BM0H'
ossingen
I
■%v
Conventies
DRIE DICHTERS
m
BlMSMflCWNE
Zal de Griezelkelder voor
Leeuwarden verloren gaan?
Kom er ACHT-er
HOE
WERKT
HET
j?a{er3ag 18 december 1965
Pagina 2
Weekelndbijlage L.D. Extra
I
De oplossingen van de in de af
gelopen weken geplaatste opgaven
luiden:
Opgave Ij
Wit: Kgl, Db5, Ta3, Tel, Pa5j
pionnen b2, c4, f2, g3 en h2.
Zwart: Kc8, Dh5, Lf3, Pe5, Pf4,
pionnen a7, b7, o7, d4, g7, h7.
Zwart geeft mat in vier zetten: 1.
Dxh2t; 2. Kxh2, Pg4t; 3. Kgl,
Ph3t; 4. Kfl, Ph2 mat.
1 Opgave II:
J Wit: Kei, Pb3, Pf6. pion h6.
1 Zwart: Kh8, pionnen e2 en e5.
f Wit geeft mat in vier zetten,
f 1. Pel, e4; 2. Pxe2, e3; 3. Pf4, e2j
4. Pg6 mat.
Opgave III i
f Wit: Ke4, Tf7, pionnen d5 en h3.
f Zwart: Kh8, Tg3, pionnen a6, c6
d6. e5 en g6.
Na 1Tg3xh3 hield wit re
mise door: 2. Tf8t, Kg7; 3. Tf7t,
Kxf7 pat (of Kh6dan Th8 en
wint).
Opgave IV i
Wit: Kh4, Del. pion g4.
Zwart: Kh7, Ta6, Ta3, pionnen
b5, c6, f5 en g6.
Wit speelt en houdt remise.
1. Dh6t Kxh6 (op Kg8 houdt de
dame na Dxg6 enz. eeuwig schaak)
2. g5t, Kh of g7; en wit staat pat.
Opgave V
Wit: Kh4, Tgl, Pg4, pion h3.
Zwart: Kg7, Ta8, pionnen a7, b6,
c5, f6, h7.
Wit aanzet houdt remise.
1. Ph6t, Kxh6 (of Kh8; 2. Pf7 mat
of Kf8, Tg8t en wint). 2. Tg8, Txg8
en de witte koning staat pat.
Opgave VI:
Wit: Kgl, De3, Tdl, Pg3, pionnen
a2. b3, g2 h2.
Zwart: Kh7, Dd7, Td6, Lb7, pion
nen &7, b6, h6.
Wit aan zet offert en wint.
1. Dxh6t, Kxh6 (op Thx6 dan
Txd7 en wint).
2. Txdöt, Dxd6; 3. Pf5t en 4. Pxd6
en met twee pluspionnen is de
winst verzekerd).
Opgave VII:
Wit: Ke3, Ta6, Tdl, Pf4, pionnen
c2,2 c3, f2 g4, h4.
Zwart: Ke5, Te8, Tf7, Ld5, pion
nen b5, c6, e4. f6, g6, h7.
Wit aan zet, offerten wint
(mat in 3 zetten).
1. Ttxd5t, cxd5; 2. Pd3t exd3; 3.
f4 mat.
Opgave VIII:
Wit: Kgl, Dd6, Tdl, Tfl, Ph5,
pionnen a2, b4, e5, f2, g2, h2.
Zwart: Kg8, De2. Ta8, Tf8, Lc8,
pionnen a7, b6, e6, f7, g7, h7.
Wit aanzet wint.
1. Pf6f, gxf6 (Kh8 dan Df8 mat)
2. exf6, Dg4 (de enige zet die Dg3
kan ontzenuwen)3. Dxf8t, Kxf8; 4.
Td8 mat.
Opgave IX:
Wit: Kb2, Dd4, Tel, Pg3, pionnen
t2, b3, e4, g5, h4.
Zwart: Kg8, De7, Tc8, Pc5, pion
nen a6, b4, f7, g6, h7.
Zwart aan zet, wint.
1De5!; 2. Dxe5, Pd3t; 3.
Kbl, Txcl mat of 2. Tc4, Pd3t; 3.
K?, Dxd4 enz. wint.
Opgave X:
Wit: Kbl, Dd3, Te7, Thl, PM,
pionnen a2, b2, c2, g3, h2.
Zwart: Ka8, Df2, Tb8, Tf6, pion
nen a6, b7, f7, g6, h5.
Wit aan zet, wint (vier zetten
mat).
1. Pe7t, Ka7; 2. Dxa6t, bxad; 3.
Pbött, Ka8; 4. Ta7 mat.
