Gé Hofenk Nederlandse jongeren bouwen school op TOPPERS Wonderlijk Vrachtwagen NIEUW: BEOKKENMODE it Als we de uitgever van een Nederlands tienerblad moeten gelovenwordt dit de tiener mode van de komende maan den: blokken in zwart en wit. Uit deze foto blijkt verder, dat Margie Ball zich niet alleen als zangeres verdienstelijk maakt. Ook als fotomodel doet zij het goed. Folk Beat 14 is onderdak De jonge Leidse Jazz Society Folk Beat 14 heeft de beschikking gekregen over een geschikte ruim te. In samenwerking met de Leidse Sportstichting heeft het bestuur de toezegging gekregen om voor de jazzavonden de cantine van het Leidse sportpark „Roomburg" te gebruiken. Gretig hebben voorzit ter Albert Leppers en zijn man nen die mogelijkheid aangegrepen door het organiseren van de eerste drie jazz-avonden na het grote jazzconcert, dat vanavond in he Leidse Volkshuis wordt gegeven. Op 16 oktober wordt er een oude- 8tijl-avond gegeven. Michiel de Ruyter zal een inleiding houden over oude jazz tot 1930, waarna een Leidse oude stijl combinatie (ja, die bestaat nog) onder lei ding van H. J. Wessels een paar nummers ten gehore zal brengen. Voor 6 november is de derde prijs winnaar van het Loosdrecht-con- cours gecontracteerd: Henny Vonk en haar trio. Op die avond spelen ook de voormalige Moanin' Attica (nu The Attics). Het programma voor 27 november is nog niet be kend. Wat wel bekend is, is de naam van het tijdschrift, dat de actieve Folk Beat 14 gaat uitgeven voor haar leden en donateurs. „JES" is de korte en krachtige naam van dit exclusieve perio diekje. JWTOPTIENJWTOPTIENJWTOPTIEN 1 Help (The Beatles) 2 Satisfaction (The Rolling Stones) 3 I got you babe (Sonny and Cher) 4 Unchained melody (Righteous Brothers) 5 Laugh at me (Sonny) 6 Like a rolling stone (Bob Dylan) 7 You've got your troubles (The Fortunes) 8 This strange effect (Dave Berry) 9 II Silenzio (Nini Rosso) 10 Universal soldier (Donovan). N3Ild01MlN3Iid0J,M[N3IXd01Ml voor de gasten weten wat er ge beurt, heeft hij hen zijn huis bin nen geschoven en wordt hun ge vraagd of zy voor of na de siësta een maaltijd willen gebruiken. Hy zal zyn eigen bedden afstaan. Zyn huisgenoten zullen af en aan ren nen met wijn, futeuils, een gram mofoon, enzovoort, terwijl de gast heer zijn uiterste best doet om zijn gasten op een zo aangenaam moge lijke wijze te onderhouden. Je kunt in zo'n geval de hele dag blijven; je kunt mee dineren, slapen, ont bijten en tenslotte wijst de gast heer je, na een hartverwarmend afscheid, omstandig de weg naar je volgende doel. Vooral voor ons, vaak zo econo misch ingestelde Nederlanders, is dit een wonderlijke ervaring. Een ervaring, die we haast als normaal gingen beschouwen, toen we, na de derde week, lange tochten over het eiland maakten en herhaaldelijk van dit ritueel mochten profiteren. Griekenland zal binnenkort nog meer toeristenland worden. De Krstensers zuilen deze charmante gewoonte niet lang meer kunnen handhaven. Dagenlange tochten hebben we gemaakt, wat onder normale om standigheden in een werkkamp niet mogelijk is. Het werk was ech ter in vele opzichten teleurstellend. Een huis in staat van wording, waaraan al een troep geroutineer de Griekse arbeiders werkt, biedt geen inspirerend werk voor 24 leken in het praktische bouwvak. Hier kwam nog een moeilijkheid by: de taalbarrière. Wat de oorzaak van werkmoeilijkheden ook mag zijn, hetzij een verkeerde afspraak, het zij iets anders, als erover gepraat kan worden valt er heel wat te overwonnen, maar hier ontbrak ie der contact. Soms kreeg ik zelfs de indruk, dat we by het werk be ter gemist konden worden. De bis schop van ons dorp, geestelijke va der van een paar honderd zielen, heeft later in de toespraak aan ons afscheidsdiner toen hy een resumé gaf van het kamp, ook byna niets ever het werk gezegd. Wel heeft hij met Oosterse breedsprakigheid ge wezen op het belang van de ont moeting van de Grieksorthodoxe christenheid met hun Westeuro- pese christelijke broeders. Ook was hij er diep van doordrongen, dat de kerk wordt bedreigd en dat iedere ontmoeting van de verschillende geloofsrichtingen de positie