„MOORD IS KINDERSPEL"
LEIDSCH DAGBLAD ZATERDAG 4 DECEMBER 1965
DAGELIJKS VERVOLGVERHAAL
Oorspronkelijke detective-roman
door AGATHA CHRISTIE
i 53>
„Absoluut. Ik ben ervan overtuigd
dat Ellsworthy een gevaarlyke
1 krankzinnige is".
„Ik beb niet bijzonder veel aan-
dacht aan de man geschonken. Maar
ik zou wel zeggen dat hij misschien
een abnormaal type is".
„Ik zou heel wat verder willen
gaan", zei Luke op grimmige toon.
q „Gelooft u werkelijk dat die Ri-
Hvers vermoord is?"
„Ja. Hebt u die zandkorrels in de
opgemerkt?"
Dokter Thomas knikte,
j. „Ik heb erop gelet na uw verkla
ring. En ik moet zeggen dat u ge
lijk had".
„Dat maakt toch duidelijk, niet-
dat het ongeluk gefingeerd
was en dat de man is gedood door
(een klap met een zandzak of in
ieder geval daarmee bewusteloos is
geslagen".
„Dat hoeft niet".
„Wat bedoelt u?"
Dokter Thomas leunde achterover
en plaatste zijn vingertoppen tegen
jelkaar.
„Stel u voor dat die Rivers in de
van de dag in een zandkuil
heeft gelegen daarvan zijn er
aardig wat, hier in de buurt. Dat
kunnen verklaren waarom er
zand konels in zijn haar zitten".
„Man, ik zeg je dat hij vermoord
is!"
„Dat kunt u mij nu wel vertel
en", zei dokter Thomas droogjes,
„maar daarom is het nog geen feit".
Luke bedwong zijn ergernis.
„U gelooft vast geen woord van
wat ik u vertel".
Dokter Thomas glimlachte, vrien
delijk, maar een beetje uit de hoog
te.
„(J moet toegeven, meneer Fitz-
wüliam, dat het een vrij onwaar
schijnlijk verhaal is. U beweert dat
deze maii Ellsworthy, een dienst
meisje, een kleine jongen, een dron-
kroeghouder en ten slotte deze
Itivers vermoord heeft".
„Gelooft u het niet?"
Dokter Thomas haalde de schou-
ders op.
„Ik weet iets van het geval van
Humbleby. Het komt mij volslagen
voor dat Ellsworthy zijn
e. dood neefr veroorzaakt, en ik zie echt
«^iiet in dat u enige bewijzen hebt
Iplat hij dit inderdaad gedaan heeft".
„Ik weet niet hoe hij het klaarge-
ispeeid heeft." bekend Luke, „maar
Ïit klopt allemaal met dat verhaal
in juffrouw Pinkerton".
„En dan beweert u verder dat
lsworthy haar gevolgd is naar
j^jonden en haar heeft overreden met
een auto. Ook hiervoor hebt u geen
a schijn van bewijs.
Het is allemaal nou fanta
sie!"
Luke zei op scherpe toon: „Nu ik
Ieet waar ik aan toe ben. zal ik
el zorgen dat ik de bewijzen in
anden krijg. Morgen ga ik naar
jLonden om een oude vriend van
Trfnij op te zoeken. Ik heb een paar
;paldogen geleden in de krant gelezen
^at hij tot adjunct-commissaris van
politie is benoemd. Hij kent mij, en
K£?zal wel luisteren naar wat ik te ver-
{tellen heb. Van één ding ben ik ze-
ker: hij zal een grondig onderzoek
^^elasten in deze hele zaak".
wlJ Dokter Thomas streek peinzen?
"langs zijn kin.
-Nou dat zou ongetwijfeld heel
zijn. Als blijkt dat u
zich vergist hebt
ee, Luke viel hem in de rede.
dm ..U gelooft beslist geen woord van
tlles?"
