VIER DARTELE DOLFIJNEN IN HARDERWIJK DRAAG GOLF HOLLANDS VILTJE IN EEN ITALIAANSE SLA Drie bassins Surrogaat Observeren Zaterdag 3 juli 1965 Pagina 1 VIER dartele dolfijnen zullen deze zomer de toeristische attracties in Harderwijk vergroten. De tuimelaars deze dolfijnensoort leent zich het best voor dressuur zullen aanstaande don derdag bij de officiële opening voor het eerst optreden in het royale bassin dat pas is aangelegd. Met het dolfinarium krijgt niet alleen Harderwijk en daarmee Nederland, maar zelfs het vasteland van Europa een primeur. TT ET IS NIET de bedoeling -*-*• dat de Harderwijkse dol fijnen, zoals dat in Amerika bij enkele dolfinaria het geval is, uitsluitend echte „circus"- kunstjes zullen vertonen. Dat hoort er natuurlijk wel een beetje bij om het grote publiek te kunnen trekken, maar de ex ploitanten denken veel meer in de richting van een populair- wetenschappelijke demonstratie waarbij ook iets wordt getoond van de bijzondere eigenschap pen van deze zoogdieren. Met het dolfinarium wordt na Jarenlange studie en voorbereiding het plan afgerond van de Verenig de Toeristenbedrijven in Harder wijk. De man die hierbij het we tenschappelijk werk voor zijn re kening heeft genomen, is de bio loog dr. W. H. Dudok van Heel uit Emmeloord. Hij zal in de toekomst in vaste dienst van de Verenigde Toeristenbedrijven niet alleen wa ken over het welzijn van de vier dolfijnen, maar tevens daar de wetenschappelijke onderzoekingen met dieren voortzetten. Het inrichten van een dofinari- um is een dure zaak. Komt men bij het houden van goudvisjes thuis De bassins van het dolfinarium met een paar gulden voor de kom en een twee kwartjes per visje al een heel eind, het totale project in Harderwijk kost meer dan een half miljoen gulden. Dat bedrag is alleen al grotendeels nodig voor de aanleg van de bassins en de nood zakelijke zuiveringsinstallatie. De vier dotfijnen zullen ook nog eens zo'n tienduizend gulden per stuk kosten. Dan komen de Harderwijk- se exploitanten er eigenlijk dank zij de relaties in Amerika van bio loog Dudok van Heel nog vrij goed koop aan. in aanbouw. Op de voorgrond rechts het winterverblijf van de zeeleeuwen ven dolfijnen rond, die daar uit sluitend als toeristische attractie worden gehouden. Die hoge kosten duiden dan ook al aan, waarom in dierentuinen zelden dolfijnen worden aangetrof fen. Alleen in Dusseldorf wordt thans voor deze dieren een bassin gebouwd en in Italië worden enkele dolfijnen gehouden, maar veel doet men er daar niet mee. Slechts in Morecambe, het Enbelse „Scheve- ningen" bij de plaats Lancester, is iets te vinden dat is te vergelijken met de opzet van het dolfinarium in Harderwijk. Daar dartelen ze- Het dolfinarium omvat een groot demonstratiebassin van 21 bij 8 meter. In een overdekt gedeelte ko men verder een winterverblijf van 12 bij 6 meter. Verder zal voor de zeeleeuwen en de mannenrob die het toeristen bedrijf thans be zit, een winterverblijf van 6 bij 9 meter worden aangelegd. In het gebouw is ook de uitgebreide zui- verings- en verwarmindsinstallatie aangebracht. Het water in de bas sins moet namelijk op een vrij constante temperatuur van twintig graden worden gehouden. Boven dien moet het zeewater zijn. Dat „zeewater" zal in Harderwijk door toevoeging van zouten worden ge maakt. Nog lang blijft het mij bijde Hohe Messe. In vele momenten over weldigend door uiterlijke klank, maar vooral onvergetelijk van wege innerlijke overtuigings kracht. Tijdens de uitvoering belem merde een brede pilaar ons uit zicht op koor, dirigent, solisten en orkest. Slechts een hoek van het podium, voornamelijk bezet met basspelers, was zichtbaar. Toch is dit een nieuw winstpunt geworden. Misschien was het door het beperkte uitzicht, juist op de basspelers, in ieder geval: de ononderbroken stroom van basnoten, hun dragende en stu wende functie zijn ons deze keer bijzonder opgevallen. Vooral werd bevestigd dat in Bach's muziek de bassen meer zyn dan een on misbaar fundament, waarop de bovenbouw rust. Dikwijls immers wordt door de bas het thema van de andere stemmen overge nomen. Steeds heeft