puom Een vrouw in de duivensport 4 Al in zeventiende eeuw schnabbelden musici LESBSE VERPLEEGSTER NAAR SOMALILAND Kom er ACHT-er SCHATJE TEGEN ZE" j Zaterdag 15 januari 1966 L.D.-EXTRA MEVROUW ROOVERS ze pikken de erwten uit mijn mond (Foto W. Dijkman) Een advertentie in het Tijdschrift voor Ziekenverzorging heeft voor de 24-jarige Leidse verpleegster Adri Broekman vérstrekkende gevolgen gehad. Eind november reageerde zij op die advertentie, waarin de Europese Werk Groep verpleegsters voor uitzending naar het buitenland vroeg en over twee weken (op 2 februari) stapt Adri Broekman in het vliegtuig, dat haar naar Somaliland zal brengen. Zó snel is dat allemaal in zijn werk gegaan, dat Adri nog maar nauwelijks tijd heeft gehad zich voor te bereiden op haar nieuwe taak in het volslagen onbekende Somaliland, een van de jonge staten aan Afrika's oostkust. heten „kraamaan tekening". Ze hcudt veel van lezen, maar daar zal ze de komende weken weinig tijd voor hebben, want ze moet haar vertrek grondig voorbereiden. Op 2 februari vertrekt haar vlieg tuig en begint Adri aan haar taak: ontwikkelingshulp in de letterlijke betekenis van het woord, een be wijs, dat er in Nederland ook jonge mensen zijn, die niet praten maar EEN postduivenvereniging, die door een vrouw wordt geleid - het is niet alle daags, maar in Nieuwveen zijn ze er na zeven jaar wel aan ge wend. „De meeste mannen vin den het wel leuk: een vrouw in de duivensport", zegt mevrouw A. W. RooversAbels, voorzit ster van De Witpen. Dat kan zlij bijvoorbeeld merken, als er een vergadering is van de Goudse Concours Commissie en de be stuurders van ruim twintig ver enigingen bij elkaar komen: „Dan zit ik er als enige vrouw tussen, maar ze accepteren je volkomen". Terwijl zij ons uit de officiële huis kamer naar de Brabantse kamer achterin het huis loodst, vertelt mevrouw Roovers, dat het alle maal in 1952 is begonnen („voor die tijd had ik nog nooit aan dui-. vensport gedaan"». Haar man, ge meentesecretaris van Nieuwveen, hield duiven voor zijn plezier, niet voor de sport. „Als ze wilden uit- vliegen, mocht dat niet. Dan stond- ie met z'n handen te zwaaien en hoho te roepen, de beesten werden er schuw van. Mijn man was bang, dat ze niet terug zouden komen". Mevrouw Roovers, die wel een beetje verstand van duiven had t„ik kom uit België, daar zitten veel liefhebbers, en ik had een on kel die had een kooi als een paleis zo mooi"), kon het op den duur niet langer aanzien. „Ik zei toen: ik zal gaan spelen, maar dan blijft gy er van af en komt ge niet meer in het hok". Hetzelfde jaar liet zij zich inschrijven als lid va De Witpen. ha.ir duiven zich uitstekend. „Ge moet er lief mee praten, dan krijgt ge veel van ze gedaan. Ik zeg „lie- veke" en „schatje" tegen ze. De mannen lachen er wel eens mee, maar de duiven zitten met die schuine kopkes te luisteren, ze be grijpen je". Zij zegt veel van dui ven te houden. „Als je er aardig mee omgaat, zijn ze zó mak". Zij vertelt, dat zij een keer een duif kreeg van een andere liefhebber, die „dat wilde kreng" niet langer wilde hebben. „Na een week pikte de duif erwten uit mijn mond. Toen die man dat zag, was „Toen ik op die advertentie schreef", vertelt Adri. op het ogen blik werkzaam in het Leidse St. Elisabeth-ziekenhuis, „had ik nog geen idee naar welk land ik zou gaan. Wel wist ik. dat ik waar schijnlijk een opleiding in Israël zou moeten volgen, waarna we met een grotere groep verpleegsters naar Perzië zouden gaan. Maar ik heb in Amsterdam gepraat met mensen van de Europese Werk Groep en daar bleek, dat er ook de mogelijkheid bestond om naar So maliland te worden uitgezonden. Dat leek me beter dan Perzië. Daar is alles al zo ver. zo