ROOLVINK NEDERHORST en Vele verschillen overeenkomsten Geschreven portretten van twee fractievoorzitters algemeen antwoord op directe vraag Niet zoetsappig in de politiek Het jongste bedrijf in de Nederlandse politiek heeft twee nieuwe hoofdrolspelers op de politieke planken gebracht: drs. Gerard Marinus Nederhorst. de socialistische voorman in de Tweede Kamer en Bouke Roolvink, zijn anti-revolutionaire collega. Tussenbei de politici ligt een wereld van verschillen. De enige overeenkomst tussen deze tegen voeters is het voorzitterschap van een regeringsgezinde fractie. Een vergelijking dringt zich op. Daarom staan zij beiden in dit politieke tweeluik, geschreven door onze parle mentaire redacteur Vis. Moet de huidige poli tieke samenwerking na 1967 worden voortge zet Nederhorst: „Als de confessionele partUen na 1967 met de WD in zee gaan ls dat het bewijs, dat de regering-Cals is mislukt. De con fessionele partyen kijken nu an ders tegen ons aan dan tijdens Drees. Het Concilie heeft de KVP opener gemaakt. By de AR is ook wel iets gaande al zijn daar ook nog zware tegenstanden. Men is minder dogmatisch, minder a- socialistisch. De samenwerking is nog een verstandshuweiyk, maar het verstandselement was vroeger oppermachtig. Er zyn nu enkele symtoompjes van „we horen by elkaar". De confessionele partyen moeten duideiyker kleur gaan be kennen en niet langer zeggen dat de samenwerking met ons of met de WD om het even is. Dat is toch voor de kiezers een rare zaak. Stel je voor, dat wy zeiden we kunnen ook wel met de VVD (ik bedoel de VVD, zoals hy nu is, de WD van Geertsema) in zee gaan, we zouden ons gezicht vol ledig verliezen. Toen Oud zei: „Niet met de socialisten" was hy tenminste duideiyk. De politiek zou aan duideiykheid winnen als de confessionele partyen zeiden: voor vooruitstrevend beleid moet je by de PvdA zyn. Roolvink: „Dat hangt er vanaf hoe de samenwerking zich in de toekomst zal ontwikkelen. Over 1967 is nu nog geen ver standig woord te zeggen. Het zal van de uitslag afhangen. het beleid en de program ma's van de partijen. Ik geloof dat in bepaalde kringen van het Nederlandse volk het ver schil tussen de PvdA en de VVD te veel wordt aangedikt. In de praktijk van het beleid zijn er wel duidelijke nuance ringen, maar de verschillen zijn minder fundamenteel dan men geneigd is te denken. Men moet de verschillen niet overdrijven dat zou een ontkenning zijn van de grote waarde van de christelijke partijen, die het hart van de Nederlandse politiek zijn. Mogen ministers buiten het parlement in open bare diseussie treden met kamerleden Een actuele vraag, die zich een dezer dagen voordeed toen minister Vondeling door Leldse studenten werd uitgenodigd om samen met een aantal kamerleden zitting te nemen in een forum. Dr. Vondeling heeft de uitnodiging niet aanvaard. Nederhorst: „Als je minister bent schyn je (bulten de Kamer) niet in discussies te mogen treden met een kamerlid. Dat mag een die naar van de Kroon niet, zegt men dan. Ik begrijp niet waarom dat niet kan. Als een minister kans ziet om naast zyn werk nog in een pittige openbare discussie met politieke tegenstanders te treden waarom niet? Als dat wordt verboden wordt het een onmoge- ïyke zaak. Vondeling moet spreekbeurten kunnen vervullen, moet gemengd kunnen worden in algemene politieke zaken. Roolvink: ,Jk ben van mening, dat een minister van de Kroon de grootst mogelijke terughoudendheid moet be trachten. Hoe dichter bij de Kroon hoe minder partijman. Optreden voor eigen partij is iets anders. Ook in de verkie zingstijd ligt het anders. Ver standig, dat dr. Vondeling zich heeft teruggetrokken. carrière. Roolvink is een omstreden figuur in zyn party. Voor sommigen is hy een dierbare herinnering aan het verleden. „Het was of ik -de mokers tem van Schouten hoorde", zei laatst een AR-party lid. Maar de Jonge linkervleugel is niet zo gelukkig met hem. Moeilijke vraag Roolvink is als fractieleider de opvolger van Smallenbroek, Waar in verschut hy van zyn voorgan ger? „Vraag dat maar aan Smallen broek. Ik vind het een