Gé Hofenk Misstanden in het kerkkoor „Geen tijd om te dansen om naar t.v. te kijken.. TOPPERS IN HET TEKEN YAN DE SCHAATSSPORT Twee jaar Geen tijd N3IId01QlN3iId0J,CnN3I.Ld0I.Cn Weekeindbijlage L.D. Extra Willie Burgmeijer is een 18-jarig meisje. Zij is 1.65 meter „groot", lieeft donker haar en blauwe ogen, die spontaan lachend de wereld inkijken. Kortom, zij is een gewoon meisje met mulo A en middenstandsdiploma zoals vele andere. Toch verschilt zij van haar leeftijdsgenootjes. Zomer of winter, Willie Burgmeijer denkt aan schaat senrijden. Slechts twee maanden per jaar (maart en april) is dat Inliet het geval. Dan staat haar doen en laten niet in het teken van I de gladde ijzers". Tien maanden per jaar is dat wel het geval. Dan doet en laat „vergeet dat vooral niet, want dat is vaak het moeilijk ste het Nieuwveense meisje er alles voor. Dan traint pij dat de stukken eraf vliegen, gaat vroeg (omstreeks tien uur) naar bed en laat zich bijna niet meer op feestjes en dansavon den zien. Dan laat zij haar fa voriete sterren Cliff Richard, Adamo en de Rolling Stones )oor wat zij zijn Willie Burgmeijer volgt dit le venspatroon al enige jaren. Zij wil ihet voorlopig („ten minste twee jaar ook nog blijven doen. Waarom? Met grote beslistheid ver- -door: Peter Omvlee telt zy het. „Ik schaats graag. Vooral nu ik in Nederland een beetje ga meetellen en ook deel uitmaak van de nationale selectie- groep. En. natuurlijk hoop je al tijd dat er een reisje naar het buitenland voor je inzit. Verleden jaar had ik dat gelukje. Toen ging ik met de Nederlandse damesploeg naar Noorwegen «Fagerness». Het was 'n heerlijke tijd. Ik wil dit jaar dolgraag weer In de meeste gezinnen wordt vanavond het Sinter klaasfeest gevierd en het aantal activiteiten voor de Leidse jeugd is vanavond dan ook zeer gering. In het jeugd- ontmoetingscentrum „In den Moriaen" wordt 'n rijnavond gehouden. René and his Alligators een in Leiden zeer beken de Haagse beat-groep tre den morgenavond op in de grote zaal van De Burcht in Leiden. René presen teert die avond voor het eerst zijn „floorshow" en brengt verder het zangeresje Nancy Bay mee. Aanvang acht uur. Het jeugdontmoetings- centrum Rehoboth uit Leiden heeft van de YMCA een uit nodiging ontvangen om met enkele jongelui deel te nemen aan een tienerkamp dat ko mende zomer in Sta vanger Noorwegen wordt gehou den. Kosten f 500 per persoon, waarvan f 200 door de rege ring wordt gesubsidieerd. Discopromenadeconcert betekent: luisteren naar klas sieke grammofoonplaten in ongedwongen sfeer. Dat kan morgenmiddag om half twee in het gebouw „Rehoboth" aan het Rapenburg in Lei den. Er bestaat voor deze vorm van concerteren een toenemende belangstelling. Pas twee jaar geleden begon Wil lie Burgmeijer „serieus" met schaatsenrijden. Zij werd hiertoe aangespoord door de op het ogen blik in Noorwegen wonende streek genoot Cees Jan Kroon. De op mars van het Nieuwveense sterrretje ging bijzonder snel. Het eerste jaar eindigde zy tijdens de Nederlandse kampioenschappen op de zevende plaats en verleden jaar rukte zij naar de vierde plaats op. terwijl zij bij de jeugd tot en met 17 jaar de titel veroverde. „Dit sei zoen moet ik bij de eerste drie kun nen eindigen. Maai- ja, je weet het nooit Veel tijd voor andere dingen blijft er niet over. „Ik heb een heel druk bezet programma", vertelt Wil lie Burgmeijer lachend. Van 's och tends zeven uur af ben ik tot 's avonds zes uur constant bezig. Het begint met de reis van Nieuw- veen naar Uithoorn, dan komt het kantoorwerk. In de twee uur du rende pauze kan ik juist myn con ditietraining op het VDO-terrein