de onderste stem een bepaalde taak, vormt zelfs een levendige tegenstem. Vandaar onze samenvattende titel: draaggolf. Dit ia ons in de vertolking van Bach's Hohe Messe deze week duidelijk ge worden. Een belangrijk winst punt. Maar dit is nu tevens uit gangspunt voor verdere gedach ten. Het heeft mij namelijk getrof fen dat ondanks het snelle tem po van verschillende delen van Bach's Hoogmis en de spanning WOORD VAN BEZINNING die door het urenlange luisteren wordt gewekt, een weldadige rust komt over ieder die toe hoorder mag zijn. Wie kan in deze tijd, nu de meesten van ons hunkeren naar vakantie een groter geschenk verlangen? Al luisterende kwam de ge dachte bij mij op, dat wij ons door allerlei kleine en onbelang rijke dingen van het alledaagse leven zo gemakkelijk van de wijs laten brengen. Wij geraken uit de maat. Wij kunnen op een ge geven moment de pas niet meer bijhouden. Er ontstaat verwar ring, onbehagen over onszelf en over omstandigheden. Het stuur, de regelmaat, het ritme van ons leven zijn zoek. Met andere woorden: de draaggolf ont breekt. De dragende, stimule rende kracht valt weg. Terwijl dat juist onmisbaar is. Welke draaggolf zou ik U an ders toewensen dan van het Evangelie? Wat de aanleg van het dolfina rium betreft, hebben de exploitan ten voor het verzorgende gedeelte voor de dolfijnen het beste laten bouwen wat thans technisch moge lijk en wetenschappelijk noodza kelijk is. De verdere entourage zal in eerste aanleg nog wat sober wor den gehouden. Zo denken zij pas voor de toekomst aan de bouw van een fraaier gebouw en de aanleg van tribunes. Dat is nu voorlopig achterwege gelaten om het project financieel haalbaar te maken. al duizenden strandbezoekers aan genaam bezig gehouden. Daarin worden nu dagelijks enkele malen de dieren op een wat spectaculaire wijze gevoerd. Toch hebben de ex ploitanten het robarium, hoe aar dig het ook was, steeds slechts als een surrogaat-dolfinarium gezien. Bij het project hebben nu de we tenschap in de bioloog Dudok van Heel en de commercie in de Ver enigde Toeristenbedrijven elkaar op welhaast ideale wijze gevonden. Daarbij bracht de heer Dudok van Heel op noodzakelijke kennis in en het bedrijf de financiële midde len. De demonstratie voor het pu bliek zal ook het resultaat van de ze wetenschappelijk element. Het rabarium waarin thans te Harderwijk vier zeeleeuwen en een mannenrob worden gehouden, is eigenlijk het begin geweest van de dolfinarium-droom die nu in ver vulling gaat. Dat robarium heeft in de acht jaren van zijn bestaan Diezelfde kracht ligt uiteinde lijk ook ten grondslag aan de torenhoge muzikale prestaties van Johan Sebastiaan Bach. Er zijn ongetwijfeld talloze facetten aan het leven en werk van deze uitzonderlijke kunstenaar. Naar zijn persoonlijk getuigenis ech ter is de religieuze factor uit zijn leven en werk niet weg te denken. Als U aanneemt dat hy in zijn godsdienstige overtui ging een kind van zijn tijd was, dat recht hebt U, maar het neemt niet weg, dat Bach zelf een diepere bron dan uiterlijke omstandigheden voor zijn geloof heeft aangezien. Deze bron is voor Hem Jezus Christus. Bach stelt zich welbewust onder lei ding van Zijn Meester. Dit zal hem lang niet altijd gemakkelijk zijn gevallen, want U weet dat Bach zeer fel en eigenzinnig kon zijn. Daarom is het zo opvallend, dat Juist deze allesbehalve ge lijkmatige geest zo'n uitzonder lijk strenge gebondenheid en on verstoorbare orde in zijn werk heeft mogen leggen. Als U mij vraagt waardoor, is mijn ant woord: door zijn verbintenis met Christus, die Bach's leven en werk steeds heeft gestuurd en gestimuleerd als een onmisbare stuwende bas-melodie, als een nimmer vertragende altijd aan wezige Draaggolf. Diezelfde verborgen kracht wens ik u en iedereen toe. Dr. P. L. SCHOONHEIM, Predikant Bijzonder Kerke- werk Hervormde Gemeente Leiden. mand en het omgooien van kegels die op het droge zyn opgesteld. Verder kunnen de dieren zich een meter of vijf uit het water verhef fen: de sprong door een hoepel is daarby een geliefd kunstje. Bioloog Dudok van Heel, die als wetenschapsman zeer rustig en ge