HERINNERING HERLEEFT Ziekteverzuim stijgt ondanks betere gezondheidstoestand jssr^ héérlijk bij eïke brood maaltijd Niet door lager „moreel gezonde Voeten nu...en later! YAfc D/VLEN Gemini-vlucht van twee weken toch pas in december HET VOLLEDIGE VOEDSEL VOOR UW HOND Koop (vandaag nog zo'n pak. LEIDSCH DAGBLAD DONDERDAG 28 OKTOBER 1965 VIERDE BLAD Erebegraafplaats van Median verwilderd en verwaarloosd Dahlar herinnert het zich nog. Hij was zestien en stond op de hoek van de Kesawan. Medans belangrijkste winkelstraat, toen een lange rij Nederlandse man nen, vrouwen en kinderen voor bijkwam op weg naar de espla nade, het boom-om zoom de plein voor het station. Zij droegen koffers, pannen, en wat speel goed. Naast de colonne liepen Japanse soldaten. Het was april 1942. het begin van de interne ring die ruim 3J^ jaar zou duren. Toen ik Dahlar vertelde dat ik een van de kinderen in de groep blanken was geweest, zweeg hij even. „Er is veel gebeurd, me neer", zei hij tenslotte. We reden langs de esplanade. Ik keek naar het punt waar Dahlar ons had zien staan en waar de mannen afscheid hadden genomen van hun vrouwen en kinderen, voor dat zij naar een apart kamp wer den afgevoerd. Nu stonden er rijen wagons, wachtend op hon gerige treinreizigers. Op datzelfde punt keerden ivij eind oktober 1945 terug met minder koffers, en zonder speelgoed. Ook wij waren hongerig. „Niet achteruit'' Twintig jaar later, de jaren van de overeenkomst van Linggadjati, van politiële acties en onafhanke lijkheid twintig jaar later maakt Medan dezelfde indruk als toen by onze terugkeer: vervallen en ver waarloosd. De meeste huizen zyn verveloos, de gazons en tuinen ver wilderd, de wegen slecht geplaveid, de riolering is verstopt. Elektrisch licht is er eens in de vier dagen en er zyn vele uren dat de kranen droog staan Twrintig jaar onafhankelijk heid men zou kunnen zeggen dat de ^aken er niet op achteruit zijn gegaan. Maar vandaag is mijn missie een andere dan het verzamelen van mozaiek-steentjes die straks een beeld moeten opleveren over Irtdone- sië anno 1965. Vandaag rijden Dah lar en ik naar Poeloe Brayan, het vrouwenkamp, waar voor ons de in ternering begon. Eigenlijk weet ik niet waarom ik deze pelgrimage on derneem, weet ik ook niet waarom ik anuere kampen wil bezoeken waar wij wachtten op de vrede die zo lang uitbleef. Misschien is het omdat het twin tig jaar geleden is dat voor ons het einde van dc oorlog kwam. Misschien ook omdat de herinnering aan die die tijd ïo helder schijnt blijven, dat er behoefte is aan verificatie. Daiilar rijdt eerst naar het kleine stationnetje van Poeloe Brayan. ..Hier moet u uitgestapt zijn", zegt hij. Verleden en heden Mijn herinnering twijfelt. Pas wanneer wij omrijden en ik het van de andere kant zie, weet ik het ze ker. We stapten er uit de trein en liepen zeulend met de bagage naar het Kamp. Het bestond uit kleine stenen kamponghuisjes, waterputten, hurktoiletten, en prikkeldraad. Wij dachten dat de internering hooguit zes maanden zou duren, maar zelfs met die losse gedachte was het moei lijk wennen aan het kamertje van twee bij twee meter waar wij met ons drieën onderdak vonden. Dahlar stuurt de jeep naar de kleine kamponghuisjes en wanneer hij merkt dat ik mijn geheugen af tast, stopt hij en zegt: „Meneer moet maar even uitstappen en nadenken". Met een gevolg van tientallen joe lende kinderen op de hielen loop ik Op een reportagereis door het Verre Oosten heeft onze reis- redacteur, mr. II. L. Leffelaar, ook een bezoek gebracht aan Sumatra en Djakarta, kort voor de ongeregeldheden daar uitbra ken. Hij bezocht o.a. het Japan se interneringskamp, waar hij precies twintig jaar geleden werd bevrijd. In een verhaal met persoonlijke herinneringen ver gelijkt mr. Leffelaar de