Beat in Leiden Kerk en orgel Demons.- aanhang buiten Leiden LDTOPTIENLDTOPTIENLDTOPTIEN a r- O O Q _i w trd 2: r- b O 0 N3LLdOJ,aiN3I.LdOJ,aiN3IldOJ1ai TOPPFlt^ VCXJRRAAD Foto'sHolvast Zaterdag 11 december 1965 Pagina 4 Weekeindbijlage L.D. Exb Uitlating van Peter de Ronde, 17-jarige slag-gitarist van de Haagse Golden Ear- Rings: „We dragen ons haar nu weer wat korter, want iedere gewone Jongen heeft tegenwoordig lange haren „De Jeugd de badkuip in" Ie het devies van Noorse ondierwijsautoriteiten, die f vreselijk geschrokken zijn van i recente statistieken, waaruit l bleek dat de Noorse tieners aan het vervuilen zijn. f „The Golden Ear-Rings" f komen vanavond naar Lel- J den. In het St.-Antoniusolub- huis op de Mare organiseert de Twenty Society een beat- avond, waarop ook introdu- céee worden toegelaten. Aan vang acht uur. Een andere Haagse beat- groep speelt vanavond in de Jacobazaal van den Burcht in Leiden: „Hu and the Hlll- J tops" verzorgen daar de dansmuziek voor deze beat- f avond, die om acht uur be- gint. i Morgenavond in de Ja- i cobazaalde Amsterdamse Scamps, met als gastzanger Hans van Teyn, wiens plaatje .Droommeisje'op het ogen blik vrij bekend is. Verschenen: een aller aardigst EP-grammofoon- plaatje met Danny Kay-lied- jes. gezongen door de Leidse Sleuteltjes en de Leidse caba retier Cees van Oyen. 1 Yesterday (Paul McCartney) E-> 2 This strange effect (Dave Berry) >—3 3 Here it comes again Fortunes) 4 Get off my cloud (Rolling Stones) 3 5 I'm gonna take you there (Dave Berry) j 6 The wellrespected man (The Kinks) 13 7 Wasted words (The Motions) 8 Slrtaki uit Zorba (Trio HeUénique) 9 My generation (The Who) 5 10 Still I'm sad The Yardbyrds). Grepen uit het Leidse muziekleven (VI) huis „De Spreeuwenpot" zijn de jongelui op het beat-pad geraakt en de eerste aanbiedingen lieten zich niet lang op zich wachten. Clubhuizen, verenigingen, de Leidato en niet te vergeten de stu denten waren de voornaamste afne mers van de klanken der Keystones die hun streven naar rauwheid op heel duidelijke wijze in hun mu ziek demonstreren. Drummer Hans Tegelaar (20), basgitarist Eddy Huilenaar (19) en slaggitarist Leo Zandvliet (18 hebben de afgelopen twee maanden met Jan Nederlof de muziek verzorgd in het Leidse café „Morschpoort" op de Oude Beestenmarkt. „Het ging lekker", Fan beat-muziek had nog niemand gehoord toen zo'n zeven jaar geleden Frits Hofenk (22) de eerste schreden zette op het pad van de lichte muzeIn het Leidse Volks huis begon ondernemende Frits met het organiseren van avondjes met gitaar bandjes. Het liep goed en sedert vier jaar is hij de organisator van de zon dagse dansavond in de Kleine Burcht in Leiden. Is ze muziek en spe ciaal beatmuziek nodig hébben, komen ze bij mij", zegt Frits Hof enk, die als verkoper in een bromfiet- senhandél werkt. Hij is een beetje de centrale figuur in het Leidse beat-leven: hij bemiddelt tussen ho- reca-bedrijven, particulie ren en verenigingen en de bandjes, die Leiden telt. Over het peil van de Leid se bands is hij niet en thousiast. ,Ms er werke lijk een belangrijke beat- avond moet worden geor ganiseerd, ben je aange wezen op bands uit Den Haag of Utrecht". Dat is voor Frits Hof enk geen be- zwcar, want ook daar heeft h\j zijn contacten. „Er komt in dit vak heel wat politiek om de hoek kijken", vertelt de jonge verkoper, die sedert enige tijd in Den Haag woont. „Vooral als jonge groep is het heel moeilijk om er een beetje in te raken. Zo lang ze je naam niet ken nen, moet het publiek je niet. Kom je er wat beter in, wees dan heel voorzich tig", adviseert Frits. „Maak bijvoorbeeld nooit een grammofoonplaatje. Het staat van te voren vast dat dat toch niet goed wordt verkocht, je houdt er een slechte reputatie aan over en je bent met handen en voeten gebon den aan de platenmaat schappij". bevriezen" heet dat in vaktermen en Frits Hofenk kan nog heel wat meer vertellen over de achtergronden van de keiharde platenbusi- ness. Over zijn eigen beat- avonden is hij best te spre ken. „We hebben altijd volop