voltooid, je moet er met artsen samenwerken en verpleegsters opleiden. In Soma liland is nog meer pionierswerk te verrichten en bovendien lijkt het me interessanter". SAMEN ADRI BROEKMAN beter dan Perzië (Foto L-D./Holvast) verpleegster mee te sturen. En dat werd Adri Broekman uit Leiden. Adri geboren in Indonesië kreeg haar verpleegsteropleiding in Enschede. In de zomer van het vorige jaar kwam zij naar het St. Elisabeth-ziekenhuis in Leiden om daar een opleiding tot operatiezus- ter te krijgen. Dat vindt Adri Broekman wel jammer: ze kan die opleiding nu niet afmaken, maar aan de andere kant trekt haar het pionierswerk in het onbekende So maliland heel sterk en de beslissing viel haar dan ook niet zwaar. Adri Broekman gaat samen met een 30-jarige wijkverpleegster, Gerti Adriaansen uit Sluis Zeeland, naar Samaliland, waar zij zullen worden gestationeerd in een mo dern ziekenhuis in Mogadiscio, dat werd gebouwd door de EEG. De EEG verzocht de in 1962 op initia tief van prinses Beatrix opgerichte EWG een wijkverpleegster te stu ren naar dit land. waar de me dische verzorging nog in een begin stadium is. Deze wijkverpleegster zou zeer zelfstandig voorname lijk buiten het ziekenhuis moe ten werken en het leek de EWG dan ook nuttig een gediplomeerde Kom er ACHT-er 1. schoorsteen huis 2. sluiting jas man links 3. haar van man in deur 4. mond vrouw achter boom 5. schoenen van hardlopende man 6. streepjes rond lucifer 7. ring om hand van vrouw rechts 8. één rondje meer in das van man EXPERIMENT De ouders van Adri Broekman wonen in Duitsland. Mevrouw Broekman vindt het niet leuk, dat haar dochter zo ver weg gaat, maar vader Broekman is enthousiast: „Hijzelf heeft namelijk gevaren", verklaart Adri. De uitzending naar Somaliland is niet alleen voor de beide Nederlandse verpleegsters een experiment. Ook de EWG weet nog niets van de medische behoef ten en toestanden in Somaliland en aan de hand van de ervaringen van Adri en Gerti zal men zich gaan beraden over verdere steun. Om wat thuis te raken in de om standigheden in dat land heeft Adri literatuur aangevraagd bij het Amsterdamse Instituut voor de Tropen. „Ik denk niet dat er veel te krijgen is", zegt Adri. „Het meeste zal wel komen in de vorm van artikelen". Ze is bijzonder blij met haar verkiezing voor dit ver antwoordelijke werk. „Ik ben eigen lijk altijd al van plan geweest zo iets te gaan doen. Ik voel me hier in het westen van Nederland niet zo erg thuis. Dat verschilt al weer hemelsbreed van Enschede, alleen de Adri Broekman werd na een mu lo-opleiding in Den Haag leerling verpleegster. In 1961 werd zij ge diplomeerd verpleegster A en enige tijd later behaalde zij haar zoge- (XI) YYe2a* u waarschijnlijk wel Jj[ duidelijk zijn, dat we u hier geen volledige stede lijke muziekgeschiedenis voor schotelen. Was dat wel het ge val, dan zouden we wat minder van de hak op de tak mogen springen. Maar „grepen" sugge reren geen volledigheid. Geluk kig niet, want anders zat u jaren met ons opgescheept. We verplaatsen ons vandaag zo'n vier eeuwen terug. Mr. Floris Schuyt is behalve stadsmusicus ook organist in de Pieterskerk. Het or gel daar wordt sinds 1561 jaarlijks onderhouden door mr. Claes Hen- ricks uit Den Bosch. Het werk was in de zeven jaar daarvóór gerepa reerd door de Haarlemse orgelma ker Allert Claessoen. Men kon de toekomst dus met vertrouwen en het spel van mr. Floris tegemoet zien. Die organist heeft de balgen niet gespaard, want in 1580 moet mr. Pieter Jansz. de Swart uit Utrecht komen om het kleine orgel te re pareren en vier jaar later om de blaasbalg te lijmen en het pedaal te verstellen. Twee Jaar eerder was het gemeentebestuur met hem overeengekomen „omme te repare ren