OM KAÈM GRATIE... Hé! Idee! PANDA EN DE YINX LEIDSCH DAGBLAD DINSDAG 28 SEPTEMBER 1965 Blijf af Ga weg Jazik, Jazik! Ik stootte de deur open, greep het oude wijf in de nek, en sloeg haar tegen de grond. Een kwartier later zat mijn moeder vóór mtf op het paard en reden we spoorslags heen, om nooit weer terug te keren. In de houten hut van de vriendelijke oude Oekraïner Piotr Lebjenko is mijn moeder enige dagen daarna overle den. Dat ls, wat ik ervan weet, eindigde Bertrain zijn verhaal, ik meende u deze verklaring schuldig te zijn Terwijl het potlood van inspecteur Pieck zich nog haastig over het pa pier repte, was er een ogenblik stilte, toen legde de politieman zijn pot lood neer en vatte het gesprek weer op: —Uw verhaal is hoogst belangrijk en werpt een geheel nieuw en verras send licht op de zaak. En u hebt Jazik zeker verteld, waar de oude heer Van Beukenstein woont. Ja, ik had hem dat jeloofd. Ik had iets zo ernstigs als er nu ge beurd is, natuurlijk niet verwacht, wel, dat het er heet toe zou gaan tussen die twee, maar ik hoopte, dat de band van het bloed zich toch tenslotte wel zou doen gelden en dat vader en zoon elkaar zouden vinden. I schreef Jazik 'n paar weken later, dat ik zijn oude heer op zijn komst zou voorbereiden en aan de jonkheer schreef ik tezelfdertijd: verwacht bin nenkort uw zoon, hij rekent op uw steun, verleen hem die. Gy kunt aan hem goed maken wat ge zijn moe der hebt misdaan. Ik dacht daarmee de zaak in goede banen te leiden, maai- het was deze jonge man blijk baar alleen te doen om wraak, bloed wraak. Nogmaals, hij was een primi tief mens en als zodanig moeten we hem beoordelen. Hoe het gesprek tussen de politie en Bertram verder ging weet ik niet want ik bedacht plotseling met schrik, dat ik nu afscheid moest ne men, wilde ik nog op tijd in Roh- drecht zijn. We scheidden als goede vrienden. Pieck zei „tot vanmiddag." Inspec teur Brantj es liet me uit. Ik vond dat prettig, maar tevreden was ik niet. Waar was mijn portefeuille met de brieven van Perrault Decosse? En waarom zei inspecteur Pieck eigen lijk: „tot vanmiddag". Enfin Weer liep ik op straat. Het was een prachtige zonnige dag, de wind was gaan liggen en de regenplassen van de vorige dag begonnen al aardig te drogen. Het moet omtrent half negen in de morgen zijn geweest en ik dreef als vanzelf mee in een stroom van kantoorbedienden, tipis- tes, onderwijzers, schoolkinderen en al die mensen, die zich op dit uur van de dag plegen voort te spoeden naar hun dagelijkse werk. De trams baan den zich tingelend, een weg tussen auto's en fietsers en allen hadden haast. (Wordt vervolgd) Da's brood op jonge kaas op oude kaas op brood Een 17-jarige jongen die ter dood veroordeeld was wegens moord op een vriend heeft gratie gekregen van de vader van het slachtoffer die persoonlijk het doodvonnis had moeten voltrek ken, zo bericht een dagblad in Djeddah (Saoedi-Arabiè) Elf maanden geleden had Has san Ben Moetlaq bij een ruzie over een kudde kamelen zijn vriend doodgestoken. De vorige maand werd hij ter dood veroor deeld. Het vonnis had in het openbaar met een geweer voltrok ken moeten worden door Sultan Ben Farad, de vader van het slachtoffer. Toen Moetlaq op het marktplein van de plaats ge bracht werd voor de terechtstel ling boden mensen in de menigte b4.000 rialen (ongeveer 55.000 gulden) als bloedgeld aan. Ben Farad weigerde het geld en het hoofd van de politie stapte naar voren om hem een geweer te over handigen. Op het