De stand van de ladder na deze
opgave is: 1. P. Spierenburg 83 p.
(prijswinnaar); 2. dr. Kwee Swan
Liat 69; 3 .J. Barendse 63; 4. C. J.
Hakemulder 56; 5. J. Bonnet 54; 6.
D. Hoek 46; 7. en 8. H. Slegten-
horst en C. Willeman 31; 9. C. J.
van Harten 28; 10. W. A. P. Lince-
witz 23; 11. dr. J. A. Duiser 19; 12.,
13. en 14. dr. P. Sattler, J. van
Leeuwen en J. Bekooy 10; 15. M. v.
d. Mey 7.
m
2
MM
i
t
s
M nn
4
Bridge vraag van deze week:
Zuid gever, NZ kwetsbaar,
parenwedstrijd. Zuid heeft:
4 AB93
V 10 4
6
V B 10 9 4
Zuid past west één ruiten
noord doublet oost twee
ruiten zuid drie ruiten
west doublet noord vier
schoppen allen passen.
Stemt u in met zuids biedin
gen? Antwoord elders op
deze pagina.
Wit aan zet maakt remise.
OPLOSSINGEN:
I (J. Peckover).
1. Kc8-d8, Tb6-d6; 2. Kd8-e7,
Td6-c6; 3. Ke7-d7, Tc6-h6; 4.
Lh4-f6, Ka2-bl; 5. Kd7-e6. Th6-h5;
6. Lf6-g5, Th5-h8; 7. Lg5-d8 en
zwart rest niet anders dan weer
Th8-h5 enz.
n
Kom er ACHT-er
1. etiket op flesje zit aan de andere
kant
2. tand minder op de grond
3. ceintuurtje tandarts-assistente
4. raam groter in huis rechts
5. pijltje op plaatje aan de muur
6. knoopje meer op jas van tand
arts
7. tandarts heeft vinger minder
8. neus tandarts-assistente.
4 i i
1. Pa6-c7t, Kb5-c6; 2. Pc7-e6,
Te7xe6; 3. g6-g7, Te6-e6; 4. Kg5-f5,
Lb7-c8t; 5. Kf5-g6, Kc6-d6; 6.
Te2xe5, Kd6xe5; 7. Kg6-f7, Te6-d8;
8. g7-g8D, Lc8-e6t; 9. Kf7-e7,
Td8xg8 pat! of: 4Kc6-d6; 5.
Te2-d2t, Lb7-d5; 6. Td2xd5t,
Kd6xd5; 7. g7-g8D, Teflxg8 pat.
Antwoord op bridgevraag:
Zuids bod van drie ruiten
was uitstekend. Als noord,
na zuid passen, kwetsbaar
doubleren kan, is het zuid-
spel sterk genoeg om aan te
geven dat de manche in één
der overige kleuren zeer kans
rijk moet zijn. Niet instem
men doe ik met zuid passen
over vier schoppen; na dit
sprongbod van noord moet
slem tot de mogelijkheden
behoren. Zuid moet nog een
bod bedenken en het beste is:
vijf ruiten! Dit controle
tonende bod zou noord in
staat gesteld hebben zes
schoppen te bieden. Noord
had:
H V 10 8 7
A 6 5
<>4 3
A A H 6
Het spel kwam aan 12 tafels
voor en 12 malen werd dit
slembod gemist! Zuids op
gaven waren hier dan ook
wel érg moeilijk.
Pieter Eenoog, Mata Hari,
Dirkje Dlrks en vele andere fi
guren uit de Leeuwarder Grie
zelkelder liggen op het ogenblik
op een zolder aan het Herewalt-
je in Leeuwarden schots en
scheef door elkaar. En als ze
daar maand in maand uit moe
ten blijven, dan zal er spoedig
van de unieke inventaris uit het
merkwaardigste museum van
Friesland niet veel meer over
blijven.
„Griezelkelder" is een beetje
vreemde benaming voor hetgeen de
heer W. Th. Wierstra zoal bij el
kaar heeft gebracht, want Mata
Hari komt immers ook in de collec
tie voor en zij was helemaal niet
een figuur om van te griezelen, in
tegendeel. Maar de overgrote hoe
veelheid figuren, die nu zo doelloos
op de zolder liggen, zijn min of
meer gelijkende weergaven van
moordenaars en messetrekkers.
Mochten htm gelaatstrekken niet
precies in overeenstemming zijn
met die van de echte, maar reeds
lang overleden misdadigers, dan
werd dat wel vergoed door de sug
gestieve wijze, waarop zij eerst in
de kelder aan de Tweebaksmarkt en
later aan het Herewaltje aan het
publiek werden gepresenteerd.
