ONVERSCHROKKEN STRIJD
VOOR MENSELIJKE WAARDE
Thema van Schweitzer:
leven in stand houden
Bij de dood van Br. Albert Schweitzer
Universeel geleerde offerde
zijn fabelachtige werkkracht
uit mededogen voor de ander
en oog voor het
verval der cultuur
LEIDSCH DAGBLAD MAANDAG 6 SEPTEMBER 1965
(In mcmoriam door ds. D. A. Werner)
Op hoge leeftijd is een mens van ons heengegaan, die jong en
oud heeft aangesproken door zijn onverschrokken strijd voor de
waarde van de mens. Steeds heeft Schweitzer in zijn leven en werk
op dit geestelijk front gestreden en hij heeft ondanks alles, zijn
geloof in de toekomst der mensheid behouden. Het raadselachtige
van zijn persoonlijkheid is, dat hij steeds de kracht heeft opge
bracht om in het heden te staan en dat heden op zijn eigen wijze,
in vaak ouderwets kleed gehulde vorm, heeft gediend.
Terwijl hij voor een groot deel in de vorige eeuw stond, heeft
hij onmiskenbaar zijn blik op de toekomst gericht. Daardoor is
hij een profetische gestalte geworden, ja zelfs een begrip voor
velerlei categorieën van mensen.
In zyn lange leven heeft Albert het nageslacht: de eerbied
het
Schweitzer bijzonder veel waardering
gevonden, doch ook kritiek ontmoet.
Hij heeft het in vele opzichten niet
gemakkelijk gehad, maar steeds is hy
blijven vechten voor zyn eigen
wijze en zijn ideaal. Van zyn mede
mensen eiste hy veel, omdat hij ge
wend was veel voor zich zelf te
maar men verdroeg alles, omdat het
altijd voortkwam uit een oneindig
mededogen voor de ander. Men
zijn leven het best kunnen omschrij
ven als een voortdurend gevecht voor
de ware menselijkheid.
Zijn werkkracht was zo groot, dat
hij in zijn leven zoveel heeft kunnen
presteren op zoveel verschillende ge
bieden, dat ieder van deze gebieden
een levenswerk op zichzelf zou kun
nen zijn.
Wanneer hij als pionier-medicus in
1913 naar de binnenlanden van Afri
ka trekt om in Lambarene zijn zie
kenhuis voor de inboorlingen te bou
wen, neemt hij drie doctoraten mee:
theologie, filosofie en medicijnen!
Bovendien was hij een bekend orga
nist, die naast zijn spel bekendheid
had verworven door zijn visie op de
orgelbouw en zijn interpretatie van
de grote componist J. S. Bach. In
Lambarene begint de dokter als pre-
historisch-modern mens barakken te
bouwen op palen, die het ziekenhuis
een aanzicht geven van een neger
dorp. Maar tegelijkertijd weet hij,
naast zijn medische werkzaamheden
in de tropen, zich in de figuur van
Goethe op zulk een wijze te verdie
pen, dat hij beschouwd werd als een
der beste Goethekenners ter wereld.
Niet minder dan vijf Goethe-redes
staan op zijn naam.
In de eerste wereldoorlog ontwerpt
hü in Afrika zyn gedachten over de
cultuur, die hü neerlegt in twee delen
cul!uurfilosofie. In deze jaren ziet hjj
de gedachte, die diep in hem leeft en
die door zjjn werk gestalte heeft ge
kregen: eerbied voor het leven. Méér
dan een uitspraak op het niveau van
de vitalistische ethiek wordt l et zijn
levensdevies. Hij belichaamt zijn visie
in alle onderdelen van zijn veelom
vattend werk.
De ganse schepping bruist van
leven: dat is een groot mysterie,
waar tegenover de mens slechts een
eerbiedige houding moet aannemen
en zich moet inspannen om het leven
in zijn vele uitingsvormen te behoe
den en te ontwikkelen. Dat is de taak
van de mensheid op aarde. „Wanneer
de mens doordenkt", zo zei Schweit
zer eens, „zal hü tot deze conclusie
moeten komen".
Waarheid en deemoed
Na de tweede wereldoorlog richtte
Schweitzer zich tot de mensheid met
een appèl om de atoomproeven te
staken op grond van de nadelige
werking van de radioactiviteit op
leven stond op het spel! Aangezien
hij de eerste was en bovendien geen
atoomgeleerde, nam men zijn waar
schuwing over het algemeen niet zeer
serieus. Eerst later is men gaan in-
Dagelijks tafereel in Schweitzers
oerwoudziekenhuis in
Lambarene (Gabon).
zien, dat Schweitzer gelijk heeft
had. De kritiek die hij ontmoette, als
zou hij op grond van zün appél c
munistische neigingen vertonen,
even onwaardig als onwaar.