laatste ogenblik kon de huilende Ben Farad het niet over zijn hart verkrijgen de ■jongen dood te schieten. Hij werd door een juichende menigte op de schouders genomen en naar het paleis van de plaatselijke prins gebracht waar hij vroeg Moetlaq voor eeuwig uit het gebied te ver bannen. Het blad meldt toch een tra gisch eind. Moetlaqs moeder stierf aan een beroerte toen zij hoorde dat haar zoon terechtge steld zou worden. Nieuwe uitgaven De trieste moordenaar, door F. Dard, In staat tot moord, door F. Dard. James Bond onder het mes, door O. F. Snelling, Het spookhuis op de heuvel, door S. Jackson, De diamantsmokkelaars, door Ian Fleming. Zwarte beertjes, Uitg: A. W. Bruna en Zoon, Utrecht. Da's hele andere kaas Da's een sneetje 4785. Panda besloot om op zoek naar Joris te gaan. Dus stapte hij naar een EHBO-postwant hij vermoedde wel. dat iemand die door Yinx wordt achtervolgd, daar steeds terecht moest komen. Zijn vermoeden bleek juist te zijn. want toen hij daar aankwam, zag hij Joris juist naar buiten treden. Maar ach. wat zag Joris er uitf Zijn veerkrachtige tred was een moeilijk strompelen geworden en zijn eens zo zwierige staart vertoonde een knik. „Och Joris!" riep Panda medelijdend. ..Ben je al zo vaak gevallen „Zo is het helaas", beaamde Joris vermoeid. „Mijn weg gaat over punaises en bananenschillen en waar ik zit. storten de muren ineen". „Dat doen de Yinx". zei Panda. ..En zolang je je die onge lukjes zo aantrekt, raak je ze niet kwijt". „Ik weet het", zei Joris. „Maar ik kan nu eenmaal niet blij lachen als ik een smak maak of mijn enkel verstuik. Ik heb het geprobeerd, maar mijn geschater klonk hol en vreugdeloos. Daar mee laten de Yinx zich niet foppen". „Wat akelig", zei Panda deelnemend. „Was je maar nooit met die verzekeringen begonnen. Daardoor heb je die nare plaag- geestjes achter je aan gekregen!" Joris leefde op. „Panda!" riep hij uit. „Ge zijt toch altijd weder een bron van inspiratie. Als steeds hebt ge me de weg gewezen!" „Watte?" vroeg Panda verbaasd. „Wat heb ik dan gezegd?" Maar Joris gunde zich de tijd niet om te antwoorden. Zijn kneuzingen vergetend snelde hij het gebouw binnen van een ver zekeringsmaatschappij. „RECHTER TIE EN HET LEVENDE LIJK" door Robert van Gulik 328. Stuurloos dreef het goede schip Kokanje op de deinende golven rondnadat de spelende bruinvis het roer had stukgeslagen Met de bootshaak slaagde Bram er gauw genoeg in om het stuk roer weer op te vissen. Maar minder eenvoudig was het om het roer te repareren. Met geduld en touwtjes slaagde Bram er ten slotte in het schip weer bestuurbaar te maken. Het was echter al te laat. De goede Kokanje was op een zandbank vastgelopen. „Dat is me wat moois", sputterde Bram. „Daar moet je nu weer een bruinvis voor zijn om een ander zo in moeilijkheden te bren gen. Van een garnaal of een alikruik heb je nooit last. maar die bruinvissen Hij zag zelf wel in. dat dit een beetje onredelijk was. „Laten we maar eens proberen de Kokanje van de zandbank te tillen, want ik heb niet veel zin om te wachten tot een golf me er afslaat. Eens kijken, hoe kan ik nu een schip optillen Karo keek om. „Ben je vergeten. Bram. dat je mij in Orak kunt veranderen?" vroeg hij en Bram sloeg zich verbouwereerd tegen het voorhoofd. „Natuurlijk Orakde oersterke bootsman dat is het", zei hij. „Nu is alles meteen in orde". Hier wachtte hem evenwel een onaangename verrassing Posities Nederlandse schepen 81) De wereld, waarin ik mij nu ge plaatst