IMifr isiPi. SCHEEPS BERICHTEN "'mm- öe winö RICHARD MASON Lezen PANDA EN DE BRON VAN DE RIJKDOM MAANDAG 21 JUNI 1 Eijsdan ',dat dol oTje^ei een van de s^wat blijven ryden?'^ chtige gele wilde bloem, waarvan de naam bij mijn weten nooit s^| ben ontdekt. Ze staken die bloem 's- Sabby's haar en waren verrukt het effect, en ik was het met hen ■if, dat het haar schoonheid nog 41 r accentueerde; alleen moest ze nlijk een kimono dragen om het AGfd te vervolmaken. Ze moest van Jdjes begonnen af te vallen en IXX Pei we alle heuvelhellingen af- iten alsof we op zoek waren naar 4, hebben we nooit meer zo'n TH m gevonden. Ik kreeg de op- Ti cht, dat zodra we weer in Bom- terug waren, ik moest zorgen regelmatig bloemen werden acht, die er zoveel mogelijk op had vert«fd,K dat bestaan en op de voorgrond, in onze wereld, stond een cederboom als een schildwacht, die iedere in dringer uitdaagde. Toen, omdat we er zo op aan drongen, begon ze portretten te schilderen, eerst Jennifer, daarna Margaret, mrs. Mather en mU, en hcewel ze beweerde dat het niet waar was en het ook haar bedoeling niet was geweest, hadden we alle maal een Japans uiterlijk. Het kwam gedeeltelijk omdat haar stijl Japans was, maar bovendien had ze ons onbewust Oosterse trekken gegeven. Toen we haar ermee plaagden, wil de ze de portretten verscheuren. (Wordt vervolgd) Zware vonnissen in Bulgarije Pierre Harmei kabinetsformateur Weer anti-joods vandalisme in Bamberg besmeurd met witte verf. Twee ge meenteambtenaren die patrouilleer den in de straat waar het huis staat verrasten de man, maar deze wist te ontkomen. De politie haalde het bor direct van de muur en zond het op naar München waar het hoofdkwartier van de Beierse politie üe verf aan een nader onderzoek zal onderwerpen. De beloning voor het vinden van de antisemietische vandalen in Bam berg is door de politie tot 20.000 mark verhoogd. De politie heeft nog geen enkele spoor gevonden dat houvast biedt, ondanks verhoor van verdachte personen en huiszoekin gen. 26—84. De dwergen voerden Panda en meneer Drom langs een ruw rotspad omhoog tot zij een plek bereikten, waar het pad bij een diepe kloof eindigde. Hier stond een enorme boog opge steld, die op de tegenoverliggende rotswand was gericht. Naast de boog lag een boomstam, die blijkbaar als pijl voor de boog r ijverig aantek r die wand aan i „Maar waarom doen ze dat?" vroeg Panda. Het antwoord op die vraag werd maar al te „We schijnen volksgebruik"ze r Drom, die in zijn reisjournaal maakte. „Kijk eens naar die wand aan de c kant! De diepe holte daarin wijst er op. dat er dikwijls dwergen Joris op de gelegd. Uiteraard „Ho! Stop!" riep hf. ..Dit die vervolgens op de boog werd Joris dit alles met grote tegenzin, ■p hij. „Dit volksvermaak gaat alle perken te buiten! Hiermee zult ge het I Maak me los. ongastvrije ver Maar zonder zich iets van de dwergen de boog te i Panda kon het niet langer e „Help hem dan toch!" riep hij i hoofd kunt u dat toch verbieden!" „Het is tegen de aanpasregel"mompelde de ontdekkin ger. „Van een blokhoofd wordt verwacht, dat hij het volksver maak bevordert en niet tegengaat. Maar ik zal zien. wat ik voor Drom toe.' .Als blok- RECHTER TIE EN DE ANTIEKE DOI K door Robert van Gulik DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 243. „Hoe liep het af?" vroeg Bram in spanning. „Erg best", zei de vriendelijke verteller. „De jagers verschrik ten de vogel, die Sinbad de Zeeman liet vallen, en toen de jagers eenmaal het verhaal van Sinbad hadden gehoord mocht hij alle diamanten houden, die hij nog snel in zijn zakken had gestopt. Van het geld, dat Sinbad voor de diamanten kreeg, heeft hij jarenlang de kinderen van Bagderaibad te eten gegeven. Maar de diamanten raakten op en Sinbad besloot opnieuw naar het Dal der Diamanten te reizen. Hij kwam nooit terug. En nu hebben de kinderen honger". „Wat een verhaal om op te schrijven", zei Brammet je zuchtend. „Het heeft in de Duizend en Eén Nacht gestaan", verzekerde de man. „Dat heb ik gelezen, maar dit verhaal herinner ik me niet", zei Brammetje en de ander sprak beleefd „Ach, dan is het misschien nét in de Duizend-en-Tweede Nacht verteld". „Dat is verder onbelangrijk", zei Brammetje. „Want ik zal toch niet de tijd hebben om d"at verhaal te schrijven. De kinderen in deze stad moeten te eten hebben" en de barmhartige Sinbad moet worden geholpen. Ik ga hem zoeken De man met de tulband slaakte een kreet. „Die reis is levensgevaarlijk Kan me niet schelen",, zei Bram. „Het is mijn plicht Sinbad te redden!" f-FAvr3 SXs<3 "Kssr •wwz* Spee 18 v IJ muiden n Swlnemunde Spm Major o 18 Yar Ipawlch .•mm Londen te Rotterdar SC

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 15