m FELLE KRITIEK OP NS-UNIFORM Nieuwe uitgaven NI LEÏDSCH DAGBLAD WOENSDAG 13 SEPTEMBER 1963 Bè, gelukkig, riep Ethel is mijn verhaal gauw Ik zwom naar de kant. Tegen- me zag ik de achtermuur van 't De omgeving was me bekend, ogenblik stond ik nog te bibbe- ln mijn druipnatte kleren. Ze loodzwaar en kleefden me lijf. Toen zette ik het op eer of de duivel meop de hielen Ten eerste om warm te worden, tweede omdat ik wel kon dansen blijdschap en tenslotte om gauw te zijn. Gelukkig was juffrouw tt nog op en liet me niet lang hten. Alleen, ze moesten me heel weer verbergen, omdat jullie oen met die politie-agent. En nu ben je hier, zei Ethel, u blijf je hier. Het spijt me, Ethel, antwoord- Beginald, maar ik geloof, dat het beter is vannacht nog of morgen g te vertrekken, vulde Drost aan, mijn idee. Nou denken ze nog verongelukt bent. Voordat ze zoeken en dat duurt nog paar dagen, zit jij al in het tnland. hel zuchtte berustend. Ze zocht allerlei bezwaren: En zijn kleren, die zijn niet zo r droog. Een pak kleren kan hij van wel krijgen, zei Drost, dat is sen een vermomming. En de controle aan de grens, srde Ethel nog, ze vragen na- ijk naar papieren, zei: je gaat natuurlijk niet de douane, maar mocht je toch ind tegenkomen, die naar papie- iraagt, dan weet ik wel raad. Ik ;en paar bewijsstukken, dat Vermaele heet, kunstschil- •rzitter en werkend lid. van is dat nou? Waar heb ik nou portefeuille? Zou ik hem in mijn das gestopt hebben? Irouw Drost was al weg om het fcgstuk te halen. Ik doorzocht tachtig de zakken geen por- 11e Ik voelde dat ik koud ,het bloed stolde me in de ade- "w&nt ik dacht onmiddellijk dat Bulgaar me dat gelapt moest i, toen ik bewusteloos in zijn ag in de auto. Er schoot een voor m'n ogen, het lamplicht te trillen. Ik greep me aan de UI vast en zonk terug in mijn stoel, ff churk, de handlanger van Zwarte had dus nu de brieven over medewerking aan ^et namaken schilderijen! Alles draaide voor ogen. Wat moest ik beginnen? moest hem achterna. Maar :heen? Zat er veel geld in? hoorde ik huwfem van Ethel. Zeshonderdvijftig franken, zei wktuigelijk. Aangeven bi) de politie, besliste t Om Gods wil niet, riep ik ver- 1 keken me verwonderd aan. me een plezier, zei ik en vooral niet met de politie „Vagebond" Het is beschamend dat een mo derne vervoersorganisatie als de Nederlandse Spoorwegen haar personeel een uniform laat dra gen dat opvalt door slechte snit, kwaliteit en maat, klaagt de re dactie van „Recht Spoor", het or gaan van de (categorale) Fede ratieve spoorwegvakvereniging" De F.S.V. acht het onmogelijk het twee jaar geleden gelanceerde nieuwe spoorweguniform in een staat te houden die de toets der kritiek kan doorstaan. Als het uniform nog nieuw is, lijkt het heel wat. Na zes maanden ziet de drager er al uit als een vagebond, aldus de F.S.V. De snit is erbar melijk en de kwaliteit is zo slecht dat het uniform na vier maanden glimt als een spiegel. De categorale bond vindt dat de strenge kledingvoorschriften van de N.S. moelijk te rijmen zijn met dit resultaat van een jarenlange studie. De directie handelt ten aanzien van het uniform volledig in strijd met wat zijzelf zegt in de kledingvoorschriften over het aanzien van de N.S., want wat nu gedragen moet worden is de dra ger en de spoorwegmaatschappij onwaardig, aldus de F.S.V. DADER MISLUKTE ROOFOVERVAL MELDT ZICH De dader van de mislukte roofoverval op het postkantoor in Zegge in Noord-Brabant heeft