zag, was hard en ruw, maar ik was jong en sterk. Ik was al gauw "n goed ruiter, 'n uitstekend schut ter en kende alle geheimen van de Jacht. Ik werd van kind tot man en sloeg een leeftijd over. Wie daar niet sterk en weerbaar was, ging ten onder. Het was in deze tijd, dat ik vernam, wie mijn vader was. Dat gaf een wending aan mijn leven. Wat ik tot dusver had gezien als kis met, het lof, dat Allah ons oplegt en waaraan de mens zich te onder- werpen heeft: het lijden van mijn moeder en de vernedering waarin wij waren geraakt, bleken de schuld te zijn, de persoonlijke misdadige schuld, van een schurk, die ik niet diep genoeg kon haten en verach ten. Ik wist nu, dat alles anders had C kunnen zijn: mijn moeder een rijke dame, goed gekleed en welverzorgd en ik opgevoed in een kasteel als •edelman. Ik zag het kasteel, de jacht- L lis toeten en de avondfeesten en hoe J I scherper ik dat zag, des te meer I» 9 groeide mijn haat tegen die onbe kende, die mijn vader was en des te meer groeide ook mijn wrok j tegen de wereld, waar hij ons bui ten gesloten had. In die wrok voelde ^^lk mij verbonden met de ruwe en |JHhardvochtige bergbewoners en ook j^met de kleine Piotr Lebjenko, een vluchteling uit de Oekraine. *%gjdie mij lezen en schrijven leerde. ^3 Wat hij mij overigens vertelde en uit (|g|eijn boeken voorlas, in zijn houten ^Mhut, over de komende wereldrevolu- fe&Jtie gelijk recht voor alle mensen, vrede en broederschap onder de men- èfeSsen neen, dat geloofde ik niet, daarvoor was ik te zeer verbitterd. VSlMijn ervaringen waren niet zo, dat Tjjik sprookjes kon geloven. Mijn moe- i^der was dodelijk zwak. Haar ziekte kwam in het eindstadium. Ze had j enige malen bloed opgegeven en was Hl zelfs tot licht arbeid arbeid niet meer in staat. Als ik erbij was, deed tante e Senitza altijd suikerzoet. Rust maar wat, mijn duifje, tante zal het werk wel doen. Maar innerlijk werd ze verteerd door er- gemis. Ik kende het boze wijf te goed, om dat niet te zien, maar ze was bang voor mijn spierkracht en voor óe geladen revolver, die ik bij me droeg. Hoe is het ontstaan? 'JA Dit woord: LIBEL J. J De libel, die ook wel waterjuffer of glazenmaker wordt genoemd, is een insect dat vliegt met ho rizontale vleugels. Nu is er een Latijns woord libra dat weeg schaal betekent. Het verklein woord daarvan is libella. Van daar de gedachte dat de libel vergeleken kan worden met en genoemd is naar een kleine weegschaal in evenwicht. In het Latijn komt echter het ver kleinwoord libella in de beteke nis: weegschaaltje niet voor. Men gebruikte het woord alleen voor: waterpas, schietlood. En ook in Nederlandse vaktaal be staat het woord libel voor: aan beide zijden gesloten met een vloeistof gevulde gebogen gla zen buis waarin een kleine luchtbel zit die steeds het hoog ste punt zoekt. Een lijn door beiden einden van de bel loopt waterpas. Het insect libel zou dus zijn: het waterpas vliegen de dier. Eens deed ik of sik naar de kelder ging om wijn te bottelen en wierp lutdruchtlg het kelderluik open. Toen kwam ik echter geruisloos terug en luisterde. Ik hoorde de stem van tan te Senitza half fluisterend: Geef me dat gouden medaljon, dat je onder je kleren verbergt. Ja schrik maar niet, al heeft de ouwe Senitza maar één oog, ze ziet scherp. Toen hoorde ik voetgeschuifel en de angstige stem van mijn moe der: DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK Dagelijks vervolgverhaal

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 17