Ze kookt fantastisch Misschien wel vannacht de wereld zien u geen Dior kunt betalen Als van wel eens If 1 Vrijdag 1 oktober 1965 Pagina 3 Weekeindbjjlage L.D. Extra schoner. Als ik tegen haar zeg houd nu eens op te schoonma ken," zegt ze: „Ach, nog even dit opruimen, ik ben zo klaar". Vol gens mij is dat typisch vrouwe lijk, een man denkt gauw „ik vind het wel goed, ik hou ermee op." „Ik moet wel zeggen dat ik er in het begin huiverig tegenover stond. Daarom gaf ik haar 'n maand proeftijd. Ik heb er geen spijt van haar te hebben aangenomen, ze doet haar werk prima en kan goed met de bemanning overweg. Als blijk van waardering voor de goede zorgen heeft ze met Sinterklaas van de bemanning een gouden ring ge kregen. Echt, ik zou altyd wel met een vrouw als kok willen varen. Natuurlijk moet je een bepaald ty pe- meisje hebben, ze moet ertegen kunnen en de bemanning vriende lijk maar gereserveerdtegemoettre- den". En Jannie? Kokkin Jannie Wes- sing lacht en trekt de schouders op. Voorlopig blijft ze doorgaan met dit werk, omdat ze van koken, reizen en de zee houdt. Waarom zouden er geen vrouwen op een schip kunnen werken?" Jannie Wessing ,26 jaar, is het positieve antwoord op de vraag. Zij werkt als kok op de coaster Gruno. Voor negen personen kookt zij iedere dag en zij is de enige vrouw aan boord. ..Vreemd een vrouwelijke kok aan boord? Helemaal niet. Die be krompen ideeën van alleen maar mannelijke koks moeten er maar eens uit. Ik ben trouwens niet de enige. hoor. Er zijn wel meer schepen met een vrouwelijke kok". Ir de officiersmess van de Gru- no,: het vertrek waar de officieren eten en by elkaar zitten als ze niet in hun hutten zyn, vertelt Jannie Wessing hoe ze ertoe is gekomen om te gaan varen. „Ik werkte in Kralingscheveer, in de kantoren van Verolme. Daar zag ik allerlei schepen binnenkomen en uitvaren. Het leek me zo leuk om reld te zien. Aan de wal heb je per slot van rekening maar veertien dagen vakantie per jaar, dat is veel te weinig om iets te kunnen bekij ken. dus ik dacht: dit is myn kans. Tk moet op een schip zien te ko men. Dat heb ik geprobeerd en toen de Gruno een kok nodig had heb ik aangemonsterd. Sinds 1 ja nuari 1964 vaar ik al en het vol doet me steeds goed". „Geeft het gèen moeilijkheden, zo heel alleen in die kleine ge meenschap van mannen?" ..Nee, als je geen moeilijkhe den wilt, is dat beslist niet nodig. Het ligt helemaal aan je zelf; je moet tegen een grapje kunnen, maar de jongens toch op een afstand houden. Gewoon vriendelijk zyn. We kunnen hier aan boord allemaal goed met el kaar opschieten, de stemming is a'tyd prima. En zo heel alleen ben ik nu ook niet, want af en toe is de vrouw van de „meester" (dat is de eerste machinist) of de verloofde van de stuurman aan Lonrd. dat is erg gezellig". „Maar in de havens, als ze alle maal van boord gaan 's avonds, voel je je dan niet alleen?" „Ik L-iyf 's avonds meestal aan boord en er zijn er altyd nog wel een pacr die niet de wal op gaan. Soms pik ik een bioscoopje of gaan we zo maar eens naar de stad, de kapitein, de meester en ik. Overdag doe ik myn boodschappen, ik sla levensmiddelen in en ga vaak de omgeving bekijken. Zo zie ik ten minste eens wat. Aan boord klim men is anders wel een hele toer hoor. vooral in het donker. Als er dan ook nog een paar andere sche pen vror liggen is het helemaal een sport, want daar moet je dan eerst overheen klauteren. Als je een nau we rok draagt, scheurt die natuur lijk wel eens uit". Zeeziekte Van Dick Holthaus deze ro de tweed robe-chandail met ca puchon. Er worden witte wol len kousen bijgedragen. „Ik ben wel eens zeeziek ge weest, maar nu heb ik er nooit last meer van. Toen ik pas aan boord was trouwens ook niet, ik had het veel te druk met alles, ik was nieuwsgierig hoe alles in zijn werk ging, ik had gewoon geen tijd om zeeziek te worden. De eerste keer, dat ik me naar begon te voelen, was in novem ber vorig jaar. Dat kwam door het ruwe weer, veel stormen en zo, maar ach, dat went wel. Zo is het ook met koken, je moet, als het schip erg slingert, oppas sen dat je niet tegen het fornuis aan rolt". „Nu we het toch over koken heb ben. hoe gaat dat?" „O, prima. Ik heb een