doen zonder te laat op de zaak te rug te zijn. Ook 's avonds blijft er bijna geen minuut over. Wan neer alles dan meezit, kan ik vier maal in de week op de Amsterdam se Jaap Edenbaan trainen en één keer naar de cursus steno. De tyd, die dan nog overblijft heb ik no dig voor huiswerk Öe aanwezigheid van een kerkkoor, dat ex professo op vastgestelde tijden da gelijks de liturgische plechtig heden kon opluisteren, vereist een toeziend lichaam, dat én overwicht op de zangers moet hebben om garant te kunnen staan voor de stipte uitvoering van de aangegane verplichtin gen én in de gelegenheid gesteld moet worden om gelden te behe ren, waarmee de uitvoerenden in hun levensonderhoud moeten kunnen voorzien. Dank zij de vrijgevigheid van wel gestelde parochianen was dat laat ste wel mogelijk. Op 4 december 1363 bezegelt Dirk van der Does als schout van Voorschoten een brief waarin de verkoop van ren ten op een huis in dat dorp door Claes Witte worden verkocht ten bate van de kerk van St.-Pieter. Dank zy 174 ons nagelaten brie ven kunnen we tot 1472 tamelijk nauwkeurig de financiële basis van de kerkzangers volgen. De mate riële zorg was dus wel te dragen, maar de morele plicht van de zan gers om niets anders te doen dan de Heer te dienen, blijkt zo nu en dan wel eens overschreeuwd te zijn. Het gezegde, dat de duivel op het zangkoor resideert, is dus niet van recente datum. Om gerezen misstanden uit de weg te kunnen ruimen probeerde men in de vijftiende eeuw van buitenaf een oplossing te vinden. Her en der in het land worden dan leken genoemd als „zevenge- tijdenmeesters" of „procurator van de zeven getijden". Zo ook in deze stad. In charters van 1440 worden zij voor het eerst genoemd. Hun opdracht was om eventuele mis standen te beëindigen en het zin gen van de getijden in niet-kapit- telkerken te garanderen. Dat zij daar inderdaad kans toe zouden zien. blijkt men niet zon der meer als vanzelfsprekend te hebben aanvaard. Gedane schen kingen uit 1440 en 1442 geschieden tenminste onder de uitdrukkelijke bepaling, dat de gelden zullen moeten worden teruggegeven als de aangenomen diensten geen voort- gahg zouden hebben. Dank zij het testament van Boudewijn van Swieten dat op 15 mei 1443 werd opgesteld, weten wij tamelijk uit- Grepen uit voerig hoe de opdracht van de ze vengetijden meosters moet hebben geluid. Hij bepaalt dat zeven pries ters, twee koorknapen en de koster elke dag de zeven getijden moes ten zingen; op feestdagen daarbU geassisteerd door de schoolmeesters en de schoolkinderen. Deze diensten zouden worden ge honoreerd uit twee door hem ge stichte yicarieën, die gefundeerd waren op 18 morgen land, dat „Vroon" genaamd4>, in Maeslandt, op een huis bij de school in de stad; op een rente van 20 pond, die verzekerd was op een land ln de Waart onder de rook van de stad; op 5 pond die een woning in „Voirburch" zou opleveren: op 34 morgen land in het huidige Mors- kwartier; op een rente van 40 schellingl) op een stuk land in Wassenaar: op 8 groot 2) op een huis in het Maredorp ten zuiden van de Jan Vo6steghe; op 22 co- mans groot dat een huis in de Dieffsteghe moest opbrengen en tenslotte op 10 comans groot op een huis in Gans oord. Al met al een aardige schen king. maar toch nog niet groot ge noeg om er de bedongen verrich tingen uit te kunnen financieren. Even stopt Willie Burgmeyer met haar verhaal. Zij draait zich om en kijkt naar het in de hoek van de kamer opgestelde televisie apparaat. „Leuk hè, Margie Ball", zegt zy tegen haar met half oor luisterende zusjes. Direct daarop vervolgt zij: „naar de televisie ky- ken kan bijna