degen spreekt en die de laatste twee jaren als leraar was verbon den aan de Emmeloorder H.B.S., zegt dat de dolfijnen een zeer groot leervermogen bezitten. Hij twijfelt daarbij een beetje of hij het in telligentie zal noemen: „Dat is al tijd een moeilijk punt, omdat wij die intelligentie graag alleen voor de mens zien gereserveerd". Welke demonstraties hij precies de vier dolfijnen in Harderwijk zal laten verrichten, weet hij nog niet. Dat hangt voor een groot deel af van de aanleg die ze bezitten. Goede observatie om daar achter te komen is dus wel de eerste stap bij de dresseur, die dus ook in het teken zal staan van zijn weten schappelijk onderzoek. Van de vier dolfijnen hebben twee dieren al een basisdressuur ontvangen, de andere twee zyn ge heel ongetraind. Midden juni zijn de dieren in Harderwijk aangeko men. Per vliegtuig werden ze uit Philadelfia in speciale bakken ver voerd. Nog een goede raad als u in de toekomst nog eens in het dolfi narium een kijkje gaat nemen. Spreek dan nooit over vissen, maar over zoogdieren. En als u het woord vis toch wilt laten vallen, zeg dan op zijn minst visachtige zoogdieren. De dolfijn is namelijk een zoogdier dat ademt met longen, daarvoor maakt het dier dan ook elke keer die sierlijke sprongen bo ven het water. Door niet over vis sen te spreken, voorkomt u in elk geval dat bioloog Dudok van Heel zijn wenkbrauwen optrekt en u een tikkeltje verwijtend aankijkt over zoveel onkunde. Dat is ons namelijk enkele keren overkomen. De 38-jarige bioloog dr. W. H. Dudok van Heel brengt voor het Harderwijkse dol finarium-project de weten- schappenlijke kennis mee die daarvoor nodig is. Na zijn studie in Utrecht maakte hij zes jaar deel uit van de staf van het Nederlandse Insti tuut voor Onderzoek ter Zee. Daarna zette hij oa. zijn on derzoekingen voort tijdens een internationale expeditie in Denemarken. Toen dit on derzoekingswerk afbrak, werd hij in september '63 leraar aan de christelijke h.b.s. te Emmeloord. Nu treedt hij volledig in dienst van de Verenigde Toeristenbedrijven. De directie van deze onder neming wordt thans gevoerd door de broers C. A. en E. F. den Herder en de heer W. Nuis. De verhuizing van de heer Dudok van Heel naar Harderwijk was nogal een voudig, omdat hij daarvoor alleen de touwen van de tot een fraai woonschip ver bouwde tjalk „Cachelot" in de Espelervaart te Emmel oord los hoefde te gooien. Henk Elsink aan liet Gardameer: De bioloog Dudok van Heel be hoort tot het handjevol deskundi gen op de wereld dat diepgaande studies van de walvisachtigen, waarbij ook de dolfijn hoort, heeft gemaakt, de heer Dudok van Heel promoveerde in 1962 op een proef schrift over de zintuigen bij de walvisachtigen. Speciaal ging zijn aandacht daarbij uit naar het ge hoor. Dat gehoor is bij de dolfij nen zeer scherp, ook hun vermo gen om afstanden en snelheden te schatten is hoog ontwikkeld. Daar naast gaat de wetenschappelijke belangstelling op het ogenblik sterk uit naar fluittonen die de dieren produceren en waardoor ze met elkaar „praten". Deze eigenschappen stellen een dolfijn in staat ware kunststukjes uit te halen. Bekendste daarvan zyn wel het opvangen van een bal en deze werpen door een korfbal- Cisano aan het Gardameer hotel Italia, een van de honder den toeristenburchten langs de oevers van dit zwaarbezochte meer, schreeuwt passanten met gele letters op zwarte borden luidkeels toe: Hollandse kro ketten, uitsmijters-ham, huza- renslaatjes!" Vijftig meter verderop heet een camping „Europa am See" en links en rechts van de weg krioelt het van de bordjes, die „zimmer" te huur aanprijzen. Toch zijn we hier driehonderd kilometer zuidelijker dan het zuidelijkste puntje van de bondsrepubliek en rond 1300 ki lometer verwijderd van het lie ve vaderland. Niettemin: Nederlandse en Duit se opschriften, waar het oog maar kijkt. „Drink hier een echt Hol lands kopje koffie", „Wij verko pen lekker ijs", prijzen aangeduid in D-mark en guldens en terrasge dienstigen die een in het Italiaans opgegeven bestelling gedachteloos herhalen in het Duits. Auto's, bussen, vliegtuigen vol vakantiegangers, week