vrij ge riefelijke kombuis, die aanmerke lijk groter is dan de keukens in de nieuwbouwhuizen aan de wal. Ik mag helemaal zelf bepalen wat ik kook. Natuurlijk moet ik me aan een bepaald bedrag houden, de jongens moeten beslist iedere dag soep, groente en vlees hebben, dat is voorgeschreven. Natuurlijk schelden ze wel eens. De een lust geen rode kool, de an der geen spinazie. Als ik dat dan op tafel zet doen ze net of we iedere dag rode kool eten. „Bah, alweer rode kool"! Maar dan is het twee weken geleden dat we het ge geten hebben. Verder krijgen ze nog iedere dag een extraatje en wat fruit. Brood bak ik ook. elke dag drie broden. We eten 's morgens om half acht, 's middags van half twaalf tot twaalf en twaalf tot half één, en 's avonds van half zes tot zes en van zes tot half zeven. *s Middags en 's avonds twee keer omdat de jongens die op wacht staan eerst moeten eten en daarna de Jongens die afgelost worden". „Doe Je nog meer dan alleen maar koken?" „Ik houd de kombuis natuurlyk schoon er „Wat doe je als je geen werk meer te doen hebt?" „Handwerken. Ik borduur veel, dat is echt leuk werk. Op 't ogenblik ben ik een kussen aan het knopen voor in m'n hut. Voor de rest lees ik wat en dan brieven schrijven hè, aan mijn ouders die in Hieuw-Zeeland wonen en aan mijn verloofde in Rotterdam" „Wat vindt hij ervan dat je de hele dag tussen de mannen zit?" „We komen vrij vaak in Rot terdam, dus dat is wel fijn. Daarom vindt hij het ook niet vervelend dat ik vaar. Hij is heus niet jaloers hoor, als ik van dit werk hou, vindt hij het allang best." „Denk je dat de bemanning, wanneer jy er bent. zich anders gedraagt dan wanneer de jongens alleen zijn?" „Dat geloof ik zeker. Ze gaan op zichzelf letten, ze praten op een nettere manier. Ze zijn zich er ge loof ik goed van bewust, dat er een vrouw in de buurt is. Soms komen de jongens by me en vragen: „Jan- nbstaat dit wel, deze schoenen bij die broek?", of ze zeggen: „Jannie. trek die jurk nu niet aan. die staat je helemaal niet". Zo gaan we ge moedelijk met elkaar om. We bek vechten natuurlijk wel eens wat, maar daar menen we niets van". „Koop je veel in het buitenland, kleren of souvenirs?" „Nee, souvenirs zijn meest prul- lariadingen. Alleen koper. Daar ben ik dol op, echt dat oude. Maar dat is hier zo verschrikkelijk duur. vooral in die antiekwinkeltjes. In Engeland koop ik wel eens wat daar is het niet zo duur. Oh, in Aberdeen heb ik zo'n mooie ko peren boedhha gezien, die ga ik be slist kopen als we er weer komen". Inmiddels is eerste machinist Zandee binnengekomen. „Jannie krijgen we koffie? Ze kookt fantastisch hoor, niets dan lof over haar". Jannie Wassing bloost en gaat gauw naar de kom buis om koffie te zetten. Ook de meester vindt het gezel lig, een vrouw aan boord: „We kunnen goed met elkaar opschie ten. Je hebt er meer aan dan aan een mannelijke kok. Als er eens iets kapot is aan onze kleren .maakt Jannie het weer, zoals knopen aan zetten, een overhemd wassen enzo voort. Ook het eten wordt met meer zorg bereid, het wordt leu ker opgediend". Degene die ook zeer tevreden is over de kok, is kapitein S Knapen, die momenteel op de Cadans vaart. Hij zegt: „Je kunt merken, dat je een vrouw aan boord hebt, vooral met inkopen doen. Zij let op prijs en kwali teit, is zuiniger en koopt met overleg. Een mannelijke kok koopt meestal maar lukraak. Ook wat het werk betreft is ze Bevoorrecht zijn zij die naar Dior of Balenciaga kunnen stappen en zich de beste klerer van de wereld kunnen laten aanmeten. Bevoorrecht zij die in eigen land het beste van het beste in de beste zaak kunnen kopen. En bevoorrecht diegenen die van nature dat ondefinieerbare iets hebben l meegekregen en het klaarspe- len om zelfs met goedkope kle- ding goed gekleed te zijn. Die laatsten zijn zelfs de meest be- voorrechten, ze hebben smaak en flair, met of zonder geld En f smaak en flair zijn veel belang- s rijker dan een ongelimiteerd f kleedgeld. Als de gemiddelde vrouw met een gemiddeld budget genoeg smaak en flair en een eigen mening had, dan zou niemand haar wat kunnen aan smeren, geen winkelpersoneel haar kunnen bepraten en geen vriendin haar verkeerd kunnen raden. Ze zou altijd