Kleine luchtvaart is niet klein TV Veel meer vlieguren clan de lijndiensten E' D mW ons land poogt meer belangstelling te trekken voor de zogenaamde ..kleine luchtvaart"die echter, in wat men de ..Westelijke wereld" pleegt te noemen, geenszins kleinmaar zeer omvangrijk is. vooral in Amerika. Doch ook in Europa stijgt het aantal particuliere vliegers snel en dat zal nog sterk toenemen wanneer straks de grensmoeilijkheden binnen de EEG vervallen; dan gaat de burgerluchtvaart een grote toekomst tegemoet! Als men spreekt over ..kleine" luchtvaart, bedoelt men de afmeting van de vliegtuigen. Het aantal kleine vliegtuigen en het aantal daarmee gevlogen uren is vele malen groter dan dat van de luchtlijnen en chartermaatschappijen. In Amerika spreekt men dan ook van ..general aviationeen term die thans internationaal aanvaard is en misschien het best vertaald kan worden met ..burgerluchtvaart" Het is vanzelfsprekend dat deze in Amerika met zijn enorme afstanden en vrijdom van douanegrenzen het sterkst ontwikkeld is. Om een voorbeeld te geven: op 1 Januan 1964 waren in de V.S. in totaal 87.267 vliegtuigen in bedrijf. Daarvan waren er 2.179 van lucht lijnen en chartermaatschappijen. De rest: 85.088, bestond uit privè- en zakenvliegtuigen. Er zjjn in Amerika meer dan 7.000 vliegvel den, waarvan de overgrote meer derheid alleen gebruikt wordt door lichte vliegtuigen. In 1963 vlogen deze laatste ruim vyftien miljoen vlieguren, tegen de Amerikaanse luchtlijnen en chartermaatschap pijen drieeneenhalf miljoen! Van „klein" kan men dus in deze zin allerminst spreken. Talrijke bedrijven in de V.S. heboen eigen vliegtuigen, waarmee de topfunctionarissen snel naar de plaats, waar hun aanwezigheid no dig is. kunnen worden gebracht. Deskundigen gaan met hun zaken- vliegtuig naar het bedrijf, waar zij adv.es moeten geven: er zijn er ve len die hun wekelijkse ronde langs de cliënten per vliegtuig van de zaak maken. Er is een grote ca tegorie van „flying farmers", die in hun landbouwbedrijf veel nut van een vliegtuig hebben. En ten slotte is er een grote groep vliegen de medici, die een eigen vereni ging hebben. Deze zakenluchtvaart wordt be oefend door de man met een Één voudig éénmotorig vliegtuig drie of vier personen, maar ook dooi grote bedrijven met een of meer corporation-vliegtuigen, mee- motorige toestellen voor zes of acht passagiers, gevlogen door beroeps vliegers. Euromarkt „Ja, maar dat is Amerika!" We zeiden in het begin al, dat de burgerluchtvaart 'n grote toekomst tegemoet gaat wanneer, laat ons zeggen over een jaar of tien, de Euromarkt op volle toeren draait en du? de grensbarrières vervallen zullen zijn. Een enkel voorbeeld kan dit duidelyk maken. In Eist, tussen Arnhem en Nymegen, staat een conservenfabriek. Een lid van de directie moet een bezoek bren gen aan een zakenrelatie in Mön- chengladbach, dat niet ver van do Zuidlimburgse grens in Duits land ligt. Het bedrijf beschikt over een zaken vliegtuig en wat ligt meer voor de hand dan hier in te stap pen en even over de grens te vlie gen? Op het ogenblik is het zo, dat de man eerst naar een douane vliegveld in Nederland moet vlie gen om uit te klaren, vervolgens moet hij koers zetten naar een douane-vliegveld in Duitsland om iri te klaren en dan kan hij ein delijk naar de plaats van bestem ming vliegen. Dat alles duurt zo lang, dat hij beter per, auto of trein het kleine stukje van Eist naar