medewerking gehad van gemeente en politie", vertelt Frits, maar daar heeft hijzelf behoorlijk toe bijgedragen door een se lectie toe te passen en alle wanordelijkheden „dat heb je zó met opzwepende muziek, wat biertjes en niet te vergeten: meisjes" met straffe hand te voorkomen. ,\Zeven jaar geleden haalde ik de Jum ping naar het Leidse Volkshuis", lacht Frits. Zegge en schrijve zeven tig gulden kostte me dat. Moet je nu eens probe ren Vervolg van pagina 3 FRITS HOFENK Voor beat komen ze bij mij „Rauw zijn". Dat is het stre ven van de Keystones een hele jonge Leidse beatgroep, die vooral de laatste maanden sterk in de belangstelling is komen te staan. Leider Jan Nederlof achttien, het haar tot op de schouders is een unieke figuur in de Leidse beat-wereld: hij heeft het be hartigen van de belangen van zijn beatgroep tot zijn dagtaak gemaakt. Jan Nederlof is de solo-gitarist van The Keystones. Het gitaarspe len is hem met de paplepel inge goten want muziekleraar J. Neder lof nu manager van de Keysto nes heeft zoonlief al vroeg ver trouwd gemaakt met de grepen. Rauwheid „Rauw zijn is iets, waar vooral de Leidse groepen niet veel aan doen", vertelt de wat schuchtere Jan, die naast goede muziek de presentatie erg belangrijk vindt. Daarom gaat hij met zijn groep in het bijzonder die presentatie nog eens doorne men. De Keystones begonnen in hun huidige samenstelling in januari van dit jaar aan hun repertoire te bouwen. Via het club- vindt Jan, die in de muziek wil doorgaan. Beroepsmusicus worden (gitaar en drum) is zijn ideaal, maar vader Nederlof houdt op het ogenblik de teugels nog strak in handen. „De jongens konden bij voorbeeld een contract in Duits land sluiten, maar daarvoor vind ik ze nog te jong is zijn bezadigde visie. Favoriete bands van de Key stones: Rolling Stones en Pretty Things, favoriet optreden: voor de studenten. Geeuwende Jan: „We hebben tot vannacht drie uur nog voor de studenten gespeeld. Erg leuk". Na twee maanden onderbre king gaan de Keystones waar schijnlijk volgende maand weer in „Morschpoort" spelen. THE DEMONS grote liefde de muziek heel wat van zijn aanvankelijke schuch terheid verliest. In 1964 wonnen de Demons in Katwijk een talenten jacht van Radio Veronica. Dat le verde een finale plaats op in de landelijke talentenjacht in Zwijn- drecht, waar de Demons zevende werden. Nog steeds speelden de Demons zonder zanger. Pas in ok tober 1964 ontmoetten zij Hans van der Velde, die onder de naam Damsy Fallonce zijn intrede bij de band deed. Via een optreden in Amsterdam en Uitgeest raakten de vijf Leidse jongens in contact met het „Bureau Nederland", een thea teragentschap waarbij onder meer Willy Alberty en Johnny Kendall and The Heralds werkzaam zijn. Met dat bureau traden „The De mons" enkele maanden op in het noorden van Nederland. Pwmer- end, Groningen, Sappemeer en an dere noordelijke plaatsen waren af nemers van de Demon-muziek en ze hebben er veel plezier beleefd, de vijf rustige Leidse jongens, die alle maal van plan zijn het ver te schoppen in de muziek. Dit najaar speelden The Demons een maand in „Les Galeries" in Scheveningen. Dat was een van de contacten van manager Frans Veer en een 20- jarige tekenaar, die van plan is de Demons een heel eind vooruit te brengen. Zo heeft hij plannen om volgend jaar een maand in Duits land te gaan spelen. The Demons werken op het ogenblik aan een versteviging van hun positie in Lei den. Daartoe zijn zij in contact ge treden met de heer A. A. Tibboel, die ze laat optreden in zijn dancing in de Jacobazaal. Advertentie AUe -O. JLiMl-kJ LEVERBAAR DE ZAAK VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN |-jA HfilPriK jrammofoonplatenhandel V V I IV/l\/lll\ HAARLEMMERSTRAAT 66 Bij „The Demons" een bijna drie jaar oude Leidse beatgroep doet zich een al eerder gesignaleerd verschijn sel voor de vijf (jonge) leden van deze groep hebben meer aanhangers en bekendheid buiten dan in Leiden. En dat, terwijl ,The Demons' zich wat betreft muzikaliteit en instru- mentbeheersing kunnen rang schikken bij