SCHEEPS
ERICHTEN
„MOORD IS KINDERSPEL'
C
r^~ss.
iSfc
IPF
LEÏPSCH DAGBLAD VRIJDAG 12 NOVEMBER 1965
DAGELIJKS VERVOLGVERHAAL
Oorspronkelijke detective-roman
door AGATHA CHRISTIE
W
I Tanslotte speelde Rose weer, met
meneer Abbot als partner, tegen
dokter Thomas en juffrouw Jones.
Lord Whiefield ging zitten, wiste
ijjn voorhoofd af en glimlachte
Itriomfantelijk: hij had zijn goede
humeur helemaal weer terug. Hij be
gon een gesprek met majoor Horton
0ver een serie artikelen met als on
derwerp lichamelijke welstand
httUdtrtCvan zur'b^k.'HJ) p!
liaam aie set cadeau gegeven?"
Bridget trok nauw merkbaar haar
ballen ran je - elk zowat een hei-
Te Bill uit!"
Bridget rel rustig: „Dat komt door-
is het ontstaan?
Een bakkebaard is een baard
die wel de wangen, maar niet de
kin bedekt. Het woord is tame
lijk jonghet komt sedert de 19e
v in het Nederlands voor en
sedert de 18e in het Duits, uit
welke taal het met de mode zulk
baard te dragen ,is overge
nomen.
Het woord bakkebaard hoort
bij bakkes, een vorm naast
backhu.vs die sedert de 16e eeuw
voorkomt. Het eerste lid van
deze samenstelling is hetzelfde
woord als bak in het Middelne
derlandse bactant dat: kies be
tekent en in kinnebak. Bak be
tekent dus: kaak. Het Duitse
Backe betekent: wang. Als
tweede lid van de samenstelling
komt het voor in mombakkes
masker.
„Het spijt me, beste Luke, maar
dat is niet van even groot belang."
„Zou je misschien je bedoeling een
ietsje duidelijker willen maken?"
„Zeker, als je dat graag wilt. Je
moet nooit je eigen glazen ingooi
en. Gordon, dat betekend mijn bo-
terhem. En jij niet".
Luke haalde diep adem. Toen
barstte hij los: „Hoe kom je er
toch in godsnaam bij met dat be
spottelijke mannetje te gaan trou-
van mijn baan als Gor-
er na een jaar nog aan denken zal
dat is altijd zo'n
Luke zei:
„Je bent een keiharde duivelin!"
„Dat is beter dan een warmbloe
dige dwaas".
„Vind Jn dat?"
„Ja Ik weet het".
Luke zei spottend: „En wat weet
Jij dan wel?"
„Ik weet wat het betekent van
een man te houden! Heb jij ooit
Johnnie Cornish ontmoet? Ik ben
drie jaar met hem verloofd geweest.
Ik aanbad hem ik was dol op hem
hield zoveel van hem dat het pijn
deed! Nou, hij heeft mij laten zitten
en is getrouwd met een aardige, mol
lige weduwe met een noordelijk ac
cent en een paar onderkinnen en
een inkomen van dertigduizend pond
per jaar! Als je zoiets meemaakt
ben je wel genezen van de roman
tiek. metwaar?"
(Wordt vervolgd)
stuk van de trein weer in te hal
goudwagon aan de helling af.
„Ziet U dat die wagon is op het spoor hiernaast teret
gekomen!" riep Panda de machinist toe. „Hoe kan dat nou?"
„Dat moet je de bewaker vragen, niet mij!" rit
„Onze zorg is het alleen die wage
„Tjonge was dat maar waar dacht Panda. „V(
RECHTER TIE EN HET GEHEIM VAN HET LANDHUIS
16. De lange, magere man neemt Rechter Tie met een knorrig
gezicht op. Maar de huismeester maakt een onderdanige buiging en
zegt beleefd: ,JJit is de heer Lai Yie, de jongste zoon van onze
landheerMeteen begint de hond woedend te blaffen. Hij werpt
zijn zware lichaam tegen de ijzeren tralies om ze los te beuken.
Meneer Yie kijkt verschrikt en roept: „Koest hond! Koest, zeg
je!" Dat verwondert Tsjiao Tai, want hij zelf is een
die hond zo tegen z'n eigen baas tekeer gaan? vraagt hij zich af
Meneer Yie maakt ook een buiging. Hij zegt tegen de rechter met
een krakende stem: „Ik moet u tot mijn spijt mededelen dat mijn
vader ernstig ziek is, meneer. U komt dus wel erg ongelegen. Ik zou
het zeer op prijs stellen, indien u uw bezoek zoudt willen uitstellen.
een week of zo terugkomt dan" Maar Rechter Tie
Hij steekt zijn hand in zijn linkermouw
eloppe uit. „Hier zijn mijn orders, meneer.
eg ik en haalt er een grote enveloppe uit. ,JIier zijn
jager Ondertekend en gestempeld door mijn chef,
Henry Orri
Theater"
naar
De actrice Henny Orri zal per 1
september 1966 verbonden zijn
het gezelschap Toneelgroep „Theater"
te Arnhem. Henny Orri speelt nu bij
ae toneelgroep „Centrum".
Koningin bij juering
H.M1. de Koningin is gisteren, van
half twaalf tot één uur tegenwoor
dig geweest bij de jurering in
Frase at i te Amsterdam van wer
ken die jonge kunstenaars hebben
ingezonden ter verwerving van de
koninklijke subsidie voor vrije schil
derkunst van dit jaar.
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAM MET JE FOK
366. Het was wonderbaarlijk, zo stil als de man met het masker
zich bewoog. Het leek wel, alsof hij elke krakende plank in het
hotelkamertje kende.
Nauwkeurig beluisterde hij even de ademhaling van de slapende
Bram, maar deze scheen er niet het minste vermoeden van te héb
ben dat iemand toch tot zijn kamer was doorgedrongen. En ook
papegaai Tutu ronkte, dat het een lieve lust ivas. De indringer keek
n rond, alsof hij zocht naar de afwezige Karo, maar toen hij
die niet vond haalde hij zijn schouders op. De scheepskat was
verder onbelangrijk.
Bij het onzekere licht van het kaarsje schitterden zijn ogen be
gerig, toen hij de hand uitstrekte naar de rijksdaalders op de broek
van Bram.
Zijn hand bleef even boven de broek zweven, toen Bram zich in
bed bewoog, maar al spoedig was de man ervan overtuigd, dat de
zeeman niet wakker was geworden.
Zonder omhaal pakte hij nu de knopen beet om die met een
snelle ruk te verwijderen. Maar inplaats van de knopen kwam uit
de plooien van de kleding Karo omhoog, die grauwend op de in
dringer afvloog.
De man slaakte een gil, Tutu werd krijsend wakker. Bram sprong
uit bed en in een oogwenk stond het hele hotel op stelten
io
\sssUhk-s
d!' H.ld.°'l6 ti0,Vtlalum
sftjaaivis»..»,
ss s vn "k
Sr:iL!H'l mL£sm
Zeesleepvaart
S.£v£rSi rS3