zich gisteren bij de Bredase politie aange geven. Het is een Bredase vertegen- woordigei, gehuwd en vader van vier kinderen. De man kwam tot zijn daad. om een bedrag, dat hij bij een Bredase firma verduisterd had te kunnen restitueren. HU verklaarde tegenover de politie niet met de vrouw, die het postkantoortje be heert, te hebben gevochten. HU be dreigde haai- met een alarmpistool, waarna hU de benen nam. Fietsen „lenen" bij politie (Van onze Bossche correspondent). Drie jongens uit Dongen, die in het naburige Rijen op een dans avond waren geweest, misten de laatste bus en wisten^ niet meer hoe ze thuis moesten komen. Ze besloten enkele fietsen te „lenen". Zonder het te weten pakten ze die weg in een gangetje naast het politiebureau. Aanvankelijk ging alles goed, maar toen een van hen het rijwiel van de opperwacht meester wilde bestijgen, schoot hij van de trappers af, omdat het karretje een andere constructie had dan de fietsen, waarop de -jongeman gewoon was te rijden. De onbetekenende valpartij ver oorzaakte voldoende rumoer om de wachtmeesters in het politie bureau te alarmeren. Zij zetten een achtervolging in, slaagden erin de drie jongens te pakken en hun eigendommen te „heroveren" Het drietal kreeg proces-verbaal en mocht de zeven kilometer naar huis lopen. De politiemannen zet ten hun fietsen nu maar op slot om herhaling van „leningen" te voorkomen. Zeesleepvaart itw Zm mat ka ballasaar 11 of warta Zaa 14 MVto*H«r 3685. „De Yinx zijn in de stad!" riep Joris met luide stem. „Burgers, weest voorzichtigStelt u veiligNeem een Yinx-ver- zekering!" Deze aansporing was niet meer nodig, want de beangste lieden drongen zich reeds om zo'n verzekering af te sluiten. In snel tempo verdwenen de polissen uit zijn tas, die vervolgens met het geld voor de verzekeringspremies werd gevuld. Toen de laatste Yinx- verzekering was af gesloten, puilden de bankbiljetten er dan ook uit. Tevreden begaf Joris zich weer naar binnen. „Welaan", sprak hij. ik heb u thans van de menigte verlost. In ruil voor deze goede dienst moogt ge mij een feestmaal aan bieden." „Hm, zei Panda. „Je hebt anders heel wat geld aan die goede dienst overgehouden. En eh zijn die lui ook werkelijk tegen Yinx beschermd door die verzekering van jou?" „Ongetwijfeld", antwoordde Joris. „Lees er de polisvoorwaar den maar op na. Onder het eten zal ik het u uitleggen. Vooruit goed Jolliepop, naar de keuken en zet uw beste beentje voor!" „RECHTER TIE EN HET LEVENDE LIJK" door Robert van Gu,ik Dagelijks vervolgverhaal Rohdrecht, zondagmorgen. I Lieve Jaennet, Ik had natuurUjk weer pech. Lo is in het buitenland en ik zou dan ook vandaag weer onverrichterzake te ruggekeerd zUn, als Drost mU van morgen niet in het voorbUgaan had toegeroepen, dat ik nog blUven moest omdat Lo vermoedelijk dinsdag te rugkomt. Daarom schrUf ik je nu deze brief. Reken er dus maar op, dat 't wel woensdag zal worden voor ik terug kom. Alles is hier nog in rep en roer, onderteboven en door el kaar. Beneden is de politie weer aan het snuffelen en ik zit op het ka mertje van Chilly, het dienstmeisje, dat vannacht door een Bulgaarse cir cusartiest ontvoerd is. Schrik je? Och, kind zulke dingen gebeuren hier veel. Het is net een cowboyfilm. Ik zal je nog iets sterkers vertellen. Je vrien din Ethel, van wie je natuurbjk de groeten moet hebben, evenals van juffrouw Drost, je vriendin Ethel heeft zich verloofd. Het is een jonge Engelsman gelukt deze