Wanneer wij nu in staat zijn zijn
werk te overzien, de meer dan dertig
boeken, die hij heeft geschreven,
maar vooral de persoon, de mens, die
h(j geweest is, dan kunnen wij
dat hij dit devies volkomen ernstig
heeft genomen.
Want de grote betekenis
Schweitzer zal blijven. En deze be
tekenis ligt in de wijze van benade
ring van de ander, of deze ander
Bach is of Goethe, een Afrikaanse
neger of een lastige verslaggever,
professor of een chronische zieke. Het
is de houding van de deemoed, die
hem zijn leven lang heeft getypeerd.
De roem heeft hem geen kwaad ge
daan, evenmin de kritiek, die zijn
werk poogde af te breken: Schweit
zer bleef dezelfde. Het is hem nooit
om hemzelf gedaan. Steeds ging hij
schuil achter zijn werk, waardoor hy
juist de afbrekende kritiek in de
hand werkte.
Lambarene, als uiting van de eer
bied voor het leven, bleef een primi
tieve nederzetting en doet in vele op
zichten nog denken aan de jaren '30.
Maar Schweitzer is het erom gegaan,
dat de armsten der armen van de
inboorlingen zich er thuis zou voe
lenhet was voor hen, dat hij het
zó deed. Schweitzer heeft steeds in
zijn leven het spectaculaire gemeden
ter wille van de waarheid en de dee
moed. Daarom is zijn Bachspel niet
virtuoos, daarom zijn zijn redevoe
ringen niet „geleerd" zodat zij alleen
voor vaklieden te lezen zijn: daar
om is zijn theologie gebaseerd op het
zoeken naar de waarheid omtrent de
persoon van Jezus Christus. Schweit
zer zelf ging schuil achter het werk,
omdat het volgens hem is gegaan om
Lambarene, om de neger, om Bach
en om Goethe, om Jezus Christus die
als Mens zelf de deemoed vertolkte.
Nooit is Schweitzer feller geweest
dan wanneer iemand onwaarheid te
gen hem sprak, nooit was hij meer
ad rem, dan wanneer hij merkte, dat
iemand zich beter voordeed dan hij
Het is een onmogelijke taak
in het kort bestek van een
dagbladartikel een bevredi
gende indruk te geven van
het leven en het werk van dr.
Albert Schweitzer. Niettemin
vonden wij ds. D. A. Werner,
een van de „promotors" van
Schweitzers werk in Lamba
rene, bereid een in memoriam
te schrijven. Elders op deze
pagina vindt men een aantal
facetten van Schweitzers
boeiende leven, zoals die
voorkomen in de boeken van
Emil Lind (uitg. In den To
ren, Naarden) en van Marie
Woytt-Secretan (uitg. De To
renlaan, Assen). Het laatst
genoemde houdt zich vooral
bezig met Schweitzers dage
lijks werk in Lambarene, het
eerste legt meer de nadruk op
zijn wereldbeschouwing. Er
zijn nog tal van andere boe
ken over zijn leven en werk,
die hier niet alle genoemd
kunnen worden. Het loont de
moeite er een of meer ter
hand te nemen, nu de bijna
legendarische oerwouddokter
is heengegaan.
1954 in Oslo in ontvangst nam (om
dat hij zich niet eerder vrij kon ma
ken) defileerde de jeugd van Oslo
voor zijn hotelkamer om hulde te
brengen aan de man, die hun groot
vader kon zjjn, maar die hetzelfde
ideaal in zijn leven nastreefde al zy
n.l. écht te zijn en waar. Dat zou ook
het testament kunnen zjjn. dat
Schweitzer aan onze tyd heeft wil
len geven: het vertrouwen in de
kracht van de waarheid van de geest.
Immers daarvan hangt ook nu de
toekomst der mensheid af.
Al het andere zal misschien ver
gaan Lambarene zal anders wor
den. Er zullen geleerden komen, die
wellicht betere Goethekenners zijn,
organisten, die wellicht beter Bach
zullen spelen, theologen, die belang
rijker zullen zijn, cultuurfilosofen,
die weer andere gedachten zullen
ontwikkelen, waardoor de oudere
weer overwonnen zijn.