de beste Neder landse beat-groepen. Dat is voor een niet gering deel te danken aan het enthousiasme, waarmee niet alleen leider-sologita rist Realdo Jessurun (19, student), maar ook zijn mede-musici Rudy Jessurun (17), Hans van der Velde (17), Gerard Spong (19) en Sjoerd Postma, zich op hu* muziek wer pen. „Ik heb wel nachten zitten repeteren, soms tot het licht werd", vertelt Realdo Jessurun, die bijzon der vastomlijnde ideeën over de muziek van zijn groep heeft. Eén daarvan is: zo weinig mogelijk truc-effecten. Een ander: show is goed, als het maar spontaan is. De bewondering voor het perfectionis me van de Engelse Shadows is een andere oorzaak voor de technisch sterke Demon-muziek. Radio's In januari 1963 begonnen vier Demons met een paar oude gitaren en radio's de eerste tien num mers in te studeren. „We speelden overal waar we terecht konden", weet Realdo, die pratend over zijn y-w- ET wordt zo langzamerhand tijd eens aandacht te gaan be- f-Ê steden aan het instrument, dat wij vrijwel onmiddellijk aan het begrip „kerkgebouw" vastkoppelen, nl. het orgel. Bij de artikelen over Cornelis Schuyt werd er zonder nadere berichtgeving over orgels en orgelbespelingen gepraat en er werd een gravure afgedrukt waarop de orgelmaagd Caecilia stond afgebeeld terwijl zij op het portatief meespeelde b\j de uitvoering van de zesstemmi ge compositie „Domine fiant anima mea". Zo'n portatief is de schakel geweest tussen de Pansfluit en ons orgel. Uit het portatief heeft zich ons orgel namelijk ontwikkeld. Hoewel weinig gegevens daarover bekend zijn, is het zeer waarschijn- v lijk dat het positief een porta- geiden X» tief was, zoals het woord aangeeft, een verplaatsbaar positief het a "vSl belangrijkste instrument in de ere- tenminste. De ontwikkeling van positief tot groot orgel kent ver- - schillende stadia: de orgelbouw kende oorspronkelijk het register- J systeem niet. Elke toets stond in -E verbinding met één pijp. Later breidde men het aantal pijpen per toets uit om naast de zogenaamde grondtoon ook de boventonen te kunnen horen. Maar ongelimiteerde uitbreiding van het aantal pijpen was in dit systeem onmogelijk, om dat dan het portatief niet meer verplaatsbaar zou zijn. Daarnaast meende men zich te moeten hou den aan de zo genoemde „starre mesuur", d.wz. de doorsnee van alle pijpen moest gelijk zijn. Daardoor kon men de pijpen niet al te ver naar beneden of naar boven uit- bouwen, omdat in dat geval de lange pijpen te smal en de kortere pijpen te breed zouden worden. Misschien heeft dit laatste we! aanleiding gegeven om de oplossing te gaan zoeken in uitbreiding van het aantal klavieren. Het baskla- vier of „clavier de tenuer" stond in verbinding met de grote pijpen terwijl dat er boven gebouwde oor spronkelijke speeltafel de hoge tonen uit de .vele) kleine pijpen kon laten klinken. In de eerste helft van de 15de eeuw worden drie soorten pijpen vermeld, n.l. de „borduni", de „na- turales" en de „supernaturales" respectievelijk voor de bastonen, de algemeen gebruikte en de boven tonen. Tegen de helft van die eeuw kende het orgel ook registers, waar door series pijpen afzonderlijk of gecombineerd gebruikt konden gaan worden. Wanneer die twee speeltafels tot één zijn samengebracht mag men pas van het „grote orgel" spreken. Dat men dan te maken heeft met een geweldige mengeling van klankmogelijkheden zal duidelijk zijn. Deze omvangrijke mixtuur wordt „blockwerk" of ook wel „staend principael" genoemd. Naast ddt blocwerk vindt men soms ook de naam „rugwerk" ver meld. Daarmee is dan het kleine orgel bedoeld dat in een aparte kast vóór het grote orgel was aange bracht met een eigen pijpwerk, een los van het grote orgel staande windla en een eigen speeltafel, dat omwille van het gemak gewoonlijk onder die van het grote orgel was geplaatst. Zo'n rugwerk was mees tal een kopie van het positief. Ge woonlijk bezat het prestanten en een paar fluiten. Wanneer het rug werk in het algemetn werd aan gebracht is een open vraag. Dat Leidens hoofdkerk zo'n rugwerk bezat is een door