GEEN PLAATS
De Leeuwarder Griezelkelder, die
een belangstelling had waarop me
nige museumdirecteur jaloers zou
kunnen zijn, is er op het ogenblik
niet meer. De poppen liggen hoog
op zolder in plaats van diep in de
kelder en van het geheimzinnige
interieur, dat de naam „Griezelkel
der" inderdaad toepasselijk maak
te, is niets meer over. Het deel van
het pand aan het Herewaltje, dat
voor dit doel werd gebruikt, kreeg
een andere bestemming en voor het
merkwaardige museum bleek geen
plaats meer te zijn. De heer Wier
stra is ziek en dat komt volgens
zijn eigen bewering vooral door de
teleurstelling, welke hij met de
Griezelkelder heeft opgedaan.
LUGUBER
REALISTISCH
In 1958 begon het zo mooi. In
een pand tegenover het Friese Mu
seum kon de heer Wierstra zijn
Griezelkelder annex Wassenbeel
den-kabinet openen. Dat „wassen
beelden" moest men niet al te let
terlijk nemen, maar in elk geval
waren het figuren van bekende
Friezen: van Mata Hari tot Pieter
Jelles Troelstra. In de Griezelkel
der kwamen dus de meer misdadi
ge typen. Men zag daar bijvoor
beeld Dirkje Dirks, die tweeëneen-
halve eeuw geleden haar beide kin
deren in een waterput verdronk.
Pieter Eenoog en Mata Hari
liggen nu op rommelzolder
In een bijzonder aardig arti
kel over de Europese kampioen
schappen te Oostende, be
schrijft de Amsterdamse top-
speler Kokkes in het november
nummer van het maandblad
Bridge (NBB) de verrichtingen
van het Rotterdamse paar Sla
venburg—K reyns.
O.a. zegt Kokkes daarin: „Om
nu te zeggen, dat ik verbluft ben
door hun foutloos spel of enor
me bied- en speltechniek, nee
dat niet. Maar het is wel fasci
nerend om te zien hoe hun te
genstanders, omdat ze op de een
of andere manier uit balans zijn
geraakt, de meest abominabele
beslissingen nemen. Het is voor
mij dan ook de vraag, wat in de
toekomst een beter resultaat zal
opleveren, het nette maar mis
schien steriele spel dat bied- en
speeltechnlsch goed verzorgd is,
of het spel, waarbij de tegen
standers voortdurend onder
druk staan en waarbij ze nooit
weten waar ze aan toe zijn.
Ik onderschrijf Kokkes' mening
ten volle, dat het een genoegen is
te zien dat dit soort bridge ook in
internationaal milieu tot groot
6ucces kan leiden. Hoewel ik erken,
dat bepaalde conventies in bridge
noodzakelijk zijn en dat de waarde
van conventies niet anders dan in
de praktijk getoetst kan worden, ik
geloof toch dat vele bridgers méér
met een teveel aan conventies wor
stelen dan er groot praktisch voor
deel van hebben. Bovendien meen
ik nog steeds en steeds méér
dat de lawines van conventies en
systemen die de laatste Jaren over
de hoofden van arme bridgespelets
zijn uitgestort, meer tot verveling
en ergernis der tegenpartij bijdra
gen dan dat zij het spelpeil omhoog
brengen. In elk geval meen ik,
dat dit conventionele, meest lang
zame en tijdrovende spel niet thuis
hoort in de vele grote en gezellige
parentoernooien die in Nederland
gespeeld worden. Voor de kam
pioenschappen van meesterklasse
en andere hoge afdelingen van de
NBB mag men natuurlijk andere
maatstaven aanleggen.
Waar wij echter wèl bij het „on
dernemende" spel van bijv. Kreyns-
Slavenburg het licht op moeten
laten schijnen is, dat deze spelers
niet „zo maar" weten, hoe zij zich
tegen vreemde en ingewikkelde
conventies teweer moeten stellen.
Hun grote ervaring in internatio
naal milieu geeft hen een snel in
zicht op de achtergronden van de
conventionele operaties hunner
tegenstanders. Slavenburg vertelde
mij bijv. in Oostende, dat hij of zijn
partner na een Ingewikkeld „Pools"
biedverloop het „dossier" (bied-
systeem) zijner tegenstanders raad
pleegde, daar precies vond wat het
bieden allemaal, betekend had
en daarna dan ook de enige uit
komst vond die het contract deed
sneuvelen! Dergelijke operaties
moesten veelvuldig verricht wor
den; niet alleen de Polen, ook de
Fransen, Italianen, Finnen, Zwe
den en diverse paren van andere
landen gebruikten gecompliceerde
conventies, waartegen men de goede
verdediging maar snel moet weten
te vinden.
