„MOORD IS KINDERSPEL" PANDA EN DE MEESTER-MACHINIST „BARTIMEUS" MILJOEN VOOR DAGELIJKS VERVOLGVERHAAL LEÏDSCH DAGBLAD VRIJDAG 22 OKTOBER,1965 Oorspronkelijke detective-roman door AGATHA CHRISTIE lopen langs de rivier? Het ls een prettige wandeling". Luke gaf meteen antwoord. Hij had er helemaal geen zin ln met zijn onderzoekingen verder te gaan ter wijl Bridget Conway erbij stond te luisteren. Hf) zei: „O Ja, zeker, la ten wy langs de rivier gaan". Zij liepen de Hoogstraat door. Een van de laatste hulzen had een uit hangbord waarop ln sierlijke, ouder wetse letters ln goud het woord An tiquiteiten stond. Luke bleef even staan en tuurde door een van de ra men naar het koele interieur. „Er staat een vrij aardige schaal van aardewerk", merkte hij op, „zou ik kunnen gebruiken voor een tante van mij. Wat zouden zij daarvoor vragen?" „Zullen wij naar binnen gaan en het even vragen?" „Vind je het niet erg? Ik mag graag een beetje grasduinen in an tiekwinkels. Je pikt soms heel goed koop iets op". „ik betwijfel of dat je hier zou lukken", zei Bridget droogjes. „Ells- worthy weet vry goed wat zijn spul len waard zijn, zou ik denken". De deur stond open. In de hal stonden stoelen en banken en dres soirs met porselein er. tinnen pul len erop. Aan weerszijden van de hal waren twee kamers vol goede ren. Luke liep de kamers links binnen en nam de schaal in zyn handen. Op hetzelfde ogenblik kwam er een vage gestalte te voorschijn ach ter uit de kamer, waar hij had ge zeten aan een notehouten schrijfbu reau uit de tijd van Koningin An- „Aha. mijn beste juffrouw Con way, wat een genoegen u hier te „Goedenmorgen, meneer Ellswor- thy". Meneer Ellsworthy was een keu rige jongeman, gekleed in een kleur schakering van roodbruin. Hij had een langwerpig bleek gezicht met een vrouwelijke mond, een lange, zwarte artistieke haardos en een gemaakte manier van lopen. Luke werd voorgesteld, en meneer Eliswoi thy schakelde onmiddel lijk zijn aandacht op hem over. „Echt oud-Engels aardewerk. Heeriyk, nietwaar? Ik ben dol op mijn stukjes antiek, weet u: ik ver koop ze niet graag. Het is altijd mijn ideaal geweest op het platteland te wonen en een winketje te hebben. Wonder mooi plaatsje, Wychwood het heeft sfeer, als u my begrijpt". „Het artistieke temperament", zei Bridget zacht. Elssworthy wendde zich tot haar met een vlug gebaar van zijn lan ge, blanke handen. „Niet die verschrikkelijke frase, Juffrouw Conway. Nee nee, Ik smeek het u. Vertelt u mij nu niet dat ik quasi-artistiek ben dat zou ik niet kunnen hebben. Echt. weet u, ik heb geen handgeweven tweed- stof en gesmeed tinnen goed in voor raad. Ik ben winkelier en meer niet, doodgewoon winkelier". „Maar u bent toch eigenlijk kunst- schilde. nietwaat?" zei Luke. „Ik be doel: u schildert toch aquarellen, niet?" „Wie heeft u dat nu weer ver teld?" riep meneer Ellsworthy uit, terwijl hij zijn handen ineensloeg. „Weet u, het is toch bijzonder merk waardig in dit plaatsje je kunt gewoon niets geheim houden! Dat vind ik nu zo plezierig het is zo heel anders dan die geest van dat onmenselijke „bemoei-je-met-je-ei- g en-zak en" die Je ln de grote stad aantreft! Kletspraatjes en kwaad willigheid en schandaaltjes zo heerlijk allemaal, als je het maar goed opvat!" (Wordt vervolgd) 16) HU vond dat zij een beetje ver baasd en teleurgesteld keek. zy richtte haar ogen op Bridget een melle blik met iets vragends erin. Luke had het gevoel dat er een ver- itandhouding tussen de beide vrou wen bestond waarvan hy was uitge sloten Dit ergerde hem, maar hy oam zich voor er gauw achter te ko men. Juffrouw Waynflete liep met hen mee naai- buiten. Luke bleef even op de stoep staan en keek goedkeurend naar de onbedorven netheid van de dorpsbrmk en de eendenvyver. „Merkwaardig onbedorven, dit plaatsje" zei hy. Juffrouw Waynflete keek opgeto gen. „Ja, nietwaar", zei zy enthousiast. .Bet is echt nog precies zoals het VM toen ik een kind was. Wy heb ben vroeger in de Hall gewoond, weet i. Maar toen myn broer het huis trfde. had hy geen zin erin te gaan tonen hy kon zich dat ook niet »eroor loven en het huis werd te koop aangeboden. Een aannemer had er een bod op gedaan en zou. geloof k. „het terrein tot ontwikkeling irengen". ik meen, dat hy het zo itdrukten. Gelukkig is toen Lord RThitfield tussenbeide gekomen, en leeft het landgoed aangekocht, zo is bet gespaard gebleven. Hy heeft een libliotheek en een museum in het tuis gevestigd er is eigenlyk zo loed als niet aan verbouwd. Ik treed laar tweemaal per week op als bi- illothecaresse onbezoldigd, van- ülfsprekend en ik kan u niet zeg en wat een genoegen het voor my li in dat oude huis te komen en te reten dat het niet in de handen ran vandalen zal vallen. En het pormt echt een volmaakte achter- rond u moet ons kleine museum Bis komen bezoeken, meneer Fitz- llliam. Er staan een paar zeer