van de kerk in zijn ge heel verstrekt etc., etc., maar hy vermeed ieder woord over het werk. En dit deed hij zo, dat we het ons eigenlijk pas realiseerden toen hij allang weg was. Een typisch staal tje van Oosterse tact. Een van de gunstige kanten van de Oosterse mentaliteit, die nog al eens neer komt op beleefd blijven, veel be loven maar weinig doen. waar we nog al eens mee te kampen heb ben gehad. Zo beloofde deze kerkelijke vader ons vele malen zijn vrachtwagen voor onze excursies over het eiland. We hadden in de vrije middaguren overal heen kunnen gaan, maar de wagen bleef uit en de bisschop hulde zich voortaan in termen van vaagheid, zoals „morgen kan het misschien" of „Ik vermoed dan en dan". Ik kan me nu voorstellen hoe moeilijk b.v. de heer Koksma. uitgezonden door de Wereldraad van Kerken, het gehad moet heb ben, nadat hij jaren geleden op het bijna doodgeleefde Kythera ge zet was met weinig geld en een nogal idealistische opdracht „Maak dit eiland vruchtbaar en bewoonbaar". Wij konden moeilijk aan de gang komen; er werd bij tijden hard gewerkt en we zijn de eerste we ken bijna niet weg geweest. We bleven voor anker liggen. Dit schept een leegte en betekent een domper op de sfeer. En de sfeer in zo'n groep is even belangrijk als kwetsbaar. Iedereen is er gevoelig voor. liet samenleven daar is iets heel speciaals. Je bent vanaf het begin al hevig geinteresseerd in el kaar. Dit is geen wonder. Je bent daar wel toe gedwongen. Afgezien van het feit, dat je op een of an dere manier iets van elkaar ver wacht, zul je een maand lang met elkaar alles gaan doen. eten, pra ten. Het is niet mogelijk langs el kaar heen te leven zoals in een grote stad, waar achter alle vage contacten altyd wel een of ander thuisfront is of een vaste kennis senkring, waar je op terugvalt. Je thuisfront is hier de groep. Je bent daarbij vrij van alle beslommerin gen die je elders geheel in beslag kunnen nemen. Er is de groep en niets dan de groep. Het contact daarmee is dus in tens en volledig. Dit is het geheim van een werkkamp. Een bijzonder soort oecumene, die niet eens ker- kerkelyk hoeft te zijn. Zoals jij vraagt vragen ook de ogen om je heen: „Wie ben jij?" en ze verwachten een antwoord. Vluchten is onmogelijk. Een masker dragen eveneens. Daar voor leef je dicht en te lang naast elkaar. Ook is het niet mogelijk met alle winden mee te waaien. Wie ben ik?", vraag je, als je dat nog nooit gedaan had. En in ons geval betekende dit: „Hoe gebruik ik de lege tijd?". „Ga ik ook wijn drinken, tot ik op m'n gezicht val van el lende, zoals hij?" „Hoe bepaal ik m'n houding als er onenigheid of moeilijkheden zijn?" En dit is het misschien vooral geweest, afgezien van het plezier en de vele machtige belevenissen, dat het werkkamp Kreta 1965 tot iets waardevols maakte. Frank de Graaf, een 18-jarige jongeman uit Voorburg beleefde de vakan tie van zijn leven. Hij maakte deel uit van een groep jonge Nederlanders, die de afgelo pen maand op het Griekse eiland Kreta een school hielp bouwen. Dat gebeurde in het kader van de oecumenische werkkampen, die in onder ontwikkelde gebieden in de hele wereld worden georgani seerd. In dit artikel vertelt Frank de Graaf over zijn bij zondere ervaringen in dat werkkamp. Ook de foto's zijn van zijn hand. (Van een bijzondere medewerker) let is half een. In Mires, een dorpje aan de zuidkust van Jta, schuiven 24 Hollandse jongens en meisjes aan een lange dhouten tafel in het leegstaande jongensinternaat. Twee -tkse monniken met volle zwarte baarden en korte paarde- t«r irjrtjes, gezonden door de plaatselijke bisschop als huishou- >rjke staf, lopen glimlachend heen en weer en neuriën geest ige liederen. oeidmaar vooral ook hongerig geworden door het vrij zware ,n de ochtend, vallen de jongelui op het eten aan. Broederlijk de laatste restjes rode wijn verdeeld. Vele handen, die niet •nd zijn een metseltroffel of zware houweel te hanteren, vertonen blaren. Er wordt gemoedelijk gelachen en gepraat over het pro- Naast het internaat voor jongens moet er ook een voor meisjes Nu blakeren de halfvoltooide muren nog in de vaak