artiesten erbij halen. Met Franse artiesten ln een film ligt de Franse markt open. En zo kan men verder gaan. Ik heb zelf weer eens ln die richting gedacht, maar ver der dan het uitsteken van voelho rens is het eigenlijk niet gekomen. Ik heb een goed verhaal. Nu ben ik links en rechts ln het buitenland aan het Informeren of er belang stelling voor bestaat. In Parijs heb ik al iemand gevonden. Maar ik moet er nog meer hebben." HA Televisie Film en televisie. De heer Boek man meent, dat deze twee media elkaar bijten. „Een moordende concurrent", noemt hij de televi sie". Bi) een belangrijke voetbal wedstrijd of een show van Toon Hermans kan een theaterdirecteur zijn bioscoop wel sluiten. En dat betekent ook voor de verhuurder, die een deel van de recette krijgt, geen inkomsten". Maar televisie of geen televisie, Hans Boekman heeft vertrouwen in de toekomst van de film. „Zoals er altijd toneel zal blijven bestaan, zo blijft ook de film. Men zal zich altijd ook buiten de deur willen kunnen vermaken. Die tele visiewoede zal bovendien wel slijten En de jeugd van nul tot dertig Jaar voelt er toch niets voor om eeuwig naar dat kastje te kijken. En onder hen ligt een groot deel van ons publiek". Maar ook ln ander opzicht meent hij, dat de normale film niet bij de televisie past. Een film op de te levisie vindt hij een onding. „Een voetbalwedstrijd kun je eigenlijk ook niet op de televisie brengen. Je ziet de bal, een paar spelers erom heen, maar Je mist de rest. En vooral mis je de sfeer. Een tele visie-uitzending uit een toneelzaal deugt ook niet. Daar wordt het stuk Immers niet voor opgevoerd. En de fANS BOEKMAN heeft zich de oorlog internatio nale faam verworven als voetbalscheidsrechter. In de ja ren twintig en dertig leidde hü in totaal vijftien interlandwed strijden, waaronder een duel tij dens de Olympische Spelen ln Amsterdam (1929). Dat alles is hoogst merkwaardig als men be denkt dat hü nimmer self heeft gevoetbald, althans niet offici eel ln een vereniging. Met een brede grünslach segt hü daar nu van: „Ik was als voetballer tje zo volkomen talentloos, dat de Jongens sodra se me zagen al zeiden: Ga JU maar scheids rechteren". Dat is Hans Boekman dan ook maar gaan doen. Op 24 no vember 1914 braoht hü voor het eerst als arbiter de fluit naar de mond voor een wedstrüd in de derde klasse van de toenma lige Amsterdamse Voetbalbond; pas 25 Jaar later borg hü dat instrumentje voor goed op. De KNVB honoreerde zün werk met het lidmaatschap van verdien ste. In de Jaren dertig stond Boek man nr. 1 op de Nederlandse lüst van internationale scheids rechters. Men zou hem derhalve zo ongeveer „de Leo Horn van voor de oorlog" kunnen noemen. Het contact tussen dit tweetal Is overigens vrü nauw geweest, want Boekman ls eens een leer meester van Horn geweest. Boekman heeft het als arbiter nooit een handicap gevonden, dat hü self geen voetballer Is geweest. ,Ik heb altüd zoveel mogelük begrip gehad voor de emoties van de spelers. Ik heb het ook nooit tragisch opgeno men als er In het veld eens wat aan de hand was. Tegen figuren die het met elkaar aan de stok hadden zei lk steeds zoiets als: waarom zullen we nou eigenlijk herrlemaken, over twintig mi nuten is het toch afgelopen. Van gejü en gejou In het veld was lk een tegenstander. Ik sprak de spelers aa neer", zo hoort het". Hü vindt het volkomen juist dat scheidsrechters in het be taalde voetbal eveneens worden betaald. „Het enige trieste vind lk dat het in mün tijd niet ge beurde, want ik had het geld héél goed kunnen gebruiken". Wat ons voetbal betreft is hü van mening dat volledig profes sionalisme de enige mogelükheid biedt om op internationaal peil te komen. Over het huidige spel peil segt Boekman, dat het naar zün mening In vergelü- king met vroeger niet is terug gelopen, maar dat de spelwüze aanzienlijke verandering heeft ondergaan. Boekman heeft al eens Olym pische Spelen ln Amsterdam meegemaakt („Ik moest Italië Spanje lelden. Eerlük, lk heb nooit só slecht gefloten als uit gerekend ln die wedstrüd"). Wat vindt hü van de huidige (Intus sen door de regering niet ge steunde) kandidatuur van de hoofdstad? „H Is een kwestie voor Amsterdam. Ik s verantwoordelijk vinden als het er van sou komen. Onlangs hoorde ik nog van een zieken huis hier dat het patiënten moest weigeren, omdat er geen plaats was. Laat men daar maar eerst eens wat aan doen". En dan (heftig): ,De Spelen ln Amsterdam dat zou betekenen dat er honderden arbeiders aan de woningbouw zouden worden onttrokken. Ik weet het: het is mooi dat rood-wlt-blauw ln eigen land straks aan de hoogste mast. Maar dacht je dat het die mensen die al jaren een huls zoeken ook maar Iets kan schelen? En dan so'n stadion voor 100.000 man ln de Bülmer- meer. Wat moeten we daar straks mee doen? In het Olym pisch Stadion zitten nu soms M niet meer dan 5.000 toeschou wers. Nee, het is aardig bedacht, maar het kan niet". RUUD PAAUW Dat zegt de heer Henk Gortzak, een der