„Massamoord?" Dokter Thomas
®jtrok zijn wenkbrauwen op. „Eerlijk
meer Fitzwilliam, ik geloof
;waer niets van Het is te fantastisch".
„Fantastisch misschien wel. Maar
uhet klopt allemaal. U zult moeten
dat het klopt. Wanneer u
ten minste het verhaal van juffrouw
Pinkerton als juist aanvaardt".
Dokter Thomas schudde het hoofd.
Er plooid-; zich een flauw glimlach
je om zijn lippen.
„Als u sommige van die oude
vrijsters zo goed kende als ik zei
hij zacht.
Luke stond op, terwijl hij probeer
de zyn ergernis te bedwingen.
„U hebt in ieder geval een toe
passelijke naam," zei hij. „Als er ooit
een ongelovige Thomas geweest is,
dan bent u het wel!"
Dokter Thomas antwoordde goed
moedig: „Geef mij een paar bewij
zen, beste kerel. Dat is alles wat ik
vraag. Niet enkel maar een melo
dramatisch, onsamenhangend i
haal gebaseerd op wat een oude da
me zich verbeeldde te hebben ge-
„Wat oude dames zich verbeelden
te zien is heel dikwijls waar. Mijn
tante Mildred leverde daar beslist
een griezelig goed voorbeeld van. Heb
u zelf geen tantes, Thomas?"
„Nou eh nee".
„Dat is fout!" zei Luke. „Ieder
een behoort tantes te hebben. Zij
illustreren de overwinning van
veronderstelling op de logica, 't Is j
voor tantes weggelegd te weten
meneer A. een schoft is, omdat hij
lijkt op een oneerlijke butler die zij
eens gehad hebben. Andere mer
zeggen heel verstandig dat een a
tenswaardig man als meneer A. geen
misdadiger zou kunnen zijn. De i
de dames krygen menige keer
gelyk"
Dokter Thomas glimlachte weer,
heel uit de hoogte.
Luke zei, terwijl hij zijn ergernis
opnieuw voelde opkomen:
„Beseft u dan niet dat ik zelf
politieman ben? Ik ben geen vol
slagen amateur".
Dokter Thomas glimlachte en zei:
„Ja, in de Mayang Straits".
„Zelfs in de Mayang Straits is
een misdaad een misdaad".
„Natuurlijk natuurlijk".
Luke verliet de spreekkamer 1
dokter Thomas in een toestand 1
onderdrukte geprikkeldheid.
Hy ging weer naar Bridget, die
vroeg: „En hoe ging het?"
„Hy geloofde my niet", zei Luke,
„wat, als je het goed nagaat, hele
maal niet zo verwonderlyk is.
Het is een fantastisch verhaal,
waarvoor geen bewyzen zyn. Dok
ter Thomas is niet de soort man
'3 morgens voor het ontbyt zes
mogelyke dingen gelooft".
„Zal iemand je geloven?"
„Waarschyniyk niet, maar
ik morgen Billy Bones te pakken
kryg, gebeurt er wel iets. Zy zul
len onze langharige vriend Ellswor
thy in de gaten houden, en op den
duur moeten zy wel iets ondekken".
Bridget zei peinzend: „Wy komen
nu wel erg openlyk voor de dag,
niet?"
„Dat moeten wy wel doen. wy
kunnen wy kunnen gewoon niet
toelaten dat er nog meer moorden
gebeuren".
Bridget huiverde.
„Wees in godsnaam voorzichtig,
Luke"
„Ik ben heus wel voorzichtig. Ik
kom niet in de buurt van hekken
met ananassen erop, vermyd het
eenzame bos by het vallen van
avond, kyk uit wat ik eet en drink.
Ik ken alle foefjes".
„Het is afschuwelyk te voelen dat
iemand erop uit is je te verm<
den".
„Zolang ze Jou maar met rust
laten, lieveling".
„Dat zullen zy misschien niet
doen".