toestand ter plaatse van toen met die van aarzelend een beboomd laantje in. het is alsof mijn herinnering zich met opzet koest houdt, totdat ik een latrine zie. Dan komt alles terug. Het is de latrine waar twee speel- vriendjes en ik onze poppenkast voorstellingen gaven, met poppen van karton. We hieven een cent entree voor de kampkas. Het kamertje waar wij woonden is vlakbij. De huisjes zijn nu bewoond door Indonesische gezinnen van spoorwegarbeiders, en ons kamertje gaat schuil achter een uitbouwsel van bamboe. Dahlar baant zich een weg door de steeds groter wordende groep kin deren en vraagt toestemming om het vertrekje te bekijken. Er blijkt een jonge vrouw in te wonen, die zich verlegen uit de voeten maakt. Niet zonder emotie sta ik in het half donker voor het hok waar wy 's avonds onze drie matrassen naast elkaar uitrolden op de cemen ten vloer, waar een koffer dienst deed als tafel, waar myn moeder een doek tegen de muur spijkerde om het de schyn van gezelligheid te geven Te veel herinnering Nog geen acht meter verder was het prikkeldraad. Daarbuiten liep de weg naar de Japanse wachtpost. Ik wijs Dahlar de plek waar een jonge Nederlandse krijgsgevangene, weggelopen van het nabije spoor wegemplacement om zijn verloofde in ons kamp te zien door een Japans zwaard tot bloedens toe werd gesla gen toen hij haar door het prikkel draad heen wilde omarmen. Dahlar zegt niets. Met de opgewonden kinderen nog steeds achter ons aan lopen we naar Jarenlang werd het erekerkhof in Medan verzorgd door Indo nesische schoolkinderen. Nu is het verwaarloosd en verwilderd. Hier zijn de graven van enige Nederlandse soldaten, gesneu veld gedurende Japanse inter nering of tijdens de politionele acties. het schoolgebouw dat dienst deed als kantoor van de Japanse kamp commandant. Hier was de appel- plaats, hier ook moesten de vrouwen touw draaien van sisalvezels in de nete zon. Er is een teveel aan herinneringenhet voetbalveld waarvan wij gebruik mochten ma ken tegen betaling van 75 dode vliegen (geteld door een soldaat), het laantie waar de geïnterneerde non nen dagelijks hun brevier lazen, de plaats waar een Klingalees die voed sel over het prikkeldraad in het kamp had geworpen werd gemarteld, het huisje Later in de middag rijden we naar de unie-kampong bij de haven Be- lawan. Ook daar voltrekt zich het zelfde proces van herinneringen die langzaam op gang komen en tenslot- landers. te elkaar verdringen. Eén reactie blijft overal dezelfde: alles is veel kleiner dan ik dacht --jongens-ogen J zien andere proporties, bedenk ik me I later Meer moeite hebben Dahlar en ik de volgende dag om kamp I Belawan Estate te vinden. Het ligt j 20 kilometer buiten de stad. en als wc cr aankomen blijkt het bewoond te zijn voor militairen. Desillusie Zii weigerden toestemming om foto's te inaken. „Confrontatie", zeg gen zc. zich aan een woord vast klampend waarvan hen de betekenis kennelijk ontgaat. De volgende dag keer ik terug in gezelschap van een Nederlandse fotograaf. Terwijl ik met de militairen praat, maakt hy foto's totdat onze manoeuvre wordt ont dekt en wij bevel krjjgen het mili- taiie kampement te verlaten. In de opwinding vergeet men de film in beslag te nemen. Nu rest nog één bezoek: het ere kerkhof in Medan. Het wordt een bezoek aan een desillusie. Het ereveld is verwilderd, de witte verf van de houten kruisen is aan het afbla deren. Bij vele ontbreekt het dwars hout met dc naam, het gras groeit slordig en hoog. geiten grazen tus sen de ryen rustplaatsen, de gas vlam in de stenen bokaal is ge doofd, om erin te komen moet men over het toegangshek klimmen. Toch zijn er nog veel bekende na men: van hen die door de Japan ners werden geëxecuteerd, van an deren die in de kampen stierven, ven, van Nederlandse soldaten