moeiiyke vraag. Waar Ugt het verschü Ja, ja, ja. Ik heb maar kort met hem samengewerkt sinds 1963. Hy is misschien wel iets impulsie ver dan ik. Ieder vogeltje zingt, zoals hy gebekt is. Ik vind het moeiiyk om een verschU te noe men. Ik wil geen kritiek oefenen. Smallenbroek schakelde ook de fractie in. Men kreeg misschien wel eens naar buiten de indruk van niet. Teamwork moet er zyn. Opvallende verschUlen zullen niet tot openbaarheid komen". By het debat over de regerings verklaring wekte Roolvink de in druk matig gelukkig te zyn met het nieuwe kabinet. Voor zyn voor ganger, nu minister Smallenbroek moet dat niet zo plezierig geweest zyn. Had het niet wat positiever gekund? Tussen uitspraken van Neder horst en Roolvink over actuele vraagstukken ligt soms een spre kend verschil. Soms een voor de hand liggende overeenkomst. Hier onder volgen er een paar. Wat is het belangrijkste onderwerp in de bin nenlandse politiek na het omroepvraag- stuk Nederhorst: „De bevolkingsdicht heid. Er stond daarover meer in het regeringsprogramma dan ik verwacht had. Het is een ope ning". Roolvink: „Er is niet één pro bleem, er is er een aantal. De ruimtelijke ordening, de woningbouw, de industrieves tiging, de verkeersexplosie, de water- en luchtverontreini gingen worden ons opgedron gen. Dan zijn verder hoogst actueel de zaak van de inko mensverdeling, de positie van de werknemers in de bedrij ven, de fiscale politiek, de wet op de zware geneeskundige risico's" „Persoonlijke vriendschap pen met leden van andere frac ties zijn essentieel voor de de mocratie. Als er behalve de po litieke verschillen ook persoon lijk nog minder goede verhou dingen zouden bestaan zou de politiek ondraaglijk zijn". Het sonore stemgeluid van Bouke Roolvink vult de hele spreekkamer, waar wy tegenover elkaar zitten. Hy spreekt met rustige volzinnen. Weloverwogen met nu en dan een handgebaar. Hy zegt niet meer dan nodig is zyn antwoorden lyken op verklaringen, getuigenissen. Roolvink is niet openhartiger dan hij wU zyn. Ook buiten de verga derzaal biyft hy de geboren poli- ticus. Wat niet zeggen wU, dat hy geen warm kloppend hart heeft voor persoonlyke vrienden. Maar slechts weinigen weten dat. Hy loopt er niet mee te koop. Roolvink ls wel eens een „soli tair" genoemd. Een eenzame, die zyn eigen weg gaat. Tydens de formatie nam hy onverwachts het Initiatief tot een gesprek met de uit de formatieboot gevallen CHU. „Dat gesprek komt", verzekert hy. ,Er ligt een brief van onze fractie by de CH. Maar het is geen zaak die van vandaag op morgen zal plaats hebben". Na de oorlog werd Nederhorst korte tyd secretaris van de Stich ting van de Arbeid. Maar na zijn benoeming tot Md van het nood- parlement, liet hy deze zware functie schieten. „We zaten met een hele nieuwe fractie: Ruygers, Will ems, Burger en Vondeling die was de jongste. Het nadeel is wei dat we nu allemaal tegelijk zijn vergrijsd". Het kamerlidmaat schap wist Nederhorst te combine ren met de functie van Ryksbe- middelaar. „Ik heb een heleboel ge leerd van de praktyk van het be drijfsleven. Het werk vond ik aan trekkelijk. Je moest zorgen voor hanteerbare oplossingen". V erbindingsoff icier Waarschijnlijk is het Juist de er varing van deze functie die Ne derhorst nu goed van pas gaat ko men. Hij ziet zyn taak als frac tievoorzitter voor een deel als die van een verbindingsofficier. ,.Ik moet verbindingen houden in het persoonlyke vlak. Met de ministers en met de regeringsfracties. We waren natuuriyk aardig uit el kaar gegroeid. Er is misschien nog wel enig wantrouwen aan beide kanten. Dat kun je alleen oplossen door de zaken op tafel te leggen". De waardering voor goede per soonlyke verhoudingen ook met politieke tegenstanders heeft Ne derhorst gekregen als lid van het Europese parlement. „Dat lag na tuuriyk in de situatie opgesloten. Je zit urenlang in dezelfde trein. Je slaapt in hetzelfde hotel. De vrouwen ontmoeten elkaar. Je no digt elkaar uit. Wy de Neder landse leden van het Europese par lement waren soms beter over de andere fracties ingelicht dan de mensen hier". De politieke belang stelling bij de jeugd Nederhorst: „De middelbare school jeugd is gruwelijk conservatief. Als ze 22, 23 zyn worden ze wat vooruitstrevend. De sociale vraag stukken boeien de jeugd niet meer. Je moet in deze welvaarts staat zoeken in het non-confor- misme. Roolvink: ,J)e belangstelling valt mee, al zou ik wel graag meer belangstelling zien. De jeugd, die aan politiek doet heeft een intense belangstel ling. Onze partij heeft een ge zonde jeugd. Belde politici zyn lid van een om roepvereniging. Roolvink van de NCRV. Nederhorst van de VPRO .