öe winö
Lezen Geautoriseerd© vertaling
j§ in
PANDA EN DE BRON VAN DE RIJKDOM
m
Kenners
Kopen Kodak
Film
ni 'êms j ^llpl
JY vÊÊÈ
li L1 Ijf
I ij
1 yi|
llil
jnËÊs&M
jffPjl ij
III
1
SCHEE PSK*ÉB!L
©IkHS
f§M'
iE&svrJsr&ttsi
ÊiMs
=1
LEIDSCH DAGBLAD DONDERDAG 15 JULI
RICHARD MASON
van C. van Eijsden
11)
„Het Is een slechte gewoonte."
„Maar het maakt nooldpijn beter.
Toe, scheld niet, lieveling".
Ik lag lang wakker. Sabby had
fcaar gezicht dicht tegen het myne
gedrukt en ik kon haar warme adem
op myn wang voelen en haar oog-
baren kriebelden me, als ze tegen
jnijn huid knipperden. En toen voel-
ik alleen nog haar adem en ik
icht dat ze sliep. Ik doezelde half
üreg en droomde van het TaJ
i de wildernis en van de Japanse
IdStetjS ra' he" Taj
fcjn rug ^^S^enhprbip®zrii^
even afleiding te^eïben, elfze
n te gooien. Maar Ik zei, dat ik
altijd ^zou houden en dat we^het
JpK:.fr;u—
P(|.En eindelijk zette de trein zich in
a^wftte Wekken dafwasTaar ge"
Ikllootde deureJan°de wagon en
naar het toüet, waar ik in de
^èaar het fort, maar ik had daar
^tolleen even tijd om wat te eten en
alle haast een babbeltje te hou
den met Peter en Mario. Mario zou
—tover veertien dagen met verlof gaan
pci te trouwen en in die tijssentijd
leefde hij in voortdurende extase. Pe
er verklaarde, dat hy stapelgek zou
uden, als hy zonder een van ons
ld en in het fort moest biyven. en
I vroeg zich af waarom ze in vre-
maam geen goed hotel overnamen
i gevangenenkamp, al was het al-
;n maar om iemand op zijn gemak
stellen. We leegden een fles whis-
de fles was van Peter, want de
Jne had ik al ingepakt en ik
begon de opwinding van myn
trek te voelen, ofschoon ik wenste,
dat er iemand met me mee kon gaan.
Ik betaalde de bediende zyn loon,
liet myn soldatenkist op de vracht
wagen laden en reed naar het sta
tion terug. De maan stralde
even helder aan de hemel als de
avond tevoren; alleen was ze nu
dag ouder, net als ik zelf, en
avond van het Taj verscheen alweer
in een ver verleden; we hadden ook
niet anders gedacht dan dat het
droom was.
Ik had de bovenste kooi in de
Falen computer
in Gemini blijft
een raadsel
VOOR SPRANKELENDE ZWART-WIT FOTO'S
met het dageiyks be
stuur van de Raad van Kerken in
Indonesië, met het breed modera-
men van de Protestantse Kerk en
met hoogleraren van de theologische
hogeschool. Hy ervoer daarby, dat
er onder de kerken van Indonesië
een sterk streven naar eenheid be
staat en dat men binnen enkele ja
ren tot één christeiyke kerk wil no
men. Ook is er een groeiend zen
dingswerk van de kerken zelf.
Verder constateerde dr. Emmen,
dat ren in de Raad van Kerken van
Indonesië grote aandacht schenkt
aan de vraagstukken van staat en
samenleving.
47. Juichend snelden de dwergen de kloof uit.
..Hoi Hoi!" riepen zij. ..Grote Boemboem dicht. Nooit meer boze
dwergen voorbij
..Wel", zei meneer Drom. t
had geluisterd. ..het schijnt, dat de Klaptrap voorgoed gesloten
is".
..Hoe weet u dat?' vroeg Panda. „Ze hebben toch niets over
de Klaptrap gezegd
„Nee. maar wel over de grote Boemboem en dat is dezelfde",
antwoordde meneer Drom. „Die is dicht en daar zijn ze blij om.
want dat gebons bezorgde hen hoofdpijn".
„O Maar wat nou?" vroeg Panda bedrukt. „Als de Klap
trap dicht is. kunnen we er niet meer uit!"
„Daar lijkt het op", gaf de ontdekkingsreiziger toe. „Maar ja.
als men op ontdekkingsreis gaat. moet men er altijd rekening mee
houden, dat men misschien niet meer kan terugkeren. Laat het
ons een troost zijn. dat we in elk geval goed met de plaatselijke
bevolking overweg kunnen'.
„Hoi!" klonk het plots tussen de rotsen. ..Pak boze vreemde
lingen!" En tegelijkertijd suisden er lasso's door de lucht, waarin
„Hm", hernam meneer Drom. „Het schijnt.-dat de bevolking
ons niet meer zo goed gezind is
RECHTER TIE EN DE ANTIEKE DOI K
door Robert van Gulik
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK
K d?
o "it.
264. Het leek. alsof niet Karo de Scheepskat meer zou kun
nen redden van een val in de diepte. Maar op één ding had de
slimme roofvogel niet gerekend.
Sneller dan de gedachte strekte Sinbad de Zeeman, nog altijd
hangend aan het touw. de armen uiten hij ving Karo op tij
dens diens reis naar de afgrond.
„Trrrekkenriep Tutu en met een laatste geweldige
krachtsinspanning wierpen Brammetje Fok en Ali-Ben-Japie zich
samen op het touw. waaraan Sinbad hing.
Een enorme ruk maar daar kwam de roofvogel al terug om
ook het tweede touw door te bijten
Zelfs Tutu trok nu mee. Het gaf wel niet veel. maar alle
beetjes helpenen misschien zou het wel slechter zijn afgelopen
met Sinbad en Karo. als hij niet had meegeholpen. Nu tuimelden
Karo en Sinbad nét over de rand van de afgrond, op veilige bo
dem. toen de roofvogel weer naderbij kwam. Laag scheerde het
dier. krijsend en blazend, over het kleine gezelschap heen. maar
het durfde toch niets meer te doen.
Teleurgesteld vloog de roofvogel weg.
Sinbad de Zeeman was gered! En met hem de diamanten uit
het dal. waarmee voor de arme stadskinderen weer voor lange tijd
eten kon worden gekook!
Posities Nederlandse
schepen
..j.-ars ut