iets hebben om aan te trek ken, inplaats van nooit iets. Ze zou met een kleedgeld dat Dior's poor ten niet opent en waarmee je dia manten noch nerts koopt, een goed en smaakvol geklede vrouw zijn en er, ln welke styl ook, aanzienlijk „duurder" uitzien dan de droge cij fers in haar kasboek vertellen. Het hoeft in de mode niet altijd veel geld te kosten om goed en mooi tc zyn. Al blyft het dan ook waar dat een goede mantel van f 500 mooier is dan een wel aardige van f 50, dan is het even goed mogelyk dat een geslaagde jas van f 100 heel wat flatteuzer is dan een misprodukt van drie maal die prijs. Ja, de vrouw die het met de jas van f 100 doet kan een veel beter geklede vrouw zijn dan zij die zich met vijfhonderd gulden in mantelvorm omhult. Tenslot te gaat het niet alleen om de jas zoals die er op het hangertje of de etalagepop uitziet. De mode is vol voetangels en klemmen, de kunst van het zich kleden ook. En wie met een dikke beurs haar aankopen doet heeft net zoveel smaak en modeflair nodig als zij die met een dun portemonneetje op koopjes uitgaat. En aan smaak en mcdellair niet aan goede kle ding voor elk budget ontbreekt het nog wel eens. Het zijn juist kleinigheden, de zo belangrijke verkeerde bijkom stigheden. die het lelijkste tenue grotesk en het aardigste of mooi ste een fiasco kunnen maken. Over smaak valt niet te rede twisten en voor modeflair be staat geen recept, maar wie haar ogen open houdt en haar kriti sche zin niet verliest, kan haar smaak ontwikkelen en gevoel voor wat staat en by elkaar past aankweken. Wijd gaapt de schooldeur en wijd gaapt de dreiging van ver veling, sleur en lange, lange uren tussen vier wanden. Ma rian stapt over de stenen drem pel, snuift de vertrouwde geur in van boeken, inkt en krijt en denkt: ..Ik wou dat die school vannacht afbrandde". Eigenlijk mogen we van ge luk spreken dat er zo weinig scholen een prooi der vlammen worden, want als enige hon derden kinderen in iedere school elke dag deze verzuch ting slaken, zou je kunnen ver wachten dat er eens een vonk overspringt. Maar neen. Het blijft bij een onvervulde wens. hetgeen een hoopvol teken is. Onze kindertjes zijn toch blijk baar zo kwaad nog niet Een schoentje van Neder landse origine met recht afge werkte. vierkante hak. Omdat de school weigert af te branden op verzoek, zit er voor Ma rian niets anders op dan plaats te nemen in de bank. (Tengewoordig zyn het keurige stoeltjes, maar Journalisten spreken nog altyd van de „harde schoolbanken" geen conservatievere wezens dan journa listen!). Marian zit dus en hoopt er het beste van. Het nieuwe school jaar brengt althans enig soelaas in de vorm van andere boeken, mooie lege schriften, fonkelnieuwe pen nen en een uitgeruste onderwijzer. Ditmaal is ook de onderwyzer nieuw. Het feit dat het overgangs rapport vorig Jaar „bevorderd" ver meldde, wordt nu gehonoreerd met een nieuw gezicht voor de klas. 't Is trouwens ook een ander lokaal, met andere plantjes, een andere opstel ling van de kasten en voor het eerst van haar leven zit ze met de rug naar de deur, in plaats van zoals alle vorige keren met haar gezicht. Leuk, nu kan ze zich, telkens als die deur opengaat, met een ruk om draaien! Omdat de eerste dag na de vakantie altijd nog wat romme lig verloopt, gaat die deur menig maal open en kan het dochtertje naar hartelust de veerkracht van het stoeltje beproeven. De klas biedt nog meer mogelijk heden tot verstrooiing, want dit is het lokaal van het hoofd en des wege voorzien van telefoon. De in augurele rede van het hoofd wordt dan prompt driemaal onderbroken door het snerpen van het zwarte toestel, tot groot vermaak van der tig kinderen die gretig meeluiste ren. De hoogte waartoe Marian na haar laatste rapport is gestegen, wordt bovendien benadrukt door het dat één van haar klasge noten portiersdiensten te verrich ten krijgt. Die worden dan ingeluid door weer een ander belletje, aan kondigend dat iemand voor de ge sloten schooldeur staat te trappelen van ongeduld om binnen te gera ken Het kind,, dat de bel heeft" stuift zonder toestemming te vra gen de klas uit, klotst de hal door en opent met veel lawaai de deur om te zien welke dwaas zo graag