de achterwacht aangegeven feit. De kerkmeesters van de Delftse Hyppolituskerk geven op 4 augustus 1455 opdracht aan Ja cob van Bilsteyn om een orgel te bouwen „na manyren ende for- men als dat werck tot Leyden is tot sinte Pieters ende alsoe goet van geluyde wesende als tutrecht is in den doem tsinte martiins, beter ende niet arg- her". Dat is duidelijke taal van de magistraat. Aan het geluid van 't Pieterskerkorgel ontbrak kennelijk nogal wat! maar de toevoeging dat het nieuw te bouwen Delftse orgel moest hebben „sestien voeten ende dairin een posetyff van vier voe ten met dryerhande geluyt" geeft de Leidenaren toch weer moed! Misse". Een vaste aanstellü schijnt die Danieel niet gehad 1 hebben. In 1402 wordt hij tenmii| ste niet meer als organist genoem Hij schijnt verdrongen te door meester Claes Boerken. scepen ende rade der stede Leyden doen" in dat jaar tenn ste „cond ende kenlic alle ludei dat zij met Meester Claes tot c eenstemming zijn gekomen dat 1 „sel bewaren onse vuercloc, ghewoonlic is; voert en sel hi I waren die orghel tot sinte Pietë tot sulke hoochtide na custume c heylighe Kercke". Hoewel het helemaal duidelijk is hoe dit klaard moet worden met dere mededeling dat „meester lem dit jaar om godswille up i orghel ghespeelt" heeft, voorlopig willen aannemen dat aantal organisten in dienst i die afwisselend het orgel bespi den, maar dat aan de hoofdi nist in dit geval mr. Claes I ken het recht toekwam kerkelijke hoogfeesten het orgel bespelen. Volgens contract kreeg deze i Claes „van der stede weghen en twintich pont payments" i van de „goodshuusmeestren twie en twintich pont payment per kwartaal voor telkens 1/4 te betalen. Daarenboven verzekerd zijn van een tuum op de avond vóór „also lange als hl waert". Dit laatste zou tot 1407 duren. In deze hij alle poorters van ten, maar ook alle lasten dragen" die een poorter sculdich is te ghebruken' enboven was hij vrij van van wuerghelde ende ghelde". In 1407 heeft elders betere kunnen vinden. Hij wordt Pieterskerk opgevolgd doi Hughe, die het orgel I „des godshuys oirbair". Zij is aanmerkelijk lager dan Dit is een recente foto van de Haagse Golden Bar- Rings tijdens een repetitie. iiiiiiiiiiiiiiimniiiiiiiiiiiiiimnnHiiiiniiiiiiiiiiiiiiimiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiii! Deze steeds bekender wor dende groep komt vanavond op uitnodiging van de Twenty Sociëteit naar het Antonius Clubhuis in Leiden. Enkele we ken geleden verscheen de eer ste langspeelplaat van deze groep, onder de naam 'just Earrings Wanneer ons orgel gebouwd werd is niet bekend, maar dat moet in elk geval vóór 1400 zijn geweest. Uit mededelingen over de Pancras- kerk weten we dat er een orgel was in 1389. Gezien de lokale omstan digheden is het niet waarschijnlijk, dat de hoofdkerk achter lag bij de kerk in het Hogeland, maar de mededeling van de vroegere Leidse gemeente-archivaris dr. J. C. van Overvoorde (gedaan in de bijdra gen tot de geschiedenis van het Bisdom van Haarlem) als zou uit het cartularium van het kapittel van St.-Pancras blijken dat de kerk in 1353 al een orgel bezat, lijkt meer op chauvinistische dan op historische gronden gedaan. De eerste tot nu toe bekend ge worden organist in de Pieterskerk was de heer Jacob Hongher. Zijn naam wordt gemeld in 1398. Na Pasen 1400 is Daneel Wt den Waerde zijn opvolger. Hij ontvangt aan het eind van dat jaar tenmin ste 4 pond, 4 sch(elling) omdat „hi ghespeelt heeft op die grote orghe- len" en 4 pond 6 schellingen en 4 duiten voor het spelen „op die clene orghelen". Daarenboven nog 20 schellingen voor het spelen „van alle saterdaghe in Onser Vrouwen zyn voorganger. Het feit di evenals de eerste organist was, zal daar niet vrei weest zyn, maar 16 totaal 50 pond nog al veel! Heer Hughe vond kennelijk allemaal voldoende, blijft tenminste zeker 20 jaar orgel bedienen „des godshuys bair". J. L het pond wae verdeeld ln duit, zodat 4 duiten een waarde ongeveer 2 cent representeert. scote (grond) belasting.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 12