Geïnspireerd, gewaagd, vlot spel
brengt bovendien alleen maar zijn
geld op, wanneer men aan de twee
de wedstrijdtafel een nevenpaar
heeft dat op zijn minst de strijd
aan die tafel in evenwicht weet te
houden. Hadden ln Oostende Boen
der—Oudshoorn en Blitzblum—
Rijke niet zo veelvuldig (zU het
minder spectaculair) goed bridge
gespeeld, dan zouden de verrich
tingen van Slavenburg—Kreyns
veel minder tot hun recht zijn ge
komen.
De vraag die insiders in de brid-
gewereld zich thans stellen is, wat
of het Nederlandse team er in de
a.s. wereldkampioenschappen te St.
Vincent (Italië) binnenkort van
terecht zal gaan brengen. In het
bijzonder vraagt men zich af, of
het „voortdurend onder druk zet
ten" de tegenstanders tot zulke
grote fouten zal gaan verleiden, als
het in Oostende deed. Mijn per
soonlijke verwachting is dat, mits
de Nederlanders zullen spelen als
in Oostende, deze stijl zowel tegen
Noord-Amerika, Argentinië en de
kampioen van ..Oceanië" (Austra
lië?) goed resultaten te zien zal
geven. Dat het gróte Italiaanse
team ervan onder de indruk zal
komen, acht ik meer dan onwaar
schijnlijk. Maar weinig supporters
zullen méér dan ik hopen, dat ik
wat deze laatste uitspraak betreft,
het bJJ het verkeerde eind zal heb
ben.
H. W. FILARSKI.
Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen
vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Bijvoegsel.
Prateneen debuut en
vrouwelijke poëzie
C. Buddingh' Zo is het dan
ook nog weer eens een keer.
A. W. Bruna. Utrecht.
Buddingh' is een dichter die
het kan, maar die verwarring
sticht als hij er over gaat pra
ten. Dat is mè opgevallen in de
bundel interviews „Wat zij be
doelen", hier de vorige week be
sproken. Ten eerste het onder
scheid dat hij maakt tussen
„ernst" en „humor". Aangeno
men dat de beide woorden ge
bruikt worden in hun juiste be
tekenis, zou men kunnen spre
ken van ernst met en ernst zon
der humor. Wil men onder
scheid maken, dan moet men
onderscheid maken tussen
„ernst" en „lol"; humor is ern
stig.
Een tweede vergissing van hem is
dat „de Nederlandse literatuur"
vindt dat iets met een grapje ge
zegd, verdacht is. Dit is een dub
bele vergissing, want als ik hem
goed volg, bestaat de NL volgens
hem uit de A'damse School met het
schoolhoofd Ed. Hoornik, hetwelk
op zijn zachtst gezegd 'n merkwaar
dige opvatting is en een bijzonder
beperkte. Hoe deze lieden staan ten
opzichte van de humor is mij on
bekend; hun onbeiezenheid is mij
goed bekend. Blijft nog de andere
hier vervatte vergissing: er is een
forse groep van lieden die men
niet het recht kan ontzeggen zich
tot de NL te rekenen, die grapjes
niet verdacht vinden en dat nog
niet eens uit hoofde van het feit
dat zij de door Buddingh' bewon-
En niet alleen haar zag men, maar
ook de waterput. Wie het deksel
van die put oplichtte stelde meteen
een mechaniekje in werking, dat
kindergehuil nabootste en zich over
de rand buigend zag hij diep in de
put de beide kindertjes. Een paar
stappen verder zag men een vrouw,
die pannekoeken bakte van deeg,
waar vergif in was gemengd en
weer even verder kon men de ge
volgen zien: een man, die krim
pend van de pijn zijn doodsstrijd
voerde. En dan was er de cel, waar
in de verstokte misdadiger de laat
ste geestelijke bijstand, die hem ge
boden werd, hoogmoedig afwees.
Boeken nuRkt
derde buitenlandse schrijvers
waar hij zich min of meer op be
roept al gelezen hadden toen
Buddingh' nog aan het ABC bezig
was, wegens het verschil in leeftijd.
Wat nu is het resultaat als
iemand tot die forse groep behoren
de, een bundel zoals „Zo is het dan
ook nog weer eens een keer" leest?
Dan reageert zo iemand met: „Ver
domd aardig. Nederlands en per
soonlijk van humoristische visie.