leiders van de Bruggroep, welke zich onlangs heeft ontbonden om op te gaan in de Pacifistisch- Socialistische Party. Dc heer Gort zak (57) is een jaar of zeven lid van de Tweede Kamer voor de CPN geweest, voordat hü ln 1958 door Paul de Groot c.s. als partijlid werd geroyeerd, omdat hü de CPN wil de liberaliseren. Samen met een aantal andere verstotcnen richtte hü de Bruggroep op, die later de vorm aannam van de Socialistische Werkers Party (SWP). Deze par ty van dissidente communis- HENK GORTZAK over de brug ken moesten worden voor de op bouw en de arbeid van de party in Nederland". Twee jaar lang heeft de heer Gortzak met een aantal medestan ders intern geprobeerd de party ge liberaliseerd te krygen. „Ik was van oordeel dat wat fout en ver keerd en laten we het maar ronduit zeggen misdadig was ge bleken, verder moest worden voor komen. De party diende zich vol gens ons kritisch te onderzoeken. Dat is niet gebeurt. Toen wü niet bereid waren ons neer te leggen bij buiten ons genomen besluiten, werden wy geroyeerd. Ande ren. vooral uit de kring van de EVC, verklaarden zich met ons solidair en traden uit." De heer Gortzak herinnert aan namen als Wagenaar, Fransen, Reuter, mevr. Lips. Brug naar links De heer Gortzak: „Wy zijn toen begonnen met de Brug, bedoeld als oppositieblad binnen de com munistische beweging. We wilden met dat blad een brug slaan tussen communisten, pacifisten en socia listen en tegelijkertijd pogingen blijven doen om de CPN te verbe teren. De communistische partij was door eigen schuld in het iso lement geraakt. Met onze Brug naar links wilden wü door middel van een vrije discussie geestelyke contacten leggen tussen iedereen die zich socialist voelde in de ware zin des woords". Maar met de Brug viel in de praktijk geen invloed uit te oefe nen op de dagelykse politiek. De conclusie dat partijvorming nodig was, moest al gauw worden ge trokken. Daarom werd twe© jaar later de Socialistische Werkers Par ty in het leven geroepen. „Nadeel daarbij was wel," zegt de heer Gortzak, „dat de oppositiegroep af brokkelde. Een deel vond het niet juist de oude party af te vallen, zy wilden de CPN van binnenuit hervormen. Mischlen ls dat één van de oorzaken geweest dat de Socialistische Werkers Partij niet van de grond is gekomen. Maar goed. de party mag dan niet zijn aangeslagen, zy heeft ln ieder geval de weg geopend tot praktische sa menwerking met andere socialis ten". lUsten zyn niet gemaakt. den toe als individuele ledafew alle rechten en pliohten vaoL^ Het gerucht gaat, dat dekho Gortzak by de komende i an verkiezingen zal optreden als lxee aanvoerder in Amsterdam. Hi en kent dit. „Ik herhaal", zegt 1 lervi bestaat geen enkele afspraak komt nog by dat ik geen K - genwoordigende functie a|prob Ik weet uit ervaring wat het delin sloopt je". Voor het geval bi; «uèd uitgenodigd zou worden, z het persoonlijke belang te afwegen tegen het partybelü sentieel Is namely k voor hl vraag, of het goed of nië zou zyn als iemand uit de groep een zetel van de PS gem Geen pacifist Slopend De heer Gortzak vertelt, dat het besluit om in het grotere verband van de PSP op te gaan, pas na uitvoerige discussie met de leden vergadering is genomen. „De PSP heeft ons met graagte aanvaard en gezegd ons te zullen nemen zo als we zyn. Het is een party van pacifisten, maar ook en vooral van socialisten. Er is plaats voor alle mensen die links zyn, dus waarom niet voor SWP-ers? Af spraken over zetels of kandidaten- Voelt de heer Gortzak atll elfist? „Niet in de klassiekei het woord. De geweld spreekt my niet aan. ik moderne pacifisme als de sa P gen de atoomoorlog. By z«t log is niemand gebaat. De (J L opvatting dat elke oorlog h f cialisme 'n stap dichter by fk f overwinning brengt, deel U Als er na een derde wereÉ L nog leven ls, dan zal dat mltieve vorm van leven tjj we aan socialisme of kapl niet meer behoeven te denta is de heer Gortzak het eft. de PSP, dat een klein lan<li onze best het voorbeeld w nen geven door zich te Tussen de praktische poll de PSP en de opvattingen Bruggroep ziet de heer weinig verschil. Dat de P! heeft opgeworpen als een keinse party, vindt hy „Een marxist kan geen ve der zyn van de erfelyke k volging", meent hy. Dat zich heeft onttrokken aan i ming over de goedkeuri noemt hy „de zaak bedor De CPN heeft er volgens he al een handje van te siyme x echts en te schoppen naai Hy wyt dat aan de volksft litiek van de communistische! Van een terugkeer naar hoe die zioh ook zou volgens de heer Gortzak geei ke meer zyn. Een veranderii goede verwaoht hy trouww niet binnen afzienbare tijd. gedachtengang is slechts voor een concentratie van waarvoor hy grote mogelijk ziet. Niet alleen de CPN, de PvdA („wel links, niet so tisch") heeft velen politiek di gemaakt. „Er is een grote catf mensen die tussen beide pa hangt." zegt hy. Voor die nw ziet de heer Gortzak ruimte I j nen de PSP. R. W. HEIDE £e

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 8