wereldkampioen met fantastische carrière Quicksilver S: JAN WAGENAAR ontplooide grote capaciteiten van onhebbelijke hengst O JAN WAGENAAR Jr. de succesvolle berijder van Quicksilver S. Jour de Java won 't, maar de dave rende ovaties 't enthousiasme, het was allemaal net zo goed bedoeld voor de grandioze verliezer als voor de winnaar. Sindsdien vrijbuitert Quicksilver S weer rond over de banen. Hij wint op z'n gemakje de Gouden Zweep en verovert na drie heats na 5400 meter harddraven de Grote Prijs van Nederland en even aart daarmee het wereldrecord van 130 overwinningen, op naam van het Italiaanse fenomeen Tornese, om goed drie weken later over 2900 meter zijn revanche te nemen op Jour de Java en daarmee met zijn 131ste overwinning het wereldrecorc alleen op zijn naam te zetten. Een kroon op de carrière van een bij zijn leven al legendarische hengst, die na veel omzwervingen de man vond, die hem begreep en verstond en hem maakte tot een wonder in de wereld van de drafsport. En die man is zonder ook maar iets aan de verdiensten van de andere trai ners en zelfs zijn zoon tekort te doen Jan Wagenaar sr. Zaterdag 23 oktober 1965 Pagina 4 Weefeisjdbijlage L.D. Extn Aar- lander- veen Over mensen diereny dingen dicht bij huis r Vorige week beleefde de Nederlandse paarderenj|port een hoogtepunt. In een grandioze koers die dinsdag in Hilversum werd gehouden brak de zestienjarige hengst Quicksilver S het wereldrecord van de Italiaanse vos Tornese. De Italiaanse vos ging in totaal 130 maal als eerste over de finish, Quicksilver S kwam in de Grote Oktoberprijs tot het respectabele aantal van 131. De prestatie van het Nederlandse paard moet echter aan zienlijk hoger worden aangeslagen dan die van Tornese daar de Italiaan 130 keer als eerste over de eindstreep ging, maar daarbij waren inbegrepen twaalf overwinningen in heats of series. In totaal won hij 118 „hele" koersen. Quicksilver S zegevierde vol gens de Italiaanse methode 144 maal maar bij hem werden de heats en series niet meegeteld. Quicksilver S stamt uit een „gewoon" nest: zijn vader was de Duitse Derby-winnaar Fried en zijn moeder Baroline, die in de baan ook aardig uit de voeten kon. Baroline was een begeerde fokmerrie, omdiat zij een rechtstreekse afstammelinge was van de befaamde fokmerrie Tourtelle, waarvan de nazaten nu wel zo'n slordige anderhalf miljoen gulden bijeen gedraafd hebben. Ligt die sleutel van het geheim van Quicksiivers wonderlijke presta ties in zijn afstam ming en het feit dat Juist Jan Wagenaar sr., eigenaar van een groot trainings-eta blissement in Otter- lo, aan de lopende band klassepaardan produceerde? Een feit ia dat trainer Wagenaar met zijn zoon Jan de grootste capaciteiten van Quicksilver S. on danks de hebbelijkhe den en onhebbelijk heden van het paard, heeft kunnen ontdek ken en ontplooien. Wagenaar, die de halsstarrige Quick silver S na veel om zwervingen en gerin ge prestaties ln 1958 onder zijn hoede krijgt weet het paard geleidelijk aan suc cessen te laten boe ken. Op 26 oktober 1958 rijdt hij Quick silver S naar een ge en zette dö* ?e de eerste stap de weg naar eer -'^ge loof waardige carriè re. Aan de omzwer vingen van de toen negenjarige hengst kwam echter nog geen einde. Een dopingsgeval bij een van de in training zijnde paar den van Wagenaar brengt een lang durige uitsluiting met zich mee, in welke periode de hengst naar de Friese trainer Bonne de Jong in Oranjewoud gaat. Maar ook deze robuuste Fries kon met Quicksilver S niets beginnen. Teleurstelling op teleurstelling volgde. Quicksilver S bedwingt zijn eeuwige rivaal Jour de Java De hengst is dan te koop. Zeven duizend gulden is de prijs. Veel ani mo is er niet. Dan dreigt Quicksil ver S naar Zweden te worden uitge voerd. „Voor die prijs wil ik hem hebben" zegt Jan Wagenaar tegen eigenaar multi-miljonair Joh. Smit. „Dan hou je hem zelf", is het ant woord van