Maar mensen, die even deemoedig,
even krachtig en even kernachtig en
rechtslijnig in woord en daad zullen
zijn, zullen er niet gauw meer op dit
niveau gevonden worden.
De wereld is Albert Schweitzer veel
dank verschuldigd voor zijn gevecht
voor de waarde van de mens en de
eerbied voor de ander. Wij sluiten
ons aan bij die dank en beseffen, dat
met Albert Schweitzer een van de
grootste mannen is heengegaan.
Op de bres voor
redelijk denken
Albert Schweitzer was geboortig
uit een byzonder gebied, met een
eigen karakter. Hij was als het ware
van nature voorbestemd bemiddelaar
te worden tussen twee volken, ge
vormd als hjj was door de geschiede
nis van zijn land, zijn beschaving en
de buitenwereld. Het rationele en
Irrationele vloeiden in hem samen,
misschien een gevolg van het feit,
dat de Elzas een grensland is, dat
sedert eeuwen tussen twee beschavin
gen in gelegen was.
Om Schweitzer in het bijzonder te
begrijpen mag de geschiedenis niet
vergeten worden. Nog heden ten dage
wordt vlak bij de geboorteplaats van
Schweitzer, Günsbadh een Keltische
bevolkingsrest aangetroffen, die ook
nu nog Keltisch spreekt. Die Kelten
zijn de oudste bewoners van dit land
geweest. Bij de volksverhuizing kwa
men de Alemannen en zo ontstond
uit de vermenging van die twee het
typische Elzas-karakter. De uiterlijke
dingen als taal, zeden en woonwijze
zouden nog van Alemannisohe af
komst zijn, de geestelijke elementen,
de wilskracht, het gevoel, zouden
bovenal door Frans bloed zijn mee
gebracht. Zo zou de Elzasser krach
tens zijn Duitse herkomst neigen tot
het irrationele, het romantische
idealistische, en aan Frankrijk een
zekere zin voor het rationele, de
realiteit, beschavingsverfijning en
een neiging tot het nuchtere. Hoe dit
zij, in Schweitzers karakter waren
deze kenmerken harmonisch samen
gevloeid. Hij groeide op met beide
talen, Frans en Duits, waarover hij
zelf zich eens als volgt heeft uitge
laten: „Het verschil tussen beide
talen lijkt mij, dat ik mij met het
Frans begeef op de paden van een
prachtig park, en met het Duits
rondzwerf in een heerlijk bos. De
volmaaktheid van het Frans bestaat
waarin dat men een gedachte op zijn
kortst en volkomen helder kan uit
drukken; die van het Duits is, dat
het elke schakering in de betekenis
precies kan opvangen".
Mausche's geduld
Leed en smart heeft Schweitzer
reeds vroeg bij anderen gepeild, zoals
blijkt uit het verhaal over de jood
Mausche, een buurman, die op zijn
ezel karretje door de dorpsjeugd
genadig werd bespot. Toen de jonge
Albert dit eens meemaakte, zag Pij
hoe Mausche, met zijn zomersproeten
en zijn grijze baard, de plagerijen
even rustig liet gaan als zijn ezel,
Slechts nu en dan draaide hij zich
om en glimlachte verlegen en goedig
terug. Dat glimlachen overweldigde
mij, vertelde Schweitzer later: „toen
heb ik voor het eerst beseft wat het
wil zeggen bij vervolging te zwijgen.
Mausche is een waardevol opvoeder
voor mij geweest, en van toen af
groette ik hem vol eerbied. Nu nog
ontleen ik aan hem de kracht tot
geduld, als ik de neiging zou hebben
tot woede en drift te vervallen". Zo
kwam de jonge Albert Schweitzer tot
de grote levenservaring van
kinderjaren, dat dicht naast de
vreugde het leed woont: van dit be
sef uit groeit het inzicht, dat geluk
kige mensen de plicht tot medelijden
hebben.
„Steeds werd het my duidelijker,
dat ik het recht niet had myn ge
lukkige jeugd, myn gezondheid
arbeidskracht als iets vanzelfspre
kends op te vatten en te gebruiken,
llit het diepe geluksgevoel wies ge
leidelijk begrip voor het woord van
Jezus, dat wij ons leven niet voor ons
zelf mogen behouden".
Die gedachte liet hem niet meer
los, maar nam zijn jonge leven nog
niet in beslag. Zelf zei hij er van
„Een klein wolkje rees van de hor)
zon aan het uitspansel omhoog. Ik
kon er van tijd tot tijd de blik
afwenden, maar tenslotte bedekte
het de ganse hemel".