nooit. Want wanneer ik naar Amsterdam ga om te trai nen ben ik nooit voor kwart voor tien thuis. En, om in conditie te blijven, heb je echt Je nachtrust nodig. Soms leer ik daarna nog wel eens wat. maar zelfs dat gebeurt niet vaak. Ook niet op zondag, „Soms worden al die trainingen me wel eens wat teveel. Vooral, wanneer ik in Amsterdam heb ge traind en er bijna twee uur over doe om in Nieuwveen te komen. Dan heb je er ineens genoeg van. Dan wil je geen baantjes meer trekken of conditieoefeningen doen. Je wilt op dat ogenblik geen schaats of ook nog maar een me- tertje ijs zien. Wanneer je dan staat te wachten of in de bus zit, denk je: waarom doe ik het eigen lijk? Waarom ben ik vanavond niet eens fijn uitgegaan of waarom ben „ik niet gewoon thuis gebleven bU de televisie?. Zo'n bui duurt bij mij ech ter nooit lang. Want, zodra je stiekum aan de komende grote wedstrijden of aan de Olym pische winterspelen gaat zitten denken, is het over. Je hoopt er dan ook eens bij te zijn. Als deelneemster natuurlijk. Neen. op dat moment vindt je de op offeringen helemaal niet meer erg. Dan doe je het zelfs weer met plezier LDTOPTIENLDTOPTIENLDTOPTIEN Yesterday (Paul McCartney) Get off of my cloud (Rolling Stones) Here It comes again (Fortunes) The wellrespected man (The Kinks) This strange effect (Dave Berry) My generation (The Who) Zorba Sirtakl (Trio Hellénique) It's my life (Animals) Wasted words (The Motions) I'm gonna date you there (Dave Berry) DE ZAAf. VOOR LK Daarom werd er nog een rente van totaal 9 pond 3» aan toegevoegd, waarna het stadsbestuur het geheel completeerde met een rente van 20 pond uit de overste kosterij van de Pieterskerk. Alle te verrichten diensten werden uitvoerig beschre ven onder toevoeging van de bepa ling, dat de stad jaarlyks op de avond vóór het feest van St.-Pe- trus' stoel 'dat ls dus de avond vóór 22 februari) 3 zangmeesters het Leidse die souden singen statelick, sonder hacsten dat ment verstaen mocht en pauseren in den midden van der versen, als betaemt en behoirlick ls, en als ln anderen koreken ghe- daen wort dair goet regiment is" Het tot nu toe gehandhaafde koor en tien man ging zich niet alleen aan deze voor ieder duidelijk zang- technische uitwassen te buiten, maar de heren namen kennelijk ook de concurrentie van de school meesters en de kinderen niet lan ger. Deze broodnijd verwoorden de getij denmeesters in hun brief al dus: „ten anderen mael, so souden die voor (noemde) sanghers singen alle die Votyff-missen die in der kereke voorn, ghesongen warden van den scoolmeersters en souden die profyten hebben." De vrijdags- en zaterdagse votiefmissen moes ten dus aan het zangcollege .nieu we styi" worden afgestaan. „Daer wy so styff (is bemiddeld) niet en 6yn dat wy dat loonen kun nen" moest er in de stedelijke beurs getast worden. De rentmees ter, die de getij denmee6ter als financieel expert terzijde stond, kon dus met de aanwezige bezit tingen en de opbrengst van de aan genomen diensten de touwtjes niet langer aan elkaar knopen. Er zijn toen verschillende oplos singen gevolgd, zoals de in 1493 vermelde ontvangst uit het offer blok. Krachtige maatregelen van de stedelijke overheid kunnen de er gerlijke wantoestanden mogelijk iets verbeteren. Het buiten hangen van de vuile was is nodig om daar enig begrip van te kunnen krijgen. Een stedeiyk keur bepaalt, dat wie zich niet houdt aan de afgekondig de voorschriften deze zijn „dat alle die de ghetyden singen sullen wesen in religge (dJ. in voorge schreven kleding) en sullen sin- ghen niet lesen, scriven of pra ten ofte clappen, maar sullen vol- comelyck