laatspiyke inzendingen". „Dat zal lk zeker niet nalaten, Juf- ouw Waynflete". „Lord Whitfield Is een groot wel- Dener geweest voor Wychwood", zei iffrouw Waynflete. „Het doet my ad dat er mensen zyn die er hele- la&l niet dankbaar voor zyn". Zy klemde haar lippen opeen, like was zo kies geen verdere vra- Ki te stellen. Hy nam opnieuw af- ilieid van haar. Toen zij buiten het hekje stonden, ei Eridget: „Wil je je onderzoekingen nog lortzetten of zullen wy naar huis Hoe is het ontstaan? Peterselie is een moesgewas lat heel vaak, onder invloed an de persoonsnaam Pieter ook pieterselie wordt genoemd. Het woord komt ook in andere Germaanse talen voor. In het Duits heet de plant Petersilie of Peterle, in het Zweeds per- silje. Het woord peterselie is ontleend aan het midden-la- tynse petrosilium, dat op twee Griekse woorden teruggaat, na mely k: petros, steen en seli- i: eppe, de naam van een moesplant die gewoonlyk selde- rlt wordt genoemd, in het Frans célert Naast Grieks petros: steen •taat Petra Rots. Bekend is het woord van Jezus: Gy zyt Pe trus en op deze petra zal ik myn gemeente bouwen. Op grond van deze tekst beschou- de KathQlieken Petrus als de eerste paus. t?"" KUNSTGEBIT Wanneer de vorm van het mond- weefsel of tandvlees zich wijzigt, waardoor Uw prothese loslaat, dient U de tandarts te raadplegen. Lang zou het niet duren of ze hadden Bram in het topje van ae bomen bereikt en dan was er geen enkele kans meer voor de dap- pere zeeman om aan de wraak van het gedierte te ontkomen ..Kssst ga je weg. kssst. kssst". zei Brammaar dat hielp natuurlijk niet veel. Met een laatste restje wervelstorm slaagde Tutu er uit de lucht nog in om een paar katten ondersteboven te gooien, maar zelfs dat kon Bram niet meer helpen. De toestand scheen werkelijk hopeloos geworden. Zou Bram zó dicht bij het succes nog falen 348. Ploem en Karo stevig vastklemmend keek Bram uit naar een boom, waarin hij zich tegen de wilde katten zou kunnen be schermen. Wél liep hij harder dan de wilde katten, maar hij kon het min der volhouden dan die taaie dieren. Gaandeweg wonnen zij ter rein. En het was pas op het laatste nippertje, dat Bram zich in een boom kon slingeren, éér de scherpe klauwen hem konden be reiken. Veilig was hij nog steeds niét. Reeds begonnen de eerste wilde katten moeizaam langs de stam van de boom omhoog te klimmen. Zeg het met bloemen en bestel tijdig! 75'— 86. Hoewel de verdwijning van de goudwagon Panda erg deed schrikken, hervond hij weldra zijn tegenwoordigheid van geest. Terwijl hij roepend terugholde naar de locomotief, dacht hij er zelfs aan om zijn stokerspetje weer op te zettee. ..Stop! Halt! De goudwagon is weg!" riep hij tegen de ma chinist. ..Dat gaat jou niks aan. stoker", meende deze. ..Er is voor de goudwagon een speciale bewaker aangesteld. Wat er met dat ding gebeurt is zijn zaak". ..Goed dan!" riep Panda boos. de bewakerspet op zijn stokers pet plantend. ..Dan zeg ik het nóg eens! Stop! Halt! De goud wagon is weg!" ..Zeg ereis. bewakerI Ik neem van jou geen orders aan", ant woordde de meester streng. Stoppen doe ik alleen indien de voor geschreven seinen hiertoe aanleiding geven. Of wanneer er om een geldige reden aan de noodrem wordt trokken. Zo zit dat!" ..Deze hele geschiedenis gaat me boven m'n pet", dacht Panda, terwijl hij even later aan de noodrem trok. ,.Het schijnt helemaal niet belangrijk te zijn of je een verstandig idee hebt. Als het maar onder de goede pet opkomt!,. Raar hoor!" (Van onze Hilversumse correspondent „Bartimeus", de vereniging tot be vordering van christelijke opvoe ding en onderwys voor blinde, slechtziende en meervoudig gehandi capte kinderen, heeft gisteren in de Hilversumse Expo-hal het 50-jarig bestaan gevierd met een by een- komst, die door maar liefst 4000 be langstellenden bezocht werd. Hoog tepunt van de dag was wel het pro- vinciegewys aangeboden cadeau van goedgeefse Nederlanders, die een be drag bijeenbrachten van by na 1 miljoen, om precies te zyn 916.342,20 gulden. Dit geld zal worden gebruikt voor de bouw van een instituut voor meervoudig visueel-gehandlcapten, dat in Doorn zal moeten verryzen. Bartimeus heeft reeds instituten in Zeist, Almen en Doetinchem. Uit ie dere provincie kwam een in kleuri ge klederdrachten gestoken afvaar diging, die het resultaat van de ge houden inzameling overhandigde aan Joh an Bodegraven, die de mas sale byeenkomst leidde. De heer Bo degraven presenteerde aan het eind van de feestdag de cheques met het totaal bedrag aan voorzitter mr. H. B. van Rhyn. DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN GRAMMETJE FOK „RECHTER TIE EN HET LEVENDE L IJ K" door Robert van Gul:t WAS JALOERSDAT MAD ME - HWA NiET VOORZIENOOK NIET DAT ZE RUIM ZOU VALLEN EN BUITEN KENN15 RAKEN .DAT,TOEN ZE BU KENNIS KWAM

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 29