jon
„Goed
gevoel
bewegen geeft
zekerheid''
van
Studenten uit Leiden
en andere gemeenten
bijeen in Drienerlo
a
Gé Hofenk
"X
Kortom
Vijftig jaar V.C.S'B.:
Kerkzang in de vijftiende eeuw
bezinning en vrijheid
Geluk
Figuur
TOPPERS
Zaterdag 18 december 1965
Weekeindbülage L.D. Extra
imm/
IK WIST HET/
IK WIST HET;
V Z£ WILLEM
GEWOON SEEN
SPROETEM.'
Leidse opleiding
voor mannequin
zijn
dwingende eis
een
goed figuur
belangrijk
/E zou zeggen, lopen, dat kan
iedereen. De meeste mensen
zullen daarvan na het eerste
levensjaar geen probleem meer
hébben gemaakt, maar in Lei
den is een groepje jonge vrou
wen, dat zich elke maandag
avond juist over dat lopen bij
zonder druk maakt. Pasje voor
pasje, elke beweging van het
hele lichaam controlerend, stap
pen twaalf jongedames dan
heen en weer om door stug
oefenen de zo begeerde „goede
loop" er in te krijgen. Dat valt
niet mee. Maar het doel van al
die inspanningen loont de moei
te: een papiertje, waarvan de
bezitster zich trots „manne
quin" kan noemen. En dat is
iets waar heel wat meisjes van
dromen, want mannequin-zijn
is in hun ogen iets heerlijks.
Al enkele Jaren bestaat er ln Lel
den de mogelijkheid om zich via
een cursus te bekwamen in de
kneep ies van het vak mannequin.
Die cursus wordt georganiseerd
dooi een onderneming uit Bussum.
In de afgelopen negen jaar leidde
deze school honderden meisjes in
heel Nederland op tot mannequin.
Na Amsterdam, Haarlem, Hilver
sum, Apeldoorn en 's Hertogen-
begon de heer J. Okken, directeur
van de school, drie jaar geleden
met een opleiding voor meisjes uit
Leiden en omgeving en Henny Pa
ter—de Jong (24). hoofd-assis-
tente en cursusleidster, vindt dat
het erg goed is gegaan. Henny Pa
ter is een jonge blonde vrouw,
die er erg vriendelijk uitziet, maar
zoals ze zelf zegt soms „een
kleine kattekop" is. „Dat moet soms
wel, anders nemen de meisjes een
loopje met je en omdat het een
vrij zware opleiding is, kun je dat
niet hebben".
Geen loopje nemen met de loop-
les dus en er zullen ook niet veel
meisjes zyn, die dat willen. Want
inslag onmisbaar. „Niet alle leer
lingen van onze cursussen worden
overigens mannequin of fotomodel"
vertelt ze.
„Er zfjn ook veel vrouwen en
meisjes, die alleen maar beter wil
len leren lopen, of die gewoon wat
meer lichaamsbeweging willen heb
ben". En dan geen lichaamsbewe
ging als gymnastiek of zo, zonder
aanwijsbaar praktisch nut, maar
lichaamsbeweging die dagelijks
door een betere houding, een be
tere manier van lopen en beter
figuur zijn vruchten afwerpt. Er
is nog een ander heel belangrijk
trekje bij de opleiding tot man
nequin, dat niet zozeer in het li
chamelijke vlak ligt. Henny Pa
ter vertelt er enthousiast over:
„Je ziet de meisjes komen als ver
legen en nerveuze schepseltjes en
ze gaan weg als pittige, leuke, vlotte
Goed bewegen geeft een
m gevoel van zekerheid".
En daarom oefenen in Leiden en
cp vele andere plaatsen in Neder
land honderden meisjes op de hal
ve en de hele draai, op het ope
nen en sluiten van mantels, op het
correct dragen van paraplu of sto
la. Aon het eind van de cursus
van vijftien lessen volgt een mode
show, waar een jury beoordeelt of
de meisjes in aanmerking komen
voor het officieel erkende diploma.
Kan elk meisje mannequin wor
den?" Ja, dat wil zeggen, je moet
een redelijk figuur hebben, maar
verder hoef je niet uitgesproken
knap te zijn", is de mening van
Henny Pater. „Wel voor fotomodel.
Dan moet je wel een leuk snoetje
hebben en dan komt het ook meer
aan op karaktereigenschappen".'
Ook voor fotomodel leidt deze
sohool na gebleken geschiktheid
op. Verder bemiddelt de school
bij het verkrijgen van werk na het
voltooien van de cursus.