die in politionele acties sneuvelden. Een aantal kruisen draagt het op schrift: „onbekend". Die avond, in de door Neder landse krijgsgevangenen gebouwde Medan club, zegt iemand aan de bar: „F.r lijn twee dingen die je in Indo- nisië niet weg kunt krijgen, de alang-alang (het lange, taaie gras), en de Hollanders". Maar op het kerk hof wint het gras het van de Neder landers. Groot transport stamboekvee naar Indonesië Uit Vlaardlngen is gistermiddag het tweede grote veetransport naar Indonesië vertrokken. Het bestaat uit vijfhonderd stuks zwartbont stamboekvee (450 drachtige koeien en 50 jonge stieren), afkomstig uit het gebied van het Nederlands rundvee- stamboek. De reis wordt in 26 degen ge maakt met het vierduizend ton me- tenoe Deense schip „Oona Claussen", dat speciaal voor veetransport is in- gerient. Een dierenarts en drie vee- verzorgers maken de zeereis mee. drie andere veeverzorgers reizen per vliegtuig naar Indonesië. Ze zullen daar toi Kerstmis blijven om de dieren door hun acclimatiseringspe riode heen te helpen. De waarde van de dieren, die gele verd worden door de Centrale orga nisatie van veeafzet- en vleesver- werkingscoöperaties. bedraagt an derhalf miljoen gulden. Het vorige transport, ook vijfhonderd stuks, ging in februari naar Indonesië. De bedoeling is, met de dieren de melk veehouderij in Indonesië vooruit te helpen. Er is daar vooral behoefte aan melk. De vijfhonderd dieren gaan ditmaal in hoofdzaak naar grote staatsbedrijven. Nederlands succes in Zuid-Afrika Dankzij nieuwe uitvoermogelykhe- den. geschapen door het moderne snelvervoer en de technische kennis van immigranten uit Nederland en Scandinavië, maakt het Zuidafri- kaanse bloemenbedrijf een grote groei door, schrijft het blad „Teg- niek". In de Strubenvallei, bij Roodepoort in Transvaal, zijn honderden morgen grond met bloemen bedekt. Hier staan de grootste bloemenkassen van het zuidelijk halfrond. Zy zijn het eigendom van de uit Nederland af komstige gebroeders Toxopeus. Eén van deze kassen is zo groot als vijf voetbalvelden. Van december tot februari worden elke dag vijftig ton snijbloemen per vliegtuig naar het buitenland uitgevoerd. Er wordt veel van gevergd Advertentie 55 Ondanks de groter wordende medische ver zorging en de hogere levensstandaard (betere voeding, kleding en woongenot), ondanks de verbetering van de algemene gezondheid van de Nederlandse bevolking, vertoont het ziekteper centage in de industrie in de loop der jaren een regelmatige en sterke stijging. Het percentage verliesdagen door ziekte van mannelijke arbeids krachten. dat in 1950 vier procent bedroeg, steeg in 1960 tot 5.3 pet en de frequentie van het ziek teverzuim steeg van 1.8 pet in 1950 tot 2.7 pet nieuwe gevallen per week in 1960. BELANGWEKKEND ONDERZOEK DOOR GRONINGSE SOCIOLOGEN Deze paradoxale situatie gaf aanleiding tot een groots opgezet en veel omvattend onderzoek, dat gericht is op het ziekteverzuim in de bedryven. Met hulp van de gezondheidsorganisatie TNO werd dit onderzoek door het Sociologisch Instituut van de Rijksuniversiteit te Groningen verricht onder leiding van prof. dr. I. Gadourek, hoogleraar-directeur van het Sociolo gisch Instituut. Het onderzoeksproject strekte zich uit over een periode van een aantal Grote bedrijven Een en twintig grote bedrijven in ons land. die op grote schaal ar beidskrachten in ploegendienst heb ben. werden in het onderzoek betrok ken. Daaruit werden 107 groepen ge selecteerd en met elkaar vergeleken. Doorslaggevend was het ziektever zuim van een half jaar tot een heel jaar voorafgaand aan het interview. Er werden 2209 mannelijke arbieds- krachten uitvoerig ondervraagd. Ze kregen ongeveer 130 vragen voorge legd. Het feitenmateriaal werd ver werkt in de elektronische rekenap- paratuur