„Om begrypeiyke redenen. De VARA is ook goed. Ze durven toch veel. Het zou best kunnen, dat ik een dezer dagen ook lid van de VARA wordt, naast de VPRO". Beide politici besteden hun vrye tyd soms op het water. Nederhorst roeit. Roolvink vist. De een brengt het water in beweging, de ander heeft rustig water nodig. Jarenlang heeft Nederhorst zyn lidmaatschap van 't Europese par lement gecombineerd met dat van de Goudse gemeenteraad. „Het was eigeniyk een hele goede combina tie", vindt hy er zelf van. „Je hebt zo vaak het gevoel: hoe houd ik contact met het gewone leven? Dat ls niet zo moeiiyk als Je in de raad te maken hebt met zakkende rio leringen, sportvelden enz". Gepaste afstand Nederhorst ls heel anders dan Vondeling, zyn voorganger. Hy vindt dat zelf ook. „Onze karakters zyn anders. Wat my aantrekt in Vondeling is zyn non-conformisme, zyn originaliteit zyn frisse ideeën. Vondeling is een typische mathe maticus. Hy werkt strategisch en heeft alles altyd keurig op een rijtje. Ik ben veel slordiger en heb bepaald niet dat systematische. Ik moet het veel meer dan Vondeling hebben van het persooniyk con tact. Ik vind het leuk een heleboel mensen te ontmoeten. Niet alleen uitdokteren. Onze posities zyn na tuuriyk ook heel anders. Ik leid geen oppositie. Toch moeten we wel een zekere gepaste afstand tot de regering bewaren. Wy moeten dui- deiyk laten zien op welke punten we verder willen dan de regering. We kunnen in 1967 natuuriyk niet zeggen: ons uiteindeiyk doel ls het regeringsprogramma-Cals". Nederhorst is zich nog druk »n het inwerken. Hy moet zyn Euro pese zaken afwikkelen en zich ver trouwd maken met de binnenland se politieke kopzorgen. Hy moet zyn eigen styi als voornaamste woordvoerder van zyn fractie nog opbouwen. Het zal een rustige styi worden. Een menselijke. „Je moet in de politiek niet 20 snel iets kwalijk nemen. Je moet geen lange tenen hebben. Het is me vaak te zoetsappig. Zo van ..jongens, we moeten het mooi houden". Drs. G. M. Nederhorst is niet gauw licht geraakt. Hij is vriendelijk en heeft een mooie gave ironie, die af en toe in een woord, een zinswending om de hoek komt kijken. We zitten in de kamer van de fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid. Vondeling heeft er twee jaar lang oppositie zitten bedenk >-«. Nu huist Nederhorst er ais aan voerder van een regeringsgezinde fractie. Zyn zachte stem komt af en toe maar net boven het ge dreun van een pneumatische boor uit. Nederhorst lykt meer op een vriendeiyke leraar dan op een strijdbaar politicus. Maar dat is een verkeerde indruk. Hij gaat uit dagingen niet uit de weg, zoekt die „Ik houd van mensen, die prik kelen. Cals ligt mij persooniyk wel. Overigens vond ik Cals van de mammoeth aantrekkelyker dan de Cals, die by de regeringsverklaring op het puntje van zyn stoel zat om te pas en te onpas te interrumpe ren. Wat humor by premiers be treft zyn we overigens niet ver wend. Vroeger ook niet. By Colijn en de Geer zat je niet te schudde buiken". Nederhorst, telg uit een bloeiend Gouds aannemersgeslacht, is zich geleidelyk voor de politiek gaan interesseren. „In myn studietyd in de crisisjaren kwam ik met zwaar - geladen politieke vraagstukken in aanraking. Door myn studie eco nomie aan de gemeenteiyke uni versiteit in Amsterdam en door contacten met hoogleraren mi stu- Partij van de Arbeid denten kwam ik langzamerhand tot een politieke keus. In 1935 was het toen met de S.D.A.P. de grootste herrie. Dat rauwe sprak me wel