Eén fabeltje wil Henny Pa
ter de wereld uit helpen: dat
mannequins met boeken op het
hoofd lopen. ..Dat deden ze
vroeger misschien, maar tegen
woordig hebben ze vaak zulke
hoge kapsels, dat kan eenvou
dig niet meer Bovendien:
ik zie met m'n eigen ogen wel
of iemand rechtop loopt of
niet".
In het patronaatsge
bouw in Oegstgeest geeft de
Leidse beat-groep „The De
mons" vanavond een show.
De dansavond begint om
acht uur.
■Cr „The Swinging Strings"
uit Voorschoten komen van
avond (met elektronisch or
gel) naar de Jacobazaal in
Leiden. Daar kan vanaf acht
uur gedanst worden. Mor
genavond spelen René and
his Alligators in de Jasoba-
zaal.
•fr Leiden kan vanavond
kennis maken met de „Pops
Beat Club". In het St.-An-
tonius Clubhuis aan de
Lange Mare treden twee
groepen op: de Leidse Moen-
piepers en de Haagse „Kick".
Het is de eerste activiteit
van deze pop-club, die echter
van plan is nog veel meer te
gaan organiseren. Aanvang
acht uur.
In Alphen aan den Rijn
is een nieuwe jeugdorganisa
tie opgerichte onder de naam
„Club '66". De activiteiten
van deze club zijn bestemd
voor jongelui van 16 tot 25
jaar. Vanavond wordt de
eerste avond georganiseerd
in het ijsclubgebouw bij de
rotonde Prins Bernhardlaan.
De muziek wordt voor deze
eerste dansavond verzorgd
door de beatgroep „R.J.S.".
die menen wat ze zeggen
„U weet niet hoeveel niet-kerkelijken ertussendoor lopen".
Just Walter, praeses van de 357 leden tellende Vrijzinnig
Christelijke Studenten Bond in Leiden laat zich in een stoel val
len in het drukke achterzaaltje van het „Huys over 't Hoff" aan
het Gerecht. De wekelijkse koffietafel, die hij heeft geleid, is
juist afgelopen en een kleine honderd studenten verdringen zich
rumoerig in de smalle gang op weg naar de middagcolleges.
Boven zijn hoofd hangt een groot affiche van het tiende lustrum,
„Heremetijd", dat drie dagen lang, tot morgenavond, gevierd
wordt in Drienerlo (Ov.) en waarover wij hem spraken.
Van de VCSB ls de Leidse op
één na de grootste afdeling van
Nederland en ze heeft een belang
rijk aandeel in de organisatie. Tien
lustra betekenen vijftig jaren reli
gieuze verdieping. Jaren, waarin
veel gebeurde en vooral veel ver
anderde". De eerste tekenen van
Vrijzinnig Christelijke studenten-
verbanden dateren uit 1902 in Gro
ningen en later in andere steden
(Leiden 10 nov. 1912), oorspronke
lijk verenigingen tot het bestude
ren van ethische en andere vra
gen. Een landelijke zomerbyeen-
komst in Barchem (Achterhoek)
legde de basis voor de in 1915 op
gerichte VCSB. In het landeiyk-
romantische padvinderskarakter
van haar eerste zomerbij eenkom
sten js de beweging zuiver een kind
van haar tijd.
Verschrikt
Vrijheid
Men wilde vrijheid. Bevrijding
uit de druk van de stad, die in die
tijd door haar massa een probleem
gaat worden. Bevrijding uit de ver-
burgerlijke maatschappij en in dit
geval uit het geïsoleerde studen
tenleven. Steeds overheerst echter
de scherp kritische zin van de
student het romantische. Op on
dogmatische en zeer persoonlijke,
wijze behandelen zij de godsdien
stige vraagstukken. Het devies:
Vrijheid van persoonlijke opvattin
gen. Stemmen uit die tijd zeggen:
„Wij moeten ons soms aan tradi
tie. omgeving en onderwijs ontwor
stelen om Gods stem te volgen en
te getuigen, wat Hij spreekt in ons.'
In 1923 komt het tot een offi
ciële beginselverklaring, waarin
men de volgende formuleringen
aantreft:
„De VCSB is een geloofsgemeen
schap van studenten. Zij gelooft
in een geestelijke grond en een
geestelijk doel van de wereld en
het leven en getuigt in het be
sef van gebondenheid aan God en
Zijn wil, van de roeping en de
verantwoordelijkheid der jongeren
in deze tijd". Het idealisme, dat
hierin doorklinkt, werd als vanzelf
sprekend ervaren.