teneinde de correlaties (de wederzijdse, onderlinge betrekkingen) duidelijk te laten uitkomen. Er werd in elk bedrijf een groep gekozen met opvallend hoog verzuim en een met opvallend laag verzuim en voorts by elke groep nog een parallelgroep in de ploegendienst als controlegroep. Ook de baas en de chef werden ge ïnterviewd. Dit unieke onderzoek is neergelegd in een in het Engels gesteld boek werk. getiteld „Absences and well- being of workers", dat vandaag ver- schynt. Onhoudbare hypothese Het ziekteverzuim is nader onder zocht omdat vermoed werd dat er psychische en sociale oorzaken aan ten grondslag liggen. Daarover zijn allerlei theoriëen. Zo is er een the orie dat het „moreel" van de mensen lager is geworden en dat men mede door de sociale zekerheden sneller en gemakkelijker het werk verzuimt. Deze hypothese is niet houdbaar ge bleken. Evenmin is het juist dat minder loyale werkers en degenen die minder bevrediging vinden in het werk. meer verzuimen. Daarvan is uit dit onderzoek niets gebleken. Wel spelen organisatorische fac toren een rol. Zo is gebleken dat de absentie groter is in een groep on der een werkbaas, die voortgeko men is uit de eigen groep, dan in een groep met een werkbaas, die van el ders is aangetrokken. De arbeidskrachten voelen zich in het eerste geval meer op hun ge mak en nemen de vrijheid vaker thuis te biyven. Wel is de tevreden heid in de groep met een voorman uit eigen kring veel groter. Individuele tarieven Gebleken is dat het ziekteverzuim groter is in groepen, waar individuele tarieven gelden. Uit het onderzoek is voorts geble ken dat moeheid meer afhangt van psychische en sociale factoren dan van rechtstreekse fysieke werkom standigheden. Van invloed is voorts de krapte op de arbeidsmarkt, waardoor in grotere mate ook mensen met chro nische ziekten en mensen die slor diger zijn of labieler in het arbeids proces zijn ingeschakeld. Uit niets is gebleken dat jeugdi ge arbeidskrachten vaker verzuimen dan de ouderen. Hoewel er geer direct verband is aangetroffen tussen werkverzuim en het gevoel van onzekerheid in het bedryf (de vrees om een goed baan tje te verliezen), kwam er bij de de techniek van factor-analyse toch te voorschijn, dat mannen, die zich bezorgd maken over het behoud van hun goede baan, minder vaak hun ploeg missen dan degenen, die zich zeker voelden van hun baan. Religieuze factoren Er is geen verband gevonden tus sen godsdienst en hoger of lager ziek teverzuim. Een gezochte correlatie was dat RK arbeiders meer geneigd zijn om te klagen over zich ziek- voelen dan Prot. Christelijke arbei ders. Dit gevoel van ziek-zljn open baarde zich niet zo zeer b(j de in dividuele RK-arbeider, maar in hoofdzaak bij de RK-groepen. Wel licht hangt dit samen met het ver schil in levenspatroon in het zuiden van het land, waar men meer „ge niet" en waar o.a. meer intensieve drinkgewoonten heersen, aldus licht prof. Gadourek toe. Het is mterressant dat mensen zonder religieuze binding of leden van kerken met losse organisatori sche structuur zich intensiever be trokken voelen tot de afdeling waar ze werken. De band met de afdeling waar ze werken kon wel eens die nen ter vervanging van de ontbre kende religieuze banden, al zal dit nader onderzocht moeten worden. Gevoel van moeheid, onzekerheid betreffende de baan, de onbelang rijkheid van de taak in de onder neming blijken het plezier in de arbeid en het gevoel van tevreden heid te bederven. Kritiek op de leiding tiert dan welig. Ook ar beidskrachten die zich sterk gecon troleerd weten gedurende het ar beidsproces zyn vatbaar voor kri tiek op de leiding. De hele studie wettigt de opvat ting dat de aard van het arbeids proces en de industriële structuur van grotere invloed is op het wel zijn van de arbeiders