Mönchengladbach kan afleg gen. Wat kost het de zakenman of in dustrieel. die zich een vliegtuig aanschaft om sneller by zijn (in ternationale) relaties te zijn? Als hfj zelf wil vliegen er zijn er maar weinig die dat niet willen moet hij beginnen plusminus twee duizend gulden neer te tellen voor de opleiding tot het volledig vlieg bewijs A (dat het recht geeft ook passagiers mee te nemen). Dan komt de aanschaffing van een vliegtuig. De prijzen van één- en tweemotorige toestellen variëren van dertig- tot zeshonderdduizend gulden. Voor zestigduizend gulden wordt men de eigenaar van een éénmotorig vierpersoonsvliegtuig, een type dat volgens de KNVvL redelijk representatief ls voor de kleine luchtvaart in Nederland. Een toestel van 60.000 gulden heeft na zeven jaar een restwaar de van 12.000 gulden (20%). De jaarlijkse afschrijving bedraagt dus 7.000 gulden, de verzekering (8%) f 4.800 en de stallingskosten f 1.080. Met renteverlies, landingsgelden e.d. komt men aan een totaal van circa 15.000 gulden vaste kosten per jaar. Voor hetzelfde type bedragen de variabele kosten per vlieguur: f 15.50 benzine en olie, f 4 onder delen. f6.50 dagelijks onderhoud en f5 reserveren voor revisie. In totaal dus f31. Volgens de KNVvL betekent een „normaal" gebruik van een zaken- vliegtuig, dat het jaarlijks 250 uur in de lucht is. In dat geval kost een toestel van 60.000 gulden de zakenman plusminus negentig gul den per vlieguur, alles inbegrepen. ..Zet goede vrienden maar j'ogen op dan zul je boven boom en top in Blériot of vliegmachien de wereld uit het luchtruim zien". FLARDEN van een lied uit de begintijd van de vliegerij komen in je naar boven. Je ziet de wazige schim van een schoolklas terug, enkele namen, enkele gezichten komen in de herinnering, een indruk uit het zang uurtje in een helaas ver verleden, de onduidelijke figuur van de onderwijzer met zijn stemvork Maar nog altijd is het gevoel er, dat de vergeten dichter in dit schone lied uitdrukte, als je „boven boom en top" de stuurknuppel van de Piper Cup in je handen mag houden en je de wereld van het luchtruim uit bekijkt. Die „werrelt die zo dwerrelt", ook al heeft Vondel licha melijk nooit van bovenaf de wereld aanschouwd. Het zou zij/i gevoel voor relativiteit overigens wel versterkt hebben de grote welvarende boerenhoeven te zien liggen als kleine speel goedhuisjes. de hoge kerktorens als naalden uitstekend zelfs de Dom van Utrecht boven de daken en straatjes van steden en dorpjes, de dure sleeën van auto's en de vele klei nere wagens, die toch zulk een rijk en trots bezit kunnen vor men, te zien voortschuiven in een lange file van popperige voertuigen, over de rijksweg UtreohtRotterdam met daar naast de rups van een sneltrein over de glimmende spoor staven. „Mannen die met hun spoortrelntje spelen", zo heeft mr. W. J. Blaisse, de sportvliegers genoemd. Daaraan moet ik denken als ik de speelgoedwereld daar beneden zie, de speel goedwereld die zo doodernstig en dood gevaarlijk kan zijn. Gevaar? „Vliegen is veel en veel minder gevaarlijk dan autorijden", zegt de heer Blaisse. Geen opstoppingen, geen aanrijdingen, geen kettingbotsingen, geen kruispunten in de lucht. De lucht is vrij! Ja, de lucht is vrij, dat gevoel is overheersend hier in de kleine cabine van het vliegtuigje, dat in een goed kwartiert je van Loosdrecht naar Rotterdam vliegt. Ik ervaar de waarheid van de slagzin: „de weg is