aan. Prof. Klerekoper zei tegen me: „De politiek? Dat moet je van je leven niet doen. Dnt wordt een ontzettende teleurstelling". Ik ben er dus niet met overdreven ver wachtingen ingegaan". De jonge Nederhorst belandde by de „brain-trust' van de party en werkte mee aan het plan van de arbeid. Even leek het er op, dat de jonge doctorandus een rustig ambtenaar op Economische Zaken zou worden, maar met de aanstel ling werd zo getreuzeld dat Neder horst de kans om adjunct-directeur van het wetenschappleyk bureau van de SDAP te worden niet liet schieten. In de oorlog dook Nederhorst on der by zyn broers, de Goudse aan nemers. „Het was nuchter werk. Het was erg nuttig om in een dood gewoon bedrijf een tyd mee te draaien". Nederhorst nam ontslag, omdat hij niet gevorderd wilde worden en belandde by de Stichting van de Statistiek, waar toen al de weder opbouw van Nederland werd voor bereid. Gebroken geweertje Roolvink raakte al vroeg by de politiek betrokken. Toen hy als zestienjarige arbeider op een Leeu wardense scheepswerf kwam hoor de hy de gesprekken over de poli tiek. Het was de tyd van het ge broken geweertje. „Je werd er een voudig in betrokken. Dat was thuis al begonnen. Myn vader was lid van de byzondere vrijwillige land storm. Het was de tyd, dat het so cialisme een ander karakter had. Als christeiyk jongmens werd je aangesproken op je christelyk zyn". In 1946 bleef Roolvink maar net buiten de praktische politiek. Hy stond op een verkiesbare plaats voor de Hilversumse raad. Maar hy liet zyn lidmaatschap schieten om een functie als bestuurder in de christeiyke vakbeweging te aan vaarden. In 1949 kwam hy toch ln de Hilversumse raad. Tien Jaar bleef hy er in, tot hy in 1959 staatssecretaris van Sociale Zaken werd. Zyn benoeming trok toen nog al de aandacht, want in vak bondskringen werd de ploeg van dr. De Quay dikwyis betiteld als een „werkgevers-kabinet". Als be windsman voor de loonpolitiek leerde de Tweede Kamer hem toen kennen als een pittig debater, die vaak tegenstand uitlokte en fors van leer trok. In 1963 kwam Rool vink niet terug maar deed zyn in trede in de Tweede Kamer. Twee jaar later werd hy de aanvoerder van de anti's. Een byzonder snelle Anti - Revolutionaire Partij „Ik wilde niet spreken ever din gen, waarmee wy het eens waren. Ik heb gezegd dat wy by het so ciaal economische deel van het re geringsprogramma de wenkbrau wen fronsen". Roolvink geeft een lange uiteenzetting over de span ningen in de economie een on derwerp dat hem uit zyn staats secretariaat goed bekend is. „Ik vind, dat wy als fractie een kriti sche begeleidende taak hebben. Dat doet aan onze loyaliteit niets af. Nederhorst was byvoorbeeld over de huurpolitiek bepaald niet min der kritisch dan ik over andere onderwerpen. Ik heb een waar schuwende vinger opgestoken." Dat laatste was ook letterhjk want by een lang betoog in de Kamer pleegt Roolvink altyd een vinger te heffen. Briljante figuur De minister-president staat by hem overigens hoog aangeschreven. „Cals is een briljante figuur", zegt hy nadrukkelyk. „Hy heeft een goed politiek vingertoppen-gevoel. Hy heeft bepaald kwaliteiten als minister-president". Was hy niet wat te grif met in terrupties? „Met interrupties ach ter de regeringstafel moet men wat spaarzaam zyn. Men moet het met mate doen". Dit antwoord is type rend voor Roolvink. Op een direc te vraag geeft hij vaak een alge meen antwoord. Het is de handig heid van geroutineerde politici. Roolvink over het vak van poli ticus: „Het is een grote verant- woordelykheid. Men spreekt vrij- wel altyd in functie. Er is een flink stuk privéleven weg. Maar die ver- antwoordelykheid geeft ook in houd, dat maakt de functie mooi". Het loopt tegen zeven uur. Rool vink moet weg „Eten met de oude club van De Quay. Ja, dat doen we nog steeds. Het was een fyne ploeg. Er waren natuuriyk wel spanningen, over Nieuw-Gui- nea byvoorbeeld. Maar er is een sterke persoonlijke band nog steeds". Hy geeft de harde hand van een stoere werker, een Fries, En dat weet hy

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 13