schim in de jungle ALCINDA, ZOETE AMAZONAS: EINDELOOS OERWOUD EN EINDELOZE RIVIEREN De straf van de duivel... De stoottroep DE WEKEN' die ik door Ama- zonas reisde had ik nooit beleefd zonder de hulp en bijstand van de paters van de con gregatie van de Heilige Geest. Ik ben hun alles verschuldigd: hun gastvrijheid, hun bereidheid mij mee te nemen op hun tochten door de wildernis, hun verhalen, en hun adviezen om daar, in die groene, natte, stomende jungle m'n gezondheid te behouden. Als niet-katholiek heb ik mij dag aan dag verbaasd, en vaak verbijsterd, over de moed van de- willen noemen: de paters van het gregatie heeft zijn eigen doelstel ling, zijn eigen karakteristiek. Die van deze Spiritijnen is: te wor den ingezet in gebieden waarvoor men moeilijk missionarissen kan krijgen. Het Spiritijnen-peloton in Amazonas werkt in een der zwaar ste gebieden van onze wereld. Hun hulpmiddelen zijn schaars en dat is zacht gezegd. Hun bootjes, waar mee ze de reusachtige rivieren be varen zijn belachelijke hulken. Hoe ze zich fysiek en geestelijk weten te handhaven in zo'n land en onder zo'n bevolking, is me een raadsel. Er is maar één ver klaring, lijkt me: het heilig vuur van hun Geloof. En de warmte van hun hart. Ik heb de diepste bewondering, het grootste respect gekregen voor datgene wat deze stoottroep pries ters presteert in de hel van Ama zonas. Hoe ze met minimale mid delen de niet te tellen ziekten der bevolking te lijf gaan: gele koorts, malaria, dysenterie, ondervoe ding, tropenzweren, lepra en sy filis. Hoe ze deze mensen opzoe ken in de jungle-labyrinten, zelf vechtend tegen muskieten, vliegen ken, tegen oververmoeidheid en teleurstelling, en tegen duizend andere gevaren. Men zegt dat priester-zijn een roeping is. Ik twijfel er niet aan. Maar er moet ook een grens zijn aan het uithoudingsvermogen van Tot vandaag vraag ik mij af waar die grens eigenlijk ligt bij de Spiritijnen in Amazonas. Orellana, de man die El Dorado zocht JET AAKTAI. AVONTUREN op de Amazone be- ƒ-ƒ leefd iv niet bij benadering te schatten, maar bet heeft waarschijnlijk de Spaniard Francisco Orellana on- der eau it. die de eerste was dn- de rivier ontdekte en hem afvoer van Peru tot de monding aan de Atlantische Oce- Wat deze tcn-ogigc conquistador uit hel leger van Pi- znrro heeft gepresteerd is nauwelijks voorstelbaar. Hij vertrok in 1541 uil Quito in l'eru met 50 andere con quistadores met waarschijnlijk .slechts één doel: hel vinden van het legendarische goud-land El Dorado. Er gens moest het zich bevinden achter de gesloten woud- muren van de wildernis die zich uitstrekte tot., ja. lot waarNiemand die het wist. Orellana was waurschijnlijk een verrader, maar zeker aderen reeds m het begin mislukt zonden zijn. Afel de leest primitieve middelen bouwde hij in het oerwoud en schip (of wat daar voor doorgingen met dit vaar- iiig bestond hij liet de 7000 kilopteter rivier af te varen. )wars door een wildernis, dicht bevolkt door goeddeels ijandigc indianen Over de wreedheden, op deze tocht egaan. kan men beter zwijgen. Ze zijn al even onvoor- telbaar als da hartstocht van Orellana en zijn mannen •m het goud van Et Dorado te vinden. Zo voer het eerste schip, de brigantijn van Orellana. p de Amazone, dit oeibos.schip. dat dreef en geroeid vertl. Al et da vlag van Cast il ia er trots op gehesenDe naam van dat wonderbaarlijke schip: „Victoria." Orellana moet een bezetene zijn geweest. Hij zocht El Hombrc Dorado. „Da Vergulde Man", maar de indianen weigerden het geheim van diens verblijfplaatsprijs te ge ven. A l s hij bestaan heeft! Hetgeen in hoge mate du bieus is. Maar Orellana was vast overtuigd van zijn be staan, van de koning, die men 's morgens