De taal van Jozef
Dr. Schweitzer was, on-
danks zijn besef van de ernst
f van het leven, een man met
veel begrip voor humor. Een
vermaard verhaal uit zijn
mond was de ontmoeting met
1 Jozef, zijn eerste helper en
1 tolk in Lambarene. Deze ne-
1 ger kende acht verschillende
inboorlingentalen en ivist ta
melijk veel van het Frans af.
Lange tijd was Jozef bij
Europeanen als kok werk
zaam geweest en Schweitzer
vertelde, hoe Jozef ook bij
hem die keukentaal gebruik
te als er patiënten werden
„aangediend"„deze man
heeft pijn in zijn rechter-
ham deze vrouw heeft
pijn in de bovenste linker
cotelet en in haar osse-
haas"
Grote leermeesters
Voorlopig zou Schweitzers leven neg
geheel ingenomen worden door zijn
geweldige intellectuele inspanning
studie in de filosofie, in de theologie
en in d>e muziek, later
„keerpunt" bovendien nog gevolgd
door die in de medicijnen.
Onder zijn leermeesters warer
mannen van grote naam, zoals Wirn
delband en later Paulsen en Simmel
voor de wijsbegeerte, Hamack, Pflei-
derer en Kal tan voor de theologie
(in Berlijn) en Widor (Parijs)
muziek. Na diie studietijd, waar;
de aandacht trok door zijn
kennis en diepgaande kritische zin,
werd h(j predikant in Straatsburg.
Schweitzer hield zich diaar aan het
advies van Luther: praat er fris op
los, doe je mond goed open en maak
er vlug een eind aan. Dientengevolge
was hy al spoedig in geheel Straats
burg bekend als de man van de kor
te preek. Dat hü reeds na tien
ten „amen" zei was geen zeldzaam
heid, hetgeen tot de klacht leidde,
dat hü er zich van afmaakteOp
advies van zün oudste collega maakte
hü er later twintig minuten
1902 hield Schweitzer als hoogleraar
in de theologie zün eerste colleges
de universiteit van Straatsburg, v
hü ook privaat-docent in de filosofie
was. Daarmee was zü'n eerste grote
doel bereikt: aan jonge
door jarenlange studie
kennis te kunnen mededelen. In die
tijd viel ook zijn energieke besluit
niet meer te roken, omdat hü voelde,
dat dit langzamerhand een haris-
toch voor hem was geworden. Toen
hü zioh daarvan bewust werd, legde
hü de half uitgerookte püp voor zich
neer om die nooit meer aan te raken,
al kostte het hem een grote inspan
ning.
Oude orgels
In 1905 hü was dus pas dertig
Jaar en had al belangrüke werken op
zün naam staan verscheen
Frans werk van -zün hand over Bach
(455 bladzüden), dat hü op verzoek
van zün uitgever in het Duits
taalde, maar er toen een omgewerkte
uitgave van maakte (844 bladzüden),
died rie Jaar later verscheen. Uit die
tüd dateert ook het begin van zün
strüd voor het behoud van oude
orgels. Ontelbare malen is hij erin
geslaagd doodvonnissen over prach
tige oude instrumenten te verhinde
ren. Enige jaren later zei hü
die tijd en over zün later voortgezet
te strüd op dit front: „Machteloos
moet ik het nog heden aanzien, hoe
men voorname, oude orgels omdat
ze voor het tegenwoordige begrip
niet sterk genoeg zün verbouwt
vergroot tot er van de oorspronke-
lüke schoonheid niets meer ave
of ze zelfs geheel afbreekt en voor
veel geld door plebeïsche fabrieks-
orgels vervangt".
„In Afrika redt hü oude negers, in
Europa oude orgels", zei men later
2ens van hem. Die arbeid voor de
mooie oude orgels maakte hem in de
gehele Europese muziekwereld be
kend. Ondanks zyn jeugd was zijn
roep al ver over de grenzen van zijn
geboorteland doorgedrongen. Zyn
leven was in een spoor gekomen, dat
hem tot de hoogste academische eer
kon brengen. Maar het zou heel
anders gaan.