aan week worden ze hier uitgeladen en door geroutineerde-glimlachende reislei ders („wat mag ik voor u doen me neer?") over de hotels verdeeld. Voor de meesten van hen zijn piz za's, spaghetti en minnestrone maar weke liflafjes, onbegrijpelij kerwijs in staat om een heel volk op de been te houden, maar onge schikt voor Nederlandse magen. De Italianen hebben dat begrepen en passen zich aan: kroketten, uit smijters, huzarensla en kruimige aardappels met vette jus op het hotelmenu. Aan de patat krijgen we ze nog wel. Niemand hoeft het te verba zen dat er temidden van deze onvoltooide Euromarktverbroe- dering ruimt is voor nog een stukje Nederlandse import. Dat is dan de persoon van cabare tier Henk Elsink. Verdreven uit Amsterdam „waar in de zomer toch geen brood te verdienen is". Weg voor een tijdje van „Het Nederlandse televisie ge sticht" en los tot oktober van zijn V ara-radioverplichtingen geeft hij tot half september „Vrij Eentree" op zijn Hollands in Italiaans etablissement. Vroeger liep de Cis-taverne in Cisano niet zo best. Kennelijk had de eigenaar van deze langwerpige Het robarium met vier zeeleeuwen en een reeds duizenden bezoekers pijpenla, gezien de houten tafela en geverniste banken, op Duitse bierdrinkers gerekend, maar zij kwamen niet. Nu zit zijn zaak elke avond van maandag tot en met vrijdag vol Hollanders: 150 gaan erin, ruim honderd is sedert de start op 14 juni het gemiddelde en dat is al meer dan waarop me nige artiest in Nederland in dit seizoen hopen mag. Henk Elsink is er trouwens van overtuigd, dat het zaaltje straks, als de toer is - tenzondvloed pas in volle omvang losbarst, alle avonden uitverkocht zal zijn en de reisorganisatie die de verantwoordelijkheid voor dit originele experiment met hem deelt, staat in deze mening achte* hem. 't Is een pretentieloos uitje dat Elsink biedt en als zodanig dan ook precies wat er bij de uitsmij ters-ham- en huzarenslaliefheb- bers na een dag bakken in de zon wel in wil. Tussen negen en elf krijgen ze Elsink versie van een huzarensalade geserveerd, een bont opgetaste schotel vol liedjes en praatjes, gekruid met moppen en feestelijk gegarneerd met een uit gekiend imitatierepertoire. Uitge- kook, want herkennen de jeugdi gen in sommige van zijn zangnum mers de fladderende handen en ge spannen voordracht van Jacques Brei, de ouderen („wat is oud? la ten we zeggen: ouder dan ik", zegt de 33-jarige cabaretier innemend en alle dames glimlachen verte derd», de ouderen schuiven recht op naar voren als Heintje en Louis, Lou Band en zelfs, voor de tus senleeftijden. George Formby wor den geparodieerd. Geen snaar laat Elsink onberoerd hij speelt banjo zonder geluid te maken, hetgeen door pianis Pe ter Kok voortreffelijk wordt ver huld, hij goochelt zonder goochel truc en hij harkt harp zonder dat er van muziek ook maar sprake is, maar het succes is enorm. De ge voelige snaar wordt geraakt met een ingetogen ballade over een een zame rijkaard, de scheut azijn in da sla is de persiflage op televisie reclame en de hoogste vorm van tot wordt bereikt in de imitatie van een stierenvechter. Henk Elsink doet het ook wel leuk. De dames in de pasgekoch- te twinsets en de drukke blou ses van de Italiaanse markt, de heren, boordje los en kluivend op een meegesmokkelde sigaar, ze genieten volop. Voor 600 lire (3.60 gulden), busrit, binnen komst en eerste consumptie in begrepen. zjjn ze de man. Henk vermaakt zich ermee („en komt uit de kosten") de vakantiegan gers hebben plezier en de Ita liaanse kelnertjes staan verbou wereerd toe te kijken omdat ze niet kunnen bevatten hoe iemand in zo'n onbegrijpelijke taal mensen aan het lachen kan krijgen In heel die zeven onverstaanba re kwartieren zyn er voor hen maar twee bekende klanken, dat zijn de bestellingen in de pauze en de begroetings- en afscheidskreet, die ook het motto voor El-tin ïrs Ita liaansNederlandse zomeravondse- I Di jr. iiniuusiNeaeruuiase zomeravonase- rob. Deze voorloper van het dolfinarium trok renade werd: daaaaag, daaaag, pf *rs in het Italiaans: ciao,ciaoi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 9