naar binnen wil. Hopelyfe is het iemand die het hoofd wenst te spreken en hem lang aan de praat zal houden. Ook het leerplan biedt veel afwisselends. De graven van Hollandse en andere Huizen hebben in de vorige klas reeds het loodje gelegd, de tachtig jarige oorlog is tot een redelijk goed einde gebracht, de slape rige regenten mogen nu aantre den en de bult verdelen. Bijzon der interessant voor kinderen van een jaar of elf, die smullen van zulke feiten. Waarom daar bij de Engelsen alsmaar tegen Michiel de Ruyter en de Trom pen willen vechten gaat hun bevattingsvermogen te boven, maar zonder kruitdamp is de ge schiedenis onverteerbaar. Veel knusser is de aardrijkskun deles. want nu ze in de vorige klas de ronde door de provincies hebben gemaakt, komt de rest van Europa aan de beurt. In hun enthousiaste oortjes valt het ene vakantie-oord na het andere. Spa„Daar ben ik geweest!" krijst een roodharige jongen. Namen, Dinant, Bouillon „Daar heb ik een portemonneetje van", Juicht een meisje op de ach terste bank. Parijs, Lyon, Marseille „Daar Is mijn moeder haar tas kwytgeraakt". deelt een blonde knaap bewogen mee. Ja, over Euro pa weten de kindertjes tegenwoor dig wel mee te praten. Met de breuken in de vorige klas aarzelend aangesneden, wordt nu ernst gemaakt. Marian is een perfectioniste, ze houdt niet van halve maatregelen, van gedeelde porties en in stukjes gehakte een heden. Ze wil haar zaakjes het liefst gaaf houden en alles by el kaar. Geen wonder dat ze een afkeer heeft van het gegoochel met brokjes en parten, die dan nog eens gedeeld of vermenigvul dig moeten worden, die ze weer dient te herleiden tot andere brokken: een hopeloze en verve lende taak waarvan het nu haar niet duideiyk wil worden. Maar ook de taalboekjes zyn plotseling veel ingewikkelder ge worden; de samenstellers wisten er kenneiyk ook geen weg meer mee en zetten voor elke moeiiykheid een streepje in plaats van de let- lers. Aan de kinderen de taak om te raden welke letters daar nu ho ren, 'n dd of een dt of een 11 En hééft Marian door een geluk kig toeval het Juiste aantal letters geraden, dan eist het onverzadig bare hoofd bovendien dat ze mede deelt waarom het zó moet en niet anders. Eén brok wantrouwen, die Het is alleen maar vol te houden omdat Marian weet dat het hoofd straks een seintje geeft aan het portiertje, dat dan wegflitst en aan de koperen bel begint te rukken. Mooiere muziek moet nog uitgevon den worden. De school gaat uit. Marian mag weer buiten spelen, rolschaatsen, over hekjes klimmen, vliegers oplaten of tentjes bouwen. en in stilte hopen dat dan toch deze nacht de school zal afbranden. Je kunt nooit weten, 't schynt wel eens voor te komen Thea Beekman. Wat maakt een goedkope jurk „duur" (of minder goedkoop) T geregeld persen of strijken, de oorspronkeiykc knopen vervan gen door mooiere, een voering in de (rechte of byna rechte) rok, een herziene en verbeterde zoom (op de voering vastgenaaid inplaats van op de rok). een goede leren ceintuur inplaats van de plastic ceintuur die by de prijs was inbegrepen, elegante schoenen, onberispeiyke kousen. keurige, eenvoudige handschoe nen, dito hoofddeksel. een keurig kapsel, een beschaafde, bescheide make-up, en last but not least het feit dat de draagster tot die bevoorrechten behoort die iets goedkoops „kunnen dragen". J. V. Boven: Een tweeamantel met opgestikte panneaux en gros- graingamering uit de collectie van Holthaus. Daarboven een kaboutermuts van grijs flanel met struispluim van Jean-Charles Brosseau. Met negen mannen op een schip sA-yr- ---™- --- - P J -s Wat maakt een dure jurk „goed- een te nauwe rok, een te korte rok. de verkeerde hoed. ouderwetse of onelegante schoe- een slechte beha, een verkeerd korsetje, goedkope of oude handschoenen, te veel of de verkeerde sieraden, een vermoeid of onmodieus bont je, namaakbont, een afgewassen sjaaltje, te dikke nylons (by een gekleed toilet) of dikke sporthylons in de verkeerde kleur (by een sportief tenue), een slordig kapsel, ongewassen haar, het feit dat de japon naar de sto merij had gemoeten inplaats van „nog één keertje" gedragen te wor den.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 25