Hoogtepunten uit die jaren wa
ren de lustrumvieringen met de
traditionele lustrumspelen. Hen-
riëtte Roland Holst schreef speciaal
voor de VCSB het stuk „Kinderen
van deze tijd" (1930).
Toen kwam de oorlog. Nederland
was geenszins op een oorlog voor
bereid. Gewend om toeschouwer te
zijn bij het wereldgebeuren, gedekt
door een veilige neutraliteit, werd
het land er nu midden in geworpen
en gedwongen mee te strijden. Men
moest partij kiezen tegen wil en
dank. Dit was voor menige studen
tenvereniging een probleem, maar
de VCSB. die immers uitging van
de „vrije binding van religieus zelf
standige persoonlijkheden". die
steeds gewild heeft zo open moge
lijk te zijn en als Bond zo min
mogelijk ook maar ergens partij
voor te kiezen, stond in die tijd
machteloos.
Toen de eerste studentenstakin
gen al tot het verleden behoorden,
viel het vijfde lustrum. Het is ach-
terafgezien onbegrijpelijk, dat de
viering ervan nog werd toegestaan.
Hevig verschrikt waren de kel
ners ook, toen de lustrumgangers
uit volle borst het lied „De Bajes"
aanhieven met het befaamde „In
naam der Koningin". Onder grote
spanningen werd in 1941 nog een
grote bijeenkomst georganiseerd
(Zoco), die de laatste zou zijn. Rob
Baelde bracht met een .staatsge
vaarlijk" betoog de gemoederen in
beweging, een vurig getuigenis van
vrijheid van geweten en geloof. Het
is niet verwonderend, dat deze fi
guur later als martelaar van het
nazidom is omgekomen. Deze en
nog andere toespraken met als ach
tergrond de realiteit van de oorlog,
brachten nieuwe inzichten, die op
de laatste kaderconf eren tie in 1941
onder woorden werden gebracht:
„De VCSB is geen geloofs
gemeenschap, zei men nu, daar is
zij te onsamenhangend voor. De
beginselverklaring mag dit ook niet
pretenderen" en „De Bond heeft
zich verstrikt in een religieus idea
lisme, waarachter de profetische
lijnen van de bijbel verdwenen zijn.
Het gaat om een herontdekking
van de in de doofpot gestopte bij
belse waarheid". Het verschil met
de verklaring van 1923 is opval
lend.
Men is ontnuchterd.
Alle waarden en grondslagen,
waarvan men in de begintijd als
vanzelfsprekend uitging blijken ge
relativeerd en discutabel gesteld te
kunnen worden. De na-oorlogse
mentaliteit is geboren.
Wij spraken met de Leidse hoog
leraar P. Smits, die in de jaren 30
lid was van de Bond en er nu nog
JUST WALTER
Kaderconferentie 1941 meent: „We
zijn geen geloofsgemeenschap: we
zijn hoogstens godsdienstig ge
richt: we gaan uit van de vrij
heid".
Moet de Bond naar een andere
vorm?
Levend
Onze eigen ontmoeting met de
VCSB was een ontmoeting met een
levende, blijkens een groot en
steeds stijgende ledental een goed
functionerende vereniging met een
druk dispuutsleven. De aankomen
de eerstejaars worden verdeeld over
enkele eerstejaarsdisputen, terwijl
zij zelf een keuze kunnen maken
uit reeds bestaande kringen met
ouderejaars, die zich in verschil
lende richtingen en onderwerpen
hebben gespecialiseerd.
Behalve de koffietafel is er we
kelijks een soepmaaltijd voor allen.
Het was een ontmoeting met leden,
verschillend van pluimage en acti
viteiten, maar gezamenlijk de me
ning toegedaan, dat Je, wanneer je
je plaats in het leven wilt bepalen,
wanneer Je Je wilt bezinnen en
zonder vooroordelen of remmingen
met mensen wilt spreken, dat je
dan bij de Bond terecht kunt". Ik
ga er steeds weer naar toe, omdat
je er altijd van op aan kunt, dat
de mensen die je er spreekt, din
gen zeggen, die ze menen", aldus
een corpslid.
„Een haast niet-Leidse vereni
ging", merkte iemand op.
al eens inleidingen voor houdt. Hij
spreekt van een uitdagende toon in
het religieuze gesprek. Het diUem-
ma doet zich nu voor. Ontstaan uit
en levend bij de grati e van het
godsdienstig élan van haar leden
zal in het bijzonder de VCSB be
trokken worden bij deze verander
de levensinstelling.