de heer Smit. Na Wagenaars uitsluiting stuurt Joh. Smit zijn Quicksilver S weer terug naar Otterlo en daar in dat stille Veluwedorp bouwen vader en zoon Wagenaar een loopbaan van een elfjarig paard op, dat normaal aan zijn afscheid van de baan moet denken. Eenendertig overwinningen had hu op dit moment in acht jaar tüds gescoord, een getal dat zal verble ken bij zijn successenreeks in de daarop volgende jaren. In 1960 vijf tien eerste plaatsen, in 1961 hetzelf de aantal, ln 1962 zeventien stuks, in 1963 22 en in 1964 ylt hü als vyf- tienjarige nogmaals 22 maal als eerste door de finish. Gespaard wordt hij niet, want in 1964 loopt hij niet minder dan vijf tig koersen en wat voor koersen. Hij loopt in eenvoudige nummer tjes in Nootdorp en Baario, maar zoekt ook de zware klassiekers, waarin hij prestaties levert als geen paard ooit te voren heeft gedaan. Viermaal achtereen wint hij met groot vertoon van macht de Gou den Zweep „we zijn langzamer hand oude bekenden", zei een feli citerende prins Bernhard vijf maal wint hij één der zwaarste drafnummers, de Grote Prijs van Nederland, in 1964 laat hij in de Grote Prijs der L^ge Landen een sterk internationaal veld achter zich, wordt tweemaal kampioen van Nederland en wint en passant twee maal het Kampioenschap Neder landse paarden. En Quick gaat door. Van de ene baan naar de andere totdat in het najaar de moeheidsverschijnselen komen. Hij wordt een paar keer ge klopt en gaat dan op rust, maar niet voor lang. want binnen vijf we ken is hij alweer op het strijdtoneel en loopt daar vrijwel onafgebroken van 24 januari tot 30 mei. De beruchte influenza-epidemie legt de koersen stop, maar als na de gedwongen rustpauze de drave rijen weer beginnen ontbreekt Quicksilver S op het appèl. Hij heeft spierkramp en is hierdoor kreupel. Wagenaar slaapt er niet van, masseert en wrijft, komt zelfs met de hengst naar Mereveld, doch het Draverij-Comité geeft geen toe stemming de hengst te laten lopen. Het is gedaan met Quicksilver Een afscheid met stille trom? Nee. want wat daar in Otterlo vader en zoon hebben gepresteerd is onge lofelijk, want uitgerekend in het kampioenschap van Nederland maakt hij zijn heroptreden. In han den van zijn oude leermeester Jan Wagenaar steelt hij de show en maakt van dit Kampioenschap één van de grootste heroïsche gevech ten in de Nederlandse drafsport. Een opvliegende man, een man met weinig beheersingmaar een vakman, die van zijn paarden houdt en van zijn werk een hobby maakt. Hij heeft gevaren door een poel van ellende en laster en naijver, maar net zo als hij in zijn jeugd in die Am sterdamse buurt als jochie vocht, vecht hij nu nog, niet meer om zijn hoofd boven water te houden, maar om erkenning voor hem en zijn zoon. En die erkenning is er nu bij hoog en laag voor beiden. Promenade doet mee aan Jumping Amsterdam CORRESPONDEREN Een erg vriendelijk briefje kregen wij uit Japan van een meisje van 23 jaar, dat graag meer wil weten over Nederland. Yasuko Tsuneki schrijft, dat zij vooral geïnteresseerd is in jonge mensen, hoe zij denken en leren en waarvoor zij belangstelling hebben. De beste manier om daar achter te komen, lijkt haar corresponderen "with some of your readers". Dat weet u dus. Nog enkele personalia: Yasuko Tsuneki werkt op een kantoor, is enig kind en woont met haar ouders in een buitenwijk van Tokio. In haar brief zegt zij ook nog de Nederlandse taal helaas niet te be heersen en daarom in het Engels te willen corresponderen. Haar volledig adres: Miss Yasuko Tsuneki 356, Kamirenjaku, Mitaka, Tokyo, Japan. Corresponderen met „Prome nade" kan óók, als u vindt dat er mensen of dingen dicht bü uw huis zijn die wel een plaatsje in deze rubriek waard zijn. Bent u niet iemand die gauw naar de pen grijpt, draait u dan ge rust ens telefoonnummer 21507 (buiten kantooruren: 23696)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 12