„Ik geloof van wel. maar ik ben
niet van plan enig risico tenemen!
(Wordt vervolgd;
(Advertentie)
VOOR BABY'S HUIDJE
Verkeerd
verbonden
(Van onze A'damse correspondent)
Kamerzoekende meisjes in Am
sterdam worden op het ogenblik las
tig gevallen door een „telefoongluur
der". De man pluist iedere avond de
kleine advertenties in de kranten na,
waarin meisjes een kamer vragen.
Wanneer er een telefoonnummer
bystaat, belt hy op. Terwyi hy zich
uitgeeft voor de bekende zenuwarts
en sexuoloog dr. C. van Emde Boes,
doet hy hen onder het verkopen van
allerlei smerige praatjes onoorbare
voorstellen. Een van de slachtoffers
van de „telefoongluurder", was het j
liberale kamerlid mevr. Haya van
Sorneren-Downer. Zy zocht een ka
mer voor een huisgenote. Toen zy
de man aan de lyn kreeg, was het
met zyn smerigheden echter gauw
gedaan. Mevr. Van Someren is een
kennis van de heer Van Emde Boes.
Toen zy in de stem van de „gluur
der", die van de zenuwarts niet her
kende, vroeg zy hem dan ook de
naam van de oudste zoon van de
arts te noemen. De man legde hier
op haastig de hoorn neer. Dr. Van
Emde Boes heeft zich inmiddels tot
de justitie gewend, omdat hy veel
overlast ondervindt van de activitei
ten van de „telefoongluurder". Na
speuringen hebben echter nog geen
resultaat gehad.
Marinierskapel
verrast met lyra
De Kon. Landmacht heeft gister
morgen het korps Mariniers ter
gelegenheid van het 300-jarig be
staan van dit korps, een lyra, een
kostbaar muziekinstrument aange
boden, bestemd voor de Mariniers-
kapel. Een lyra is in feite een draag
bare xylofoon.
Het cadeau werd in de Van Ghent
kazerne in Rotterdam door bevel
hebber van de landstrydkrachten,
luitenant-generaal F. van der Veen,
overgedragen aan de commandant
van het korps mariniers, generaal -
majoor J. G. M. Nass. Een honderd
man sterke delegatie van de Land
macht, samengesteld uit vertegen
woordigers van diverse onderdelen
die in het verleden samen met de
Mariniers in actie zyn geweest, was
by de overdracht aanwezig.
De Marinierskapel heeft de aan
winst onmiddellijk in gebruik ge
nomen.
AUTOMOBIELBEDRIJF
HOUTWEG 7-8 DEN HAAG
(bij 't Malieveld)
TEL. 18.21.43
PANDA EN DE MEESTER-MACHIN1ST
5286. De mogol wees trots o"p een grote loods met allerlei
spoor materiaal. „Alsjeblieft, wat zeggen jullie daarvan?" vroeg hij.
„Is het geen aardige verzameling? Kijk, rails en dwarsliggers ge
noeg om het net nog wat uit te breiden! En daar allerlei seinen,
netjes in de verf en zo. Maar het meest in mijn schik ben ik toch
met de treinstellen."
„Keurig, keurig", prees de kok en ook de meester toonde zich
zeer voldaan. „Wat je noemt modelmaterieel", sprak hij. „Er ont
breekt geen boutje aan!"
Maar Panda keek bedenkelijk.
,JIee hier klopt iets niet!" zei hij, naar een der rijtuigen
toelopend. „Kijk eens wat hier op de zijkant heeft gestaan! Dit zijn
de verdwenen treinen van de Ori-lijn!"
Deze ontdekking bracht de mogol duidelijk in verlegenheid.
„Eh tja sprak hij met een gemaakt lachje. ,X>at zit zo.
Ik had net niet genoeg geld om ze te kunnen kopen, maar ik was
het eerlijk van plan en zo Ik wachtte op geld, zie je?"