insmeerde met welriekende oliën en vervolgens bedekte met stofgoud. Ln hem daarna met goud bekleedde. Moordend, plunderen,d zocht men zich een weg over die onbekende, nog nooit eerder bevaren rivier. Men was er van overtuigd dat God de zijde der conquistadores had gekozen, terwijl SantiagOi de heilige Jacobus, als be schermheilige van de Span/aarden optrad. Mochten de kansen in de voortdurende gevechten met de indianen soms eens- slecht staan, dun was de roep SenoresSan tiago!" voldoende om de veroveraars met nieuwe moed te vervullen liet verhaal van eindeloze martelingen en beproevingen. Het Het verhaal van eindeloze martelingen beproevingen, liet was op deze tocht dat men de legers aantrof, door vrou wen aangevoerd. Ze waren zo dapper dat iedere vrouw (rijdster meer •ewapend met bogen en blaas Ogesneden. Zij waren de Amazi emde Orellana de rivier Amazone. Hetgeen een vergissing was. omdat moet worden aangenomen dat de strijdende vrouwen ge zichtsbedrog zijn geweest van de Spanjaarden. Nooit vonden ze El Dorado. Maar wel de monding van de rivier, door de leider. Orellana, Amazone, genoemd Het grootste vuar-epos van de Amazone staat op naam van de ridder van Trujillo, Francisco Orellana, en van de mannen die dat fantastische schip geroeid hebben zijn ca- bullrereo's, hidalgo's en priesters. ij voeren naar de hut van Alcinda. ten koste der bomen handhaven. Dood en leven tegelijk. Nergens zag ik ooit een oerbos, waar dood en leven elkaar zo angstaanjagend benaderden. Iedere centimeter ruimte, iedere millimeter licht, wordt hier bestreden. Alles wil leven, opschieten, alles moet ruimte hebben. En er is geen ruimte voor al dat leven. In die strijd, in dat ge vecht van leven op dood, tracht de mens van dit oerbos te leven, de caboelo, wiens naam betekent: de ko perkleurige. De armzalige mens van een grootse wildernis, de miserabele seringuero, rubbertapper, die altijd te veel heeft om te sterven en te weinig om te leven. Die de weinige cruizero's die hij verdient omzet in cachaga, de smerige inlandse run» die de restan ten energie uit z'n magere lichaam perst or die, teneinde de honger te vergeten, de padubladeren kouwt, waarvan de cocaïne hem een korte vergetelheid schenkt. Dit waren de eerste indrukken van Amazonas. Dit was do praktijk van een jarenlange droom. Een grootse, magische wildernis, bevolkt door een urmzalig, gedegenereerd volk. Maar ik zou in de dagen daarna ook nog een ander Amazonas leren kennen. ~YA twee dagen vliegen, vanaf de grens van Brazilië en Bolivia, ligt Ama- I \\l zonas onder me. Na twintig (of dertig?) jaar is de droom eindelijk •Ü- werkelijkheid geworden. Een werkelijkheid die me overigens karig wordt toegemeten via het ruitje van de voorwereldlijke, opgevlogen DC-3 van de „Crui- zero do Sul", die voor de helft met passagiers en voor de andere helft met vracht is heiaden. Ik proheer alles om me heen te vergeten: de stank van de pak ken gedroogde vis; de haat uit de ogen van de drie verfomfaaide hanen die de Braziliaan vóór me heeft meegenomen; en de weeë, ziekmakende geur vail tie par fum, waarmee een jonge Braziliaanse (wier weelderige vormen slechts schamel zijn bedekt met een rode jurk die haar zó nauw omsluit, dat een explosie ieder moment mogelijk lijkt). De wereld heneden me is een wereld van grijze, gele damp, die de oorzaak is dat het toestel regelmatig remous-valpartijen maakt. Een man achter me kan dat blijkbaar moeilijk verwerken en spuugt regelmatig in het zijpad. Niemand die er zich aan stoort. Niets is echter in staat m'n droom die bezig is zich te realiseren te verstoren, geen hanen, geen parfum, geen lentous. Onder me, vóór me, ligt Amazonas. DE CABOCLO Een WEEK LATER vaar ik