vol", want dat kan ik van hier af duidelijk zien en van „de lucht ls vrij", want dat voel ik hier op zo'n vijfhonderd meter hoogte. Maar in de volledige Euromarkt ligt de situatie heel anders, want dan zijn er geen douanegrenzen meer binnen het domein van de aangesloten landen, nu nog zes. dan wellicht méér. Dan kan men van ieder willekeurig vliegveld zon der douaneformaliteiten naar elk ander vliegveld reizen. Dan kost het tochtje de man uit Eist slechts 25 minuten. Dan bestaat in Euro pa dezelfde situatie als die altijd in de V.S. heeft bestaan en die tot zulk een enorme ontwikkeling van de privé- en zakenluchtvaart heeft geleid. Dan is ons kleine landje een groot land geworden Die tijd is, als alles naar wens gaat met de EEG, al zeer nabU en daarom wordt het hoog tijd ons daarop in te stellen, vooral door de aanleg van een groot aan tal kleine vliegvelden, die niet kost baar hoeven te zijn en „strips", die slechts een klein stukje grond vragen om te kunnen stijgen en Daarvan bezitten we er nog veel te weinig, verreweg het minste van heel west- en noord-Europa, Tien Aantal By een vliegveld bevolking v. Frankrijk 352 45.300.000 Engeland 175 52.100.000 W.-Duitsland 122*) 55.700.000 Italië 90 49.000.000 Zweden 58 7 500.000 Zwitserland 47 5.300.000 Denemarken 32 4500.000 Noorwegen 27 3 600.000 België 17 9 100.000 Oostenrijk 17 7.000.000 Nederland 10 12.000.000 plus een geiyk aantal privé- strips van fabrieken er i andere grote ge, Texel, Ameland. Hoeven en Hoo- geveen, dat kort gelden is openge steld. Texel en Ameland zijn voor de zakenluchtvaart niet van groot belang; wel zijn zij aantrekkelijk uit toeristisch oogpunt bezien. Wanneer wij dit geringe aantal vliegvelden met de aantallen van de andere landen van West-Euro pa. dan is het wel duidelyk, dat Nederland op dit gebied ver ach ter ls, en dat het geringe aantal vliegvelden ten enenmale onvol doende is. Met vliegvelden voor de lucht vaart is het net zo als met havens voor de scheepvaart en met wegen voor het rollend verkeer. Wanneer een land te weinig havens heeft, gaat de scheepvaart grotendeels aan dat land voorbij; wanneer het een wegennet heeft, dat niet aan de eisen van de tijd voldoet, wordt het door het wegverkeer gemeden en wanneer het onvoldoende vlieg velden heeft, wordt het door het luchlverkeei gemeden; alles in het nadeel van dat land. Naar de heer mr. W. J. Blaisse, voorzitter van de afd. Motorvliegen van de Kon. Ned. Vereniging vot de Luchtvaart en van de Raad van Beheer van de Nationale Lucht- vaartschool, aan wie wij de gege vens en bijzonderheden in dit ar tikel danken, ons zei, is het de me ning van de KNVvL, dat het ge wenst is reeds nu de aanleg van een aantal nieuwe vliegvelden voor te bereiden. Pion ondernemingen. Vóór de tweede wereldoorlog wa ren er in Nederland tien vliegvel den, waarvan de privé-vlieger en de zakenvlieger gebruik kon maken. Thans zijn het er nog maar tien, te weten: Schiphol, Rotterdam, Eel- Ue, Zuid-Limburg, Hilversum, Teu- Deze vereniging heeft een plan opgesteld voor de aanleg van in to taal 15 vliegvelden in de buurt van belangrijke industriële en bevol kingscentra. Dit plan is besproken me* de directeur-generaal van de Rijksluchtvaartdienst en met die voor het Nationale Plan, die bei den verklaard hebben dit plan te steunen. „Deze principiële verkla ring van de overheid," aldus dc heer Blaisse, is zeer belangrijk. Het zal nog wel