Keerpunt
Op zyn dertigste verjaardag,, in
1905, zag hij zonneklaar, dat hij zün
leven een andere wending moest ge
ven. „Op een ochtend vond ik op
myn schrijftafel een brochure van
het Parüse Zendingsgenootschap. Ik
bladerde erin en mijn oog werd ge
troffen door de titel van een artikel:
Wie zal onze Kongo helpen. Het was
geschreven door een Elzasser, Bög-
ner, het hoofd van de zending. Ik
las het stuk en begon mün maatre
gelen te nemen. Ik behoefde miet
meer te zoeken". Maar bij zijn fa
milie, vrienden en kennissen viel zün
besluit om medieünen te gaan stude
ren teneinde de negers in Afrika te
helpen, niet in goede aarde. Zü dron
gen erop aan, dat hü zün besluit
laten varen. De grote Parijse orga
nist Widor noemde hem zelfs een
generaal, die zelf met een geweer in
de loopgraven ging liggenMaar
Schweitzer was niet van zün besluit
af te brengen en ging in de ooilege-
banken van de medische faculteit zit
ten. Hü was zioh bewust van de gro
te schuld, die de beschaafde mens
heid had jegens de gekleurden en hü
wilde, al was het ook nog zo weinig,
iets büdragen om die schuld te del
gen.
En zo werd Schweitzer de enige
arts in een cirkel met een middellijn
van 300 kilometer, tot wie vaak zie
ken kwamen over afstanden van zelfs
500 km. In een moerasgebied, waar
de blanke dag en nacht blootstaat
aan levensgevaariyke ziekten, nog
meer dan de inboorlingen, vestigde
hy zich om het er een halve
lang vol te houden. Maar om gevaren
heeft Schweitzer zich nooit bekom
merd. Hem interesseerde slechts de
ontstellende behoefte aan hulp, die
daar heerste. Daar begon Schweitzer,
bygestaan door zyn vrouw Helène
Bresslau, die een verpleegstersoplei
ding had gevolgd, zyn zware werk.
Een halve eeuw
In Lambarene is Sohweitzer meer
dan vüftig jaar lang dokter geweest
voor de primitieve bevolking, die daar
woont. Maar hü was er ook evange
lieprediker. En dat was ndet minder
moeilük dan de behandeling van hun
lichameiyke kwalen. Van begrippen
als geloof, genade, vrijheid, hoop
zovele andere hadden die bosnegers
geen flauw begrip. Termen als her
der en kudde en zovele andere ken
den zü niet. Zo kostte een toesp
tot de bosnegers Sohweitzer vaak veel
meer inspanning dan een preek in
de kerk van zün geboorteland. Maar
hü wekte toch iets in de zielen var
deze bevolking: zü het op elemen
taire wüze ging zü vragen naar d<
zin van het leven, het onderschek
van goed en kwaad enz. Dokter er
evangelieprediker en bovendien noj
musicus. De Parüse Baohvereniging
had hem by' zün afscheid een
de tropen gebouwde piano geschon
ken, waarvoor hü, na een lange,
re dag in een verwoestend klimaat,
nog tüd voor studie wist te vinden.
Bovendien schreef hü, in het hart
van Afrika, zün „Kulturphilosophle",
die in 1923 in twee delen versoheen.
Een zware geduld- en zenuwproef
was zün voortdurende strijd tegen de
ongedisciplineerdheid en onverschil
ligheid van de zwarte bevolking.
Sohweitzer zei hierover: „Waarom
zal een zwarte werken, als hü
of meer vrouwen heeft, een hut
in te wonen, een aanplanting die
hem en zün familie te eten geeft
geen blanke naast hem staat,
hem tot werken aanzet?". Maar in
het ziekenhuiscomplex van Lamba
rene bestonden nu eenmaal regels
voor de goede gang van zaken en
iedereen moest zich daaraan houden,
al kostte het soms enorm veel ener
gie sommigen tot gehoorzaamheid te
brengen.
Voor de Rede
Het zou niet moeilük zün vele ko
lommen te vullen over Schweitzers
opvattingen over büv. Kant en vooral
Goethe, die hü zeer bewonderde.
Minder groot was zün waardering
theoloog als prof. Karl
Barth, die, gekomen voor de twee
sprong: waarheid in het onderzoek of
hooghouden van de christehjke leer
de kerk, aan het laatste de voor
keur heeft gegeven. Schweitzer daar
entegen heeft steeds de betekenis van
kritische bezinning op de voorgrond
gesteld. Ook in religieus opzicht was
hü een voorvechter van de Rede. „In
tijd, die alles wat zioh als ratio
neel en vrijzinnig aandient, als be
lachelijk, minderwaardig en ver
ouderd wordt aangezien, ben ik
iemand", zo schreef hü, ,,dde zün
vertrouwen stelt in het redelijk den
ken. Ik waag het tot ons geslacht ta
zeggen, dat het zich niet moet inbeel
den, dat het redelyk denken heeft
afgedaan. Want afzien van denken
gedachteleven staat gelük met een
bankroet. Wü organiseren
r als wü nu ook de waar
heid willen gaan organiseren, staan
wij op het punt te gronde te gaan.