rite» padre Egberto, zoals de tabo elos Engberlus van Lier, pater van de congregatie van tie Heilige GCCSt noemen, m een 3-PK motor boot over de Hio Solimoes. Ik heb m'n basis in Tél'ê verlaten. TÓK-, laatste normale nederzetting aart .de Amazone, die hier Rio Solimoes heet. Een plaatsje aan het meer van Tcló HOE moet ik beschrijven wat ik zag? Waar haal ik de woorden vandaan? Waar de beelden, om een indruk te geven van de groe ne oneindigheid waarover we in dat uur vlogen? Een groen tapijt dat ein deloos, eindeloos werd uitgerold naarmate de kim zich verder verwij derde. Een groene vlakte, bestaande Uit één onmeetbaar oerbos en water. Water glanst donker tussen het groen. En het schittert in grote en kleine meren en poelen, rossig beschenen door de snel dalende zon .Er is één ding groter, grootser, indrukwekken der dan die groene oneindigheid: de rivieren. Ze zijn overal en komen van overal. Enorme slingers, gewel dige lussen die zieh kronkelend een weg zoeken in de groene leegte be neden het vliegtuig Een wereld zon der mensen, zonder dieren. Maar dat 1 ij k t alleen maar zo. Er moét daar leven zijn, verborgen, verstopt onder die lawine van groen. GROEN EN LEEG AMAZONAS, onmeetbaar groot, groen en leeg. Maar vól mys teries, waarvan het sinds vijf eeuwen dat de mens het ontdekte slechts een fractie heeft prijsgege ven. Een restant oer-tijd, waarvan men nauwelijks enig idee heeft wat daar leeft en hoe het leeft. Stroom gebied van 's werelds machtigste stroom, de Amazone. De rivier die neet is voor bepaalde mensen: eerst voor de mannen van de Conquista, de Spaanse veroveraars; later voor avonturiers, gelukzoekers, jagers naar orchideeën, insekten, goud. oliv en rubber. Voor dwazen en bezetenen. Voor mannen die achter dromen, il- lensehapsmensen en voor hen die tot in hun ziel begaan zijn met het lol T~"\ AMAZONE is in feite geen J E normale rivier, maar een complex, 'n systeem van rivie renDe bronrivier ontsprongen op de t ijzige hoogvlakten en de barre glet sjers van de Cordilleras de los Andes in Peru, waarna de stroom in de rich- j ting van Brazilië gaat. Tot Manaos, waar de Rio Negro zich met de Ama zone verenigt, heet de laatste Rio So- limoes: De laatste 2000 kilometer wordt ji hij Amazone genoemd. I De Amazone vormt het grootste I stroomgebied ter aarde. Het wordt me- !de gevoed door 'n 500 zijrivieren, waar van er alleen reeds 15 zijn, die een lengte van meer dan 1500 kilometer be zitten. De breedte van de Amazone bij de monding, Belém, komt overeen met 1 de afstand van Den Helder naar Brus- j sel. Alen heeft berekend dat de Ama- j zone iedere seconde 1.550.000 kubieke nieter water in de Atlantische Oceaan Jj stort. Het verschil in hoogte lussen de nat- 4 te en de droge tijd bedraagt ongeveer 15 meter. De rivier zelf bezit een niet te tellen aantal eilanden, waarbij er zijn i ter grootte van Nederland- Door het I sterke verval breken regelmatig grote stukken van de oevers af. Eilanden ont- I staan en verdwijnen weer. Het was dan ook geen wonder dat ik noch in Rio de Janeironoch in Sao Pattlo of Ma- I naos een goede kaart van Amazonas c kon krijgen. Men kan het zó steilen. I dat Amazonas nog steeds bezig is zich te vormen. Of, zoals een Braziliaan me I zei: God is nog niet klaar met Amazo- nas. Hijis er iedere dag nog mee be zig- De breedte van de Amazonas va- rieert van enkele kilometers tot 100 t kilometer. De zijrivier Rio Negro heeft op verscheideneplaatsen een breedte van 60, SO kilometer. Men kan eigen lijk beter over zeeën spreken dan over rivieren, ais men het heeft over stro men als Amazone en Rio Negro. Trou wens, de Brazilianen noemen de Ama zone ook: De Zoete Zee. Ergens aan de oever staan wat huis jes van