geruime tijd duren eer het uitgevoerd is, maar in iedet geval zijn wij op de goede weg". BUITENLAND NEDEBLAND ONDANKS de zeker te ver wachten grote groei van de „kleine" luchtvaart, en de toenemende belangstelling daarvoor óók in ons land (met in totaal 520 gebrevetteerde vlie gers en 148 toestellen) schijnt de belangstelling van de overheid zich praktisch alleen te concen treren op de KLM. Voor de bur gerluchtvaart doet zij bijzonder weinig. Dat komt duidelijk tot uiting als men een vergelijking maakt met andere landen. Er zijn verschillen de landen waar de aan het vliegen verbonden kosten worden verlaagd door subsidies, door vrijstelling of verlichting van fiscale lasten of door een combinatie van deze bei de. In Duitsland (meer dan 4000 lichte vliegtuigen) wordt bij invoer van dit soort vliegtuigen slechts 5 procent invoerrecht geheven, zelfs al heeft dit land een eigen indus trie. Bovendien wordt er geen ac cijns geheven op vliegtuigbenzine. In Frankrijk (meer dan 6000 toe-, stellen) krijgt iedereen die een vliegbrevet haalt 450 francs van de staat (f430,-). Koopt een aero- club een in Frankrijk gefabriceerd vliegtuig dan betaalt de staat 40 procent van de koopprijs, doet een particulier dat, dan ontvangt hij 15 procent van de prijs terug. Voor vliegtuigbenzine krijgt men een restitutie van N.F. 0.60 per liter. Weliswaar is het invoerrecht op kleine vliegtuigen hoog. maar Frankrijk heeft dan ook een zeer grote eigen industrie die volledig in de behoeften kan voorzien. In Denemarken: algehele vrij stelling van invoerrechten en geen accijns op de brandstof. De natio nale loterij geeft de kleine lucht vaart financiële steun. België sub sidieert de vliegeropleiding en geeft een subsidie aan de aeroclubs, die DOET VEEL WEINIG een vliegveld exploiteren. Subsidies krygt de burgerluchtvaart in Lux emburg, Noorwegen, Zweden en Portugal; in Zweden is bovendien de vliegtuigbenzine accijnsvry. In Zwitserland steunt de stichting „Pro-Aero" de kleine luchtvaart financieel en is het invoerrecht op vliegtuigen zeer laag. De Italiaanse staat tenslot te geeft moderne vliegtuigen op voordelige voorwaarden in gebruik, terwijl oudere typen tegen zeer la ge prijs aan particulieren en clubs worden verkocht. Op de vlieg tuigbenzine, gebruikt voor vlieg- scholen, wordt geen accijns gehe- Nederland Zo wordt in tal van landen de burgerluchtvaart door de overheid gestimuleerd en gesteund. Helaas is dat in Nederland niet het geval, zeker niet op financieel gebied. Subsidie wordt niet gegeven en de accijns op de vliegtuigben zine is hoog, ongeveer 100 pet. bovenop de kostprijs. De KNVvL is al verschillende jaren bezig met haar pogingen om de overheid te bewegen tot verlaging van de fiscale lasten, waaronder de kleine luchtvaart gebukt gaat. En voorwaar, zij heeft nog niet zo lang geleden een eerste belangrijke succes kunnen boeken, en wel op het gebied van het tarief van de omzetbelasting, die bij invoer van lichte vliegtuigen wordt geheven. Tot voor kort gold voor deze om zetbelasting het weeldetarief van 18 pet. van de door de koper te be talen prjjs. Gesteld, dat de koop prijs van een vliegtuig 100 is, dan was daarin een bedrag van 18 aan omzetbelasting begrepen. Bij de laatste wijziging van de omzetbe lasting. die in de loop van 1962 in werkmg is getreden, is de hef- y N ik voel óók dat dit pas het eigenlijke vliegen is; dit zelf doen, een bocht kunnen