onneembare vesting stormenderhand te verove ren. Ze hebben de Jonge gearresteerd, dat is jammer. Maar de „Ronde To ren. Ze hebben de arme jongen ge arresteerd, dat is jammer. Maar de „Ronde Toren", waarin ze hem had den opgesloten, is afgebrand en in gestort. MUn verhaal is, geloof ik, 'n beetje verward, waarschUnlUk omdat ik wat zenuwachtig ben, maar het is ook allemaal erg ingewikkeld. Ik zal het je later wel eens precies vertel len zo vlogen er bUvoorbeeld van nacht twee auto's achter elkaar in een duizelingwekkende vaart de weg af van het kasteel naar de stad. De voorste was de politieauto en daarin zaten de vluchtelingen. Lilly en haar Bulgaar, en de achterste was een wagen van het kasteel met een agent erin. Weer niet de gewone gang van zaken, zoals je ziet. BU de rivier zUn de gelieven uitgestapt en hebben hun wagen onbeheerd op de donkere weg laten staan. Althans dat veronder- Nog steeds zondagmorgen twee uur later. Ik heb mUn brief even moe ten onderbreken, Jeannet. Ik werd weer gestoord door die politiemannen. Inspecteur Pieck en de commissaris. Ze moesten speciaal het kamertje van Lilly inspecteren. Ik had het kunnen begrijpen. Het raam van dit kamertje ziet uit op de bewuste ach tertuin, waar de moord gepleegd is. (Wordt vervolgd) Verhalen naar Shakespeare's to neelstukken, door Ch. en M. Lamb; Marie Grubbe, door J. P. Jacob- Extase, door L. Couperus. 7e druk. Uitg.: L. J. Veen, Amsterdam; Mikken op de voorruit, door L. A. KoelewUn; Een tevreden lach, door A. Burnier Uitg.: Em. Querido, Amsterdam; De lange weg, door A. M. Harris; Verbond met de dood ,door J. Har ris; Dc onschuldige dromers, door A. T. Hobart. itg.: „West-Friesland", Hoorn; Lach ju maar Pinkeltje, door D Laan. Geill. kinderboek. Uitg.: van Holkema en Warendorf, Amsterdam. DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN KRAMMETJE FOK 317. De schreeuw welke Brammetje slaakte overstemde zelfs nog het gebulder van de waterval. Hij meende niets anders of hij was verloren. De paraplu bracht hem uit zijn evenwicht en wild zwaaiend met armen en benen stortte Bram omlaag. Aan de wal brulden de professoren al van vreugde en vol doening, nu zij ten slotte toch hun vijand hadden overwonnen. Maar dezelfde paraplu, die Bram een noodlottige val deed maken, betekende ook zijn redding. Later zou Bram niet eens meer goed kunnen navertellen hoe het was gegaan, zo vlug ging het in zijn werk. Maar door de schok van het werpen was da paraplu open gegaan en eensklaps lagen onze drie vrien den in de paraplu als in een bootje. „Hoerrra"riep Tutu voorbarig. .Zet je schrap", schreeuwde Bram er tegenin, want een para plu is maar een rank bootje en hij was er helemaal niet gerust op als het vreemde vaartuig eenmaal de onderzijde van de waterval zou hebben bereikt. Aan de wal beten de professoren Sonnebol en Barrekou hun nagels stuk van spanning. Zou die dekselse Bram nu tóch nog op het nippertje gered worden? lêitie® Nederlandgp Tank vaart Aclla 14 Stanlow n Cura«a< Acmaea 1 3 A.n3ro»aan daarna Ban Area 14 300 m O Caylon 70 I Avedrethl Tun la n Lavara Barandracht 13 350 ZZO Mai altai Amatardam 13 240 m ONO Caltei Delfzijl 14 ooi 20 u 1 stond op, ze vond, dat het jjd voor me was om te gaan Ik was overspannen, consta- ze. VIJFDE HOOFDSTUK N korter is en ietwat onrustig, de lezer bedenke dit wel zwaard van Damocles me aan zijden draad boven het hoofd ferde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 19