caboclos. De caboelo is dé bewoner van Amazonas. Hij bestaat voor een deel uit een Indiaan, voor een ander deel uit een neger, en ten slotte bezit hij dan ook nog wat druppels Portugees bloed. Zij vor men het bosvolk en het merendeel leeft op de grens van het menselijk leefbare. Het leven van een caboelo 'in de wildernis van Amazonas is on voorstelbaar voor een Europeaan. Ze leven, of trachten dat te doen, van wat het bos .en de rivier hen ople vert en dat is zo weinig, dat men zich afvraagt h o e de caboclos eigen lijk het leven houden. Zwervend door de maagdelijke wouden zoeken ze een plek waar ze maniok kunnen maken. Waar wat vis is. En soms wat vruch ten. Er is geen harder, wreder, arm zaliger wereld denkbaar dan die van ALCINDA schim neer. Spreekt ermee. Ik hoor hun fluisterend gesprek. Al die tijd sta ik roerloos te kiiken en doe m'n best niets te ruiken. Ik heb nog maar één wens, één verlangen: hier weg te zijn. te vluchten, terug te gaan naar de boot. De sfeer deugt hier niet. Er is hier iets dat me obsedeert, dat me ziek maakt. Waar heeft deze pater me gebracht? Waaróm moet ik hier zijn? Hij komt terug en kijkt me vra gend aan. Hij wil weten hoe ik rea geer, en daar is weinig twijfel aan. over is gebleven van Alcinda. Zo was een heel mooi meisje, een jaar of achttien geleden. Er kwam een man trouwde. Daar was niets tegen, en de pater die in die dagen hier werkte zegende het huwelijk in. Maar de man had gelogen, tegen haar en tegen de pater. Hij was al getrouwd met een ander, verderoD het bos in. Na tuurlijk kwam dat uit en de straf liet niet op zich wachten. Alcinda kreeg een kind. een zoon, maar spoedig daarop werd ze ziek. Er was wat voedsel gebracht door ie mand, die het gekregen had van de één korst is. Ik heb alles gedaan om haar te bewegen de hangmat te verla ten. maar ze weigert. -Padre-, zegt ze, -ik kan niet naar buiten. De wind slaat me en zal me grijpen-. De wind. daar bedoelt ze de duivel mee, die op haar staat te wachten. bel, je wilde iets van Amazonas zien? Dit is één voorbeeld EERDER ZEE VAREN op de Rio Solimoes, wat alleen maar een andere naam is voor de Amazone, is varen op een rivier die eerder een zee dan een rivier is. Met op de oevers de enorme muren van het oerbos, vol bedwel mende geuren, opstijgend uit de mangrove-bossen. Een wereld van ontstellend snel opschietend leven, verrijzend uit de verrotting van schimmel en dode vegetatie. In de van hitte trillende atmosfeer passeer den we die muren van eeuwig groen, muren van stelwortels en reusachtige varens. In die muren de grotten, spe lonken en tunnels die naar binnen Naar binnen Waarheen? Wat is daar binnen? Wat leeft daar? Wat ver bergt zich daar? Hoe is die wereld? Een onbekende wereld voor hem die er langs vaart. Maar daar binnen be staat menselijk leven. Daar leven nog enkele groepjes wilde en tamme in dianen. Geen caboclos, omdat die zich uitsluitend op de oevers bevin den. Ze vrezen de jungle, omdat ze weten dat achter de groene muren, achter die tunnels, de dood hen wacht. Die avond, toen we terugvoeren, kwamen de vlinders. Tuimelende zwermen onnatuurlijk grote vlinders. Blauwe en paarse libellen, onwaar schijnlijk rijk van kleur. En steeds was daar de oever, met hoog op de toppen van grijze, dode bomen or chideeën-nesten, onbereikbaar hoog. Overal om de bomen lianen en wurgplanten, de parasieten die zich Padre Egherto heeft me gevraagd wat ik wil beleven. Ik heb hem ge- Amazonas( toon me hun wereld De temperatuur is 3G graden Celcius en de vliegen maken de vaartocht tot een beproeving. Dat wil zeggen: voor mij Ik heb niet de indruk dat padre Egberto er zich veel van aan trekt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 19