twerc staende in de Pancraes- kerck over de plaetse, die men de sacristie plach te noemen, by hem eertyts gemaect ende geduyrende de voorleden beroerten vernielt". Men was tijdens het beleg kenne lijk niet zo erg zachtzinnig te werk gegaan, dat zelfs de orgelpijpen en registers het hebben moeten ont gelden, want die worden nauwkeu rig genoemd, daar ze verdwenen blijken. De organist van die kerk, Gerrit Hendricks dezelfde man die we op het carillon bezig gehoord neDben zal wel blij geweest zijn met die restauratie. Hij was in juli 1576 getrouwd met Maritgen Jansdr.; was dus waarschijnlijk van toen af van korte tijd daarna bedienaar van dat gehavende in strument en heeft misschien daar aan zijn bijnaam „orgelpijp" wel te danken Na zijn overlijden in 1586 volgt Schuyt sr. hem op. die in '93 de orgelbank zal moeten gaan de len met zijn zoon Cornelis, om zelf in december 1601 door Jan Phi- lipszn. van Velsen opgevolgd te worden Deze Jan kwam uit een muzikale familie. Zijn vader Philip Jansz behalve het orgel ook het stadhuis- carillon te bedienen. Op 2 februari komen burgemeesteren met hem een nieuwe ambtstermijn van vyf Jaren overeen. Zijn dienst wordt goed omschreven: hij zal het orgel in de Pancras moeten bespelen voetstappen volgde en in 1639 or ganist en beiaardier in Monniken dam zou worden. Het jaarsalaris van 350 gulder. was Jan kennelijk wat te laag. Hij wilde graag een centje bijverdienen en verzocht daarom op 30 juli 1609 om in Grepen uit het Leidse m uziekleren was organist in de Haarlemse St. Bavo en stadsbeiaardier. Zijn neef Cornelis Helmbreecker volgde lessen bij de grote Sweelicnk en zou later eerst organist worden in Hoorn en later zijn oom opvolgen in Haarlem. Met het aantrekken van de jonge Jan van Velzen had de stad dus een goede keus gedaan. Hij krijgt „als tot noch toe gewoonlicken ende gebruyct es". Hoe dat was hebben we al bij Schuyt jr. bekeken. Daar bij wordt echter gesteld „in sulcken verstande, dat hy des middaechs niet en sal spelen dan by winter- tyt tusschen den le october ende le apriiis. de vorder zomertyt daer- van bevrijt blijvende". Hij moest ook „beyde des stadt's voorslagen" om de veertien dagen versteken „met de meeste vlyt hem moge- licken toeziende en versorgende dat de wercken niet te veel en werden belast". De magistraten waren zui nig op het dure speelwerk! De uren van de bespeling liggen iets anders dan bij Gerrit Hen- drikszn. Orgelpijp. Moest deze op zondag, donderdag en zaterdag spelen van tien tot half twaalf en daarbij op zondagmiddag van vijf tot zes, de nieuwe functionaris hoefde op die dagen pas om half elf te beginnen, maar het zondagse concert een uur later brengen. Van Velsen kreeg een soort stadsarrest om te bevorderen dat hy zijn plicht zo stipt mogelyk zou vervullen. Mocht verzuim nodig zijn dan meest hy toch eerst toestemming vragen aan Burgemeesteren en aan minstens één van de kerkmeesters zijn afwezigheid melden. Tijdens zyn tweede ambts periode trouwde hij op 24 januari 1607 met Aefjen Dirksdr. van Dorp. Uit hun huwelijk werd één zoon (Dirk) geboren, die zyn vaders plaats van de overleden Abraham van de Velde te komen als klok- steller van de Loyhal en de Pan- craskerk. Dat dit verzoek werd in gewilligd is waarschijnlijk. Op 11 maart van het volgende jaar wordt Jan Jasz. van Sonneveldt aange steld als hulp van de organisten. Cornelis Schuyt en Jan van Velsen konden die assistentie kennelijk wel gebruiken! Hun arbeidsterrein was al met al groot genoeg. Na de dood van de organist van de Pancras in 1614 wordt zijn functie o.a. waargenomen door de Nijmeegse organist Abraham Ver- heyden. Hij redt de stad kennelijk uit een nood, want de hulporga nist is kennelijk