Iemand schreef onlangs in
Kuklos (Leids Interconfessioneel
Studentenblad», dat „de VCSB moe
is" en dat „de machine van het
godsdienstig élan versleten is en
uitgehold", dat „de VCSB de laat
ste zekerheden, die nog overeind
staan najaagt en moe is, omdat er
zo weinig zekerheden meer zijn".
Stemmen vragen: „zijn we eigen
lijk wel christelijk, zoals we heten,
of zijn we zomaar een praatclub?"
Het was een ontmoeting met
een groep mensen, waarvan er
dit weekeinde ruim zeventig in
Drienerlo zijn om zich met hon
derden anderen te bezinnen op
het probleem van de student
van de mens, die tijd tekort
komt in onze complexe, over-
donderende maatschappij.
Zij luisteren naar prof. Van
Peursen over het thema „me-
tijden prof. J. de Graaf (het
thema Jlere-"). Debatten en
feesten wisselen elkaar af na
het lustrumspel „Gilles de Retz"
van Ottn Dijk.
En daarna? Wat gaat de
V.C.S.B. met zijn tijd doen?
Het lustrum weet 'tl
F. DE GRAAFF
HENNY PATER
de twaalf meisjes uit Leiden en
omgeving zijn echt wel van plan
om mannequin te worden, al zien
ze allemaal wel in, dat daar heel
wat voor komt kijken. „Een kwestie
van geluk hebben", is een term die
ze veel gebruiken en Henny Pater
kan aat bevestigen: „Hoewel er veel
vraag is naar mannequins en foto
modellen, is er niet voor alle meis
jes, die een cursus hebben vol
tooid. dc zekerheid dat ze nu maar
direct als mannequin aan de slag
kunnen". Dat hangt af van een he
leboel factoren. De karaktereigen
schappen van de vrouw, die zo-
Juist mannequin is geworden, zijn
bijvoorbeeld van groot belang. Ver
der acht Henny Pater een zakelijke
LDTOPTIENLDTOPTIENLDTOPTIEN
r-
O
tn
g
i—
TJ
N3IldOiaiN3IldOICnN3I.LdO.LCn
a,
W
f?
Oh
'O
E—
Q
1 Yesterday (Paul Mc Cartney)
2 This strange effect (Dave Berry)
3 Here it comes again (Fortunes)
4 Get off of my cloud (Rolling Stones)
5 I'm gonna take you there (Dave Berry)
6 Wasted words (Motions)
7 The wellrespected man (Kinks)
8 Yesterday man (Chris Andrews)
9 StUl I'm sad (Yardblrds)
10 Zorba (Trio Hellénlque).
DE ZAAK VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
UIT
VOORRAAD
LEVERBAAR
Muziek, en
grammofoonplatenhandel
AARLEMMERSTRAAT 66
Grepen uit het Leidse muziekleven
(VII)
de ai
van Heer Hughe als orga-
nist in de Pieterskerk zijn
een aantal belangrijke uitgaven
en gebeurtenissen opgetekend
die niet verzwegen mogen wor
den.
Daarmee wordt niet allereerst
gedoeld op de ontmoeting met zijn
Haarlemse naamgenoot, collega en
broeder in het priesterschap, die in
1412 naar Leiden wordt gestuurd
„om twerc te besien tot den cleiner
oirghel", maar meer op de beschre
ven uitgave van 53 schelling en 4
duiteh die de Leidse Heer Hughe
in datzelfde jaar kreeg uitbetaald
„van den groten antiffenair te cor-
regieren". Ter verduidelijking dient
te worden vermeld dat een an-
tlfonarlum een gezengenboek is,
dat in de eredienst wordt gebruikt;
daarin staan dan lofgezangen op
getekend in tegenstelling tot het
graduale waar de wisselende en
vaste misgezangen uit worden ge
zongen.
Zou dat corrigeren van het anti-
fonarium betrekking hebben op
het invoeren van nieuwe zangwij
zen of van meei'stemmigheid? De
vermelding doet dat wel vermoeden,
te meer daar 21 Jaar later, Jjij de
benoeming van meester Jacob de
schoolmeester, melding wordt ge
maakt van „sanc ende discant" en
zoals we al zagen betekende-
dat meerstemmige muziek. De dan
benoemde magister Cantus moet
toch materiaal gehad hebben!