singen en wel pronunce- ren (is duidelijk uitspreken) en payseren (is rust houden) in het miden van de versen sonder haeste of gange" veen presentiegeld zal ontvangen. Bij herhaalde hals starrigheid zou men voor een Jaar worden geschorst. Wie echter geen presentiegeld zou kunnen innen moest zijn „loot" (dat is de pen ning die men kreeg uitgereikt en tegen vertoon waarvan men zijn 8 schellingen zou kunnen gaan ha len by de rentmeester) by de ge- t ijdenmeesters komen inleveren en niet andershands dat „loot" ver kwanselen aan een collega. In dat geval werd er nadrukkelijk gesteld dat geen uitbetaling zou plaats hebben. Wie dronken in het koor kwam zou ook voor een Jaar wor den geschorst. En wie tenslotte 's avonds niet vóór het „gloria" (van naar alle waarschijnlijkheid het magnificat) in het Onze Lieve Vrouwelof verscheen zou ook zijn presentiegeld verbeuren. De 8 schellingen zouden dan verdeeld worden tussen de get ijdenmeesters en (het fonds van St.-Blasius. martelaar. J.D. 1) Een schelling ls het 20ete deel van een pond, ofwel 30 ct. 2) Een groot ls het 340ste deel van een pond, ofwel 24 ct. 3) een pond ls de al sinds de 12e eeuw ln Lelden geldende betaal- eenheid ter waarde van f 6,—. 4) Van Mieris meldtwateren ende vlsecheryen. dlemen van oudts mlt eenen name ghenoemt heeft het Vroon". Zie de studie over het Vroon van prof dr M. de Vries, uitgave E. J. Brtll, Lelden, 1858. moesten benoemen, die borg moes ten staan voor het goed functio neren van de organisatie. Dat zijn dus in feite de zevengetydenmees- ters zelf! Ook de 7 priesters en de 2 koralen moesten jaarlijks wor den aangesteld op diezelfde dag. De ze vengety denmeesters waren géén priesters, die onder toezicht stonden van de burgemeesters. Eén keer, nl. in 1521, komen de burge meesters als „oppergetydenmees- ters" in actie bij het aangaan van een overeenkomst. Dit heeft allemaal betrekking op de Pieterskerk. De toestanden ln de andere parochiekerken zal weinig anders geweest zijn. Ook de O.L. Vrouwekerk heeft zevengetijden- meesters gekend, zoals blijkt uit 46 brieven, die dagtekenen tussen 1440 en 1564. De kapittelkerk van St.-Pancras had statutair geen ze- vengetydenmeesters nodig. De ka nunniken waren namelijk gehou den dagelijks zelf de getijden te zingen. Dat ook daar niet alles muzikaal koek en ei was, staat als een paal boven water. Het zou ech ter te ver voeren hier daarop na der in te gaan. In het algemeen waren de zangers verplicht tijdig aan wezig te zijn, niet onderling te praten, de missen te zingen en niet af te raffelen en de woor den duidelijk uit te spreken. Dat daar veel aan ontbrak weten we uit een brief, die de zevengetij- denmeesters aan de burgemees- teren stuurden en waarin te le zen staat „die procuratoren van den seven ghetyden in Sinte Pie- treskerek begheeren en bidden mijn Heeren assistencie ende bystant. Aenghemerct die grote erroren, confuys, dwalingh ende nogligencie, die dagelick in der kereken voom-oemd) ghescien soe bidden wy als boven dat myn Heeren dese saken ter harte ne men willen en dairin voirsien mit alle deligencie en nairsti- cheyt." We kunnen hieruit afleiden dat de procuratoren geen macht had den om on willigen te ontslaan. ZIJ kunnen „niet beters en moghen sonder raet en hulpen van U myn Heeren" alleen maar adviseren. Dat doen ze dan ook onmiddellijk. „Ende om myn Heeren een weinig advertencie te gheven. soe wair wel onse meening en guetduncken dat men die muysique cesseren •ouden en mak an een heerlick choor van achtte eerlycke prieste- ren ende achte of ses koralen, en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 15