on- *stf9li.ike felle middagzon. sinds 1936 bestaan er in ter- oecumenische werkkam- ,^anlzij bieden hulp in de meest fergebleven en arme gebieden Europa. De kampen hebben t eDt loop van de tyd opgang ge- jkt en het bleken vooral Neder- omafers te zyn. die op deze wijze roor\ hun vakantie inhoud wilden icntr- Zovelen echter, dat er sinds u«Jaar of zeven drie kampen ernten georganiseerd speciaal voor pide^rlanders tussen de 17 en 25 C0J oud. Doel: hulpverlening, imef dit nodig is, contact met el- en de inheemse bevolking en het genieten van een in- santé en plezierige vakantie, Jerlijn, op Kreta of Kythera, klein, dor eilandje even ten ;n van de Peloponnesos. Ik was ou le groep Kretagangers van dit die grotendeels bestond uit enten. Na 55 eindeloze uren ^n de rails, waarin we uitge- gelegenheid hadden om in lei houdingen, hangend, lig- zittend en steunend in de s met elkaar kennis te ma- busten we over Kreta, dood- loeid door het tekort aan slaap, juist zagen we onze dicht ende ogen een glimp van de 7.31 nben emend mooie bergketens lalen. 5 doel was Mires. een dorpje een paar honderd inwoners bij de ruïnes van het bijna jaar oude Phaistos, het bui- 'enjferblijf van de legendarische n ing Minos, even ten zuiden van sberg Ida, die de hoogste en de iU( st interessante berg van het ei- l is. De klassieke oppergod Zeus ge» hier zyn grootgebracht met emelk. Voor archeologen is n f hele streek een dorado. Be- njgrijke vonden uit de 8ste- ïw voor Christus in de an de Ida" wijzen op een In,® oude cultus, die hier moet heb ei bestaan voor de zogenaamde J» eten. Deze strijders hebben vol- is de legende een wilde dans uit- oerd rond de grot waar baby werd geboren, er door het ge- 1 van hun schilden voor zor- d, dat het gehuil van de pas oren godheid niet zou doordrin- ,r' i tot vader Kronos. Die immers i zyn zoon in verband met de onopvolging naar het leven r„ belangrijk Kreta ook geweest door het verschuiven van de tuurcentra is het verlaten en 8eworden als een kerkhof; al- xai Q de zerken herinneren nog aan oude glorie. Van het miljoen in- !n- oers, dat er eens geweest moet i, bleef nog niet de helft over. 'zuidelijke streken waar ook Mi- in ligt, zijn het dunst bevolkt, landbouwmethodes stammen 'aD ak nog uit de Minoïsche tijd, lewel je op sommige grotere boer- djen al tractoren ziet gebruiken. JÉjiar als je oude vrouwtjes het de hand geoogste graan naar dorsvloer ziet slepen, waar er over moet lopen, net zolang tot gedorst is, en ze het telkens t in de lucht ziet gooien om het er van te scheiden. Als je boe- vele uren per dag water ziet (eB Wen met de hand om er via pri- irrigatiekanaaltjes lande- ïen mee te bevloeien, dan ga je fjrijpen waarom er naar deze Het werk i. iar: zweten i zwaai: zwtzicii m brandende zon op Kreta. <aak t de f gen staan op en komen met uitge strekte armen op de verbaasde vreemdelingen af. Een van de dor pelingen spreekt een beetje Frans. Hij voert het woord en het is als of hij onverwachts een paar zeer oude vrienden tegen het lijf is gelopen. Hy zal hun gasten zijn en Kreta is oeroud. De gebruiken ook. Zo bestaat er nog het klassieke gastrecht, waar men zich in kleine dorpen zelfs vrij streng aan houdt. Het kan gebeuren, dat een paar toeristen, uitgeput na een berg tocht, een willekeurig dorpje bin nensloffen, snakkend naar drinken en een bed. De zon staat hoog en de inwoners laten zich niet zien. Zij zijn verstandiger dan de vreem delingen en houden siësta. Alleen op het stoffige dorpspleintje, waar aan, zoals aan alle Griekse dorps pleintjes, een groot café ligt, zit een wijde kring Grieken met verweer de gezichten breed gebarend te keuvelen. Wanneer de toeristen na deren, verstommen echter alle ge sprekken. Zij blyven onbeweeglijk zitten, zwijgen aV het gaf en sta ren naar de vreemdelingen, een be zienswaardig verschijnsel in deze streken. Deze voelen zich niet erg op hun gemak onder al die blik ken, maar als ze groeten is het alsof er een banvloek over he' groepje verbroken wordt. Ze zwaai en uitnodigend met beide handen schreeuwen door elkaar en sommi-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 7