Maar lang niet nieuw o nee".
Jan Arends. Gedichten.
De Bezige By. Amsterdam.
Het voornaamste motief van Jan
Arends gedichten een debuut
als ik het wel heb is het eenzijn,
het deelhebben. „Ik weet/ dat ik/
van alle dingen/ ben." (blz. 15.)
is dan ook het sleutelvers waarmee
een en ander in deze kleine bun
del te openen is. In de eerste twee
verzen treedt iemand op die Halei-
ne heet. Als men dit vertaalt door
„adem", dan komt men tot het
meest persoonlijke van het mense
lijke wezen; de ademhaling. Van
een dichter die zegt „Alleen Halei-
ne/ is gebleven", kan men niet
anders dan de allerpersoonlijkste
gewaarwordingen verwachten. Dit
gevoegd bjj de hierboven aange
haalde regel, reduceert de dichter
tot iets onzichtbaars, ontastbaars
en bijna onhoorbaars. Ik vermoed
dat het de bedoeling is deze bij-
na-niet-aanwezigheid uit te druk
ken met een uiterste aan taalecono-
nie. Deze uiterste inzichzelfge-
keerdheid roept de gedachte
oosterse bezigheden zoals Yoga opt
Het resultaat is vooralsnog te i
Hielke de Jong. Op Geiy.
ke Voet met het Gras. Di
Arbeiderspers. Amsterdam.
Ook deze dichteres heeft de nel»
ging tot vereenzelviging, me
tegenstelling tot Jan Arends is z)
helder en klaar wakker. Zij heef)
de ogen vooral die wyd opel
en daarom weet zij in haar
werkelyk over te gaan in de ander»
of het andere. „Meisje", „Vertelsel"
„Spellend Kind". „Instinctief
zijn mooie voorbeelden van v
zelvigingsverzen. Een vereenzelvi
ging die, zoals ik al zei, bij Hieltt
de Jong via het oog plaats schijn!
te vinden. Haar wijze van „zien"
brengt haar tot een heel oorspron
kelijke en trefzekere beeldspraak
zodat ook haar mystische natuur
ervaringen iets bijzonder reëdi
krijgen; bijna realiteiten worden
De poëzie van Hielke de Jong heeft
het sybillische, dat maar enkela
dichteressen op kunnen brengen,
maar die dat kunnen onderschei
den zich eens en vooral en op de
enige juiste manier van de
nelijke dichters. Bij dit soort dich
teressen krijgt men het gevoel dat
niet Eva maar Lilith weieens de
stammoeder van de mensheid ge
weest zou kunnen zijn. Hielke de
Jong zal dit wel niet denken, maal
in haar vers „Sprookje" b.v.
zichzelf een prachtig in moderne
beelden gerealiseerd oerbeeld -
komt zij die opvatting toch heel
CLARA EGGINl
Met een spookachtige belichting
van de bloedende slachtoffers en
angstaanjagende geluiden die op
een band waren vastgelegd en
daarbij gevoegd de onnavolgbare
wijze, waarop de heer Wierstra de
bijpassende lugubere verhalen ver
telde werden in de kelder In
derdaad zodanige griezeleffecten
bereikt, dat de nuchterste mens
wel eens rilde.
De heer Wierstra had ook een
verzameling voorwerpen van histo
rische waarde, zoals het mes, waar
mee Eije Wijkstra in Grootegast
de vier veldwachters, die hij reeds
met zijn kogels had geraakt, af
maakte. En die hele merkwaardige
verzameling is thans ten dele ver
loren gegaan of ligt te vergaan op
de zolder. Dat is niet alleen Jam
mer voor de heer Wierstra, maar
niet minder voor Leeuwarden dat
met deze Griezelkelder een zeer
aparte attractie had, die veel be
zoekers en zelfs reporters uit bin
nen- en buitenland heeft getrok
ken. Overwogen wordt, in een an
dere ruimte de Griezelkelder op
nieuw tot stand te brengen.
de elektrische gloeilamp pas was uitgevonden,
I werden de ballonnen („peren") nog geblazen op de
I ambachtelijke wijze, zoals die bijna 20 eeuwen
I eerder was uitgevonden in Sidon(Fenicië). Produktie:
I 60 ballonnen per uur.
In deze ballonblaasmachines
worden de ballonnen in enige
etappes, uit ingedruppeld glas,
geblazen in vormen.
Een nog veel grotere produktie
(60000 ballonnen per uur) echter
bereikt de lint-blaasautomaat, openklappende
een ingewikkelde machine waarvan^
hier het grondschema is gegeven