maken, kunnen duiken i optrekken. Vliegen ia een groot Ujnvliegtuig. wat ieer is gevlogen wórden dan vliegen, is de eerste keer een sensatie even maar, want al heel spoedig krijgt men dan het gevoel doodgewoon in een autobus te zitten. Dit is heel wat anders, dit ls het vliegen waarvan Je vroe ger droomde als Je met de klas het liedje zong uit de bundel „Kun je nog zingen, zing dan mee". De heer Blaisse wijst: we zijn nog boven de Loosdrechtse Plassen „kijk ginds die wazige streep aan de horizon dat is de Noordzee". En dan: „Nu ga ik praten. Zet de koptelefoon eens op". Wat geknetter en gekraak en dan brult hy ln de microfoon zo lijkt het tenminste want hij praat gewoon: „Here Pappa Hotel Kilo Golf Hotel calling Rotterdam'. Het zijn de ken- letters PH-KGH. Hij moet het een paar maal herhalen en dan antwoordt Rotterdam, eveneens in het Engels, de vlie gerstaal. Ik begrijp er in het begin niet veel van, alleen de bekende woorden „Roger" en „Over" kan ik thuisbrengen. Hij meldt zich, bericht tijdstip en plaats van de start, geeft de positie op en het verwachte tijdstip van landing. Zestien hoven-Rotterdam heeft het begrepen: het contact is er, straks zal men ons binnenloodsen. leren k AN zegt mr. Blaisse: „Pakt u nu de stuurknuppel vast vliegt u maar. Ik heb nog iets anders te doen. Houdt u maar recht op die kerktoren aan". Hij pakt de checklist quasi om nog eens te contro- n dan moet ik wel: ik bestuur zelf een echt vliegtuig! Na een minuut of vyf probeer ik al eens een bochtje naar rechts, ik duw de knuppel in en we duiken, ik trek hem achteruit en de neus gaat de hoogte in, ik speel met het spoortrelntje „Ziet u nou wel", zegt de heer Blaisse, „u kunt vliegen. En vindt u het nu niet heerlijk?" Het is heeriyk! Ik houd mijn toren goed in het oog, terwijl ik weer eens een bochtje maak, nu naar links, het toestel gehoorzaamt prachtig. En beneden mij schuift het verkeer op de autoweg naar Rotterdam, bijna bumper aan bumper en raast de sneltrein voort over de blinkende staven, maar wy laten hen spoedig achter ons, de auto's zijn voorwereldse dingen Wij vliegen, hoog boven dat gewriemel! En dan is daar Rotterdam al. De heer Blaisse zet de koptelefoon weer op, neemt zijn stuur knuppel en al kan ik het nu evengoed! ik léat hem De verkeerstoren geeft aanwijzingen en even later raken onze wielen de grond en taxiën wij over de betonbaan. nau welijks nagestaard door de druk knabbelende hazen, die zich van het aan- en afvliegen op Zestienhoven geen zier aan trekken maar zich rustig vet eten fing van omzetbelasting naar het weeldetarief vervallen en daardoor in de plaats is getreden een hef fing naar het normale tarief van 5 95. Dit betekend een verlaging van de prijs van lichte vliegtuigen van ongeveer 13.7 pet. Wat de eigenlijke invoerrechten betreft, werkt de geleidelijke door werking van de Euromarkt in het voordeel van eventuele kopers van lichte vliegtuigen, tenminste wan neer het gaat om invoer uit een ^<an de by de Euromarkt aange sloten landen. By het begin van de Euromarkt was het invoerrecht 10 pet; thans is het tarief 3 pet. en wanneer de Euromarkt volledig is doorgewerkt, behoeft in het geheel geen invoer recht meer te worden betaald. Te genover dit voordeel staat het na deel. dat 't invoerrecht by invoer uit een land buiten de Euro markt geleldeiyk zal worden ver hoogd van 10 naar 15 pet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 27