niet competent ge noeg om het werk alleen op te knappen. Ook de vader van Jan van Velsen en Michaël Utrecht, een „discipel van mr. Jan Pieterss. Zweelingh" komt zo nu en dan spe len. Als Cornelis Schuyt in 1616 is overleden, staan B. en W. van die dagen voor de noodzaak om op korte termijn orde op zaken te stellen. Op 16 juli 1617 worden Jan Son- neveld Jansz. (dan Anneveld ge noemd) en Jan zoon van mr. Pie- ter van Reynsburch de laat ste waarschijnlijk na een gebrui kelijke proefperiode aangeno men tot „ordinaris organisten" resp. in de Pancras en de Pieters kerk. Zij moeten volgens de tot nu toe gebruikelijke gewoonte spelen „in de weecke des avonts ende alle sonnedachs mede voor de middach gelyck oock in de weecken tusschen 1 october en 1 april or ganen tot recreatie van de ge meente". Nieuw is de bepaling dat „men bemereken mach datse in de con- ste van dage tot dage toenemen". Dat duidt duidelijk op hun jeugd De zoon van Mr. Pieter is pas 22 jaar. Opdat ze elkaar kunnen hel pen in hun werk staat zwart op wit vermeld, dat ze „met malcan- deren goede correspondentie sullen houden ende den anderen assiste ren in 't bevorderen van 't gene tot de wercken nodich is ende prin- cipalicken int accorderen wel ingegeven zijn door de weten schap dat de Pancrasorganist bij na blind was. Zij bleven resp. tot 1624 en 1625 in dienst. Jan Pietersz. van Rynsburch handelde naast zyn ambtelijke functie zo nu en dan in muziekin strumenten. Op 27 april 1625 ver klaart hy namelijk „dat de cla- vechimbel staende in de verlaten woonplaetse van dr. Thomas Ra- pold behoort aan Jhr. Carolus Meuzenaer, hebbende hy zelf dien aan deze verkocht". Die bijverdien ste was niet zo erg vreemd voor iemand die met f 400 per jaar uit betaald werd en geen uitzicht had op periodieke verhogingen volgens wettelijke C.A.O.! J.D. „Toen kwamen ze bij mij: ls niets voor u, mevrouw? Ik zei: weet niet, hoe dat gaat. O, ze er zit niets aan vast Lachend: „Ik weet nu wel „Het kost me uren, 't is dat i man 'n gemakkelijke is. Ge overal naar schrijven, overal schriften precies nakomen, anden worde-ge geschrapt". In het seizoen) van begin april tot half september zit zy elke vrydag of zaterdag eed paar uur in het inkorflokaal voor i vele schrijfwerk, dat aan een wedJ vlucht vastzit. „En als ik zelf i kost het me nog veel Dan elk jaar vier vergade] (twee van de Goudse CC van de vereniging), die ook voorbereid moeten worden. En der de zorg voor haar eigen duiven; o.a. moet elke dag het 1 worden schoongemaakt. Een gesprek met mevrouw vers (gemoedelijk praatster) loopt niet langs lijnen, zy springt van de hak de tak. Het pluche tefelkleed het inkoiflokaal en de burgeme< ter, die ere-voorzitter is. De dui ven, die op haar schouder koi zitten en de sport, die is („by het ringen kimt ge de van een ander zo hard knijpen, het dier sterft als het uit de 1 vlieg»,, onlangs is daar nog i schandaal over geweest in Woer4 den"). De diplomatie ws als voorzitter van een postduiven-fc vereniging moet beschikken („jet moet vaak ruzies bijleggen"). Dtjh, ledenwinst sinds 1958: toen vijftien! of dertien leden, nu ruim twintig. Duivenliefhebbers uit De Hoef, De Kwakel. Langeraar, Korteraar en Zevenhoven zijn lid van de Witpeatol Het gaat de vereniging goed. „Hetne! ligt er ook aan, hoe ge een verga-Ma: dering leidt. Een kopje koffie, eenpu gebakje er by. Een hartig hapjekle bij de prijsuitreiking. Een bloeme-pei tje. 't Geeft allemaal iets gezelligs.» t De mannen vinden het leuk, air, hebben zy er wel eerst even aanjen moeten 1 tongwerek". Die hulp-bepaling zal Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt U elders op deze pagina.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 12