„En toen hebt u ze zeker maar vast genomen", vulde de conduc
teur streng aan. „Als u maar weet dat u alles netjes terug hoort te
geven!"
Deze woorden maakten Ikke Ben Rasweg geheel van streek.
„O nee! Geen denken aan!" riep hij gekweld. „Ik wil best be
talen, ik wil er goed voor betalen, maar aan teruggeven begin ik
niet! Je kunt alles van me krijgen, maar niet die treinen!"
„Goed", besloot de bewaker. „Ik ga toch terug naar huis. „Geef
me dan het geld maar mee".
De mogol maakte een uitnodigend gebaar naar de goudwagon.
„Neem maar!" riep hij gul. „Het geld ligt klaar!"
Posities Nederlandse
RECHTER TIE EN HET GEHEIM VAN HET LANDHUIS
35. Rechter Tie trekt aan zijn snor, hij schijnt het moeilijk te
vinden Tsjiao Tai's vraag duidelijk te beantwoorden. „Och", zegt
hij dan langzaam, „die veertig man cavalerie zijn alleen maar een
soort voorzorgsmaatregel, zie je. Op grond van een zeer vage theo
rie die ik aan het ontwikkelen ben O ja, als je op de wachtpost
bent, dan moet je de sergeant ook eens vragen, of de man en de
vrouw die we in het bos hebben ontmoet, de roofoverval hebben
gerapporteerd, en of hij die bandieten heeft kunnen oppakken."
De rechter wil zijn kap opzetten, maar bedenkt nog op tijd dat hij
ziek is en dadelijk naar bed moet. Hij zegt: „Het geheim van het
landhuis begint tenminste wat meer vaste vormen te krijgen.
schepen
Tsjiao Tai! We weten nu tenminste dat hier een wrede moord
is gepleegd en dat men, om die misdaad geheim te houden, er niet
voor terugschrikt een tweede moord te begaan: als bewezen door de
mislukte aanslag op mij. Zorg er voor dat je vóór de avondrijst
terug bent, want ik denk zo, dat er vanavond wel het een en ander
gebeuren zal hier. Yie was er wel erg op gebrand, dat we heden
ochtend zouden vertrekken! Nee, er is geen tijd voor verdere uit-
leg!" Tsjiao Tai heeft het beste paard uit de stal gehaald en nu
galoppeert hij door het verlaten land De beelden van hetgeen
dat hij zo juist op het landhuis heeft meegemaakt, flitsen door zijn
geest en plotseling zegt hij, bijna verheugd, hardop: Vanavond
gaan we er dus op los!"
Fok zullen geven", zei de burgemeester, en dat was het nu juist,
waarom de waard zo huilde.
„Eerlijk ik zou alle rijksdaalderknopen hebben terugge
geven," verzekerde hij snikkend en stamelend. „Maar ik wilde zo
graag winnen en vorig jaar heeft Sietskes van Jelles gewon
nen en het jaar daarvoor Jupkes van Afke Klipkes ik
wilde zo graag dat het dit jaar Gortelaar van Ouwe Gortelaar zou
zijn, die de beker kreeg."
„Je snode opzet is mislukt", zei de burgemeester. „Dank zij Bram
zullen we in Dollekedam weer broek en stand kunnen ophouden.
Waar zijn de knopen?"
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK
385. Het was een ogenblik van zeer grote spanning. Ieder voelde,
dat men voor geweldige onthullingen stond. En ieder ivist, dat
Bram inderdaad in de waard Gortelaar de dief van de rijksdaalder-
knopen had ontmaskerd, toen Bram de muts omlaag trok en de
twee gaten van het gevreesde masker zichtbaar werden.
Drie dingen gebeurden tegelijkertijd.
De burgemeester arresteerde de ivaard, de ivaard barstte in
tranen uit en Bram trok zijn broek weer op om in dit grote moment
waardig voor de dag te komen.
„Je begrijpt, dat we nu de beker voor de eerste prijs aan Bram