dan de per soonlijke kenmerken en de specifie ke trekken van de arbeidersgroepen. In die richting zal een verder on derzoek aangaande de absentie of het welbevinden van de werkne mers gestuurd moeten worden, aldus deze studie. Voortdurend zijn ze in beweging. Ze hollen en draven, dansen en sprin gen, Daarom, moeders: kindervoeten hebben uw aandacht nodig! Ga naar een zaak die óók extra aandacht aan kindervoeten besteedt: van Dalen met z'n speciale kinder-voet-savice Vakkundig opgeleid per soneel ziet direct welke schoen uw kind nodig heeft. Daardoor behoudt uw kind irv- hinder voet service DONKERSTEEG 21 - LEIDEN Sterkste raket noodzakelijk De Amerikaanse dienst voor lucht en ruimtevaart heeft besloten de draagraket van de Gemini-VI niet te gebruiken voor de lanceringen van de Gemini-VII. Dit betekent dat de lanceringsdatum van de Gemtni-VII blijft gehandhaafd op ongeveer 8 december. Men had oorspronkelijk besloten tot het gebruik van de niet afgevuurde draagraket na het afge lasten van de vlucht van de Gemlni- VI met de ruimtevaarder» Schirra en Stafford. Dan zou de Gemini-VII reeds ongeveer 20 november kunnen starten. Men heeft het plan gehad de Titan-II raket af te vuren met de Gemini-vn capsule, omdat de Titan reeds volledig beproefd was. Een studie van het hefvermogen heeft echter uitgewezen dat dit maar ter nauwernood voldoende zou zijn om de Gemini-VII in de gewenste baan te brengen. Er is namelijk een zekere mate van variatie in het hefvermogen van de Titan-n raketten. Elk van de raket ten wordt geruime tijd van te voren op de grond beproefd, waarbij de raketten met het grootste hefver mogen worden gereserveerd voor de zwaarste capsules. Jhr. H. P. J. Bosch van Drakestein overleden In zyn buiten „Klein Drakestein" aan de Kloosterlaan in Lage Vuursche ir overleden jhr. H. P. J. Bosch van Drakestein, in leven bui tengewoon gezant en gevolmachtigd minister. Hy is is 62 jaar oud ge worden. Jhr Herbert Paulus Joseph us Bosch van Drakestein werd op 12 februari 1903 in 's-Hertogenbo6ch geboren. Hij bezocht de gymnasia in Hilversum en Katwyk. In 192G trad hy in diplomatieke dienst. Hy was onder meer gezant schapssecretaris in Peking en in Praag. In 1939 werd jhr. Bosch van Drakestein benoemd tot tydeiyk zaakgelastigde in Bern en in 1940 tot gezantschapsraad in Beriyn. Van 1944 tot 1947 was hy buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister in Moskou. Vervolgens in Athene en Rangoon en van 1952 tot 1854 ten slotte in Addis-Abeba. Jhr. Bosch van Drakestein was reeds eeruimte tyd ziek en leefde te ruggetrokken op zyn buiten. De be grafenis zal zaterdagmiddag zyn op de R.-K. begraafplaats in Soesterberg. De Gemini-VI zou maar twee dagen om de aarde cirkelen en had derhalve minder zware apparatuur aan boord dan de Gemini-VII die met de astronauten Frank Borman en James Lovell twee weken in de ruimte zal blyven. Het verschil in gewioht is ongeveer 100 kg. (VAOPJtSl Vraag uitgebreide folder bij Fora Hondébroodfabriek N V.. Postbus 28 - Dordrecht. Katten-affaire in Zoeterwoude De buren en andere omwo nenden van een 68-jarige inwoon ster van Zoeterwoude hebben zich tot de Inspectie van de Volksge zondheid en tot de minister van So- siale Zaken en Volksgezondheid ge wend met klachten over de afgryse- lUke stank, welke de ongeveer 50 kat ten, die de vrouw er op na houdt, verspreiden. De kantonrechter ln Leiden ver oordeelde haar reeds in oktober vo rig jaar tot een geldboete van f 12.50, omdat volgens de politieverordening het houden van meer dan twee kat ten verboden is. Thans is opnieuw proces-verbaal opgemaakt. De woning van de vrouw is zoda nig vervuild, dat het kattenvuil er met schop en kruiwagen uit moest worden verwyderd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 7