Van müzelf weet ik, dat ik door den
ken godsdienstig en christelijk ben
gebleven. Het wezenhjke van het
christendom, zoals Jezus het verkon
digde en zoals het denken het be-
grijpt, is dat wij slechts door liefde
gemeenschap met God kunnen krij
gen. Alle levende Godsbegrip is hier
op gebouwd, dat Hü in ons hart leeft
als de wil, de drang der liefde".
Cultuurverval
Sohweitzer heeft een open oog ge
had voor het verval der cultuur, zon
der evenwel zoals Oswald Spengler, in
pessimisme te vervallen. Maar hü zag
toch, dat de techniek, die zegenrük
had kunnen zün, als een rem op wa
re, inneriyke beschaving werkt. De
machine ontnam de mens zün vrü-
heid: de handwerksman werd arbei
der, die in knechtschap terugviel.
Niet in knechtschap ten opzichte van
een ander mens, zoals vroeger, maar
in knechtschap Jegens een machine,
die hem zün verantwoordelijkheids
gevoel ontnam. „Het paradoxaal klin
kende woord", aldus Sohweitzer, „dat
met het verlies van een eigen akker
en een eigen woonplaats het abnor
male leven begint, houdt maar al te
veel waarheid im". Een andere reden
voor verval der beschaving is gele
gen in het opvoeren der produktie,
daar deze een overmatige inspanning
van de moderne mens vordert. Ver
groting van het levenstempo leddt tot
geesteiyke verarming. De voortge-
jaagden zoeken verstrooiing, die
vooral geen inspanning kost: film,
jazz enz. „Het theater wordt door
het variété en de revue, het gedra
gen boek door het verstrooilende ver
drongen. Als deel der massa verliest
de huidige mens zün geestelüke en
ethische zelfstandigheid".
Toch was Schweitzer geen cultuur
pessimist, in de eerste plaats omdat
hü „op de kracht van de waarheid
van de geest" vertrouwde en daarom
aan de toekomst der mensheid ge
loofde; daarnaast ook omdat h(J
vasthield aan de „eerbied voor het
levende", een begrip, dat wortelt in
Goethe's „Wilhelm Meister" en door
Schweitzer op monumentale vrij ze
uitgewerkt.
Eerbied voor
het leven
Levensaanvaarding is de geestes
gesteldheid, aldus Sohweitzer, waar
door de mens ophoudt er maar op
los te leven en begint zioh met eer
bied aan zyn eigen leven te wüden
om zün grootste waarde te geven.
Levensaanvaarding is dus: de eigen
wil tot leven gebruiken ter verdie
ping, verinnerlijking en versterking
van de reeds aanwezige wil tot leven.
Tegehjkertüd wordt in de denkend-
geworden mens het streven geboren
eenzelfde eerbied voor het leven als
hij voor zichzelf bezit, te ontwikke
len voor het hem omringende leven,
dat Immers voor eenzelfde wil tot le
ven doortrokken is. Hü leeft dat an
dere leven mee in zün eigen ik. Voor
hem is het goede: leven in stand
houden, bevorderen; leven dat voor
ontwikkeling vatbaar is tot zün hoog
ste peil opvoeren. Voor hem is het
slechte: leven vernietigen, nadeel
toebrengen, leven dat voor ontwik
keling vatbaar is, remmen.
Natuurlyk ziet Schweitzer wel in,
dat hier moeihjke grensgevallen lig
gen, maar hü wil, dat de mens zich
van zün verantwoordeiykheid bewust
biyft. Als voorbeeld geeft hü het ge
drag van een boer: het is onvermy-
dolijk, dat hü duizenden bloemen
afmaait om zün vee te voeden. Doch
wanneer diezelfde boer, op weg naar
huis, gedachteloos, als zinneloos tyd-
verdrijf een bloem langs de landweg
van zyn steel trekt, dan vergrypt hü
zioh aan het leven, want hier is in
geen enkel opzicht van noodzakelij V-
heid sprake. En niemand make zich
de last der verantwoordedykheid licht,
zegt hü!