Naast het „grote" antifonarium
zal men dan ook wel een eenvou
diger uitgave gekend hebben voor
de doordeweekse dagen. De be
voegde instanties zorgden dus goed
voor hun bezittingen. Andere me
dedelingen over restauraties en ver
nieuwingen van dergelijke boeken
door de broeders van het klooster
Engelendael onder Leiderdorp sta
ven dit. De goed bewaarde Leidse
koorboeken (waarover later nog
iets meer gezegd zal worden hoe
ven ons dus niet zo i
Ander soort vernieuwingen ble
ken nodig aan het grote orgel. De
blaasbalg was „al open ende 'tleer
wechgeteert". Om dit te verhelpen
kocht men voor 18 schelling en 8
duiten 7 witte vellen schapenleer.
De mededeling in de kerkrekenin
gen dat ,,'t leer wechgeteert" is, is
erg opmerkelijk. Zou het orgel dan
toch uit vroeger tijden dan onge
veer 1400 stammen? Dat de leer
looiers aantreden om deskundig
de duurzaamheid van schapenleer
te beschrijven!
Met de balgen van het kleine or
gel was het ook mis. zy waren „al
vol gaten ende syn overtogen mit
scaepsleer". Twee vliegen in één
klap dus. Gheryt van Zoest heeft
beide orgels weer ln staat van
nieuw gebracht. Gysbrecht Nach-
tegail verleende zyn diensten met
het aanbrengen „van wyndysers
ant nuwe orgel".
De overwinning by Brouwersha
ven vierde men (13 januari 1426)
met „8 dage of 9 hoichtyt in der
kerken mit dienres en de mitten
organist als men doet up grote
hoichtyden". Heer Hughe kreeg
hiervoor 26 tunen die hy met de
mannen, die de blaasbalgen be
dienden, moest delen. By diezelf
de gelegenheid kreeg heer Thomas,
de „organist in Onser Vrouwen-
kerc" 18 tunen. Maar van Heer
Jacob Hongher wordt geen melding
gemaakt. Deze vicaris van het
Pancraskapittel was in die dagen
organist van de Pancraskerk. Bü
zyn dood op 25 januari 1431 word
uitvoerig op zyn vroomheid en toe-
gewydheid gewezen. Hy was gedu
rende „vele jairen" organist. En
dat niet alleen in zyn eigen kerk.
In 1398 wordt hy immers genoemd
als organist in de Pieterskerk. Het
is opmerkyik dat in die Jaren in
alle drie de parochiekerken pries
ters de organen bedienen. De ti
tel „heer" duidt nameiyk op het
priesterschap; de leken worden
hoogstens „meester" genoemd,
maar dan moeten ze wel geweldig
veel in hun mars hebben.
In de vyftiende eeuw vinden we
alleen mr. Hendrik nog vermeld
als organist in de Pieterskerk. HIJ
is dit al in 1449, maar krygt ln dat
jaar een aanstelling voor tien Ja
ren. Tydens zyn ambachtsperiode
heeft hfj o.a. de zang begeleid van
mr. Jacob Fick, die als zanger ln
de zevengetyden op 16 oktobear
1453 bevorderd word tot zangmees
ter. Hy krygt zyn benoeming ook
voor tien jaar op een salaris van
jaarlijks 20 pond. Daarvoor moet
hy met 5 of 6 c hor alen elke vry-
dag een Mis ter ere van het H.
Kruis zingen „in discant" en elke
zaterdag een Onze Lieve Vrou-
wemis en lof. Daarnaast moet hy
de kinderen onderwyzen, waarvoor
hy \Vs groot per week zal ontvan
gen van hen die dat zelf kunnen
bekostigen, terwyi het gerecht zich
garant stelt voor de armen.
Kerkzang en onderwys zyn nog
steeds nauw verbonden. Zo nauw
zelfs, dat de deken en het kapit
tel van de St. Pancraskerk op 10
augustus 1468 besluiten, dat
aangezien het kapittel te arm is
om een school te houden iedere
nieuwe kanunnik eerst geëxami
neerd zal worden, met name ln de
kerkzang, en dat wie hiervan niet
voldoende kennis biykt te bezitten,
weer naar een school gestuurd zal
worden op straffe van een salaris
vermindering van 10 pond. De al
aangenomen kannuniken moeten
vrijwillig ter schole gaan, willen zy
geen 5 of 6 pond inkomen mindear
hebben. Arme kannuniken; ze wa
ren zo trots op hun benoeming en
omdat ze geen wys konden houden,
aten ze byna droog brood.
J.13,